Goede vaari, behouden thuiskomst HET BEIERSE NATIONAAL- THEATER SPOEDIG OPEN Bridge spelen is geen schaken met kaarten Correspondeiitiepartij 4 i i-'A 4 I 1 3 Münchener Staatsopera is een instituut van wereldformaat ft ft Katerdag 18 me! 1963 Pagina 4 ROEMRIJKE TRADITIE LEVEND HEDEN De beroemdste zangers en zange ressen hebben in het Nationalthea- ter gezongen, de belangrijkste diri genten hebben er langere of kortere tüd gewerkt. I>c Münchener Staats opera heeft altijd kunnen wedijve ren met de Berlijnse en de Ween se Staatsopera. de Scala en Covent Garden, ja zelfs met de Metropoli tan.. Dit is vooral te danken aan de voorbeeldige presentatie van de werken van Wagner en Strauss, als mede aan het feit. dat men het Het Beierse Nationale Theater, sinds 150 jaar zetel van de Münchener Staatsopera, is herrezen. Twintig jaar na de ver woesting gaan de poorten van een huis. dat tot de mooiste en traditierijkste operagebouwen van de wereld behoort, weer open. De feestelijke opening, die op 23 november van dit jaar zal plaatsvinden, betekent een culturele gebeurtenis van interna tionaal formaat. „Mein schönes Nationaltheater" moet koning Max Joseph van Beie ren met tranen in zijn open hebben uitgeroepen, toen hij in 1823 voor de puinhopen van zijn mooiste schep ping stond: Het door Karl von Fischer ontworpen klassistische bouwwerk was enkele jaren na zijn voltooiing een prooi der vlammen geworden. ..Ons geliefde Nationaal- theater* zal ook menige inwoner van München gezegd hebben, toen het operagebouw in 1943 tijdens een bombardement in de as werd ge legd. Slechts twee jaar had in de 19e eeuw de wederopbouw door de beroemde architect Leo von K lenze geduurd, na de tweede wereldoorlog verliepen er 13 jaar. voordat men met de restauratiewerkzaamheden kon beginnen. Toen de stad Mün chen in 1958 haar 800-jarig bestaan vierde, was slechts de voorgevel weer opgebouwd. II (igner-St ranss De repetitie van de werken, die tijdens de feestelijke openingsweken Het Beierse Nationaal Thea- er aan het Max Josephplein voor de wederopbouw. zullen worden uitgevoerd, zijn reeds begonnen. Als eerste staat op het programma ..Die Meistersinger von Nürnberg" van Richard Wagner. Hoe kan het ook anders. Het werk beleefde in het Nationale Theater in 1868 zRn première ook Wag ner's ..Tristan" werd hier voor het eerst opgevoerd en stond ook op het programma in die bewuste on geluksnacht. toen het oude Natio- naltheater tenonderging. spelen van moderne muziek sterk stimuleert. Ook gedurende de uit- wijkperiode tn het Prinsregenten- theater was de Staatsopera van München tezamen met de Ham- burgse Staatsopera en thans ook de Duitse Opera Berlijn West- Duitsland's belangrijkste opera-in stituut. De onlangs overleden Fe- renc Fricsav heeft hier gedirigeerd. Hans Knappertsbusch stond dikwijls voor de lessenaar. Spoedig zal Jo seph Keilberth met zijn ensemble zijn intrek nemen in het nieuwe oude huis en de roemrijke traditie voortzetten, in het National theater aan het Max-Joseph-Platz, dat voor de muziekminnende inwoners van een kunstzinnige stad tot één van de representatiefste monumenten behoort. Onze bridgerubriek J)e Bierpfennig Beide keren hebben de Inwoners van Miinchen daadwerkelijk aan de wederopbouw medegewerkt en grote financiële offers gebracht. Onder wierpen zU zich in 1823 aan een bR- eondere belasting, de „Bierpfennig", van 1958 af brachten zij meer dan vRf miljoen Dmark (bijna 10 van de bouwsom van 60 miljoen) door inzamelingsacties en tombo la's bijeen. Beide keren eisten de inwoners van München echter ook, dat het theater „precies zoals het was" weer opgebouwd werd. Zo zal ook het interieur van het edele Klenze-bouwwerk in de oorspronke lijke staat worden aangepast. Nog steeds zRn er stukadoors, vergul- ders en behangers aan het werk, maar thans reeds ziet men iets van de toekomstige pracht van de zaal, waarin 2100 personen kunnen plaatsnemen, het trappenhuis en de ontvangstruimten. Er zijn twee groepen van spe lers. die de aantrekkelijkheid van het wedstrijdbridge in ern stig gevaar kunnen brengen. De eerste groep is die der langzame spelers de mensen die telkens weer overwegen of zij ruiten tweetje, dan wel het drietje op tafel moeten leggen en die bij het bieden vaak en kele minuten ,,in trance" gaan om dingen te bedenken, die toch niet te bedenken zijn. Tegen spelers van deze eerste groep kan een goede wedstrijdlei der wel afdoende optreden. Indien hij begint de spelers te vertellen dat men voor een speelronde slechts een bepaald aantal minuten krijgt, zal dat het tempo reedis bevorderen. Bovendien zal de wedstrijdleider dan redelijke controle op de speel tijd dienen te houden, teneinde de officiële speeltijd van 7minuut per spel niet aanzienlijk te laten overschrijden. Het is mijn stellige overtuiging, dat enkelingen zich door dat tempo misschien wel eens opgejaagd voelen, doch dat het overgrote deel van de spelers dank baar is voor het handhaven van het wedstrijd tempo. Want tenslotte komt men om te bridgen en niet om elke ronde weer te moeten wachten op een paar mensen, die menen dat bridge een soort schaak spel met kaarten is. Ik kan mij herinneren, dat enke le jaren geleden de NBB klachten van een club ontving, alwaar men gewoon was vier of vijf spellen in een uur te spelen. Men begreep, dat een dergelijk belachelijk speltempo een gevaar voor het bestaan van de club betekende, maar men wist niet goed wat er aan gedaan moest wor den.. Enkele publikaties over dit onderwerp in het maandblad „Brid ge" bleken later enige verbetering in de zaak gebracht te hebben. Ver moedelijk zijn er nog wel andere verenigingen waar dit probleem aan de orde komt. Laten de clubbestu ren dan bedenken, dat zij het zijn die de meerderheid hunner leden beschermen moeten tegen diegenen, die door hun veel te langzame spel een aanval doen op het wezen van wedstrijdbridge: een snelle aaneen schakeling van korte, flitsende duels, waarin de beste „snelste" denker moet winnen en niet de speler die na tien minuten peinzen tot de conclusie komt. dat harten heer toch een betere uitkomst is dan schoppenvrouw. BR het stRgen van het aantal biedsystemen en vooral na de In troductie van de vele „Italiaanse" klaverconventies en hun varianten, Elektronische drukvoelers sturen boor. mochlnes bij ontmoeten van lagen harde of zachte steenkool. Onze schaakrubriek In 1834 werd tussen Londense en ParRse schaakkringen een corres- pontiepartij gespeeld. De Fransen kozen voor hun zwarte stukken een reeds in 1497 door Lucena vermelde verdediging en wisten te winnen. Sedert dien heeft deze verdediging de naam van Franse partij verkre gen. Aanvankelijk zag men er. on danks de overwinning in 1834 niet veel heil in. doch aan het. eind van de negentiende eeuw kwam het Frans in de mode en sindsdien be hoort hij tot een van de belangrijk ste verdedigingen tegen 1. e2-e4 Evenals het Sicillaans is het Frans een verdediging met agres sieve strekking. Zwart gaat eerst pion e4 aanvallen en als wit deze aanval wil ontwijken door e4-e5 te spelen, zet zwart zijn agressie voort tegen de velden d4 en e5. Wit heeft een overwicht aan ter rein, terwijl zwart meestal over wicht in het centrum weet te ver krijgen. Voor het zover komt. moet wit zijn terreinoverwicht voor een aanval op de zwarte koning weten te gebruiken. Lukt dit niet, dan is meestal zwart degene, die aan het langste eind trekt. Iedere onnauw keurigheid. vooral door zwart be gaan, wreekt zich in deze soort agressieve verdedigingen direct. Een treffend voorbeeld is de vol gende partij, uit een Amerikaanse correspondentiewedstrijd. Wit: M. S. Ledine; zwart P. Zo- nies. 1. e2-e4, e7-e6 (de kenmerkende zet van het Frans). 2. d2-d4, d7-d5. 3. Pbl-c3. Pg8-f6. 4. Lfld3 (een oude variant) Pb8-c6 (dit is niet sterk en had vervangen moeten worden door eerst c7-c5). 5. e4-e5, Pf6-d7. 6. Lcl-e3, Lf8-e7 (nog altijd had zwart met Pb4 en c5 meer spel moeten trachten te krijgen. De pas siviteit inplaats van agressiviteit kost hem snel de partij). 7. a2-a3 (verhinderd nu het wat bevrijden de Pb4) 0-0. 8. h2-h4!, h7-h6 (en vooral niet Lx h4 wegens 9. Dh5!>. 9 Pgl-f3.f7-f5. 10. e5xf6 e p. Le7xf6. 11 Pf3-g5ü. Stelling na 11. Pg5: abcd o fgb LADDERWEDSTRIJD CXXXIX I i W I 4 1 1 1 4 1 1 t A 1 1 A 1 A - t; t 5 i 3 6 wit aan zet, wint. CXL Een zeer sterke zet. Er dreigt Pxe6. En op 11Lxg5?. 12. hxgö, Lxg5. 13. Lh7t, Kf7. 14. Dh5*, Keï. 15. Lxg5t of 11Pxd4. 12. Ph7, Te8. 13. Pxf6, Dxf6. 14. Lxd4, Dxd4. 15. Lh7t en 16. Dxd4. Daarom maar 11Dd8-e7. 12. Ddl-g4, e6-e5. 13. Pc3xd5. De7-d6. 14. Dg4-e4. Lf6xg5. 15. h4xg5, e5xd4. En opnieuw komt wit met een verrassend sterke voortzetting. 16. Thlxh6!, Dd6-e5 (want na g7xh6 volgt Dh7 mat». 17 Th6-h8'Kg8-f7. 18. De4-g6 mat. wit aan zet. wint Ir er een tweede groep spelers in de bridgewereld gekomen die het spel voor andere onaangenaam maakt: de spelers met de ingewikkelde biedsystemen. die het bieden voor de tegenstanders vrijwel onbegrij pelijk maken. Men kan echt niet verlangen, dat elk bridgepaar dat aan een of an dere wedstrijd meedoet, alle con venties met hun varianten op va rianten kent. die de diverse tegen standers spelen. Het zou in wed strijdbridge voor paren, een goed ding zijn als de ingewikkelde con venties verboden werden De mees ten dezer conventies hebben niet eens de bedoeling (en zeker niet het resultaat) tot betere eindcontracten te komen; zij zijn er vaak slechts op gericht de tegenpartij in verwarring te brengen, zodat die tegenpartij de betekenis der operaties niet. of niet voldoende, begrijpt en daardoor on juist reageert. Bij het gebruik van dergelijke conventies is hei niet meer de vraag, wie het beste bridge speelt maar wie erin slaagt zoveel vreem de afspraken in zijn systeem te spinnen, dat daardoor fouten van de tegenpartij worden uitgelokt. Het handjevol spelers dat (nu nog) der gelijke dingen speelt, moge in bit tere verontwaardiging wijzen op de <nog> geldende regel dat elk systeem toegestaan is men zal de ogen niet mogen sluiten voor het feit. dat het wedstrijdbridge op die manier verlaagd wordt tot een geestelijk ca tch - as - catc h -can dat direct leidt naar de ondergang van bridge als edele denksport. Men be hoede de gewone Nederlandse brid ger ervoor dat hij. in navolging van Italië, te maken krijgt met Delftse Maastrichtse. Staphorster en nog enige dozijnen andere klavercon venties. Gewoon goed bridge spelen is al moeilijk ien leuk) genoeg! H. W. Filarski. MAANDAG trekt weer een on eindig aantal vissers naar zee. Het gaat er spannen, om zo veel mogelijk haring aan de haak te slaan. De mannen gaan van huis: hun wegblijven varieert van een tot drie weken. De haring mag dan goud opleve ren, toch is 't niet Alles goud wat er blinkt. Er moet gezwoegd worden, om de vleet of het drijfnet binnen te ha len, de haringen te kaken en ze zo gauw mogelijk in de tonnen te krij gen. Daar zRn „kerels van stavast" voor nodig, gewend aan het verblijf op het schip, bekend met alle kun sten van het vak, gehard tegen weer en wind. bestand tegen alles wat hun in storm en ontR over komen kan. MAARhet reddingwezen is op post! We hebben niet voor niets de vele waakzame mannen, verbonden aan de K.N.Z.H.R.M., die op het eerste sein dat er iets onveiligs voor wiè dan ook aan de hand is, klaar staan om mensenlevens te redden, dag na dag op hun post zijn. ZR zijn de trouwe wachters aan de stranden, die geen mens in de steek zullen laten en bR wie het niet op ..woorden", maar op „daden" aan komt. Hoevelen hadden in de loop der tRden aan hen niet hun leven te danken? Wanneer u straks bij de kar uw harinkje staat op te peuzelen, heeft u er nauwelijks enige notie van hoeveel gevaren er getrotseerd wer den, om die Jaarlijks weerkerende lekkernU aan wal te krijgen. De treilers beuken over de golven, maar de reddingboot „Koningin Wilhelmina", waarvan u hier nog net even de achtersteven ziet, is paraat. De kruisvormige kabelbeu gel is hier niet een symbool van de dood, maar Juist van het leven. Niemand van de achterblijvers hoeft bezorgd te zijn, wanneer dit schip in de buurt is. En er zijn nog vele andere sche pen, die op het geringste sein komen toesnellen, om te helpen waar dit nodig mocht zijn. In oude tRden is dat misschien anders geweest. Nu beschikt men over genoeg moderne middelen om iedereen te helpen, die om bescherming vraagt. Daarom: gèèn nood en gèèn angst. De achterblRvers kunnen rustig slapen gaan. Er wordt tegenwoordig mèèr dan ooit! over de wegtrekkers gewaakt. Het wordt beslist „Goede vaart en behouden thuiskomst"!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 10