60Y'S BIG BAND IN LEIDEN
,Als dit lukt, blijven
er goede dingen komen'
K. en Omaakt grootsteeds gebaar:
OOK SCHOLIEREN
NAAR STEMBUS
(LEIDSCH DAGBLAD
Leidenaars hebben het
zelf in handen"
nu
NORMAN GRANZ PRESENTS
Zaterdag 4 mei 1963
,,Elk concert is voor ons belangrijk. Als je meestal in een
studio speelt, is het heerlijk weer eens publiek tegenover je te
zien. De jongens zijn altijd dolblij, als ze horen dat wij weer voor
R( een zaal optreden", zegt Boy Edgar, leider van Boy's Big Band.
,,Maar het concert in Leiden wordt wel iets bijzonders", voegt
elhij er aan toe, „omdat Cees See en Jan Huydts meekomen en
3<3jonze pianist Louis van Dijk ook even achter het orgel gaat
I zitten".
„Van belang is voor mij verder
Inog, dat wij in K. en O.-verband
optreden. Dit orkest kan namelijk
galleen maar bestaan, als men
vindt dat jazz zols wij die bren
gen, ook een cultuurvorm is. Op
«die manier houden we vrijheid van
handelen en worden xoe niet de
Commerciële kant uitgedreven. Wij
willen niet gebonden zijn aan suc
ces bij het grote publiek."
'h Het gesprek wordt gevoerd in een
hotel in Heemstede. Tegenover ons
«it do heer G. W. F. Edgar, 48 jaar,
-•een donker type, breed, knap en
vriendelijk, vooral vriendelijk.
Tegen het eind van het gesprek
zegt hij glimlachend over zyn druk-
ke werkkring als arts: „Eigenlijk
j heb ik het te druk om anderhalf
uur met u te zitten praten" maar
geen moment heeft hij laten mer-
dat hü gehaast is.
I Die drukke werkkring- heeft hem
trouwens allang genoopt verschei-
liefhebberijen te laten schie
ten. „Ik doe nu naast mijn werk
ea.alleen nog maar dingen waar ik
werkelijk niet buiten kan.'" Eén van
die dingen: met mooi weer op een
terrasje met zijn vrouw een' kopje
.„koffie drinken („al gaat dat niet al-
JBtijd"). Nog zo'n ding: jazz.
En dat laatste „ding'' houdt hem
i. ,al heel lang bezig. Voor de oorlog in
de jaren 1934 tot '40, was hij lid en
later leider van The Moochers, een
studenten jazzorkest waarin beken
de figuren hebben gezeten als Tony
Heiwig. die nu saxofonist is bij
Boy's Big Band, Pierre Wijnnobel
en de Leidse huisarts H. P. Veld-
huyzen. In die jaren werkte hij ook
*als beroepsmusicus in een Suri
naams orkestje om zijn studie te
betalen.
>31
- Naar België
Direct na de oorlog ging Boy Ed-
gar als arrangeur-pianist voor bij-
lu na een jaar met een groot orkest
van Piet van Dijk op tournee langs
de Amerikaanse troepen in België.
Vervolgens werkte hij korte tijd bij
de Grasshoppers. Daar waren ook
Broodboom, Kat en Kuilenburg, die
{nu driekwart van BBB's trompet-
1 sectie vormen. Het was toentertijd,
'dat Edgar hun de raad gaf: „Die
e® Amerikanen spelen tegenwoordig zo
ojhoog, jullie moeten toch weer eens
hi les gaan nemen" en dat deden
zy.
In 1947 kreeg hij werk aan een
P universiteit, waar hij echter zo wei-
'ie nig verdiende (300 gulden per
maand) dat hij wel moest schnab-
beien. Een paar jaar lang schreef
hij voor diverse orkesten arrange
menten, o.a. voor Dolf van der Lin
den twee tot drie per maand. „Op
|i die manier heb ik dus al die jon-
I gens leren kennen", besluit hij zijn
1 opsomming.
Na 1948 heeft Boy Edgar nog wel-
eens incidenteel gewerkt als musi
cus en arrangeur, „maar ik was er
zes jaar volledig uit en had nog
31 nooit van Coltrane gehoord, toen ik
met dit orkest begon".
:ii
l Toevallig
Heel toevallig kwam Edgar in
I contact met, de big band, die in
A december 1960 werd geformeerd
voor een eenmalig optreden in het
1 Amsterdamse Concertgebouw. „Ze
hebben mij er bij gehaald, toen
.i Adootje (Broodboom) tegen de or-
ganisatoren had gezegd: je moet
Cees Smal, Theo Loevendie en Boy
Edgar een paar arrangementen
Jjj zien te laten maken".
„Het Is normaal", vertelt hij ver-
v der, „dat een arrangeur bij het in-
repeteren van zijn arrangementen
aanwezig is. Dat was toen dus ook
het geval. En omdat ik de enige
was die geen instrument vasthield,
Boy Edgar in hemdsmouvjen
voor zijn Big Band tijdens een
studio-repetitie.
„Winst"
zeiden ze tegen mij: je moet er
eigenlijk maar voor gaan staan".
Dat hij voor de band is blijven
staan, is zegt hijzelf toevallig
gegroeid.
Na het concert in Amsterdam
werd het orkest ontbonden. Het
werd weer opgericht, toen enkele
ex-BBB'ers Bert Robbe, hoofd van
de afdeling lichte muziek van de
VARA, zover wisten te krijgen, dat
hij acht opnamen van het orkest
wilde laten maken voor het seizoen
1961—'62.
lil de kmiil
„En het mag weieens in de
krant", voegt Boy Edgar er met
nadruk aan toe, „dat de VARA dit
als enige omroep aandurfde. Per
slot van rekening vormen we met
ons achttienen een dure band, ter
wijl we maar voor een kleine kring
geinteresseerden spelen. Daarnaast
waren er technische moeilijkheden,
zoals het samenbrengen van de
bandleden die in verschillende or
kesten werken, en het niet op el
kaar ingespeeld zijn. Dat dit laatste
heel erg is meegevallen, hebben we
vooral te danken aan het feit dat
we zulke voortreffelijke sectielei
ders hebben als Tinus Bruin en
Wim Kuilenburg".
Bescheiden
Boy Edgar houdt ervan voortdu
rend de namen van medewerkers
te noemen. Behalve vriendelijk is
hij ook bescheiden. Zegt: „U kunt
natuurlijk niet tien man afreizen,
maar een interview met mjj alleen
geeft een onvolledig beeld. „Laat in
dit verband de namen van Theo
Loevendie, Herman Schoonderwalt
en Michiel de Ruyter vallen de
laatste leverde het ideetje voor het
ruim een kwartier durende muziek
stuk over de geschiedenis van de
big band. Vertelt dan vaak naar
zijn musici te luisteren. „Op wat ik
van mijn mensen hoor, bouw ik
mijn arrangementen op".
Boy's Big Band is nog jong, heeft
nog geen naam die een volle zaal
garandeert zoals Rita Reys, maar
is hard op weg om alles op jazzge-
bied in ons land in kwaliteit te
overtreffen. Het zegt bijvoorbeeld
wel iets, dat Boy's Big Band de
AMVJ-zaal in Amsterdam stampvol
kreeg op een zondagmiddag
volgend op een nachtconcert van
John Coltrane! „Wij krijgen hoe
langer hoe meer de indruk, dat de
liefhebbers van moderne Jazz ons
accepteren. En dat is heel veel!"
In de Leidse Stadsgehoorzaal wordt maandagavond een jazzconcert gegeven
door Boy's Big Band. En dat Is iets. dat toch wel in de krant mag. Zelden
treedt dit grote jazzorkest buiten de radio-studio's op en dan nog blijven de
uitstapjes meestal beperkt tot Amsterdam en Rotterdam.
Leiden is geen Amsterdam. Niettemin heeft de Leidse Volksuniversiteit
K. en O. het aangedurfd dit dure orkest, dat nog maar enkele jaren bestaat,
uitsluitend niet-commerciële muziek speelt en alleen via de radio enige be
kendheid heeft verworven, te contracteren. En dat is een grootsteeds gebaar
geweest. Want het is heel wat eenvoudiger om in een stad als Leiden duizend
jongeren op te trommelen voor een populair dixieland-concert dan voor een
avond moderne big-band-jazz.
Boy's Big Band is Europa's enige grote jazzorkest. Dat zegt op zichzelf
natuurlijk niets van de kwaliteit. Meer zegt het feit. dat de band is samenge
steld uit topmusici van grote dansorkesten als de Ramblers en de Skymasters
en diverse jazzcombo's. En wie Boy's Big Band wel eens voor de radio heeft
gehoord, zal beamen dat dit een orkest van internationale allure is. Een orkest
dat een volle zaal verdient. En dat verdient ook K. en O. voor zijn moedige
initiatief.
Deze pagina is voor het grootste deel gewijd aan Boy's Big Band èn aan
de Leidse jazz in het algemeen. De artikelen zijn van de hand van een onzer
redacteuren, die hiervoor sprak met G. W. F. (Boy) Edgar, de leider
van de band, en Dick Kuil, de voorzitter van de Leidse Jazzclub.
Pratend over het concert dat
Boy's Big Band maandagavond
in Leiden geeft, zegt Dick Kuilt
,.De Leidenaars hebben het nu
zelf in handen. Als dit lukt,
blijven hier goede dingen
komen." Onder die goede din
gen verstaat de 19-jarige voor
zitter van de Leidse Jazzclub:
het naar Leiden halen van
grote Amerikaanse jazzmusici,
als zij in ons land zijn voor een
optreden in Amsterdam of Den
Haag: het organiseren van
landelijke jazzconcoursen naar
het voorbeeld van Loosdrecht,
te beginnen in september aan
staande.
Als op 15 mei Nederland
naar de stembus gaat, zullen
tienduizenden Nederlandse
scholieren dat ook doen. zij het
dan naar ..hun" bus.
..Reflector", een maandblad
voor scholieren van de ge
schiedkundige uitgever Kee-
sing in Amsterdam, organiseert
dan verkiezingen voor de
schooljeugd, een initiatief van
hoofdredacteur C. J. Canters,
VHMO-leraar uit Voorburg,
en zijn redactiestaf.
Alle jongens en meisjes die drie
jaar vhmo. hoger of middelbaar be
roepsonderwijs hebben gevolgd.
Boy's Big Band treedt ook al
omdat de leden in verschillende or
kesten en vaak niet gelijktijdig be
schikbaar zijn zelden buiten de
studio op. In het omroepgebouw is
men al met al vijftig uur(!) per
jaar bij elkaar. „Alles dat we er bij
krijgen, is winst".
Winst beloofden vorig jaar ook de
drie openluchtconcerten te worden,
die de band in Bloemendaal zou
geven. Eén concert ging helemaal
niet door wegens de regen en het
tweede van de drie werd gegeven
„in een novemberstorm met tien
mensen publiek". Maar daarnaast
heeft Boy Edgar de prettigste her
inneringen aan een optreden op het
boekenbal en in Rotterdam.
Het gesprek komt op jazz in het
algemeen. Edgars favorieten zijn
Ellington („van elke tien platen
van de Duke wil ik er wel zes of
zeven hebben"), Charlie Mingus,
Coltrane en Blakey („het laatste
stelletje dat hü hier heeft ge
bracht").
En als het niet lukt? Als blijkt
dat voor een jazzconcert zonder
commerciële trekpleisters a la Reys
niet voldoende belangstelling be
staat? Dick, met een gebaar alsof
hij daar eigenlijk niet op rekent:
„Dan is dat het bewijs, dal Leiden
niet jazz-minded is. in ieder geval
nog niet rijp hiervoor. Als het niet
lukt, ga ik natuurlijk toch wel door,
maar In het klein".
Om de puntjes op de i te zetten:
het is niet de Leidse Jazzclub die de
verantwoordelijkheid draagt voor
het jazzconcert van maandagavond
Voor de financiële risico's draait
ditmaal K. en O. op, dat de jazz
club echter wel heeft betrokken bij
de organisatie. Want sinds het kas
succes met Rita Reys en Pim Ja
cobs is de Leidse Jazzclub „arrivé",
•geaccepteerd door menigeen die de
activiteiten van „die jazzjongens"
aanvankelijk met scepsis volgde,
geaccepteerd ook door een machtige
instelling als K. en O., dat wel
(jazz)muziek ziet zitten in een va
derlijke samenwerking met de club.
En Dick hoopt, dat die samenwer
king van blijvende aard zal zijn.
Zenuwslopend
Dat concert met Rita Reys, nu
een paar maanden geleden, is ove
rigens een hoofdstuk apart in de
nog korte geschiedenis van de Leid
se Jazzclub. „We hebben verschrik
kelijk in de knjjp gezeten, of de
zaal wel vol zou komen". Voor het
eerst had men namelijk een grote
zaal (de Stadsgehoorzaal) gehuurd
en het moest trouwens wel een
grote zaal worden, want nog nooit
had de Leidse Jazzclub zo'n dure
groep gecontracteerd.
„Het waren zenuwslopende da
gen", herinnert Dick zich nog. Kort
voor het concert trokken drie van
de vijf bestuursleden zich terug,
omdat zij (of hun ouders) terug
deinsden voor de financiële risico's.
De twee die overbleven schakelden
al hun kennissen in „en letterlijk
Jazzkroegen
Met smaak vertelt hij over de
drie maanden dat hij in de Ver
enigde Staten heeft gewerkt als
arts in 1961. „Ik heb toen werkelijk
in jazzkroegen gewóónd omdat ik
dat heerlijk vond". Ging meerma
len naar Ornette Coleman, Ray
Charles, Count Basie en Gerry
Mulligan. En als hü uit het labo
ratorium in New York kwam, ging
hü meteen door naar een jazzeta-
hlissement „waar ik voor drie dol
lar spaghetti met meatballs at en
tegelijkertijd naar Jimmy Gryce
kon luisteren".
Tot besluit van deze beknop
te "Boy Edgar Story" een
nieuwtje: op 13 en 14 mei zul
len in een Brusselse filmstudio
voor het eerst televisie-opna
men van Boy's Big Band wor
den gemaakt. De muziek, ge
combineerd met een jazzballet,
zal in de tweede helft van mei
of juni door de VARA-t.v.
worden uitgezonden.
De trompet-sectie van Boy s
Big Band die wordt gevormd
door Wim Kuilenburg. Jan
Vleeshouwer. Ado Broodboom
en Wim Kat.
Iedereen heeft geholpen met de
kaartverkoop". Het resultaat was
navenant. „Het is werkelijk een
sensatie een zaal helemaal vol te
zien en te denken: dat heb ik geor
ganiseerd", merkt Dick niet zonder
voldoening op. Vraagt dan of we
Marie-Anne Vallendtgoed (20) wil
len noemen, zijn nu nog enige me
de-bestuurslid dat zijn plannen
door dik en dun steunt.
Gaten geslapt
Niet onbelangrijk was, dat de
jazzclub aan het concert ook nog
een paar honderd gulden overhield.
Daarmee konden de gaten worden
gestopt, die door andere activitei
ten waren ontstaan. Want tot dan
had men op alle sessions in zaal
Mekel (met o.a. Louis van Dijk.
Carl Schulze en Jonathan James
geld moeten toeleggen, gemiddeld
zeventig gulden per keer. Om die
verliezen zoveel mogelijk te beper
ken, werft men ook leden aan die
een jaarlijkse contributie betalen.
Meer leden
Op het ogenblik telt de Leidse
Jazzclub negentig leden „Dat zijn
er te weinig", vindt Dick, „het moe
ten er driehonderd worden". Voegt
er aan toe, dat in het nieuwe sei
zoen tevens de contributie met an
derhalve gulden zal worden ver
hoogd, want „we willen het groter
doen".
In dat groeiproces past volgens
Dick ook een behoorlijke zaal die
men zelf een beetje zou mogen
„aankleden" en waarover de jazz
club bv. elke zaterdagavond zou
kunnen beschikken. Een jazz-kelder
zou ook wel goed zijn.
r'
kunnen meedoen. Rond duizend
scholen in het land zijn aange
schreven.
De stembiljetten zullen groten
deels overeenkomen met de „echte"*
Wel vinden de stemgerechtigde
jongelui gelegenheid hun keus te
motiveren. Zij kunnen kiezen uit
17 politieke partijen naar het voor
beeld van het Amsterdamse kies
district. waar deze 17 groeperingen
alle uitkomen.
De bedoeling van dit initiatief is
de belangstelling van de jeugd voor
het functioneren van de democratie
te vergroten en de jongeren te con
fronteren met de problematiek van
het uitbrengen van hun stem als
een verantwoordelijke politieke
keuze.
Op de 15dP zullen de leerlingen
van de deelnemende scholen het
biljet invullen. De verkiezingen
zijn geheim. Er wordt een strikte
anonimiteit betracht. Wel dient
vermeld te worden: leeftijd, soort
school en klasse. De klasseleraar
zal door de leerling zelf dichtge
plakte stembusbiljetten verzenden.
Na het bekendmaken van de uit
slag zal de „Reflector"-redactie de
biljetten ter beschikking stellen
voor wetenschappelijke verwerking.
Deze week is aan de desbetref
fende scholen de vraag om mede
werking aan dit initiatief voorge
legd. Verwacht wordt dat een groot
aantal jongeren zal meedoen, waar
bij men dan ook rekent op ruime
steun uit het onderwijs.
Tegen 120 meisjes
niet opgewassen
Gary, een knappe 18-jarige
vrijgezel die op de administratie*
afdeling van een groot postkan
toor in Cardiff (Wales) werkt,
heeft zijn vakbond gevraagd
mee te helpen aan zijn over
plaatsing naar een andere afde
ling omdat hij de hele dag al
leen is met 120 meisjes.
Als officiële reden geeft hij op,
dat hij het hard te verduren
heeft. ..De meisjes verwennen
mij buitensporig"zegt hij.
..maar er is de hele dag een ge
kwetter. gegichel en nog eens
gekwetter om me heen, dat het
horen en zien me vergaat. En ik
stik bijkans in de oceanen par
fum. Ik ben gek op meisjes,
maar dan in kleine hoeveel
heden Honderdtwintig tege
lijk is iets verschrikkelijks".
Zijn verzoek om overplaatsing
is voorlopig afgewezen. ..Gary
zal nog een poosje moeten blij
ven lijden", merkte een (ge
trouwde) vakbondsfunctionaris
niet zonder leedvermaak op.
.J
schien wel. Ik duld geen oneerlijke
concurrentie". Zou het ook niet
leuk vinden, aLs de Leiderdorpse
Jazzclub hier in Leiden ging wer
ken. „Ik zou ze doodmaken" be
doelt dit niet letterlijk.
De Leidse Jazzclub is in septem
ber 1962 opgericht. Daarvoor dreef
Dick Kuil met drie andere jongens
de Saturday Evening Club, die
dansavonden organiseerde. „Maar
daar ging op het laatst teveel geld
bij en dat vonden we niet zo leuk
meer".
Hij vertelt, dat de jazzclub hem
bijna al z'n vrije tijd kost. Veel
vrije tijd heeft hij trouwens niet.
Op de dag zit hij op de Leidse in-
strumentmakersschool en 's avonds
gaat hij naai* de MSG. Is dan van
acht tot middernacht bezig. Heeft
alleen vrijdagavond en het week
einde vrij. Voor andere hobby's, zo
als judo, volleybal, zwemmen en
postzegels verzamelen, „heb ik hele
maal geen tijd meer". De jazz slokt
al zijn vrije uren op, maar „mijn
huiswerk lijdt er niet onder. En
mijn vader heeft er geen bezwaar
tegen, zolang ik met goede rappor
ten thuiskom".
K reel
Niet leuk
Hü vertelt dat na het concert
niet Rita Reys ook een Modern
Jazzclub Leiden is opgericht, die
hnofdzakelük in Noordwük ope-
reeri. „Ze teren op onze successen
en dat vind ik niet leuk". Zegt van
zichzelf: „Ik heb een nare eigen
schap: ik ben heel zelfverzekerd en
egocentrisch. Maar dat moet mis-
Heefi in de krant gelezen dat er
in Leiden nooit wat te doen zou
zijn en protesteert: „Dat is een
kreet die ik gewoonweg niet aan
vaard. De burgerij zélf wil niets
doen, de mensen zelf zijn niet gauw
enthousiast en soms te lui om er
gens naar toe te gaan. Pas als je
hier in Leiden iets heel goeds hebt
gepresteerd, willen ze komen".
De Leidse Jazzclub hééft iets goeds
gepresteerd en daarom hoopt Dick
Kuil, dat de Leidenaars overmor
gen komen. Hü heeft genoeg plan
nen om ervoor te zorgen, dat er ln
het komend winterseizoen op het
gebied van jazz in de Sleutelstad
„meer dan genoeg is te doen'
Maar al die plannen hangen af van
wat de maandagavond brengen
ra'De Leidenaars hebben het
nu zelf in handen".
DICK KUIL