TONI BOLTINI
LEVENDE KALENDER KON
NIET TOT TIEN TELLEN!
De mensen ZULLEN
wetendat ik er ben
„IEDER JAAR GROTER CIRCUS"
5?
(LEIDSCH DAGBLAD
Soms zijn mijn plakkers
wel eens te enthousiastP
WOORD
VAN
BEZINNING
HET KOMT AAN OP HET SLOT!
Excessen van het menselijke brein (II)
Merkwaardig geheugen i oor
data en muziek
I
iterdag 13 april 1963
Pagina 1
onze A'damse correspondent)
Een honderdtal meters van
e Amersfoortsestraatweg in
oesterberg, verscholen in het
staat een café-restaurant
campingbedrijf. Om acht
ur 's avonds is het daar druk.
)m tien uur zijn er alleen maar
taanplaatsen. „El Paradiso" is
en goudmijn", zegt men in de
uurt. De eigenaar van het
tablissement kan het niet ont-
ennen. Die eigenaar is Toni
loltini, van beroep: circus-
irecteur. Omdat hij de afge-
winter een terrein moest
ebben voor de stalling van zijn
en dieren, kocht hij een
erlopen campingbedrijf in
loesterberg. En terwijl iedere
/inter als het circus stil ligt
cent wordt verdiend, is
Paradiso" ongewild een
bedrijf geworden, om-
lat er honderden mensen zijn,
[ie hun koffie of biertje liever
in een café, dat zich op
of andere wijze onder-
van een normaal
ïoreca-bedrijf.
Ze zeggen, dat Toni Boltini gek is
ils hij ooit nog weer met een circus
stap gaat. Hij kan het geld ïm-
veel gemakkelijker achter de
verdienen? Maar ,.ze", dat
de burgers en zij zullen nooit
waarom iemand, die zijn
even lang in woonwagens op ker-
nissen en circussen heeft gewoond,
liet meeleven als zovelen, in een
mis met stromend water en een
■aste baan met een vrije zaterdag.
„Drie Jaar geleden verdiende ik in
tomerseizoen ruim een miljoen
Ik had mijn leven lang geen
land meer uit hoeven steken, maar
loen het voorjaar kwam wilde ik
loch weer met het circus op stap.
een groter circus. Dat kostte
veel geld, dat ik de tournee begon
f. 100.000,— schuld".
Winterkwartier
Hij vertelt ons niet, wat hij vorig
laar heeft verdiend en wat hij op
ogenblik vlak voor het nieuwe
nog aan geld of schuld
Maar een feit is, dat hy eige
naar is van ,,E1 Paradiso" met 3 na.
grond, waarop hij een
loods van 155 meter lang heeft
staan. Waar drie andere grote lood
sen in aanbouw zijn. Waar de fun
damenten zijn gelegd voor een ma
nege voor roofdierendressuur en een
manege voor het publiek, dat wil
paardrijden. Het wordt het nieuwe
winterkwartier van het circus. Op
het voorterrein staan 50 Mercedes-
Trachtwagens, vers beschilderd met
de rood witte circuskleuren. Op het
ach ter ter rein wachten 33 van de
RET in Rotterdam overgenomen
autobussen om het volgend jaar het
wagenpark van het circus opnieuw
aan te vullen. Er lopen 35 arbeiders
rond om het circus reisvaardig te
maken. Er zijn 50 man opgeroepen
om in dienst te komen en uit 6
Europese landen zijn in totaal ruim
60 artiesten onderweg.
Het zou ons niet verbazen als
Toni Boltini geen cent meer over
heeft .als hij op 17 april op het Ma
lieveld in Den Haag de premiere
geeft van zijn nieuwe circuspro
gramma. Het is zelfs niet onwaar
schijnlijk. dat zijn boekhouding
rood zal staan. Maar, als altijd is hij
trvan overtuigd, dat ook dit seizoen
oed voor hem zal worden, want
Toni Boltini heeft zo zijn eigen
middelen om het publiek in zijn
tent te trekken.
Op ieders lippen
„Ik ben, geloof ik. in de ogen van
sommigen een lastige kerel. Het
>ijt me oprecht, als ik moeil-ykhe-
en veroorzaak, want dat ligt nooit
ln mijn bedoeling. Ik wil alleen, dat
myn circus kan blijven bestaan. Dat
kan alleen, als er veel publiek komt.
todat we de enorm hoge onkosten
kunnen worden bestreden.
In de eerste plaats moet ik na
tuurlijk zorgen voor een goed pro
gramma, maar daarmee ben je er
met. Het Duitse circus Williams,
reisde in 1961 door Nederland met
een prachtig circusprogramma,
maar het maakte toch slechte za
ken. Naast dat goede programma
heb je namelijk reclame nodig. De
mensen moeten weten, dat Circus
Boltini er is en de mensen zullen
hat weten. Als je weinig reclame
maakt, kun je beter niets doen. Als
jk in Amsterdam kom trek ik
12.000 uit voor propaganda, dan
*erk ik met vliegtuigen en helikop
ters en dan wil ik dat als iemand
's morgens naar zijn werk gaat, hij
he naam Boltini minstens 50 keer
°P zijn weg ontmoet. De naam Bol
tini moet op ieders lippen liggen.
Soms zijn mijn plakploegen wel
eens te enthousiast en dan wordt er
teplakt op plaatsen waar het niet
mag, dat vind ik altijd erg jammer.
Er zyn gemeenten, waar het plak
ken van affiches streng verboden is.
'°ri5 laar was de verordening in
«otteraam zo gewijzigd, dat er geen
?edrukte affiches mochten worden
ftplakt. Maar nergens stond, dat
hit ook betrekking had op beschil
derde borden. Ik heb onmiddellijk
honderden borden laten beschilde-
mn en die langs de hoofdstraten
jhtgezet. Niemand kon er iets aan
hoen en ik had een prachtige re-
dame".
55
vallen en opstaan, want het Circus
Boltini mist de achtergrond van
kapitaal en traditie, die gevestigde
ondernemingen als Krone, Knie,
Althoff en Strassburger hebben.
Concurrentie
Er wordt in de komende maan
den een harde concurrentiestrijd
verwacht in de circuswereld. Het
seizoen wordt geopend door Toni
Boltini, vervolgens komt het Duitse
Circus Sarrasani. begin juni begint
de Nederlandse tournee van het Cir
cus Krone, in de zomermaanden
hervatten de dames Strassburger
de traditie van het Scheveningse
circus en de thans ln Zuid-Amerika
rugkeert als de Duitse ondernemin
gen weer zijn verdwenen.
„Het is toch eigenlek te gek, dat
wij als enig nog reizend Nederlands
circus geen plaats kunnen vinden
in eigen land. Het reizende bedrijf
van de Strassburgers bestaat niet
meer, het Circus Van Bever ligt
voorgoed stil. alleen ik heb nog
volgehouden. Belli is in feite geen
Nederlands circus".
Me
Aangifte
„In Hilversum hebben we ook eens
een prachtige reclame gehad. Ik
werd daar op een ochtend gewekt
door de politie, die mij verweet, dat
er geplakt was op verboden plaat
sen. Ik was verbaasd: heel Hilver
sum ging schuil onder mijn affiches.
Ik ben onmiddellijk naar het po
litiebureau gegaan en heb aangifte
gedaan van de verdwijning van en
kele duizenden affiches, die uit één
van de wagens waren verdwenen.
Tja. daar zat de politie wel even
mee. want de dader was niet te vin
den. De mensen denken soms. dat ik
gekke dingen uithaal om in de
krant te komen, maar het circus is
nu eenmaal vol leven en er gebeurt
altijd wat.
w
moet zoveel reclame maken, want
ik kan alleen rendabel werken als ik
een volle tent heb. Als er maar 2000
mensen komen kijken moet er dik
geld bij. Voor mijn dieren, artiesten
en personeel moet ik al een paar
duizend gulden per dag neertellen.
Als ik ergens twee dagen sta kost
het aansluiten van een telefoon
f. 100. net zoveel als voor iemand,
die 10 jaar abonnee blijft, maar ik
betaal in de volgende plaats weer
f. 100. Als ik mijn wagens van de
ene plaats naar de andere per trein
vervoer kost dat ongeveer f. 60 per
kilometer. Ik rijd dus over de weg.
maar dat komt toch altijd nog op
f. 20 per kilometer. Dat wagenpark
heeft enorm veel te lijden en moet
iedere twee jaar worden vernieuwd.
Dat kost tonnen geld. Een grote cir
custent als de mijne kost f. 80.000,
Als cr midden in een grote stad
een circuswagen klem zit en het
hele verkeer wordt ontwricht komt
het in de krant, maar ik heb er echt
niet om gevraagd. Soms vind ik het
zelfs vervelend. De publiciteit rond
het incident met de beer, die Ria
Kuykcn beet. had beter achterwege
kunnen blijven, maar er was een
fotograaf bij en ik kan van iemand
toch niet eisen, dat hij foto's ver
scheurt, die over de hele wereld
konden worden verkocht?
Enorme kosten
Toni Boltini meent, dat als zijn
reclame door sommigen hinderlijk
wordt gevonden, dit een gevolg is
van het feit. dat op de exploitatie
van een circus in ons land zulke
zware financiële lasten rusten. „Ik
maar daarvoor heb je nog geen zit-
inrichting. Zo'n tent gaat twee jaar
mee. Dan is er het staangeld, dat in
sommige gemeenten f. 450 per dag
beddraagt en vooruit moet worden
voldaan. Bij het bespreken van een
staanplaats, dat al maanden tevo
ren moet gebeuren moeten waar
borgsommen worden gestort en als
je alles hebt gehad zyn er nog de
omzetbelasting, de sociale lasten en
de vermakelijkheidsbelasting".
HU begrijpt het niet. Toni Boltini.
HU mag dan wel zo langzamerhand
een groot circus hebben opgebouwd,
zijn gemeenschap is toch altijd nog
piepklein en weerloos tegenover die
grote burgergemeenschap. die hij
nu al jaren achtereen 20 procent
van zijn netto opbrengst als verma
kelijkheidsbelasting moet afstaan.
HU begrijpt niet, dat hy in ruil voor
die kapitale bedragen niet meer be
grip krijgt voor de moeilijkheden,
waarmee zUn rondtrekkend amuse-
mentsbedrUf evenals trouwens
ieder ander circus te kampen
heeft.
Harde jeugd
Toni Boltini is geen geboren cir
cusman. Hy heeft van zichzelf een
circusman gemaakt. Zyn grootvader
was artiest en verdiende zyn brood
met goochelen. Zyn vrouw verge
zelde hem overal en zo gebeurde
het, dat de vader van Toni in 1892
het levenslicht aanschouwde in de
kleedkamer van het Gebouw van
Kunsten e«i Wetenschappen in Den
Haag. Hy heeft echter kunsten
noch wetenschappen gediend. Va
der Boltini (de artiestennaam is af
geleid van de naam Bolten» was
sterk als een paard en zo kwam hü
op de kermis terecht als „sterkste
man van Nederland". Hy tilde zeven
man tegelijk van de grond HU
kreeg trouwens ook zeven kinderen
en zoals voor zovele kinderen van
kermisreizigers in de vooroorlogse
jaren, was de kermis geen specl-
maar werkterrein. Zij werden veel
zijdige artiesten in het linnen
varieté-theatertje van Boltini. Toni
en zyn broers en zusters hebben
een onbeschrijfelyk harde jeugd
gehad. Het was, vooral in de crisis
jaren dan ook een harde tyd. Zij
werden geconfronteerd met vaak
ellendige toestanden. Wat Toni zelf
betreft: als gevolg van wat zijn
kinderogen hebben gezien, heeft hU
later by voorbeeld nooit een druppel
alcohol gedronken.
Werken hebben ze geleerd, de
Boltini-kinderen, werken als karre-
paarden. Na de oorlog nam Toni,
nauwelijks 20 jaar oud, het heft in
handen. HU bouwde uit het kermis-
bedrijfje een circusje, dat onafhan-
kclijk van de kermissen voorstellin
gen gaf. Het circusje werd een klein
circus, vervolgens een echt circus,
cn tenslotte een onderneming, die
een vaste plaats heeft gekregen in
de rij der grote Europese circussen.
Het is een lange weg geweest met
De laatste bladzUden van een
boek zijn dikwijls van bijzonder
belang. De schryver heeft dan
de kans om hetgeen hij zeggen
wil nog eens met nadruk te for
muleren. Niet zelden brengt de
laatste bladzijde van een boek
een verandering teweeg, die al
het voorgaande in een ander
licht stelt. Het genre van de de-
tectieve munt hierin uit. De ge
beurtenissen worden pas begrij
pelijk vanuit de opheldering, die
aan het slot van het boek wordt
gegeven. Vestdijk en Simenon,
om enkele voorbeelden te geven,
hebben romans geschreven
waarin dit gebeurt. Bij menige
film is het niet anders. Het slot
maakt het voorgaande doorzich
tig.
dan zy hadden gehoopt en ver
wacht. De intocht van Jeruza
lem was groots en feestelijk ge
weest. Het koninkryk. waarover
hun meester zo dikwijls gespro
ken had zou nu zeker worden
verwerkelijkt. Maar dan volgt
de onaanvaardbare anticlimax.
„Koning der Joden" is het op
schrift boven Zijn hoofd, als Hij
hangt aan het kruis. Zij zijn nog
slechts de volgelingen van een
man, wiens zending ogenschijn-
weldigd door datgene, waarvan
zij getuigen waren. Vrouwen
zijn naar het graf gegaan en
vinden het leeg, in de hoek van
de grafkamer liggen de wind
selen. Christus is opgestaan uit
de dood. Het kruis en de dood
was het laatste niet. Hy is an
ders dan een ander.
Hangend aan het kruis riep
Christus „Mijn God, nnjn God,
waarom hebt Gij mij verla
ten?" Op de Paasmorgen komt
het antwoord van God op deze
vraag. God schrijft met eigen
hand het slothoofdstuk achter
het leven van Jezus van Naza
reth. Dan komt alles in een an
der licht te staan De evange
listen en Paulus zyn daarvan de
getuige. „Indien er geen opstan-
Bij de evangeliën is het niet
anders. De evangelisten schre
ven enkele tientallen jaren na
dat de gebeurtenissen, die zij
vermeldden, verstreken waren.
Zij schreven vanuit de schok
kende ervaring, die in het slot
hoofdstuk van de evangeliën
wordt verhaald. Het is daarom
veelzeggend dat na zo een lange
tijd de verhandeling over het
geen toen gebeurde er niet min
der op is geworden. Integendeel,
de verwarring en ontzetting
zelfs, spreekt nog duidelijker uit
het verslag van de gebeurtenis
sen van die bewuste morgen.
In de dagen, die aan deze och
tend voorafgingen, waren er
dingen gebeurd, die de discipelen
van Jezus grote teleurstelling
en verdriet hadden gebracht
Het was zo geheel anders gegaan
lijk mislukt was. Al hun ver
wachtingen zyn stukgeslagen.
Zij kunnen voor hun Meester
slechts doen wat mensen in hun
machteloosheid doen voor een
dode: met zorg een graf zoeken
en zijn lichaam zalven. In de
dood is Hij niet anders dan een
ander.
Maar dan volgt het slothoofd
stuk, dan komt die vroege mor
gen „toen vrees en grote blijd
schap" hen beving. Wy doen er
goed aan to onthouden, dat de
evangelisten niet de geschiedenis
van de Paasmorgen weergeven
als iets vanzelfsprekends. Hier
spreekt niets vanzelf, want God
spreekt. Menselijk gesproken ge
beuren er ongerijmde dingen.
Er ls geen preciese eenstemmig
heid in de berichten van de
evangelisten, weer zijn zij over-
ding der doden is, dan is ook
Christus niet opgewekt. En in
dien Christus niet is opgewekt,
dan is immers onze prediking
zonder inhoud cn zonder inhoud
is ons geloof". Wij mogen op
staan uit neerslachtigheid, uit
schuld, uit de dood. de God van
de bijbel is de God der opstan
ding. Dit is aangevangen in
Christus. In hem vangt het
nieuwe leven aan dat God
schept. Dat is het slothoofdstuk
van het evangelie en dit is ge
schreven. zegt Johannes „opdat
gij gelooft, dat Jezus is de Chris
tus. de Zoon van God, en opdat
gii. gelovende, het leven hebt in
Zijn naam".
J A. EEKHOF.
Herv. Studentenpredikant
te Leiden.
verblijvende Harry Belli heeft een
nieuwe speeltent van 40 meter
doorsnee laten maken, wat er op
duidt, dat ook hy als groot circus
op reis wil gaan.
Het is teveel, vindt Toni Boltini,
maar hy heeft zyn tournee zo uit
gestippeld, dat hy in Belgische ste
den speelt als de andere circussen
in Nederland komen, en eerst te-
mug
Natuurlyk heeft Toni een duide-
lyke mening over zyn concurrenten
„Ik wil niet bestrijden, dat Circus
Krone het grootste bedryf in Euro
pa is. Het heeft ook een mooi. duur
programma. De Krone's hebben
vroeger gouden tyden gekend en
zyn schatryk, geen wonder dat je
dan grote risico's kunt nemen.
Maar als ik ooit over dezelfde mo
gelijkheden kryg te beschikken als
zy, maakte ik toch een ander cir
cus. Ik vina het teveel show en
weinig echt circus. Puur circus, dat
was vroeger de zaak van Karei
Strassburger. Circus Mullens had
ook de juiste sfeer en wat ik denk
van Circus Sarrasani, dat naar Ne
derland komt? Directeur Fritz Mey
zal heus wel met een goed program
ma uit de bus komen, maar hy
blijft een namaak-Sarrasani. Het is
immers niet de beroemde onderne
ming van destijds? Hans Stosch
Sarrasani zei altyd: als Sarrasani
komt zal de grote Sarrasani komen.
Als ik die naam hoor dan zie lk
dat circus weer voor me: 24 olifan
ten, 200 paarden, een complete stam
Indianen, grote groepen Chinezen,
cowboys en wat al niet en een
enorme tent met twee grote orkes
ten. En wat komt er nu? O. mis
schien best een aardig circus, maar
een belediging voor die grote Hans
Stosch
Weet u, dat de naam Boltini na
myn dood door niemand meer mag
worden gevoerd? Ik heb het laten
beschrijven. Alles wat hier staat ls
uit myn handen voortgekomen,
alles wat men over Boltini zegt en
denkt is een gevolg van wat lk heb
gedaan, zo wil lk ook de geschie
denis ingaan. Niemand zal ooit mijn
naam mogen misbruiken".
(Bijzondere medewerking)
N een Nederlands blindengesticht leefde dertig jaar geleden
een jongeman, wiens voornaam Jan was. Nog maar vier
maanden oud had hij een ontsteking aan zijn ogen gekregen.
Enkele weken later was de wereld om hem heen voorgoed in
het duister gehuld. Jan was blind geworden en de knapste oog
artsen ter wereld zouden daaraan niets hebben kunnen veran-
anderen.
deriyk met welk een gemak de
jonge man willekeurig gekozen ge
deelten of passages weergeeft uit
liederen, die hy slechts eens of
maar enkele keren heeft gehoord.
Zonder de minste aarzeling gaat hy
van de ene stem op de andere over
en begint de weergave op het punt,
dat wordt verlangd.
Op zesjarige leeftyd werd Jan
in een gesticht opgenomen,
waar geduldige onderwijze
ressen hem al datgene trachtten by
te brengen, wat kinderen in de eer
ste klas van de lagere school piegen
te leren. Natuurlijk viel dat niet
mee, want een blind kind is bij het
leren sterk gehandicapt in vergelij
king met zyn normale leeftijdgeno
ten. Maar het vreemde was dat Jan
zelfs in vergelijking met zijn blinde
klasgenoten een slecht figuur s.'reg.
Hij behoorde van zyn eerste school
dag af tot de dommen cn in de elf
jaar. dat hy school ging, verander
de daar niets aan. Het gevolg was
dat Jan in die elf jaar het niet ver
der bracht dan tot de derde klas.
„Hij kan nog niet tot tien tellen",
zei een van zijn onderwijzers van
hem. Omdat nog meer onderwijs
toch maar aan hem verspild zou
zijn geweest, zocht de gestichtsiei-
ding een eenvoudig oaantje voor
hem: Jan mocht voortaan de hand
pers draaien in de kleine drukkery
van het gesticht.
Toen de blinde jongeman enige
maanden aan dé handpers
stond, bleek al gauw waarom
hij het er in de schoolbanken zo
slecht had afgebracht. Jan interes
seerde zich niet voor net onderwys.
Zyn belangstelling ging niet uit
naar spellingsregels naar rekensom
men of naar rijtjes aardrijksicun-
dige plaatsnamen, maar uitsluitend
naar data en naar muziek. Vooral
voor data interesseerde hij zich
sterk. Het verplegend personeel en
de verpleegden uit het gesticht had
den dat al gauw in de gaten en lie
ten geen gelegenheid voorbijgaan
Jans geheugen voor data op de
proef te stellen. Zonder zich een
ogenblik te bedenken wist hij het
juiste antwoord te geven op vragen
als deze: „Op welke datum viel Pa
sen 1918?'' - „en Pinksteren 1940?"
- „En Hemelvaart 1912?" Alle
christelijke en rooms-katholieke
feestdagen had hy onwrikbaar in
zyn hoofd.
Maar dat was nog niet alles
lang niet! Jan was .11 staat direct
met onfeilbare zekerheid en nauw
keurigheid de weekdag te noemen
die by een bepaalde willekeurig ge
kozen datum behoorde. Van elke
patiënt uit het gesticht wist hij
dag, maand en jaar van zijn komst.
Eveneens herinnerde hij zich tot op
een kwartier nauwkeurig de mo
menten. waarop verplegend perso
neel of patiënten hun verblijf in
het gesticht hadden verwisseld voor
een andere woonplaats, een tijclely-
ke of eeuwige. Jan had eveneens
de reputatie precies te kunnen aan
geven wat voor weer het op bepaal
de, willekeurig gekozen dagen was
geweest. Zyn opgaven klopten ge
heel met die van de weerkundige
dienst
Het duurde niet lang, of de di
recteur van het geslicht vond Jan
zo'n merkwaardig verschijnsel, dat
hy zich in verbinding stelde met
het psychologische laboratorium
van de Ryksuniversiteit ta Utrecht.
Toen men daar proeven met Jan
ging doen, bleek eerst goed welk
een geheugenwonder deze tweeën-
twintigjarige jongeman was.
Hoeveel vrijdagen had fe
bruari 1920?" vroeg men
Jan. Prompt kwam het
juiste antwoord: „Vier", en de
proefpersoon liet er meteen op vol
gen: „Ze vielen op 6, 13, 20 en 27
februari". Dat klopte en de volgen
de vraag luidde: „Op welke datum
viel de elfde zondag na Pinksteren
in het jaar 1917?" Antwoord: „4
augustus", ook goed. „Hoeveel zon-
dagen waren er in 1924 na Pink
steren?". Zonder aarzeling kwam
weer het juiste antwoord: „Achten
twintig."
Na dit soort vragen volgden er
enigszins andere, bijvoorbeeld: „Als
Pasen nu eens op 10 mei viel, wan
neer zou het dan de eerste zondag
van de Advent zijn?" Het onmid
dellijk daarop gegeven antwoord
luidde: „29 november". Vraag
„Hoeveel zondagen na Pinksteren
waren er dan?" Antwoord: „Maar
21!" Vraag: „Als Pasen nu eens viel
op 25 februari, wanneer zou dan de
eerste zondag van de Advent zijn?"
Antwoord: „Op 1 of 2 december, dat
ligt er aan of het een schrikkeljaar
is of niet. Dan waren er 32 zonda
gen na Pinksteren, want Pinkste
ren zou dan vallen op 14 of 15
april".
Deze antwoorden kwamen telkens
vlugger dan zij konden worden ge
noteerd. Vraag: „Als Sacraments
dag valt op 4 april wat nooit
kan wanneer is het dan As
woensdag?" Het in vier seconden
gegeven antwoord luidde: „Op 19
of 20 december van het vorige jaar;
dat hangt er van af. of het een
schrikkeljaar is of niet." Op de
vraag, hoe hij dat had gevonden,
heette het telkens: „Dat weet ik
zo!"
Maar Jan beschikte over meer
capaciteiten. Zonder ooit muziek te
hebben geleerd, had hy een vier
stemmig kerkelyk gezang gecompo
neerd. Stem voor stem had hy ge
heel uit het hoofd gecomponeerd,
eerst de eerste tenor cn toen ach
tereenvolgens de drie andere stem
men. Volgens bevoegde musici was
het wel geen meesterwerk gewor
den. maar het mag er, zo meenden
zy. gerust zyn.
Een ander staaltje van zijn won-
deroaarlyk goed muzikaal ge
heugen was het volgende:
Iemand speelde hem eens een me-
nuetje voor uit een der kwartetten
van Beethoven. Jan had het nooit
tevoren gehoord en vond liet heel
mooi. Vyf of zes maanden later
werd er gevraagd wat voor muziek
stuk hy nu eens zou willen horen
en hy gaf ten antwoord: „Dat din
getje van Beethoven". Daar men
zijn bedoeling niet direct begreep
floot Jan, die het bedoelde stuk
intussen niet meer had gehoord, de
gehele melodie van het begin tot
het eind. zonder een enkele fout te
maken. Het ls overigens verwon-
Dat by zyn muzikale herinne
ringen ook zyn liefde voor da
ta om de hoek kwam kyken
is begrijpelijk. Zo wist hy by voor
beeld precies te zeggen, wat in de
kapel van het gesticht was gezon
gen op Driekoningen 1925, Pinkste
ren 1924, le en 2e kerstdag 1922,
Drievuldigheidszondag 1925, enz.
Hy kende trouwens alle gezangen
en liederen, alle stukken, die op de
piano, de viool of door de harmo
nie gedurende zyn verblyf in het
gesticht waren gespeeld, uit het
hoofd.
Jan bezat ln hoge mate de gave
van een absoluut gehoor. Daaron
der wordt verstaan: het vermogen
by het horen van een door het ene
of andere muziekinstrument gege
ven toon onmiddellyk de hoogte ic,
d. fis, enz.» te kunnen aangeven.
Toen oij het onderzoek te Utrecht
eens stemvorken werden gebruikt,
waarby de hoogte van de toon door
het verschuiven van loopgewichten
kon worden bepaald, bleken aan-
vankelyk de opvattingen van Jan
en die van de proefnemer niet over
een te stemmen. Het was echter
niet mogelyk de jongeman er van
te overtuigen, dat hy zich vergiste.
Hy hield hardnekkig vol, dat niet
hy, maar de proefnemer ernaast
was. Totdat deze laatste eindelijk
bemerkte, dat hy de loopgewichten
niet op de goede plaats had vast
geschroefd en Jan wel degelyk ge-
lyk had.
Eens neuriede iemand In zyn
tegenwoordigheid enkele maten in
a-majeur van een Ave Maria, dat
in a-mineur was geschreven. Ogen-
blikkelyk reageerde hy erop: „U
zingt een passage uit het Ave Ma
ria van Van Schaick, maar u zingt
het een halve toon hoger dan het is
geschreven". Was het te verwonde
ren. dat Jans omgeving zyn muzi
kaal geheugen nog merkwaardiger
vond dan zyn geheugen voor data?
De psychologen, die Jan aan
zeer uitgebreide proefne
mingen onderwierpen, waren
aanvankelyk geneigd te menen, dat
hy behalve een wonderbaarlyk ge
heugen toch ook wel een buitenge
wone vaardigheid in het rekenen
moest bezitten. Dit was echter niet
het geval. In rekenen bleek hy he
lemaal geen kei te zyn. Toen men
hem vroeg, het juiste aantal dagen
te noemen tussen twee data, die
men hem opgaf (byvoorbeeld 8
maart en 3 mei, of 5 februari cn 7
januari) duurde het vele minuten
voor het antwoord kwam. dat bo
vendien niet altyd juist was. Heel
eenvoudige rekenkundige vraag
stukjes. by voorbeeld doodgewone
optellingen, aftrekkingen en verme
nigvuldigingen brachten hem in
grote verlegenheid. U hoorde het
trouwens al: met zyn opzienbarend
geheugen had Jan het op de lagere
school niet verder gebracht dan tot
de derde klas. In de praktyk bleek
hy alleen maar geschikt voor het
draaien van de handpers. De ondei -
wyzer. die eens van hem gezegd
had. dat hy niet tot tien kon tellen,
had zo al niet in letterlijke dan
toch in figuurlyke zin gelyk. Voor
eenvoudig kantoorwerk zou het
grootste Nederlandse geheugenwon
der van de 20ste eeuw niet hebben
gedeugd. Hy zou er onherstelbare
brokken hebben gemaakt, zelfs by
het rekenen!