•t» er rit Dou300 jaar geleden zag hij het levenslicht narcissen Geheugen-wonderen zijn zo oud als de wereld Fijnschildervan grote begaafheid STICHTER VAN DE SCHOOT i Excessen van het menselijke brein (I) Wonderlijke knobbels onder bet schedeldak Zaterdag 6 april 1963 late Pagina 2 derd; de houding van zijn modellen wordt Ingetogen, hoewel enigszins statisch. Zijn composities worden rijk en koel in hun kleurenpracht, ztyn techniek wordt geraffineerd. Naast portretten en een enkel bijbels tafereel schildert hij nu meer en meer burgerlijke zeden schilderingen; voorstellingen uit het dagelijks leven, zoals studenten en geleerden in hun werkvertrekken of oude vrouwen aan het spinnewiel of in de keuken. Rembrandt's ouders staan in deze tijd veel voor hem model. De handeling heeft, meestal plaats in een vertrek, omlijst door een ste nen roomkozijn. Op de achtergrond is veelal een boogvenster of een nis zichtbaar. Zeer boeiend zijn Dou's lichtspelingen op deze werken, waarbij hij gebruik maakt van ka arslich tef f ecten. Dou treedt nu als genre-schilder op de voorgrond. Hij wordt een lie velingsschilder van verzamelaars en ook van het grote publiek. „Ieder", zo zeggen oude kronie ken, „die zijn werk zag. was ver baasd over de nauwgezetheid en de merkwaardige uitvoering van zijn werk en zijn schilderijen werden dan ook als zeer waardevol be schouwd en met hoge prijzen be taald." Dou wordt een van de toonaan gevende „fijnschilders" in Holland en het duurt niet lang of ook het buitenland krijgt belangstelling voor zijn werk. Enige van zijn schilderijen geraken zelfs in het bezit van Ko ning Karei II van Engeland (1630 16351, waaronder het zeer bekende portret „De Jonge Moeder" (1658). Dou begint zich behaaglijk te voe len: hij laat zich goed betalen en bewoont samen met zijn nicht An- tonia van Tol. die het huishouden bestiert (Dou is nooit getrouwd) een riant huis aan de oever van de Zelfportret van 1638 Oude Rijn te Leiden. Meester Dou schildert daar het grootste gedeelte van de dag. Slechts wanneer het regent of het weer voor schilderen te donker is. gaat hij wandelen. Rond 1660 maakt Dou zijn zeer beroemd geworden „Meisje aan het Venster" en „De Avondschool". Zijn gevoel voor lichteffect buit hij hier in meesterlijk uit. Het spel van licht en schaduw bereikt ongekende hoogten. Veel leerlingen Het is niet verwonderlijk, dat succesvolle meester Dou een gr aantal leerlingen aantrekt. Z|jn 1< sen worden door vele, toen re* bekende kunstenaars, gevolgd. 0 der zijn leerlingen bevinden zj schilders als Gabriel Metsu, Fri v. Mieris, J. Toorenvliet, Schalck en Karei de Moor, terwijl Jan SU en Gaeobeeck verscheidene jat onder zijn invloed staan. Dou sticht zijn beroemd geworj „Leldsche School", waaruit diva grote schilders zijn voortgekomen Ook werkt Dou enige malen men met andere beroemde sch ders, zoals Govert Flinck en Feri nand Bol. Uit de jaren 1655 tot 1M5 stai men Dou's onvergetelijk ma kunstwerken ..De Druivenplukstei (1656). ..De Astronoom" (1657). J Kwakzalver" (1660?), en „De Ou Vrouw met Kaars" (1664). Eenzaam einde Rond 1670 verliest de Leidse m« ter helaas zijn frisheid en zijn g voel voor kleur. Verkeerd ge brui perspectief komt meer en meer vn en ten slotte gaat zijn kunst aan ver doorgevoerde detailbewerki ten gTonde. Zijn werk wordt vlak soms uitgesproken saai. Dou woi eenkennig en humeurig en slijt di ook zijn laatste Jaren In volstrek eenzaamheid. Meester Gerrlt Dou sterft te L« den op 9 februari 1675 en gaat geschiedenis in als een van meest toonaangevende genre- portretschilders uit onze Goud* Eeuw. v Rembrandt's moeder, geschilderd tussen 16281631 (Bijzondere medewerking) ¥jy ANNEER bij een museumbezoek onder meer werken van W de 17e eeuwse Leidse meester Gerrit Dou tentoongesteld worden, is het de kritische bezoeker niet kwalijk te nemen, dat de werken van deze schilder geen diepe indruk op hem maken. Want bijna altijd hangen zijn doeken samen met die van andere schil- ders uit dezelfde school, waardoor de fijnheid van Dou's werk niet zo tot uiting komt. Zodra echter alleen Dou's zijn samenge- bracht en men zich de moeite geeft zijn werk nader te beschou- wen. verandert men van mening. Dan ontdekt men dat Dou s werk eigenschappen van grote betekenis in zich bergt en dan kan men zich nauwelijks voorstellen, dat men vroeger aan zijn werk voorbijging. De doeken van Gerrit Dou zijn nauwgezet en met oneindig ge duld geschilderd. Vooral in zijn portretten, waarin hij nauwelijks geëvenaard is. toont hij zijn grote begaafdheid in de bewerking van het detail. In dit werk treffen wij een miniaturist van aparte klasse. maar Rembrandt's Invloed blijft merkbaar, vooral in onderwerp en kleurencombinatie. Verandering Dan rond 1640 komt er een merk bare verandering in het werk van Gerrit Dou. Hij gaat gladder schil deren. brengt meer figuren in beeld en zoekt naar nieuwe combinaties. Zijn interieuren blijken nu in een voortreffelijk halfdonker te zijn ge houden. De voorwerpen worden steeds meer gedetailleerd geschil- Bijzondere medewerking) WIE een bijzonder goed geheugen voor namen heeft, kent misschien nog de namen uit zijn hoofd van de twintig of dertig kinderen, met wie hij jaren geleden samen in de zesde klas van de lagere school zat. Maar Themistocles, de Atheense staatsman en« veldheer uit de 5de eeuw vóór onze jaartelling, kende de na men van alle twintigduizend burgers van zijn stad! Wie een „talenknobbel" heeft, kent misschien behalve Frans, Duits en Engels nog wat Latijn en Grieks en wellicht zelfs een mondje Italiaans, Zweeds of Spaans. Maar de Duitse diplomaat Krebs beheer ste op de kop af honderd verschil lende talen en dialecten! Wie een uitstekend muzikaal ge heugen heeft, is misschien ln staat een liedje, dat hy gisteren voor de eerste keer hoorde, vandaag vry juist na te neuriën. Maar het doch tertje van de componist A. Dvorak zong de moeilijkste liederen van haar vader getrouw na. toer. zij nog maar achttien maanden oud was! Wie zeer goed kan rekenen, slaagt er misschien ln een paar minuten In. u uit zijn hoofd te vertellen hoeveel 37613 maal 80657 is. Maar de Fransman Maurice Dagbert be antwoordde de vraag: „Wat is 72 x 72 x 72 x 72 x 72 x 72?" prompt en De fiere stad Lelden. In het begin van de 17e eeuw juist bekomen van de verwoestingen, aangericht door de Spanjaarden, bloeit als nooit te voren. De nijverheid, vooral de la kenindustrie, ontwikkelt zich krach tig. de burgers drijven weer op uit gebreide schaal handel, kortom men staat aan het begin van een nieuw fris leven. Deze voortvarendheid uit zich ook op cultureel gebied. Schil ders als Swanenburg en David Bailly laten hier de wind van een hernieuwd Hollands kunstleven waaien. In deze sfeer van verandering nu wordt, als zoon van de glasschrijver Douwe Jansz de Vries van Arents- veld. Gerrit (Gerard) Dou op 7 april 1663 te Leiden geboren. Door zijn vader, die de jonge Gerrit tot glazenier opgeleid wil zien, wordt hij op vrij jeugdige leeftijd in de leer gedaan bij meester Bartholo- meus Dolendo. een zeer bekwaam glasbewerker. Over het tekenonderwijs uit die Jaren wordt o.m. gezegd: „Men stelt de jeught gemeenlyck apn 't nateykenen van ogen. neus, monden, ooren en verscheyderley tronlen en verder na prenten van alderley slach Dou blijft twee en een half Jaar leerling van Dolendo, terwijl hil vervolgens twee jaar bl) de glas schilder Pieter Kouwenhorn ver blijft- Ontmoeting met Rembrandt In 1628 komt voor de Jeugdige Dou dè grote ontmoeting van zUn leven. HU wordt in contact ge bracht met zijn grote stadgenoot Rembrandt van Rijn. Door bemiddeling van Rem brandt's vader komt Dou, samen met de vrijwel onbekend gebleven schilder Jan Lievens (16071674), In de leer bU de toen reeds zeer be kende en begaafde Rembrandt. AI gauw blijkt, dat Rembrandt en Dou elkaar op het gebied van de schil derkunst beter aanvoelen dan Rem brandt en Lievens. Dou's keuze van onderwerp en wijze van kleurscha kering blijken nauw by die van zijn meester aan te sluiten. Het is dan ook begrijpelijk, dat kunstkenners beider werk uit deze vroege periode wel eens door elkaar halen). Dou's eerste proeven worden door Zijn zeven jaar oudere meester (Rembrandt is dan 22 jaar) zeer gunstig beoordeeld. Deze vroege werken, o.m. een portret van Rem brandt's vader (1629) en een schil derij van Rembrandt ln zUn atelier (1630) vallen bijzonder op door de fijne kleurenharmonie en de kunst zinnige stofbehandeling. Dou schildert langzamer dan zijn meester De reden hiervan is, dat hi] soms pijnlijk nauwkeurig werkt, elk detail legt hij als 't ware foto grafisch vast. Als Rembrandt ln 1631 naar Am sterdam vertrekt en zich daar ves tigt, is Dou reeds een zelfstandig kunstenaar. Toch blijft hij zijn meester enige tyd missen en in zijn portretten uit deze periode ont breekt dan ook de krachtige uit beelding van zijn vroeger werk. Langzaam herstelt hij zich echter, Als de narcissen bloeien, is het echt voorjaar. Het eerste gras moet al gemaaid worden en als men het gazon nog niet be mest heeft, moet men dit nu doen. Hiervoor gebruike men de bekende tuin- en gazonkorrel- mest; per tien vierkante meter heeft men er ongeveer driehon derd gram van nodig; de zaad- handel kan u er wel aan helpen. Overigens bent u er niet met die éénmalige bemesting; gras moet elke week gemaaid worden en groeit dus ook steeds opnieuw aan. Dat vereist veel energie en er zal dus voldoende voedsel tegenover moeten staan. Men dient dus in feite om de twee of drie weken een lichte overbe mesting te geven; dan kan men wel volstaan met één kilo per honderd vierkante meter. De graskantjes moeten netjes bij geknipt worden; eigenlijk moet men daar een kantesteker voor gebruiker; dan krijgt men mooie scherpe kanten. Als men een hekel aan al dat knippen heeft, kan men de grasranden ook af zetten met aluminium strips; de zaadhandelaar heeft die in voor- raad of kan ze voor u bestellen. Die moeten dan in de border kant langs het gras worden in gegraven. Vroeg in het voorjaar is er volop werk in de tuin; Als men een broeibakje heeft kunnen nu allerlei zomerbloemen gezaaid worden. Kiest bij voorkeur de soorten, die weinig' resultaat ge ven als ze zomaar in de volle grond van de tuin gezaaid wor den; dat zyn dus soorten als afrikaantjes, zinnia's, petunia's en lobelia's en salvia's. Er kun nen nog andere aan toegevoegd worden; ook de ijsbloemen of mesembrianthemum criniflorum mag men niet vergeten te zaaien. Er kan ook ln potten binnenshuis gezaaid worden, bij voorkeur in de verwarmde ka mer. De potten moet men met een glasruit afdekken; daarover heen komt een krant om het uit drogen van de grond tegen te gaan. Zodra de jonge plantjes te voorschijnt komen, moet men zowel het glas als het papier verwijderen; ze hebben dan be slist de volle zon nodig. G. KROMDIJK. Juist met: „Dat ls 139.314.069.504"! Wie een kei is in het uit het hoofd leren van gedichten, weet het misschien klaar te spelen op een avond een gedicht van zestig repels in zijn hoofd te stampen. Maar de Engelse scheikundige Joseph Priestly kon de gehele bijbel het Nieuwe èn het Oude Testament vlot opzeggen! Wie een goed geheugen voor tele foonnummers heeft, kent wellicht de nummers van twintig, ja mis schien zelfs dertig vrienden en ken nissen uit het hoofd. Maar een Amerikaan van Nederlandse af komst kende een miljoen nummers uit het telefoonboek van New York van bulten, en goed ook! Prestaties van oude geheugenkunstenaars Uziet het: als het om geheugen prestaties gaat, is er altijd baas boven baas, en dat ls maar goed ook. Waarom dat zo goed is? Omdat de mensheid van de 20ste eeuw heel wat cultuur schatten zou moeten missen, als er in lang vervlogen tijden geen men sen waren geweest met een geheu gen als een ijzeren pot. Om slechts een paar voorbeelden te noemen: hoe zouden wij de schitterende werken van de grote Griekse dich ter Homerus kunnen kennen, als er eeuwen geleden geen voordrachts kunstenaars waren geweest, die deze dichtwerken ze beslaan thans hele boeken! mondeling hadden doorgegeven van geslacht op geslacht, totdat ér eindelijk iemand op de gedachte kwam ze op schrift te brengen en zo voor de toekomstige generaties te bewaren? Hoe zouden de sagen-schatten van Grieken en Romeinen, IJslanders en Finnen, Spanjaarden. Hindoes en zo vele anderen volkeren tot op de huidige dag bewaard zijn gebleven, als zij in een ver en grijs verleden niet van vader op zoon, van mceder op dochter, waren doorverteld? Werkelijk, de wereld heeft alle reden, de geheugenwonde ren uit de oudheid dank baar te zijn voor hun ongelofelijke prestaties. Als zy er niet waren ge weest, zou onze cultuur! ook onze Nederlandse cultuur armer zijn dan wij op het eerste gezicht wel beseffen. Wij zouden een volk zijn met een zeer Jonge geschiedenis, met een niet erg diepgaande be schaving, met een gering ontwik keld nationaal besef. Wij zouden geen Nederlanders, geen Europea nen zijn, maar een Jong en opper vlakkig volk, als zij er niet waren geweest de geheugenwonderen. Maar dat de wonderen de wereld niet uit zijn, geldt zeker voor ge heugenwonderen. Ook toen het schrift al lang was uitgevonden, ja zelfs toen de boekdrukkunst haar intrede in de wereld had gedaan en het niet meer nodig was de wijsheid en de letterkundige prestaties uit lang vervlogen eeuwen mondeling van geslacht op geslacht over te brengen, ook ln die modernere tijd zijn er altijd mensen geweest, d'e met hun geheugen de meest won derbaarlijke prestaties hebben ge leverd. De Engelse Lord Granville xon het Nieuwe Testament van het be ging tot het einde in het Grieks opzeggen. De Duitse filosoof Flchte kon al op achtjarige leeftijd de ooor hem in de kerk gehoorde preken woordelijk herhalen. De Jonge Mo zart kon, als hij een muziekstuk éénmaal had gehoord, het zonder fout op papier zetten. Van de Ro meinse wijsgeer Seneca is bekend, dat hij tweeduizend verzen, die hij slechts éénmaal had gelezen, feilloos kon herhalen. De veldhere Caesar en Sclplo Africanus kendn iedere soldaat, die ooit in hun legeij had meegevochten, öij zijn naan; Napoleon onthield de naam en h? gezicht van iedere soldaat, die he werd voorgesteld en als hij de ma. Jaren later terugzag, wist hy dad* lyk hoe hy heette. Genie èn imbeciel Met al deze en nog vele an'lei geheugenkunstenaars zult nader kennis maken ln reeks beschouwingen, waarvan oei de Inleiding vormt. U zult hen ieq kennen, zoals zy waren, met hui goede, maar ook met hun kwad kanten. U zult horen, dat sommig van deze mensen, wier brein tot on- gelofelyk klinkende geheugenpres- taties ln staat was, tot de groo wetenschappelijke genieën van wereld worden gerekend. Maar zult u er tevens over verwonden dat andere geheugenkunstenai wier prestaties u met diep ontz; vervullen, onbetekenende liedei domoren en zelfs achteriyke imbi cielen waren. Wat u ln deze reeks beschouw gen eveneens zult horen, is dat wetenschap met name de psv- chologie de merkwaardige gehei genverrichtingen van deze genu en imbecielen ten dele kan verkl ren. De psychologen, die zich m< het menseiyk herinneringsvermoj gen hebben beziggehouden, hebbe: reeds menige tip van de sluier, dij lange tyd over de geheugen wondet ren lag, opgelicht. Onder meer hebl ben zij ontdekt, dat beiangstclllM het eerste vereiste is voor ieder, di( zich iets wil inprenten. BelangsteH ling ls ook het geheim van de gf( heugenwonderen. Zy Interessen zich voor data of voor getallen voor talen of voor muziek en daarJ om weten zy die dat, getallen, len of muzikale composities zo gi te onthouden. De bekende Engelse romansc' ver Walter Scott schreef in zijn li vensbeschrijving: „Myn geheut, was een erg wisselvallige bonögi noot en werkte myn leven lang eigen houtje. Het onthield troui een paar lievelingsverzen uit gedicht, een lied uit het een of ai dere toneelstuk en vooral een popi laire ballade, maar namen, data andere historische oyzonderhed< verdwenen op de treurigste wij: geheel uit myn herinnering". S< vergiste zich echter, toen hy mei de, dat dit kwam omdat zijn g( heugen „op eigen houtje werkte", zyn geheugen, zo goed als dat v: ieder ander mens de geheugen- wonderen inbegrepen richtte ziel op het kompas van zijn belangstel ling. Omdat Scott, zich zo voor ou< verzen, liederen en vooral balladen interesseerde, onthield hy ze ook Zoals het geheugen van Walter Scott slechts onthield waarvoor hy een levendige belangsteliin| had. zo onthield ook de beroemd Duitse bacterioloog Robert Koel slechts datgene wat hem hevig in teresseerde, omdat het direct ver band hield met zyn wetenschappe- ïyke werk. Een aardig voorbeeld daarvan is het volgende bericht va: een van Kochs medewerkers. Dez< man vertelde: „Ik herinner mU da: Koch op zyn zestigste verjaardai by my informeerde wie het tod was, die hem een bepaalde felicita tiebrief had geschreven. Het wai een man, die Koch tientallen ma len had gesproken en die jarenlani zyn assistent was geweest, maar dif toch volkomen uit zyn geheugen wai verdwenen. In Rhodesië echter her kende Koch op het eerste gezicht ec met grote vreugde een koe, die hl Jaren tevoren aan de Afrikaan# kust had Ingeënt en die intusset met een veetransport naar Rhode sië was gekomen." De assistent had Koch dus niet geïnteresseerd In de ingeënte koe echter had hl destyds veel belang gesteld; nog na Jaren was het dier dan ook niet uitl zyn herinnering verdwenen. Belangstelling was ook het ge-i heim van de wonderbaariyke pres taties van de opmerkeiykste Neder landse geheugenkunstenaar uit uwt eeuw. een blinde tweeëntwintig- Jarige jongeman. Over hem zult a uitgebreid in de volgende beschou wing uit deze reeks horen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 10