Het Lied
van de
Zwarte Bergen
PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER
TANTE PATENT EN BUURMAN BEZIG
LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 2 APRIL 1963
DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
door H. O KON SA LIK
86)
Stanis Osik stond nog altijd aan
het venster en keek naar het bos in
de bergen. Sinds het voor hem zeker
was. dat Elena nog leefde, was zijn
energie belangrijk toegenomen. Zijn
arts noemde het misdadig vanwege
zijn zwakke hart. Er was plotseling
niets meer wat Osik niet in de hand
nam. De bevrijding van Elena was
een van de dingen, waar hij zich
druk over maakte. Hij was ook steeds
op de bouwwerken, hij controleerde
het kampement en de aanvulling van
de materialen, en vergeleek de werk-
brieven van de werkgroepen met de
betalingsstaten. Ja. hij keek ze'fs in
Bonelli's kantine en keuken. Daar
kreeg hij zelfs een kleine schok.
Bonelli, geen directe ondergeschik
te van Osik. maar een pachter van de
kantine voor eigen rekening, be
schouwde de snuffelende Osik met
een scheef oog. Hij werd onrustig
toen Osik een fles Slibowitz uit het
buffet nam en een groot glas in
schonk.
Osik dronk het in een teug leeg,
was verbaasd nam de fles weer uit
het koelvat, las het etiket, schudde
zijn hoofd, schonk nog eenglas in
en dronk het op. Daarna zette hij
de fles met kracht op tafel.
„Wat is dat?" vroeg nU luid.
Bonelli kwam transpirerend dich
terbij. „Slibowitz".
„Dit hier?" Osik toonde de fles.
„Ja, het staat er op!"
„Wat er op staat, geeft nog eeen
zekerheid, dat het er ook in zit!"
blies Osik van boosheid. „En SUbo-
witz zit er niet in!"
,.U moet het weten", grijnsde Bo
nelli brutaal. „Ik heb het als Slibo
witz in Serajewo zelf ingekocht".
„Waar", wilde Osik weten. Bonelli
haalde armen, schouders en benen
op.
den af bij Bonelli zie, krijgt zijn
ontslag. Dan was Bonelli's kantine
geen cent meer waard en kon hij
Zabari wel zo gauw mogelijk verla
ten, voordat men hem beide ogen
blauw sloeg.
Het was een nare situatie voor Bo
nelli.
Osik ging voor het buffet zitten.
„Wat heb Je nog meer dan Slibo
witz?" \Toeg hij.
„Tiroler wijn", stotterde Bonelli.
„Verder".
„Anisette. Menthe, Cinzano en
Cognac".
Bonelli transpireerde werkelijk en
wreef zich met de hemdsmouwen
over het voorhoofd, „enzovoorts".
„En is alles zo beroerd als de Sli
bowitz?" Osik trommelde met zijn
dikke vingers op het tafelblad. „Geen
me maar eens een cognac".
„Bonelli zuchtte. HU greep onder
het buffet en schonk zyn geliefde
„Napoleon" in, de privé-cognac, die
zuiver was als geen ander.
Dit glas bracht hU aan Osik.
Stanis rook aan het glas, keek Bo
nelli aan. rook nog eens en dronk
dan de cognac met kleine teugjes
van een liefhebber.
„Hm", bracht hij eruit. „Waar van
daan, oude dief?"
„Direct uit FrankrUk!"
„En wat kost een glas?"
Bonelli keek naar de zoldering.
„Mynheer Osik, is er iemand hier in
Zabari. die een droppel waardig zou
zUn uit deze fles? Maar drie, myn
heer Osik.
U, mynheer Meerholdt en ik!
Daarom is deze cognac niet ver-
krygbaar!"
„En wat krijgen mUn arbeiders?"
„Een speciaal merk. Wilt u het
eens proeven?"
„De hemel beware my daarvoor!
Ik heb van jouw speciale Slibowitz
„De winkel ken ik niet meer! ik ge"°f.g
ben vreemd in Serajewo. Het was keek Bonelli uit zyn kleine
maar een kleine r.aak". aan Hoeveel procent water
„Dan reizen wU :amen naar Sera- I dd? Je.f.
jewo en jy wyst me die oplichter I Bone!ill beet op de lippen en zei
aan! Dit is water met een smaakje dan „Ik begryp u r.iet
van alcohol". Osik goot nog een glas „Hoeveel water, br
vol en sloeg het om. Hy rilde. „Dit
is vuiligheid. En dat verkoop je aan
de werklui als echte Slibowitz?"
„Het staat toch op de fles", verde
digde Bonelli zich. HU grynsde nog
brutaal, maar voelde zich toch niet
prettig. Osik kon hem niet comman
deren, hU was vrU man. Maar hU
kon tegen de arbeiders zeggen: drink
.Hoeveel water?" brulde Osik.
„Op zes flessen een hele!"
„Stanis Osik sloeg zich op de dU
„JU aartsoplichter".
„Ik doe het alleen uit gezondheids
overwegingen. Alcohol verhoogt in
sterke mate de zinnen. Alcohol heeft
allerlei verkeerde uitwerkingen".
„Hou je mond maar", beval Osik.
„WU hebben hier geen vrouwen,
geen druppel meer by Bonelli. Die f WU leven als op een eiland en daar-
kerel bedriegt jullie. Wie ik van he- i om dacht ik er goed aan te doen wat
water bU die sterke drank te voegen
Water schaadt niet en water maakt
rustig. Ik heb het alleen uit mense-
Hoe is het ontstaan?
Dit woord: TOEVAL
Het woord toeval komt
voor in twee sterk van elkaar
verschillende betekenissen. Men
kent het voor: aanval van val
lende ziekte èn voor: onvoor
ziene gebeurtenis. Toch hebben
wU met hetzelfde woord te ma
ken. Toevallen betekende
eigenlijk: neerstorten. Men zei
dus. door toeval van regen zUn
de wegen onbegaanbaar. Toeval
len werd ook gebruikt voor: ten
deel vallen. Toeval is dan: wat
iemand ten deel valt. overkomt,
in het bijzonder als ziektever
schijnsel, dus: bijv. flauwte. Uit
de betekenis gebeuren, die
toevallen óók heeft, volgt dat
toeval is: gebeurtenis, vooral
en dan: zonderling, onverwacht,
onvoorzien voorval. Soms wordt
het toeval zelfs min of meer als
een macht beschouwd. Men zegt
by v.: iets aan het toeval over
laten, het toeval wil dat
lUke overwegingen gedaan, uit pu
re mensenliefde. Ik heb met u mee-
gevoeld en ik ken de noden hier!
Gelooft u mU!"
Stanis Osik stond op. Hy nam Bo
nelli op als een tentoongesteld schil
der U.
„Zo iemand als jU moest men In
spiritus leggen en voor de toekomst
bewaren", zei hU- „Door een derge-
lUke combinatie van brutaliteit en
slimheid wordt iedereen omvergewor
pen". HU pakte Bonelli bU de re
vers van zUn jasje en trok hem
naar zich toe. „Van morgen af kryg
ik dagelUks een fles Napoleon, be
grepen?"
„Zeer goed. mUnheer Osik!'
„En je speciale mengsel hou je
bU je".
„Ja mUnheer Osik!" antwoordde
Bonelli stralend.
„Maar", Osik's hand ging in de
hoogte, „je verkoopt ze voortaan voor
de halve prijs".
Bonelli gooide de fles tegen de
muur toen Osik de kantine had ver
laten en vloekte, als een ezeldrUver.
Dan klom hU op een stoel en ver
anderde de prUslljst die boven het
buffet hing. En elke keer als hy de
oude prUs doorstreepte en de nieuwe
erachter zette, zuchtte hU diep en
hield zich voor hoe moeilyk zUn lot
was.
De toestand van Rosa gmg ziender
ogen vooruit. De bloeduitstorting was
teruggelopen en de pUn aan de rib
ben was verdwenen. Het was vol
gens de dokter niet nodig haar naar
Serajewo te zenden voor een röntgen
onderzoek.
„WU hebben het zwaarder inge
zien, dan het was", zei hU tegen
Meerholdt na het laatste onderzoek.
„Het is het oude lied katten zUn
taai".
HU lachte daarbij tevreden en
knipoogde tegen Meerholdt. „Oves
twee dagen mag zU opstaan, de fris
se berglucht zal haar goed doen en
versterken". De arts hief de vinger
op „geen opwinding. Voorzichtig, de
patiënt moet nog ontzien worden.
Haar ziel is zieker dan haar lichaam,
haar zenuwen hebben een knauw ge
kregen. Eerst als die volkomen gene
zen zUn. zal zU weer de oude zUn".
Meerholdt nam zich voor de goede
raad van de dokter nauwkeurig op
te volgen. „MUn woord, dokter, wy
zullen hier zorgen, dat iedereen haar
tUdens de nakuur voorzichtig behan
delt".
Meerholdt hield de dokter nog
even staande. „Mag ik haar wel zeg
gen. dat ik haar trouwen wil?"
„Zelfs daarmee zou ik wachten,
mUnheer Meerholdt. Juist dat voor
uitzicht zou in haar een storm te
weeg brengen. Alles wat stormachtig
is, wat haar opwindt, of het slecht
of goed is, moet vermeden worden".
De dokter rolde zUn witte Jas op en
deed deze in zUn koffertje. „Ik zou
u voorstellen 'n paar weken te wach
ten en dan met Rosa naar zee te
gaan. Daar krUgt ze krachtige lucht,
en zal volledig herstellen. En daar.
eigenlyk zeer romantisch, mUnheer
Meerholdt, onder de palmen aan het
witte gtrand en onder de blauwe he
mel. kunt u haar vertellen wat uw
plan is".
„Over een paar weken?" Ralf keek
onthutst. „Wie weet wat er over een j
paar dagen gebeurt, wat er morgen
is misschien! Ik heb een vervelend
voorgevoel, dokter! Dat heb ik altUd
gehad, als er iets in de lucht hing. i
Ik heb dat in de oorlog ook onder-
vonden. Ik droomde een pop te zUn,
die men een arm afschroefde Drie I
dagen later werd ik aan mUn arm
gewond. Thans woelt er ook een ze-
kere onrust in mU. ik voel gevaar I
zonder te kunnen zeggen wat het is
en van welke zijde het komt".
De arts knikte begrypend. „U bent I
overgevoelig. De laatste weken en I
dagen waren voor u ook een aan- j
siag op uw zenuwen. Dat gaat niet 1
straffeloos voorbU. U moet ook zo
spoedig mogelUk met verlof gaan,
met Rosa naar zee. U hebt dat bei
den nodig".
Meerholdt glimlachte vriendelUk.
„Het is toch mooi om dokter te
zUn. Men heeft dan voor alles een
medische verklaring en een therapie i
bU de hand. Veel rust, geen opwin-
ding. goede voeding, medicamenten
enz. Neen dokter, zo eenvoudig zUn
hier in Zabari de omstandigheden
niet. Hier is het een verklaring van
de natuuromstandigheden. die men
langs medische weg niet kan verhel
pen. Hier is alles een stuk werkelyk-
heid. Als u eens omkijkt, dokter en
als u gevoel hebt voor deze dingen.
dan ziet u die realiteit voor u.
De bergen, het bos, het dal, de ra-
vUnen. de beken, de mensen, de die
ren. de aarde alles wat u hier ziet.
heeft een vUandige instelling ten op-
zichte van ons. WU zyn de inbre
kers in een land met een duizend
jaar oude ordening en die willen wy
in twee Jaar totaal veranderen vol
gens een plan, dat in de hersens van
één man is ontstaan. Wy werpen
alles omver wat hier duizenden Ja
ren bestaan heeft. WU verleggen de
beken, wy laten de rotsen in de
lucht vliegen. wU brengen water
naar onvruchtbare gebieden. wU ma
ken kunstmatige meren en halen
daar straks weer kracht uit. De
stroom, die fabrieken aandrUft licht
en energie verschaft en door dat alles
I deze grote landstreek opnieuw vormt.
Het landschap, maar ook de mens.
I Zo iets noemen wU dan in de con
structiebureaus: een project. In we-
I zen is het een onverbiddelUke stryd
tegen de natuur".
Meerholdt haalde diep adem. „En
in deze stryd. dat voel ik, staat een
verandering voor de deur, dokter",
i „Spreekt u er eens met Osik over",
zei de dokter, die onder de indruk
was gekomen van Meerholdt's woor
den.
(Wordt vervolgd i
5774. Het roersel had het politiebureau tot puin gemalen
en hiervan een grauw eenheidswoninkje opgetrokken.
..Een stuitende verbouwingmompelde de commissaris met
bleke lippen. ..en nog wel zonder vergunning
Hij luisterde naar het zich verwijderende gerommel van de
automatische huizenbouwer en keerde zich toen fel naar Panda.
„Dit moet ophouden!" riep hij overspannen, „zet dat ding stop!"
„Dat kan ik niet. meneer de commissarisantwoordde Panda
„alleen meneer Zielepopel 'zou het misschien kunnen, maar hij is
alweer verstard, omdat hij die huizenbouwer zo'n lelijk roersel
vond en
.Stop!" riep commissaris Vleesjager, „niet praten! HandelenJ
Breng me onmiddellijk naar die starre kerel!"
stripverhaal voor jong en oud door Annie M. G. Schmidt met tekeningen van Fiep Westendorp
33—4. Met schrik en gewetenswroeging zag tante Patent de
overvalwagen wegrijden, waarin Gore Gerrit naar de gevangenis
zou worden gebracht.
Allemaal door mijn scruld dacht ze. IK heb Gore Gerrit
opgedragen een tijdbom te plaatsen in het Warenhuis. En nu
wordt hij opgepakt en ik niet. Zou ik de politie achterna gaan?
En mezelf aangeven? Maar terwijl tante Patent daarover stond te
weifelen, nam de chauffeur de bocht te kort. En met een ontzag
wekkende plons reed de overvalwagen in de gracht.
Al heel spoedig kwam het hoofd van Gore Gerrit boven. Hij
snoof en blies en sputterde, maar zwom toen met krachtige slagen
naar de kant. klom als een kat zo behendig aan wal en verdween
haastig in een steeg.
■■Helphelp!" riep tante Patent. Haar kreten klonken
schril in het nachtelijk uur. In vele huizen sprongen de lichten
aan en mensen hingen uit de ramen.
„Wat is er aan de hand?"
..Auto te water!'' riep tante Patent. Ze keek verstijfd van schrik
naar het wateroppervlak en zag tot haar grote opluchting al spoe
dig een aantal politie-armen en politie-benen in het woelige water.
Vervolgverhaal voor de kleintjes TSJTK, TI IK" IF. EN TOKA
127 128. Overal rondom het dorp waren de pomarad-
ja s in de weer. om de vluchtelingen in het oog te krijgen
maar het was vergeefse moeite: ze waren weg!
Toka. met Tsjik en Tukie op zijn rug. had zich achter een
dicht struikenbos verstopt: daarachter stond hij nu grinne-
kend te kijken naar de pomaradja s. die telkens weer voorbij
holden.
fa. loop maar hard. hoor! lachte hij. Jullie bent knap,
als je ons ooit weer in handen krijgt!