ANDRE MEURS^^
„SAM" EGGAR ziet het leven als een uitdaging j
FILM
OVER
PETER
HURKOS
leveranciervan gekkigheid
Film van
12 uur
CPliaat
Vraat
FOTO'S W. DIJKMAN
„Af en toe
moet ik
er gewoon
tussenuit
Maandag 18 maart 1963
Meeslepende gitaarmuziek,
hartstochtelijke zang, kleppe
rende castagnetten en Jel-rit-
misch stampende hakken dit
zijn de ingrediënten van de pure
flamenco-kunst en men vindt ze
alle verenigd op ,Juerga Fla-
menca no. 2", een feest van een
langspeelplaat die in de disco
theek van iedere liefhebber van
Spaanse volksmuziek thuishoort.
Want zelden krijgt men op een
plaat de flamenco zó spontaan,
onopgesmukt en sprankelend
gepresenteerd. Een extra plus
punt is de grote variatie in ma
teriaal en uitvoering. Maar liefst
twee gitaristen, vijf zangeressen
en zangeres en zeven dansers
werkten mee aan de totstandko
ming van deze tweede aflevering
van Juerga Flamenca" Hispa-
vox-Barclay 28.158).
Ook Carlos Montoya een van
Spanje's meestergitaristen aan
wiens optreden in Nederland we de
beste herinneringen bewaren
speelt flamenco's. Zijn vertolkingen
zijn echter minder traditioneel: in
telligenter weliswaar, maar ook
minder sensitief. In „Flamenco Fi
re" horen we hem samen met de
zanger-danser Tere Maya (ABC-
Paramount EPAP 5530).
De derde Spaanse plaat vandaag
in deze rubriek, evenals de voor
gaande een E P., is „The Giants of
Flamenco". Die reuzen zijn Sahicas
en nogmaals Montoya. die beiden
een plaatzijde voor hun rekening
hebben genomen. Een kennisma
king met de zeer romantisch geaar
de Sabicas. wiens gitaar een prach
tige klank heeft, kunnen we warm
aanbevelen ABC Paramount
EPAP 5534).
Meer dan de gospelsong, de blues
of de instrumentale jazz heeft de
spiritual altijd de Europese muziek
liefhebber aangesproken. En dat ia
ook wel verklaarbaar: van alle
Noordamerikaanse negermuziek is
de spiritual het minst Afrikaans,
het meest Europees van vorm en
sfeer. Anders ook dan de gospelsong
of de blues vereist de spiritual een
weergave in ..concertstijl". De beste
vertolkers van dit genre religieuze
neger lied eren zijn dan ook neger
zangers. die volgens de klassieke re
gels van het bel canto zijn ge
schoold. Zo'n zanger is de bekende
tenor Roland Hayes.
ROLAND HAYÈS
,My Songs" heet de langspeel
plaat waarop Hayes achttien spiri
tuals zingt, waaronder „Heaven".
„Let my people go". „Deep river
en „Dry bones". Niet alleen Hayes'
stem is indrukwekkend, evenzo zijn
voordracht waaruit een innig be
zonken eerbetoon spreekt. De
Ïnanist Reginald Boardman btge-
eidt hem Amadeo AVRS 6075).
..De Speeldoos", het Songfestival
liedje van Annie Palmen waarmee
niet Annie maar Sandy Fort als
eerste op de platenmarkt kwam.
blijkt voor meer zangeressen een
aantrekkelijk nummer. Nu zijfl het
de Selvera's die er zich meester van
hebben gemaakt en hun bijzonder
verzorgde uitvoering van Goemans'
liedje mag er zijn! Op de keerzijde
zingen de twee zusjes „Dans met
mij", een aardig walsje (Artone).
Wat eerder van de persen rolde een
ander plaatje van de Selvera's met
„Cinderella uit Hawaii" en ..Elke
dag. zonder Jou" (Artone).
Van daarnet genoemde Sandy
Fort de pas ontdekte zingende
huismoeder, die heel wat meer In
haar muzikale mars heeft dan vele
teenager-idolen zijn de laatste
maanden op het nieuwe merk MMP
ettelijke plaatjes verschenen, waar
van we er hier twee willen noemen.
Op het ene zingt zij, uitstekend be-
geleid door het orkest van Martien
Beenen. de ballade „That little kid
sister" en het pittige „When you're
smiling". Op het andere kunnen we
Sandy samen met het orkest van
Max Woiski junior, die ook steeds
meer naam begint te maken,
beluisteren in „Moon river" en
„Mango's".
Niet alleen Hans Kaart zingt, ook
Johan Kaart probeert het. Na zijn
succes met „As 't effe kan" zingt
bj) nu van de zeerob die het leven
op het land maai- „Suikerzoet" vindt
en van de man die de armoede van
zijn dagelijks bestaan tracht weg te
„Toveren". Dichter Hans Andreus
schreef de lang niet onverdienste
lijke teksten (Omega).
„Little" Esther Phillips is een
naam die we in de toekomst wel
vaker zullen tegenkomen, want dit
jonge negerzangeresje heeft beslist
talent. In het Ray Charles-idioom,
maar met toch iets eigens, zingt zij
„I really don't want to know" en
„Am I easy to forget" (Delta).
The Ray Connlff Singers zin
gen volgens het beproefde Conniff-
recept „Zip-a-dee-doo-dah" en de
evergreen „My heart cries for you"
(CBS).
„Think of me" en ..Tonight you
belong to me" zijn twee aardige
duetjes die Nancy Sinatra met 2ich-
zelf zingt (Reprise).
André Meurs (39) is, wat
men noemt, een „gezellige
vent".
Een vlot prater, vol spitse en
dwaze opmerkingen.
Een man ook, die een goede
grap van een ander kan waar
deren. Hij lacht graag en veel.
Dan schudt zijn buik („220
pond, mijnheer"), zijn grote
grove tanden komen bloot en
lijn ogen schitteren achter de
zware, donkere bril.
De lach Is zijn hobby, maar
ook zijn werk. Hij leeft ervan.
En goed. Maar hoe gek het
eigenlijk ook klinkt, als hij
werkt, lacht hij niet.
„Gekkigheid bedrijven Is een
serieus vak. Als ik met papier
en potlood bezig ben, is het ge
woon chagrijnig in huis. Mijn
vrouw weet het al. Zij moet mij
dan niet storen. Ze weet, dat
ik onder hoogspanning moet
werken. Het kan niet anders.
Iedere zondagavond „Wisse-
wassen" voor de radio, afge-
Hollywood gaat een film maken
over het geval-Peter Hurkos, de
Nederlandse huisschilder. die
ruim twintig jaar geleden op
*(jn hoofd viel en sindsdien zjjn
paranormale gaven luidruchtig
etaleert.
Hurkos zegt, dat hy gebeurtenis
sen uit het verleden en de toe
komst „voelt". Hy beweert, dat
87 procent van zijn voorspellin
gen uitkomt.
Hij gelooft zelf onwankelbaar in
i(jn paranormale begaafdheid. In
ieder geval heeft hij Glenn Ford
dermate kunnen imponeren, dat
deze een film over hem gaat ma
ken. De voorlopige titel: „De
man, die teveel wist".
He Amerikanen staan nogal scep
tisch tegenover personen als Pe
ter Hurkos en dus past het plan
netje van Hollywood goed in zyn
straatje. H(j woont thans in
Brookfield. Wisconsin, en doet
van daaruit zyn uiterste best om
de Amerikanen wat meer „para-
normaal-gezind" te maken.
»Het is nu zo'n 21 jaar geleden, dat
ik op mUn hoofd viel", vertelt hij
steeds. „Ik lag zestien weken in
het ziekenhuis met een schedel-
basisfractuur. Voor het ongeluk
had ik geheel geen paranormale
gaven. Nu wil iedereen mU testen
°m te zien of ik echt zo goed
ben".
Peter kan niet over zichzelf voor
spellen. Misschien maar goed ook.
In ieder geval kan hU niet zeggen
of z(jn film een succes gaat wor
den
stemd op de actualiteit. Dat
kan ik dus pas tegen het einde
van de week maken. Maar
haastwerk behoeft nog geen
slordig werk te zijn. Mensen
als ik hebben die hoogspan
ning nodig. Maar het is een
verschrikkelijk karwei. Als het
niet ook mijn hobby was, zou
ik het niet doen
Tekstschrijvers zijn in ons land
niet zo bijster dik gezaaid. Zij vor
men een probleem, waarmede tal
loze artiesten hopeloos in de knoei
zitten. Iemand, die geen volmaakte
vreemdeling is in het Jeruzalem
van de Nederlandse showbusiness,
kan er zich dan ook niet over ver
bazen, dat er van vele kanten ge
plukt wordt aan de talenten van
André Meurs.
Geen reeliten
Vele artiesten, onder wie het
Cocktail Trio, de Wama's en Tobi
Rix, en de programmaleidingen van
de KRO, Radio-Luxemburg en Ra
dio Veronica zullen zich gelukkig
prijzen, dat er niets terecht is ge
komen van André Meurs' aanvan
kelijke plannen om rechten te gaan
studeren. Het was de oorlog, welke
roet in dit universitaire eten gooide.
De Duitsers deden ïog meer. Zij
smeten hun jonge .vijand", die
meer uit jeugdige doldrieste over
moed dan uit pure vaderlandsliefde
bU het verzet was gekomen, in het
concentratiekamp.
Toen Meurs' verzetsgroep vrijwel
geheel bij Overveen werd gefusil
leerd. kon hij nog even ontkomen
door in een botter naar Friesland
over te steken. Maar daar werd hij
toch gegrepen. Via Leeuwarden
kwam hij in Wilhelmshafen achter
prikkeldraad terecht. Meer tiood
dan levend keerde hij na de oorlog
in ons land terug. Stom geluk
eigenlijk, want het schijnt de be
doeling te zijn geweest, dat de rijn
aak, waarmede hij en zijn vele lot
genoten uit de haven van Emden
werden gebracht, op zee getorpe
deerd had moeten worden.
Slechts door een organisatorische
fout van de Duitsers bleef de half-
levenden en de doden aan boord
zo'n zeemansgraf bespaard en dreef
de aak naar Delfzijl.
Een half jaar in ziekenhuizen was
nodig om André Meurs weer op
krachten te brengen. Wanneer hij
in zijn volle welgedaanheid breed
uit tegenover ons zit op de brede
bank in die smaakvol ingerichte
kamer in zijn woning aan de Klo
veniersburgwal in Amsterdam is het
nauwelijks te geloven, dat hij toen
nog maar amper honderd pond
woog. We nemen het op zijn gezag
graag aan en laten verder de vol
gende jaren maar rusten, waarin
hij volgens zijn zeggen van zijn va
der, die een optiekzaak had „zo
maar wat mocht ronddobberen'.
De II am a's
Het waren de Wamas, die zijn
doelloos rondzwalken richting ga
ven. Vooral in hun genre zijn tek
sten zo verschrikkelijk moeilijk te
krijgen. Op een of ander feestje
hadden zy dus wel belangstelling
voor de jongeman, die dan wel nooit
om den brode had geschreven, maar
als hobby toch al vele malen de
pen had gehanteerd. Onder meer
op het gymnasium, waar hij in
schetjes en toneelstukjes toestan
den op school en leraren op de hak
had genomen.
Ze luisterden naar zyn verhalen
en vroegen hem en passant of hjj
niet eens wat voor hen wilde ma
ken. Vryblyvend vanzelfsprekend.
André Meurs wilde het wel eens
proberen. En zo waar, het lukte. Hij
verkocht zijn eerste tekst. In hun
enthousiasme sleepten de Wama's
de jonge auteur mee naar Nlc. Boer
van de VARA. Die gaf hem op
dracht teksten voor het program
ma „De golfbreker* te schrUven en
de sneeuwbal was aan het rollen
gegaan. Een bal, die inmiddels zo
omvangrijk is geworden, dat André
Meurs vergeefs tracht de vaart wat
af te remmen.
Eigenlijk heet ze Samantha Eg-
gar. maar van die welluidende
naam is niet veel meer overgeble
ven. want ze noemen haar gewoon
Sam.
Ze is 23 jaar. Ze heeft vlammend
rood haar, een wipneus en een over
vloed aan sproeten.
Sam is zo'n soort meisje, dat
„levensvreugde" met sierlijke hoofd
letters schrijft en er dan nog een
dikke streep onder zet. Ze houdt
van het leven en ze kan van bijna
alles genieten. Van een simpel
autotochtje, van een genoeglijk
dansje (en dan bij voorkeur de
twist), van een pittig partijtje ten
nis. van een stevig ritje te paard,
maar ook van een indringend ge
sprek of een beetje kokerellen in
haar flatje in het hart van de Lon-
dense wijk Chelsea. En bovendien
ze kan genieten van haar werk.
Daartoe behoort sinds kort ook
filmen.
Muisachtig
Het was het bekende Britse duo
producent Betty Box-regisseur
Ralph Thomas, dat de energieke
Sam uitkoos voor een belangrijke
rol in „The wild and the willing".
De levenslustige Sam had er aan
vankelijk nogal moeite mee om het
rustige, bijna serviele meisje te
worden, dat ze in deze rolprent ge
stalte moet geven. Een muisachtig
muisje, dat geheel in de schaduw
wil blijven van de wilde jongen,
die zij adoreert.
„Ik lijk er niet in het minst op",
bekent ze lachend, maar dat kan
haar niet schelen. Integendeel, ze
vindt het een heerlijke uitdaging.
Uitdaging
Immers alles, wat ze niet kan of
weet. betekent voor haar een uit
daging. Ze groeide op op het platte
land. waar ze een koe moest en
zou leren melken, waar ze de ge
heimen van een tractor onder de
knie kreeg, zelfs die van onder de
motorkap.
„En als het moet kan ik mee
helpen een kalf op de wereld te
brengen", zegt ze resoluut.
Ze kan niet alleen haar witte
sportwagentje besturen, ze kan als
het moet kleine reparaties ook zelf
verrichten. Ze geeft niet veel om
kleren. „Maar als dat zo was. zou ik
ze zeker zelf willen maken".
Wellicht is dat de meest kenmer
kende eigenschap van de rood
harige Samantha Eggar: waar ze
mee in aanraking komt. daar wil
ze alles van weten.
Dat was al zo. toen ze nog op
de planken stond in Engeland en
dat is nog zo, nu ze voor de film
camera's staat. Daarom hebben we
zo'n vermoeden, dat we haar merk
waardige naam in de toekomst nog
wel eens meer zullen tegenkomen.
Repertoire
Hy heeft zijn hooivork thans heel
zwaar beladen.
In de eerste plaats moet hij zUn
eigen repertoire op peil houden.
Sinds hy op een avond inviel voor
een te laat verschenen conferencier,
staat hy op de planken met een
praatje en een liedje („al kan je het
nauwelyks zingen noemen, wat ik
doe'). Byna geen avond heeft hy
vry. Toen wij by hem waren, zat
hy midden in een periode van 2%
maand iedere avond naar Eindho
ven. s Middags weg, 's nachts laat
terug. Weer of geen weer. Goede of
gladde wegen. IJzel, sneeuw of vorst
kunnen hem niet tegenhouden. Dat
kost hem alleen meer tyd. En dat
een eigen programmaatje kreeg.
„Als hy nu eens dat.
Men maakte het een uitdaging.
André Meurs nam die aan. Tot
groot genoegen van de luisteraars,
wat men wel mag concluderen uit
de stapels post, die op dit program
maatje binnen komen. En tot volle
tevredenheid van de KRO. want
volgend jaar gaat .Wissewassen
weer de ether in, al piekert André
Meurs er zelf over er een wat ande
re vorm aan te geven.
Omdat in dit programma de ac
tualiteit zo belangrijk is, kan An
dré Meurs de tekst pas laat ma
ken. Eigenlyk pas cp zaterdag.
Iedereen, die er aan medewerkt,
komt daarna onder hoogspanning
te staan. Liedjes moeten worden
klaargemaakt, worden ingestudeerd.
Teksten moeten worden besproken
en doorgenomen. En wat niet al
meer. Op zondagmiddag wordt het
al opgenomen. Op de band.
„Er zijn mensen, die vinden, dat
het dan niet meer spontaan is. De
reinste kolder! Op het moment van
opnemen is toch alles spontaan. Die
mensen in de zaal lachen dan toch".
André Meurs kan er zich over
opwinden.
„Waarom zouden wy de midde
len van de moderne techniek niet
mogen gebruiken? We zeggen toch
ook niet tegen onze vrouw, dat ze
het maar zonder wasmachine moet
doen, omdat haar moeder zo lekker
met de hand waste? We knippen
heus alleen het allernoodzakelijkste
weg. Kleine vergissingen laten we
er rustig in, juist om die spontani
teit niet te vermoorden".
Rust
Maar eind mei zet André
Meurs overal een punt achter.
..Dan ga ik heerlijk er enkele
maanden tussenuit. Ik heb ken
nissen, die beweren, dat ik zoiets
niet moet doen. Dan zou men
mij misschien kunnen vergeten.
Dat kan best. Maar zo tegen die
tijd ben ik leeg. Dan moet ik er
een tijdje mee ophouden om de
accu weer eens te kunnen bij
laden. Ik heb het nu soms al,
dat mijn hersens gewoon dol-
draaien.
Dat zit als het ware vast op
één punt. Uit ervaring weet ik.
dat dan maar één remedie helpt:
alles erbij neergooien. Een dag
erop uit. Een borrel drinken. An
dere mensen opzoeken. Ik heb
hier trouwens zelden artiesten
over de vloer. Er komen mensen
van allerlei slag. Van inbrekers
(„ik icoon toch niet voor niets
in het hart van donker Amster
dam") tot artsen, maar heel
weinig personen uit „het vak".
Maar dan nog kan het gebeuren,
dat mij tijdens een gesprek in
eens wat te binnen schiet. Hé.
dat kan ik gebruiken. Of
het kan gebeuren, dat ik in ge
zelschap druip van de ironie en
het sarcasme. Niet zo leuk voor
de anderen, maar ik kan het
niet helpen als ik zo'n bui heb.
Neen, mijn vrouw heeft ook
niets met het theaterleven te
maken. Nooit gehad ook. Geluk
kig niet Eén gek in de familie
is meer dan genoeg. Ze gaat 's
avonds evenmin met mij mee.
Doe mij lol! Ze kent mij im
mers veel te goed om nog om
mijn grapjes te kunnen lachen.
En zelfs één zuur gezicht in de
zaal is mij teveel. Daar zou ik
1 steeds naar moeten kijken.
Neen, hoor, laat mij maar al
leen gaan. Dan kan ik tenminste
steeds gezellig thuiskomen. Mij
heerlijk terugtrekken in een fijn
burgerlijk bestaan. Het zijn
domme mensen, die het woord
burgerlijk zo'n bijklank hebben
gegeven. Kijk maar, ik heb heer
lijk mijn pantoffels aan
De Italiaanse filmproducent Dino
de Laurentiis heeft in Cairo een
contract getekend voor de lang
ste film, die ooit is gemaakt. Deze
Italiaans-Egyptische rolprent, die
naar het Evangelie zal worden ge
maakt, zal een vertoningsduur van
twaalf uur hebben. Het grootste
deel zal in Egypte worden opge
nomen.
kan hij nu juist niet missen. Wat
hy daarvan verliest kan hy alleen
inhalen door minder te slapen.
Daarom slaat hy af en toe maar
een nachtje over. Want overdag
heeft hy iedere minuut hard nodig.
Hij moet teksten produceren aan
de lopende band: voor liedjes, die
artiesten op de plaat willen zetten,
voor enkele eigen programmas bij
Radio-Luxemburg, voor commer
cials van Radio-Veronica en niet te
vergeten voor „Wissewassen' van de
KRO.
Voortdurend „Wat? Weet het baasje een grapje?"
Vroeger maakte André Meurs, al
leen of samen met Tom Erich of
Eddy Christiani zelf nog wel eens
liedjes. Ongetwijfeld zullen er zUn.
die zUn schlagers ,,'s Avonds, als
het kampvuur brandt" en „Eenmaal
zal ik je weer ontmoeten" nog her
inneren. maar tegenwoordig is
hij „specialist-in-parodieën-op-be-
steliing". Zo'n tekst wil een enkele
keer wel eens vlot komen. „Soms
stap ik in myn auto en als ik op de
plaats van bestemming ben. dan is
het liedje eigenlyk al gereed. Maar
een andere keerDan moet ik
er dagen op broeden".
Realisator
Daarnaast is André Meurs „rea
lisator' 'van vyf of zes programma's
van Radio Luxemburg. Dat bete
kent, dat hy niet alleen de tekst
schryft en spreekt, inaar dat hU
ook de volledige voorbereiding en
uitvoering van het programma voor
zyn rekening moet nemen. Daar
gaat heel wat tijd inzitten, waarbij
vergeleken de tijd, die hy besteedt
aan het schryven van tientallen
reclameteksten voor Radio-Veroni-
ca, in het niet valt.
Maar dat alles moet vroeg in de
week gebeuren, want de laatste da
gen zyn en blyven geheel gereser
veerd voor „Wissewassen", die hy
op zondagavond met Herbert
Joeks voor de KRO-microfoon
brengt. Twintig minuten liedjes en
praatjes, geënt op de actualiteit.
Eigenlijk is dat een overgeplant
stukje Tierlantijnen. Zes jaar lang
hield het tweetal daarin politieke
praatjes. Toen was André Meurs
het beu. „Ik doe geen radio meer!",
verklaarde hij.
Maar de KRO wilde hem niet la
ten gaan. Hu werd by de program
maleiding geroepen, die een beetje
op zyn gemoed ging werken. „Als
de voorwaarden nu eens uiterst rj i ftt
gunstig werden?" „Als hU nu eens
Dit alles vraagt een voortduren
de produktie.
Als een grammofoonplatenmaat-
schappy, het Cocktail Trio. de Wa
ma's of Tobi Rix het plotseling in
hun hoofd krijgen om een parodie
op een of andere bekende schlager
te gaan opnemen, dan moet André
Meurs van de ene dag op de andere
een „lekker gekke" tekst leveren. Zo
kwam Tobi Rix aan zyn „Malle
vent, ja', de Wama's aan „De twist
van Liszt' en het Cocktail Trio aan
„Catootje. die naar de opera ging'.
Om er enkele van vele te noemen.
Vertel