TIEN JAAR GELEDEN BESPRONG DE OPGEZWEEPTE ZEE ONS LAND
4* m#*'\
trieste:
c ej fe et s
Een eenzame man op de ruïne van zijn
schuur (in het cirkeltje), niet in staat om
het verkeerd afgeworpen rubberbootje te be
reiken. Een schrijnend beeld van trieste nood.
Slechts daken van huizen en toppen van
bomen steken uit boven de schier eindeloze
watervlakte. Beveland is verdronken. In
totaal liepen 153.000 hectaren onder.
jrT":7—
p:fc.
i -
Burgers en militairen zijn van overal toegesneld toen bleek hoe groot de catastrofe was,
die ons land had getroffen. Zij kunnen vele mannen, vrouwen en kinderen redden. Vaak
met primitieve middelen moesten zij uren en dagen strijden tegen het water. Een strijd,
7 die helaas niet altijd werd gewonnen. Aantal doden: 1835.
ié
i Met wat haastig bijeengepakte goederen vluchtten zü uit het rampgebied. Over een
spoorlijn of een dijk, vaak de enige weg naar veiligheid. In totaal werden 72.000 personen
van huis en haard verdreven.
Vaak duurde het maanden voor zü konden terugkeren. Kerkwerve b.v. viel pas in
november droog. Zuster Cornelia Zijp was een van de eersten, die terugkeerden. Ze had nog
slechts enkele meubelen over. De rest was vernield. Maar ze was al gelukkig, dat haar I
huisje nog stond. Tienduizenden waren niet zo gelukkig.
A.- A*r-
Simpele cijfers illustreren wel
licht beter dan wat ook de om
vang van de catastrofe, welke
ons land in die rampzalige
nacht nu tien jaar geleden trof.
Er vielen 1835 doden, van wie
873 in Zeeland. 686 in Zuid-Hol
land, 254 in Noord-Brabant en
22 elders.
Er verdronken 20.000 koeien,
12.000 varkens en 1750 paarden.
Er moesten 72.000 personen
worden geevacueerd.
Het aantal gebouwen en hui
zen. dat volkomen vernield of
deerlijk beschadigd werd, be
droeg 47.300.
Het wilde water spoelde 160
kilometer dyk weg. waarin 89
stroomgaten vielen. 153.000 hec
taren kwamen onder water te
staan.
De schade bedroeg naar ruwe
schatting anderhalf miljard
gulden.
De hulpverlening was gran
dioos. Op het Rampenfonds
werd door het Nederlandse volk
93.381.000 gulden bijeengebracht.
Talrijke plaatsen in het ramp
gebied werden door steden en
dorpen geadopteerd. Zo hielp
Leiden Nieuwe Tonge bij de we
deropbouw.
Ook uit het buitenland
stroomde op ontroerende wijze
hulp binnen. In totaal kwam
van over de grenzen meer dan
100 miljoen gulden, waarvan
61.3 miljoen aan goederen.
Vierhonderd miljoen uit de
tegenwaarderekening van het
Marshallgeld kon voor herstel
worden gebruikt.
Moe, nat en koud streden soldaten en burgers in de eerste dagen na de ramp tegen
de zee. Waar het kon, werden moderne machines gebruikt, maar ook moest veelal met
de blote vuist gevochten worden tegen Neerlands oude vyand, het water.
Maar negen maanden later waren alle gaten dicht. Een gigantisch karwei werd verricht.
Vóór de winter was het dükenleed geleden. Hier een beeld van het dichten van het we*-
tel ijk gat in de zeedijk bij Ouwerkerk. Een van de laatste, die dicht gingen.