TIEN JAAR IN VRESELIJKE ORKAANNACHT BRAKEN DIJKEN r Verbindingen Zware laak er gelen Monsterachtig Drie dagen Onbekenden Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 31 januari 1963 Derde blad no. 30870 DE STOK ANP-Foto maakte deze luc^t~ opname van het invaren van het derde phoenixcaison in het Slijk- gat bij Ouiverkerk, de laatste bres in de dijken. In totaal werden zo'n 700 caissotis gebruikt om de schade te her stel'enwelke de stormramp aan de dijken had toegebracht. Op 6 november 1953 I werd het laatste gat gedicht. Ne- derland luisterde ontroerd naar het radioverslag. Nserlands ivaJ terwerkers hadden het verloren terrein heroverd. Zij zouden nu overgaan tot de tegenaanval: De Deltawerken. Vannacht zal het tien jaar geleden zijn, dat de grootste natuurramp in vijf eeuwen Neder land trof. Een felle noordwester storm, die het water in de zuidelijke Noordzee tot ongekende hoogte opjoeg, bracht een vloedstand hoger dan ooit werd waargenomen. Vele dijken ble ken te laag te zijn of konden geen weerstand bieden aan het geweld van wind en water. Door niets tegengehouden sprong de vloed vele laaggelegen polders binnen en voor zover de daken van hun door de vloed omspoelde huizen stierven van uitputting en koude, omdat hulp te laat kwam. Bij duizenden verdronk het vee in de stallen. De totale schade bedroeg bijna anderhalf miljard. Een nationale ramp, die verschrikking bracht, maar ook vreugde over het spontane hulpbe toon, dat het vertrouwen in de mens weer tot realiteit maakte. En daarna een verbeten strijd, waarbij duizenden met toewijding, kunde en van hun bestaan En dikwijls ook ln het onverwoestbare geloof aan het wonder dat hen redde. Zo de man die met zijn gezin in de Julianastraat in Oude Tonge woonde de sirene van de brandweer alar meerde hen ln die nacht. En even later kwam een grommende vloed golf uit de polder op hen toe .Zij vluchtten naar de zolder man. vrouw, een zoon van zeventien, een dochtertje van negen en een meisje van drie jaar. Zij hoorden het water rond en door het huis jagen dat kraakte en schudde. En uit het dak raam zagen zy hoe de vloed van het begin van de straat af, de huizen één voor één in elkaar begon te druk ken. Zij zagen, hoe de muren bra ken en omklapten, het water er over heen golfde en zijn weg vervolgde En telkens als zo'n huisje in de vloed verdween droeg de storm een afschu welijk gegil van stervenden naar hen toe. ..Je zat eigenlijk op je beurt te wachten", zegt hij. Toen kwam er iets aandrijven. Het dak van een schuur, een vrij groot plankier. De zoon klom in de dakgoot en sprong erop hield het bij de gevel. De man zette vrouw en dochters erop. klom er zelf bij. liet het wrakke ..voertuig" naar het huis van de bu ren drijven en haalde daar nog zes mensen ..aan boord". Toen hij af stootte van de gevel zakte deze in een en het huis was er ineens niet meer. De ronkende vloed joeg het vlotje de duisternis in. Maar het brak en kapseisde. Wie zwemmen kon deed het. De jongens klommen op de restanten, graaiden de planken bij elkaar. Toen doemde een log gevaarte uit de duisternis op een opper van klaverstro. Die duwde hen vooruit toen plotseling voelden ze grond onder de voeten. Ze waren op het dak van het achter huis van een pand in de Emma- straat beland Hulpvaardige handen grepen de aangedrevenen en haalden hen dóór het raam op de zolder. Ze waren gered. In deze dagen zullen zij denken aan het dubbele wonder dat hun leven redde Het dak van een schuur en een klaver-opper. En zeker zal in de nacht van don derdag op vrijdag bij hen de slaap verre blijven zoals in die nacht, nu tien jaai geleden, de nacht toen on der houoerden, die in Oude Tong door de dood werden overvallen zich ook Lieve de Vos en zijn drie kinderen bevonden Toen gleed een boer op het dak van zijn schuur op Duive- land ir. een diepe bewusteloosheid, waaruit hij niet zou ontwaken. Toen Joeg Joost Verwey in de Oudelandse Polder, tot zijn middel in het water wadend, zijn armen om de boom voor zijn stee en greep de dood hem. Toen staken in vele stallen uitgeputte koei en hun kop onder water, en stierven. Lieve dc Vos en zijn drie kinderen Joost "verweij Enkele van de 1835 Nederlanders, die wij nu gedenken. Hoe funest het uitvallen van de verbindingen bij een dergelijke ramp zalig gebeuren is. werd wel bewezen in die eerste uren. Telefoons in vele 1 districten op de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden gaven geen ant woord meer. Verkenningsvluchten werden georganiseerd. De eerste le verden echter slechts vage waarne mingen op door het slechte zicht. Van onschatbare waarde is in die 'eerste uien en de dagen daarna ge weest het prachtige werk van de dik wijls nog piepjonge radio-amateurs, die de eerste alarmerende berichten de ethei instuurden. Ofliciëel kwam reeds ir de morgen na de rampnacht de hulpverlening op gang. De mili tairen met weekeindverlof werden I naar hun onderdelen teruggeroepen I en dikwijls diezelfde dag nog doorge zonden naar de geteisterde gebieden, j De Kon Marine zond klein vaarma- teriëel, tollen, vletten er. sloepen, de geallieerde bezettingslegers in West- Duitsland stuurden amfibische voer tuigen en motorboten. Belgische en Amerikaanse en Franse helikopters werden ter beschikking \an de Neder landse luchtmacht gesteld en zo snel mogelijk naar het rampgebied gedi rigeerd, enz. Want een ding was dui delijk wie in de overstroomde ge bieden nog leefde op een stukje hooggelegen grond of op het dak van zijn huis. moest zo snel mogelijk worden gered en afgevoerd Groots toonde Nederland reeds in die eerstt dagen zyn eenheid en so lidariteit met de landgenoten in nood. Bij honderden vertrokken uit steden in West-Nederland jachtjes, vletten, enz. naar het rampgebied. Niemand had hen erom gevraagd en nog min der bevolen. Zij gingen om dat werk te doen. wat zij er zouden vinden. Van niemand kregen zy aanwijzin gen. Zii trokken naar Flakkec en Schouwen, lieten met de vloedstroom hun vaartuigjes door de geslagen bressen in dc polders drijven en red den, wal zij redden konden. Daar waren de fabrieksdirecteur en de me taalarbeider. de ingenieur en de melkslijter, de portier en de kantoor bediende Honderden naamlozen, die niets vroegen maar deden, de ge redden daarheen brachten, waar de zee het land had gespaard en. niet tellend dag of nacht, de door de zee verzwolgen polders weer introkken. Toen hun werk na dagen was vol tooid. keerden zy even stil en naam loos naar hun woonsteden terug als z.y waren gekomen. Dal was Neder land op z'n best. In die eerste dagen kwam de eva cuatie van een groot doel van de in leven gebleven bevolking van de over stroomde gebieden op gang. Zeven tigduizend personen werden lang durig geëvacueerd. Het nationale rampenfonds begon met zijn in zameling en de oproep was niet vergeefs. De miljoenen stroomden toe. Scheepsladingen kleding voor hen die alles hadden verloren kwamen dagelijks binnen in de verzamelcentra. Maar ook buiten ons land was men geschokt over de ramp. die de lage landen aan de zee had getroffen. Kleding, medicamenten, levensmid delen vloeiden uit de hele wereld Nederlano toe. Het was een hartver heffende ervaring. En na die eerste hulpverlening, die zich bc\en alles op de mens en het in leven gebleven dier had geconcen treerd. zette Rijkswaterstaat, gehol pen door de waterbouwers van Ne derland zich aan de onmenselijke zware taak van het tegenoffensief op hel water, dat voorlopig overwin naar was De profetie van de direc- teur-generaal van Rijkswaterstaat. :r. AG. Maris, enkele dagen later ge- daan: „Nederland geeft geen duim- j breed grond prijs. Voor het eind van het jaar zal het laatste land her- overd zijn", leek gezien de omvang van de vernielingen grootspraak. In de felle gevechten die duizen den, van de eenvoudige polderjongen tot de ingenieur toe. in de daarop volgende maanden leverden tegen het water gevechten. waarbU overwin- ning en nederlaag elkaar afwissel- j den. moet deze grote leider wel eens j getwijfeld hebben of het lot hem zou toestaan zijn belofte waai te maken. Meer dan vijfhonderd bressen dich ten waarvan enkele, zoals bij de Schelphoek en bij Ouwerkerk op Schouwen Duiveland. een onmogelyk zware opgave leken, kon slechts een kans op succes bieden, als de onver- I chrokkenheid en taaiheid van de j werkers de hulp kregen van een beet je geluk. Dal geluk hebben zij bij alle tegenslag gehad. Groot werd deze strijd voor herwinning van verloren gegaan vruchtbaar land aangepakt. Met modern materieel Betonnen caissons, een erfenis uit de tweede wereldoorlog, werden bij tientallen uit Engeland overgesleept Het lnngst heeft Schouwen- Dui veland op de bevrijding van de zee moeten wachten. Men heeft het in die tijd wel eens „het vergeten ei land" genoemd. Dat was onrecht vaardig. Want Waterstaat moest daar de daar bijzonder ernstige problemen met koel verstand en een eindeloos geduld te lijf gaan. Model-proeven in het Waterloopkundig Laboratori um in Delft waren noodzakelijk voor een strijdplan kon worden opgezet. En zelfs die proeven konden niet verhinderen, dat het laatste sluitgat, dat bij Ouwerkerk. een dramatische mislukking moest doorleven voor een tweeae poging met succes werd be kroond. Dat was in de avond van die historische zesde november 1953, toen even voor middernacht Ope ratie Viermaal Phoenix gelukte en de zee op het laatste slagveld werd buitengesloten. Een histo risch en ontroerend moment, waarvan de Koningin ter plaatse heel Nederland via de radio getui ge is geweest. Ir. Maris had negen maanden tevoren niets teveel ge- Een van de Amerikaanse ac ties tot hulpverlening was het rij den van een ..dicht-de-dijk- trein" door de staat New York. Dc actrice Jane Wyatt verrichtte voor het vertrek uit New York de doop. Niet met champagne maar met water uit het Neder landse rampgebied. In totaal schonk het buitenland meer dan 100 miljoen gulden zegd. Het verloren gegane land teas op de zee heroverd, al heelt de wederopbouw van dat vele wat grondig was verwoest, jaren ge duurd. Toen een radioverslaggever de Koningin met een microfoon in de hand naderde en vroeg of zij mis schien iets wilde zeggen, ant woordde de landsvrouwe met een van ontroering verstikte stem: „Ik kan nu niets zeggen Deze foto werd ln april 1953 gemaakt. Brokstukken van wat eens het huis was van de Oudenhoorner Willem Hooy. Hy woonde aan de beruchte Molen dijk, waar zovele slachtoffers vielen. Maar toen de polder weer was drooggevallen, werd er weer gewerkt. Een boer zit niet zo gauw bij de pakken neer. Zijn land gaat hem boven alles. Is nu. tien jaar later, al het leed geleden? De commissaris van de Ko ningin in de provincie Zeeland, jhr. mr. A. F. C. de Casem- broot drukte het dezer dagen zo uit: „Bij verwoestingen gaat de streek als zodanig er vaak op vooruit. Maar de inwoners individueel hebben de klappen gehad. Mensen, die hun huizen kwijtraakten, moesten het ver schil tussen oud en nieuw be talen. Er zitten nog veel men sen in de schuld zodoende. Ik zou ze niet allemaal de kost willen geven". hef niet wist te vluchten naar hoger gelegen land, alle leven genadeloos vellend en grondig vernielend wat hem in de weg kwam. Ruim achttienhonderd mensenlevens eiste de stortvloed in die verschrikkelijke nacht en de daarop volgende dagen. Want velen, die het vege lijf in die eerste uren konden redden op onverzettelijkheid zich inzetten om te herstellen wat verwoest werd. Binnen negen maanden en zes dagen werd het water teruggedrongen naar zijn eigen domein. En uit de hartekreet ,,dat nooit weer" werd 'iet delta-plan geboren. Een monsterachtige stormloop deed de zee op onze kusten, op zaterdag 31 januari 1953. Een zich steeds verder uitdiepende depres sie koerste aanvankelijk in de richting van de Noorse kust, maar boog toen naar het zuidoosten af. Rond de noordpunt van Schot land bewoog zich de kern snel in de richting van de Duitse bocht. Die zaterdagmorgen werd in Noord-Schotland reeds orkaan kracht gemeten. Het ivas te voor zien, dat het weer bar en boos zou worden. Toen de wind in de loop van de middag naar het noord westen draaide, begon de storm loop van de zee op onze kust eerst recht. In de loop van de avond werd gewaarschuwd voor „ge vaarlijk hoogwater" en kwamen de dijklegers in functie, nog wei nig vermoedend, wat de mens te wachten stond. In die nacht, nog voor de vloed zijn hoogste stand zou hebben bereikt, sloeg de zee meedogenloos toe. Op vele plaatsen een halve meter meer dan de hoogste ooit genoteerde stand, joeg het water tegen de dijken op. Het stortte er overheen of brak zich door de waterkeringen. Het overgrote deel van de bewo ners van meer dan de helft van Ne derland, dat beneden de zeespiegel woont en zich achter de dijken vei lig waande ging die nacht rustig sla pen voor zover het bulderen van de storm dit althans toeliet. Vele dui zenden ontwaakten die nog storm achtige zondagmorgen op de norma le wijze, onkundig van wat zich in andere delen van voornamelijk zuid westelijk Nederland aan verschrik kingen had afgespeeld. Want zeer summier waren de eerste berichten, die via de radio doorkwamen. Er waren dijkbreuken Er waren overstromingen, maar die eerste uren wees nog niets op de geweldige om vang van de ramp. die zich in de loop van de nacht had voltrokken. Pas in de loop van zondag tekende het ca tastrofale gebeuren zich af in de mel dingen, die op velerlei wijze niet- overstroomd Nederland bereikten. En deze wezen op een nationale ramp Het heeft meer dan drie dagen ge duurd voor men zich uit berichten en luchtverkenningen een totaal beeld kon vormen van de omvang van de ramp. Meer dan vijfhonderd dijkdoorbraken werden gerappor teerd. Een groot deel van noordwest- Brabant was overstroomd. De Krim- penerwaard stond blank evenals een groot gedeelte van de Alblasserwaard. Óp Rozenburg en IJsselmonde waren dijkdoorbraken en liepen polders vol. Zo was het met een deel van de Hoekse Waard, enkele polders in Zeeuws-Vlaanderen, op Walcheren, Noord-Beveland en Zuid-Beveland. Maar het felst had de waterwolf toe geslagen op Tholen. Schouwen- Dui veland en Goeree-Overflakkee. Deze eilanden waren door de zee vrijwel geheel in één grote, ziedende water vlakte veranderd, die het land was binnengedrongen door brede dijk breuken. Het dodental steeg in die dagen met het uur en zou eerst vele dagen later tot staan komen toen het getaL 1835 was bereikt. Er is in die eerste dagen van fe bruari 1953 in deze zuidwesthoek van Nederland onnoemelijk veel leed geleden, waarvoor geen directe leniging mogelijk was. Want niet ingesteld op een ramp van een der gelijke omvang, kwam de hulpac tie, naar het leek, traag op gang. Men kende in d:e eerste dagen ook niet de hardheid, waarmede het water het land had overrompeld. Tot zondagavond was niets bekend over de toestand in Oude Tonge. dat toen reeds meer dan 300 slacht offers betreurde op niet meer dan 3000 inwoners. Men wist ook niet. dat Schouwen-Duiveland in een De sleepboot, die met moeite een weg zoekt door de woeste stromingen in het beruchte gat bij de Schelphoek op Schouwen- land. markeert heel duidelijk de grootje van de bres. die het wa ter in de rampnacht in de dijk sloeg. binnenzee was veranderd en op Tholen enkele honderden het leven hadden verloren. Misschien waren nog dc gelukkig sten zij die, door de razende vloed verrast, een korte doodstrijd hadden. Want dagenlang hebben op Flakkee en Schouw-Duiveland door het wa ter besprongen boerengezinnen op het dak van hun woonstee wanhopig uitgezien naar redding. Velen zijn nog gered, toen de grote hulpactie eenmaal op gang kwam, toen men met sloepen en vletten de geïnun deerde polders in ging en helikopters hun vluchten gingen maken. Maar voor velen kwam die hulp te laat. Zij stierven een gruwzame dood door uitputting en koude. Zij rusten nu bij honderden dicht bij de plaats, waar zij werden ge vonden. Van de meesten zijn de na men bekend. Maar ook vele graven dragen geen naam, omdat identifica tie niet meer mogelijk was. Achttien- honderdvyfenderug mannen, vrou wen en kinderen, die in de ramp nacht door de dood werden gegre pen. Maar gelukkig ook een goede zeshonderdduizend die, door het wa ter sprongen, nog een veilig heenko men konden vinden of naar veiliger oorden konden worden geëvacueerd. Zij leven deze dagen in herinnerin gen aan de meest dramatische nacht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 9