OUDE PARIJSE METRO BLIJFT HYPERMODERN Verlies bij Hoofdstadoperette is thans ruimschoots vergoed KLIMPLANTEN TEGEN HET HUIS De gevaarlijke „op-het-laatste- nippertje - reizigers Nieuwste operette doorslaand succes N' M Automatisch veiliglieidsysteem trotseerde de tijd MEYER HAMEL: „DE WEG Zaterdag 12 januari 1963 Pagina 2 WANNEER men ergens in Parijs via een der trappen van de Métro naar beneden gaat, komt men in een doolhof van schaars verlichte gangen, kaartjesloketten, schilderachtige juffrouwen met kniptangen bij klapdeuren en tal van op het eerste oog verwarrende richtingaanwijzingen. De 14 lijnen, die een gemiddelde lengte hebben van ongeveer 15 km, doen samen tegen de 400 stations aan, welke over de 20 arrondissementen van de stad verstrooid liggen. En de reiziger, die b.v. naar Pigalle wil, de Eiffeltoren, Montparnasse, Etoile of Madeleine, dient zich vooraf op de overal hangende grote route kaarten te oriënteren, hoe zijn keuze uit de 28 door de eind punten gemarkeerde richtingen moet zijn. Indien hij eenmaal weet, dat hij ..direction Pont Neuilly" moet kiezen om maar eens wat te noemen en bij het station Chatelet dient over te stappen om de richting ,,Mairie des Lilas" te reizen, is de zaak verder eenvoudig. Want dan wordt het immers slechts een kwestie van borden en pijlen volgen, die feilloos naar de gewenste perrons leiden. Maar degene, die niet met het uurwerk van de Métro vertouwd is, voelt zich bi] de afbeelding van de vele grillig dooreen kronkelende ge- Op een der 400 stations van de Par ij se Métrooveral precies hetzelfde beeld kleurde lijnen en de als confetti uit gestrooide bonte stationsstippen (met de vele romantische namen) in de ongelukkige rol van een puz zelaar, die niet weet, waar hij be ginnen moet. Mierennest HET gehele systeem, dat in de jaren na de eerste wereldoor log gebouwd werd en dat sedertdien praktisch geen enkele verandering onderging laat zich het beste vergelijken met een mie rennest. Op bepaalde punten liggen de rails die gezamenlijk pïm 200 km. lang zijn in meerdere „verdiepingen" boven elkaar. Bij het overstappen, dat vaak een wan deling van 10 minuten (en soms zelfs een kwartier) door schier ein deloze tunnelvormige gangen bete kent, daveren de muren van het geluid der onzichtbare treinen, die met 60 km. snelheid kriskras over en langs elkaar heenrazen. Maar iedere bestuurder weet, dat zijn lijn altijd vrij is waar dan ook en hoe dan ook. Want alle baanvakken zijn gescheiden, zodat ieder station slechts over één heen- en één terug rails beschikt, waarover de treinen met ongeveer een frequentie van 5 minuten achter elkaar aanrazen. Indien een treinstel blijft staan (wat zelden gebeurt) komt dadelyk een automatische beveiliging in werking. De splitsing der lijnen brengt met zich mee. dat belangrijke stations, die knooppunten vormen, feitelijk uit een hele tros door gangen en trappen verbonden stations bestaan, die natuurlijk allen dezelfde naam dragen. De reiziger, die een perron be treedt, moet overal een zgn. „auto matische deur" iporte automatique) passeren, die zich sluit, wanneer de trein met brandende koplampen, oorverdovend lawaai en zuchtende luchtdrukremmen uit de rij tunnel komt opdagen. De bedoeling Is, dat de gevaarlijke „op het laatste nippertje "-reizigers uitgeschakeld worden, want het ry- schema voorziet slechts in een stop- tijd van een kleine minuut. Dit blijkt in de praktijk ruim voldoende voor het in- en uitstappen; ook wanneer het druk is. Prompt vallen daarop de deuren van het treinstel (soms 5 wagons achter elkaar) automatisch gelijktijdig dicht en even prompt opent zich bij het weg rijden van de trein de automatische perrondeur en begint de juffrouw met de tang die daar steeds haar vaste plaats heeft de kaartjes van de volgende reizigers te knip pen. En wat gebeurt er. wanneer er Iemand bij het dichtvallen van de treindeuren klem raaktWel, dan is er nog niets aan de hand, want de Métro blijft dan eenvoudig en ook al weer automatisch staan. Het reizen biedt op zichzelf na tuurlijk weinig afwisseling ook al, omdat alle stations uniform ge bouwd zijn en sterk op elkaar lij ken. Overal ziet men weer dezelfde boogvormige plafondsoverkoepeling de betegelde wanden, de kleurige re clameplaten, de banken en de neon verlichting. Slechts enorme blauwe letters en steeds overal dezelfde letters vertellen, dat men „er gens anders" is aangekomen; hetzij op Trocadero, Invalides, Concorde, George V, Plaisance of Commerce. Onder de Seine MEN moet er niet aan denken, wat er van het Parijse ver keer terecht gekomen zou zijn, indien men dit miljarden ver slindende project destijds niet ge bouwd had, daar de straten deson danks toch nog een overvol en chaotisch beeld bieden. Bij de uit voering speelde natuurlijk de ge schikte geaardheid van de bodem een grote rol, al heeft men zich ook door zware steenlagen moeten „heenvreten" en tal van schier on overkomelijke problemen moeten oplossen. Nu Rotterdam binnen af zienbare toekomst ook een „ondergrondse" zal bezitten, is het wel eens interessant een beschouwing te wijden aan de befaamde Parijse Métro, die bij vele Nederlan ders. die de Lichtstad be zochten. stellig geen onbe kende is. Maar de Métropolitain zoals haar naam voluit luidt komt over het algemeen zo weinig in het nieuws, dat menigeen over het eigenlijke „hoe en wat" maar weinig weet. Hoewel ook enkele andere wereldsteden zich niet zonder trots op de bijzondere doel matigheid van hun onder gronds vervoer beroemen, spreekt het ingenieuze net werk van de Métro met haar geheel eigen sfeer bij ieder een wel het meest tot de ver beelding. En het is ook uniek, dat een in feite al oud stelsel met een al even oud uitge breid automatisch systeem, in geen enkel opzicht ver ouderd is en nog steeds hy permodern aandoet. Nog steeds werkt de Métro als een benijdenswaardig ge olied uurwerk zonder on gelukken, stagnaties of ver tragingen. De tunnels werden ook onder de Seine uitgehakt en de Métro rijdt zelfs onder het vermaarde kerkhof Père Lachaise door, waar veel gro ten dezer aarde begraven liggen. OP enkele doch zeer weinige punten der stad verschijnt de Métro boven de grond en men kan bij daglicht eerst goed zien, hoe verveloos en „ouderwets" dit sterke treinmateriaal vaak aandoet. Deze terugkeer naar de boven grondse wereld is vooral 's zomers een prettige sensatie. Want dan is het in de Métro vaak zo benauwd en warm, dat de reizigers min of meer aan elkaar „plakken" om over de onafscheidelijke Parijse knoflookgeuren nog te zwijgen. On danks de vele luchtroosters, die op de straten uitmonden «hieropslapen bij koud weer de bedelaars, de zgn. clochards, die zich behaaglijk voelen in de opstijgende afgewerkte warme lucht) houden de treinen in ieder jaargetijde iets „bedompts". En daarom fleuren de gezichten der passagiers vaak op, wanneer de Métro over een der vier Seinebrug- gen rijdt, die naast het 60-tal, dat reeds vroeger bestond, speciaal voor het stedelijke treinnet werden ge bouwd. MAAR onder of boven de Seine steeds klopt alles als een presicie-instrument en wordt men binnen een vast tijdsschema van de ene hoek der stad naar de andere gebracht. Soms daalt de trein hierbij ook ongemerkt naar grotere diepten en komt zelfs op een bepaald punt tot 60 meter on der het straatoppervlak. De Métro beschikt over 1300 mo tor- en 1400 bijwagens, die voor een groot deel dagelijks in bedrijf zijn, terwijl men in het geheel on danks het voorbeeldig eenvoudige controlesysteem het respectabele aantal van ongeveer 17.000 mensen in dienst heeft. LEIDSCH DAGBLAD) Ieder treinkaartje geeft onbeperkt overstaprecht, maar deze gunst is afgelopen, indien men ergens een station verlaat, daar alle wegen van buitenaf onverbiddelijk bij de reeds genoemde juffrouw met de kniptang eindigen, die de enige en afdoende controlepost vormt. Op de treinen zelf rijdt weinig personeel mee en men volstaat met sporadische steek proeven. of bepaalde reizigers met een kaartje tweede klasse niet eer ste zijn gaan zitten. Enorm vervoer HET aanta] personen, dat jaar lijks vervoerd wordt vormt een astronomisch cijfer met een hele reeks nullen en komt on geveer overeen met de bevolking van een heel werelddeel. De trei nen zijn ook vaak overvol en vooral op het spitsuur zo 's avonds tus sen 6 en 7 is het allerminst een pretje om in het enorme gedrang af te dalen. Wie het dan ook maar enigszins betalen kan of betalen wil maakt liever gebruik van de bovengrondse stadsautobussen, wel ke ouderwetse „bakbeesten" bedui dend hogere tarieven vragen. (Van een speciale medewerker) Aik doe de leiding van de Hoofdstadoperette thans geheel alleen: aldus de grijze en vitale heer Meyer Hamel, zittend achter drie telefoontoestellen en ..omlijst" door met kleurige ope rette-affiches beplakte wanden. Zijn nieuwste succes, dat avond aan avond in ..De kleine Komedie" na Amsterdam ook elders uit verkochte zalen trekt en waarmede men in de loop van dit weer 250 voorstellingen tellende seizoen ongeveer alle steden van ons land zal bezoeken) heet: ..In einer kleinen Konditorei" moet er geld by. U moet In dit ver- de heer Reese te Rotterdam, maar band niet vergeten, dat goede ar- op ieder schriftelijk aanbod volgde tiesten niet goedkoop zyn. Voor een een beleefd, doch koel „neen". Tot gewone rol betaal lk ongeveer dat de deuren voor hem open gingen f 1000.- per maand, terwijl de top- na het schrijven van het volgende m6mm - briefje: „Geachte heer Reese. Bij gaand mijn driemaandelijkse offerte in afwachting van uw drie maandelijkse weigeringenz." In de dertiger jaren trad hij de sterren zoals Jan Handerson Lizzi Schöffmann die zijn ove rigens al meerdere jaren bjj rnjj en hebben alle buitenlandse aanbie dingen afgewezen zelfs boven de f 2000.- uitkomen Publiek heeft goed geheugen wereld der revues binnen, die hij zelf schreef, regisseerde en exploi teerde. „Alles, wat op dit terrein des tijds ook maar enigszins iets be tekende, haalde ik naar mij toe alle bekende namen hebben in mijn programma's gestaan. Louis en Heintje Davids, Corry Boda, Natuurlijk hebben we in het di rectiekantoor aan de Leidsekade te Amsterdam met het schryfma- chinegeratel van enkele tikjuffrou wen op de achtergrond lange tijd over dit „geheel alleen" gesproken. En daarmee kregen we weer de twee andere figuren voor het geestesoog, die meerdere jaren met Meyer Hamel een onafscheidelijk drieman schap vormden. De namen van deze twee doorgewinterde Oosten rijkse operettekomieken staan bij Uw mooie huis zal nóg aan trekkelijker worden indien u een matig gebruik van klimplanten maakt. Het is dus echt niet de bedoeling uw huis onder een la wine van klimplanten te bedel ven; lijn en architectuur van het huis mogen in geen geval verloren gaan. Ergens op de hoek vraagt het huis en vooral het hoge huis toch een passende beplanting en hiervoor kan men zeer goed de clematis gebruiken. De blauwe en grootbloemige C. Jaqmannill zal u stellig voldoen: een rijk bloeiende klimmer met enorm grote,donkerblauwe bloe men. Vooral tegen een gele ge velsteen zal men er veel plezier van hebben. Als het niet vriest, kan er nog gepoot worden, doch het is verstandiger tot na de winter te wachten. Dan kan men nu overwegen welke soort te bestellen, want men behoeft het niet alleen bij die donker blauwe te zoeken. Er zijn ook vele andere kleuren; vooral licht blauw zal u wel voldoen en dan zijn er de rode en roze kleuren en niet te vergeten wit: die komt vooral tot zijn recht tegen een donker huis. De clematis laat zich niet ge makkelijk verplanten. Daarom moet. men de boomkweker een in pot gekweekt exemplaar vra gen; ze heeft dan van het ver planten niets te lijden. Dan moet men niet alleen een diep, doch ook een ruim plant- gat maken. Daar vlak bij die fundering heeft de bouwer ook geen beste grond gebruikt;"over het algemeen is dat allemaal zand en puin en daar groeit de clematis niet in. Die moet men dus uitgraven en er andere pri ma tuingrond voor in de plaats brengen. Vergeet niet er wat oude mest doorheen te doen; verse stalmest mag men er in geen geval voor gebruiken. De clematis moet men bij het poten uit de pot nemen. Zet de plant vooral niet te hoog: ze moet zo diep mogelijk gepoot worden. Bovendien kan het dun ne stammetje van onderen de volle zon niet verdragen. Men moet er dus een dakpan tegen aan plaatsen. Eventueel kan men dat ook opvangen door er beplanting voor te zetten. G. KROMDIJK De bloeiende clematis. wijze als een daad van piëteit nog aan de buitendeur. Het zijn Fritz Steiner, die 3 jaar geleden om ge zondheidsredenen heenging en Otto Aurich, die vorig jaar maart over leed. Beide lieten zowel op de planken als in de nuchtere sfeer van de dagelijkse leiding een schijnbaar niet te vullen hiaat ach ter. Zonder de verbeten vechter, die Meyer Hamel van nature is. zou het gezelschap misschien een terugslag gekregen hebben, maar hij begon dadelijk jacht te maken op nieuw talent en spande zich in om het onvervalste Weense klimaat nog sprankelender en tastbaarder uit zijn voorstellingen te laten spreken „Het publiek is wreed en meedo genloos je moet iets zeer goeds blijven brengen Hoe dan ook de strijd is ge wonnen! Het is gelukt, het peil zo danig op te trekken, dat het verlies ruimschoots vergoed werd. Maar één ding is Meyer Hamel totnogtoe niet gelukt: hU slaagde er n.l. niet in, de man of de vrouw te vinden, die hij gaarne tegenover zich aan zijn bureau had willen zien zitten. „Er komt toch voor rnjj immers ook eens de dag, dat ik het vaandel moet overgeven, hoewel ik voorlopig nog geen behoefte aan rust heb Geen geloof aan geluk DE kleine grijze vechtjas, die meer dan 40 Jaar in het show vak zit, heeft dus weer eens op eigen kracht (het is wel meer gebeurd in zijn leven) een gevecht gewonnen. „Het was hard werkenheel hard werken zelfs. Ik geloof niet aan geluk en reken er daarom ook nooit opslechts capaciteiten en vechten kunnen een mens of een zaak redden Hierna vertelde hij ons, dat hij voor deze voorstelling op zoek ging naar een regisseur, die de Weense sfeer „in de vingertoppen voelde tintelen" en vond in Walter Koch- ner. Reeds eerder ontdekte hij in Herman Valsner een karakterko miek, die in dit stuk als „rijke worstfabrikant" daarbij terzijde gestaan door de „oude getrouwe" Clalre Clairy de lachers vaak op zyn hand krygt. „Het lykt misschien wat merk waardig. dat Oostenrijk de ba kermat der operette een arties tenarsenaal heeft, waaruit voortdu rend te putten valt. Maar de men sen, die in de provincie spelen, ko men graag naar ons land, omdat ze hier meer kunnen verdienen. Toen ik voor mUn Dreimaderlhaus een Jr- OOIT wordt er by de aankle ding van een operette terug gegrepen op opgeslagen ma teriaal van vroegere uitvoeringen, Vonk, Louisette. Harry omdat Meyer Hamel de ervaring Louis de Bree, Lou Bandy opgedaan heeft, dat het geheugen Ha vele jaren van succes maak- van het publiek voor buitenissige e 00ri0g aan aues een einde kostuums en bepaalde decors heel hii w« behoorlijk is. Indien hij dus af en e" J}) de bevrijding herinnerde toe schlagers uit het klassieke ope- slechts een lege gereedschapskist rette-repertoire opnieuw gaatbren- en e&n aantal verfomfaaide kos- gen. volgt weer een geheel andere tuums aan een vergane glorie- opzet. periode MEYER HAMEL: verbeten vechter. De Hoofdstadoperette werkt dus thans met haar gezelschap van 42 personen by wyze van spreken „te gen het plafond", aangezien op zijn minst by na uitverkochte zalen nodig zyn om de kosten te dekken. „De tyd. dat Je in dit vak ryk werd, is voorgoed voorbydat kon een Henri ter Hall nog of een Louis Opnieuw AAR opnieuw gordde hij 't zwaard aan. Hij wenste niet op een snippertje ge luk te wachten hij zou het geluk dwingen. En zo verzamelde hij de laatste mensen van de uit- ik. voor mijn oreimaucnnaus een pn ------- »«w- Schubert nodig had. Het m(Jn agent fJrl.fPS"'hlSwrinm wïïtvaS eenge™llen Fritz Hirsch-operette te Wenpn mii viif Schuberts voor- herinneringen, waarvan om zich heen, zoals b.v. Dora te Wenen my vyf Schuberts voor- hi »ifr 0m Zlch heen' zoals b v- zingen en zo kon ik Hans Taube tret de doorbyte? Meyer Hamel Paulsen' clalre Clairy, Otto eruit halen, die niet slechts een af te ronden. u yer Hamel Aurich. Fritz Steiner. enz. Dit mterhlk'Sër «tchlkT^as°Dez?"te HiJ ,!?egon carrière als dia- betekende het geboorteuur van de trouweL nóg^ï miln cMeÈhaD mMlif1UperV dle vol*«" ziln eigen Hoofdstadoperette, die zich thans trouwens nog du m«n gezelschap. woorden af en toe 2WIrt van de ln het 17de speelselzoen bevlndt honger", waarna hij op een goede waarbij vooral ..Eln Walzertraum' dag als zanger van zelfgeschreven liedjes het toneel beklom. Zo ont wikkelde hl) zich ook tot conferen- cier en praatte b.v. destyds in het 8ePGJkt hebben. Haagse Scalatheater (waar genoem de Bouwmeester jr. toentertyd direc- Dit alles wil niet zeggen, dat mo gelijk talent van eigen bodem by my geen kans heeft.... zo heb ik onlangs een meisje laten voorzin gen, dat zojuist van het conserva torium kwamdie heeft thans in de huidige voorstelling een eerste rol gekregen De kosten van aankleding en montage van een operette zijn er niet minder op geworden en schom melen zo om en naby de f 60.- a 70.000. Maar Meyer Hamel werkt nog steeds zonder één cent subsidie, welk feit hem de dwingende plicht oplegt, steeds volle zalen te trekken. „Indien ik onder de 80 r> bezet ben ik herinner me de tijd nog, dat „Die lustige Witwe" en „Wiener Blut" het meest op het repertoire Maar ongetwijfeld is het luch- teur was» het programma van de ^ige en niet vakbekwame hand van 40 50 9i „grote" telepaath Malowitz aan el- bereide kaar. Vaak zag men hem ook in de kleine mer, doch altyd naast „sterren" als Kees Pruis, Willy Derby, enz. Maar reeds toen maakte hy zyn levens devies „geluk bestaat niet het komt slechts op capaciteiten aan", volledig waar. Zo vocht hy eens verbeten Voor een gebak, dat Konditorei thans in de geserveerd rol van een verdiensteiyk vulnum- wordt, een hoogtepunt in de ke- mcr rfnrh nlfJiH naast cterron" air ten der bonte en levendige uit voeringen. Daarvan zal heel Nederland zich in de loop van dit speelsei zoen kunnen getuigen. kon spreken plaats in het cabaret Pschorr van Jaap Stigter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 14