Heiligen moeilijker Elisabeth Mara: deed zelfs de Koning van Pruisen ontdooien Kom er ACHT-er Ook voor TT zijn de tijden BEROEMDE PRIMA (XD De gevangenis en de hoogste roem werden haar deel O' W' Zaterdag 29 december 1962 Pagina 2 REDERIK DE GROTE, Koning van Pruisen, sprak en schreef bij voorkeur Frans. Op het gebied van de muziek was hij. overeenkomstig de geest des tijds. geheel Italiaans inge steld. Hij moet eens hebben gezegd, dat hij nog liever door zijn paard een aria zou laten hinniken dan een Duitse primadonna in zijn opera opnemen. Het was wel de grootste overwinning die de zangeres Elisabeth Schmeling in haar aan overwinningen rijke, loopbaan behaalde, dat zij deze kritische vorst tot haar overtuig de bewonderaar wist te maken. Maar gemakkelijk had zij het daarbij niet! De vermaarde primadonna die als „La Mara" de geschiedenis is ingegaan, werd op 23 februari 1749 in Kassei geboren als Gertrud Elisabeth Schmeling of Schmeeling. Haar vader was een arme stadsmuzikant en als achtste van tien kinderen had de kleine Eli sabeth een jeugd zonder één sprankje zonneschijn. Zorgen, honger en ellende waren in het gezin der Schmelings aan de orde van de dag. Toen het kind al op haar zesde jaar opmerkelijke vaardig heid toonde in het bespelen van de viool, greep haar vader die kans op nieuwe inkomsten gretig aan. Wonderkinderen waren destijds zeer in trek. Maar zó groot ivas het viooltalent van Elisabeth nu ook weer niet, dat zij er werkelijk sensatie mee wekte. De tournee, die zij met haar vader door het Rijnland, de Nederlanden en Enge land maakte, losten de financiële moeilijkheden niet op. En tot overmaat van ramp kwam de jeugdige Elisabeth bij een val zó lelijk terecht, dat zij haar hele verdere leven kreupel bleef. van eeuwen doorbroken, als zou de zangkunst het monopolie van Ita lianen zyn. En natuurlijk maakt* zy van nu af deel uit van het ope ragezelschap van de Oude Frits. In de gevangenis Frederik de Grote zelf een ver dienstelijk fluitist en compo nist, eiste van zyn musici een ijzeren discipline. Het stond hem dan ook helemaal niet aan, dat zijn nieuwe primadonna met een cellLst uit zijn orkest trouwde, de talent volle. maar onevenwichtige en spil zieke Johann Mara. Toen de ech telieden (nog wel midden in de kar- navalstjjd!) zich door de vlucht aan hun contraeten en aan de koninklijke tyrannie probeerde te onttrekken, werden zij bij een der poorten van de stad aangehouden. Mara verdween in de gevangenis en op de roerende verzoekschrif ten van Elisabeth om hem vrij te laten, antwoordde Frederik de Gro te koeltjes: „Zy wordt betaald om te zingen, niet om te schrijven!" Ook toen de zangeres weer in ge nade was aangenomen, vergat de koning haar vluchtpoging niet. Als Toen de zangeres La 2 Mara als Elisabeth Schmeling haar loopbaan f begon, was de hele mu- ziekwereld ervan over- i tu'.gd, dat alleen Italianen 4 werkelijk konden zingen, 4 La Mara volbracht met 4 haar virtuoze zangkunst 4 het wonder, aan dit voor- oordeel een einde te ma- ken en oogstte de bewon- 4 dering zowel van Frederik de Grote als van Marie f Antoinette. i 4 Twintig Jaar nadat zij in armoe de en ellende uit Engeland was ver trokken, keerde zij er als een door de hele wereld geverdc primadon na terug. De grote en door de Brit ten algemeen als een nationale componist gevierde Georg Friedrich Handel was toen juist een kwart eeuw dood en ElLsabeth Mara zong de sopraanpartij in een gigantische herdenkingsuitvoering van „The Messiah". Zy zong in het Engels, dat zij nog niet was verleerd. Het feit was des te opmerkelijker, om dat zü. geboren Duitse, haar hele leven geen woord Duits heeft wil len zingen. Zelfs de werken van Mozart, een componist die zjj vee- tig jaar zou overleven, vond zij be neden de waardigheid van een ech te primadonna. Zjj hield zich aan het Italiaans en zong by voorkeur in echte Napolitaanse belcanto-ope ra's. Klaarbiykeiyk vond ook een universele geest als Goethe die op vatting alleszins aanvaardbaar, want hji wjjdde aan La Mara twee lofdichten. Verloren vermogen Arm oed ige jeugd Op haar elfde jaar ontdekt* de beroemde zangpedagoog Pietro Paradisi, die in Lon den verblijf hield, Elisabeths stem. Maar een zangopleiding eiste in die dagen zeverv jaren ijverige studie. En wie daarvoor geen geld had, moest aan de zangleraar bU con tract een hoog percentage van la tere inkomsten afstaan. Het één noch het andere paste in de plan nen van papa Schmeling. Zo kwam er van zanglessen niets. De muzi kale tournee van vader en doch ter werd hervat. En hun armoede duurde voort. Enige jaren rekten zij dit troos teloze bestaan. Toen kwam uit Kas sei bericht, dat Elisabeths moeder daar inmiddels was gestorven. Va der Schmeling wilde terug naar Duitsland, maar zijn Britse schuld eisers lieten hem niet gaan. In- plaats van op de boot naar het vasteland belandde hij in de ge vangenis. Nieuwe, sombere levens ervaringen voor de inmiddels vijf tien jaar geworden ElisabethI Da gelijks bezocht het meisje haar vader in zijn kerker. Gevangenis sen waren in die dagen nog heel wat afschuwelijker dan tegenwoor dig en wij kunnen er alleen maar raden, wat die indrukken voor het gevoelige kind hebben betekend. Toen Elisabeth in Engeland nie mand vond die haar vader kon of wilde helpen, stak zU (des- tyds een ongehoorde onderneming voor een miesje van haar leeftijd) in haar eentje op een nauwelijks zeewaardig vaartuig het Kanaal over. ging naar Amsterdam en vond daar vrienden bereid het be drag voor te schieten waarmee gevolg daarvan weigerde hy haar hardnekkig, elders gastvoorstel- lingen te geven. Elisabeth Mara (zoals zjj zich voortaan noemde) voelde dit terecht als een belem mering voor haar artistieke ont plooiing. Een nieuwe poging van de zangeres, zich aan het knellende juk te ontworstelen, had meer suc ces dan de eerste. Razend van woe de moest Frederk de Grote verne men, dat zy via Praag in Wenen was aangekomen en daar zowaar door keizerin Maria Theresia gena dig was ontvangen. Overal gaven Johann Mara en zyn echtgenote nu samen concerten en de Oosten rijkse keizerin gaf hen een aanbe velingsbrief aan haar dochter Ma rie Antoinette mee, toen de Mara's het plai. opperden voor een bezoek aan Parijs. De meerdere ilde tonelen deden zich in de Franse hoofdstad voor, toen de Parijse vereerders van de Portugese alt Luiza Rosa d'Aguiar Todi aanvankelyk weigerden, in „La Mara" de meerdere van hun afgod te erkennen. In Parijs brak een muziekoorlog uit, vergeiykbaar met die tussen Piccinisten en Gluckisten. Maar Elisabeth Mara kwam zegevierend uit de stryd. Ko ningin Marie Antoinette benoemde haar tot „première chanteuse de la Reine". v p het eind van haar loopbaan reisde zy naar het tsaristische Rusland, dat grote kunste naars uit het westen uitbundig wist te eren. Als een vorstin haalde men haar in St.-Petersburg in. zy zong er niet in de opera, maar verdien de enorme kapitalen met hulscon certen voor de schatryke Russische adel. Iri 1811, op een leeftijd van 62 jaar, vestigde zy zich (naar zy meende voorgoed) in Moskou. Het geweldige vermogen, dat zy byeen- gezongen had, belegde zy in Rus sische landgoederen, maar vooral in huizenblokken in Moskou. Een jaar later kwam Napoleon naar Rusland. Moskou ging in vlammen op en daarmee vrijwel heel de rykdom van Elisabeth Mara. Het grote avontuur dat de nederlaag bewerk te van de Corsicaan, bracht de primadonna tot de bedelstaf. Verslagen week Elisabeth Mara uit naar Reval, de hoofdstad van Estland aan de Finse Golf. zy had er vrienden, maar zy wilde daar niet financieel afharucelijk van zijn. In 1821' stond zy zowaar in Lon den weer op het podium, 71 jaar oud. Zij zong er Italaanse aria's en een aria uit Handels oratorium „Salomo" De kritiek prees haar voorbeeldige coloraturén, haar on overtroffen trillers. Een oude vrouw, zestig jaar tevoren in armoede haar loopbaan als zangeres begonnen, Kunt U de acht afwykingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Byvosgsei. probeerde zich met dezelfde yzeren energie opnieuw aan de armoede te ontworstelen. Maar ditmaal ont braken haar de tyd en de jeugdige kracht om een duurzame overwin ning te bevechten. Haar Engelse tournee werd, alle welwillendheid van publiek en critici ten spyt, een nauwelyks verholen catastrofe. Van haar prachtige, omvangryke stem was immers nog maar een schame le rest over. Als een dier dat een stil hoekje opzoekt om te sterven keerde zy terug naar Reval. Zij gaf er zang lessen, het is waar. Maar wie had in die dagen in een plaats als Re val behoefte aan zanglessen van een der grootste primadonna's van Europa? Toen zij in datzelfde Reval in 1833 overleed, 84 jaar oud, bejubelde de wereld al weer nieuwe primadonna's, die nog fris en jeug dig waren, en over de volle glans van haai stemmiddelen beschkten. „La Mara" stierf als een eenzame vrouw. De kunst is vaak een hard be drijf! (Van onze Romeinse correspondent) mannen van wetenschap aan de Argeloos als wij soms zijn, leef- hand van documenten en feiten kon^bevriidetfrDe'oude Schmlliïl den "wij in de overtuiging, dat de willen nagaan, hoe het leven van kon nu ook moeilijk tegen haar oude, alombekende heiligen der die halfgoden geworden heiligen dringende verlangen ingaan, dat R.-K. Kerk als onaanstastbare werkelijk is geweest. zij vooreerst in Kassei zouden blij ven. Daar nam zy de zanglessen, die haar tot dusverre onthouden wa ren door.naar Italiaanse zan geressen en zangers van de hofope ra te gaan luisteren zo vaak zij er de kans toe kreeg. Thans trachtte zy dan na te doen wat zy had gehoord. Deze ongewone vorm van zang- onderricht wierp dank zy de ijver en de Intelligentie van Elisabeth Schmeling al na een paar maanden resultaten af. Het was des te op- grootheden nog eeuwenlang zou den worden aanbeden, zoals zij dat reeds duizend jaar lang en meer gedaan werden. Maar ook het naleven der heiligen is niet altijd even rustig. In de laatste tijd zoekt men voor alles naar „waarheid", en ja, wat men zo over die oude heiligen vertelt, is niet altijd „wetenschappelijk te bewijzen". De vrome fantasie van onze voorouders, die uit de meest simpele gegevens, vaak uit een merkeiyker, °mdat zij ^"**1 f j. verkeerd begrepen woord, aan- na haar terugkeer g - doenlijke mythen wisten te schep pen, verschrompelt wanneer de na haar terugkeer l zestienjarige zangeres op haar eerste openbare concert in Kassei een ern stige fiasco had geleden. Zij had. zoals In die jaren gebruikelijk was, een poging gedaan, de landgraaf van Hessen voor haar talent te Interesseren en deze vorst had ge nadig een zanger van zijn operage zelschap de Italiaan Morelli, n»»1" het concert gestuurd om hem ver slag uit te brengen. Morelli kwam terug met het vonnis: „Ella canta come una tedesca" (zy zingt als een Duitse). Iets ergers kon in die dagen van een zangeres niet wor den gezegd. En „atuuriyk had zy toen by de landgraaf geen enkele kans. Maar na haar zelfstudie oogst te Elisabeth in de éne Duitse pro vinciestad na de andere zulk een opmerkeiyk succes, dat zfi als acht tienjarige onder Hiller in Leipzig op mocht treden en in Dresden voortaan de persoonlijke bescher ming genoot van de echtgenote van de keurvorst van Saksen. Triomfen Nu volgde de éne triomf na de andere. Er ging nauwelyks een week voorby zonder dat haar het een of andere huwelijks aanzoek bereikte. Maar Elisabeth dacht aan niets anders dan zingen. Minstens vier uren per dag be steedde zy aan zangoefeningen. En de rest van haar tyd vulde zij met pianolessen, danslessen en lessen in lezen, schrijven en rekenen. Op al haar reizen als „wonderkind was van onderwys geen sprake geweest en de jonge zangeres begreep maar al te goed. hoe belangrijk voor haar verdere ontplooiing juist die alge mene ontwikkeling was. De verdere gebeurtenissen bewe zen de Juistheid van haar inzicht. Al heel gauw drong haar faam tot Beriyn door. Frederik de Grote, nog sceptisch ten aanzien van een jonge Duitse vrouw die meende te kunnen zingen als een Italiaanse, liet haar naar Sans-Souci komen. Daar zong zy. volmaakt zeker van zichzelf, de koning zonder enige voorbereiding een aartslastige Italiaanse coloratuuraria van het blad voor. Het werd een demon stratie van spelenderwyze overwon nen muzikale moeiiykheden, van voorbeeldige trillers en ingewikkel de versieringen. „Nee-maar, diè kan zingen!" moet Frederik de Grote hebben uitgeroepen. Daarmee was eindelyk voorgoed een vooroordeel Constantijn de Grote schenkt Sint Sylvester de helft van het Romeinse Rijk en voert hem als heerser Rome binnen. (Fragment van laat-Byzantijn- se muurschildering in de kerk Santi Quattro Coronati te Rome). Reeds zyn er enkele een tweede dood gestorven, of juister: hun eerste dood (van christelijk stand punt hun „ontwaken", een opvat ting die meebrengt dat de feestdag van een heilige samenvalt met zyn sterfdag) werd ongedaan gemaakt, omdat bleek dat zy nooit hebben bestaan. Het eerste „slachtoffer" dat viel was de Heilige Filomena, aan wie in zuid-Italië kerken en altaren zyn gewyd, maar die nooit heeft bestaan. Filomena is een vry veel voorkomende meisjesnaam in Calabrië, maar sedert een paar jaar mogen kinderen niet meer met die naam worden gedoopt, tenzij er de naam van een andere heilige aan toe wordt gevoegd. In rang verlaagd Een heel wat bekender heilige, Sint-George, is in rang verlaagd. Zyn feestdag, 23 april, is voor de kerk niet langer een feest van de eerste grootte. Als men weet. dat deze heilige in de gehele christen heid altyd een bijzonder hoge plaat* heeft ingenomen en dat ganse gewesten en landen (Enge land, Portugal, Catalonië, Aragon, Georgië. Lituanië, Ligurië) in hem hun nationale beschermheilige zien, dan is het duidelijk dat de Ro meinse congregatie der riten, die in deze zaken beslist, stellig niet lichtvaardig tot dat besluit is over gegaan. Er wordt nu gezegd, dat men over de H.-George heel weinig met zekerheid weet. Hy is waarschyn- ïyk een soldaat geweest, in ieder geval een christen, die vóór de tyd van Constantijn de Grote (maar het Jaar is onbekend) de martel dood stierf, waarschijnlyk te Tyd- da in Palestina. Dat is alles. In de legende gaat hy de plaats innemen van Perseus, die Andro meda bevrydde van de draak en gaat op zijn beurt een draak do den om het leven te redden van de dochter van de koning van Libië. Meestal wordt hy voorgesteld te paard zittende, de draak bestrij dend. Vrywel ieder oud huis in de stad Genua prijkt met een gevel steen, dit gebeuren voorstellend. En nu Is Sint-George van zyn paard gestapt. Hij was geen hoog officier, doch een eenvoudig sol daat en de draak heeft hy alleen gedood, omdat in Griekenland, maar vooral in Egypte en Ethiopië, een onverwoestbare legende be stond over een god of halfgod, die een draak doodde: de Kerk heeft die oude mythe eenvoudig geker stend. Problemen Welke „problemen" deze herzie ning van de kalender der heiligen doet ontstaan, moge biyken uit het volgende: een visser uit Portofino schreef aan een Genuees dagblad, dat hem niets vreseiykers had kunnen overkomen, zyn naam is Giorgio, zyn vrouw Giorgina, zyn schip San Giorgino, Portofino heeft de H.-George tot schutpatroon en „nu hebben myn vrouw en ik in eens geen patroon meer in de he mel. Hoe moet dat nu met de vis serij? En hoe moet het later als wy sterven en wy geen voorspraak hebben om in het paradys te wor den toegelaten?" De krant kon ge lukkig antwoorden, dat de heilige niet is „afgeschaft", alleen maar tot zyn ware proporties terugge bracht en verwees verder de brave zeerob naar zyn pastoor. Meer aardse overwegingen deden een burger van Turijn naar de pen grijpen. Hij schreef aan de „Stam pa", dat hij nooit veel vertrouwen had gehad in Italiaanse lires en ook niet in aandelen of effecten. Hy had daarom zijn leven lang al zyn spaarduitjes belegd in gou den ponden sterling. „En nu in eens ben ik bang. dat ze niets meer waard zullen zyn. Op elk van die munten staat het portret van Sint-George en ik heb gehoord, dat die heilige byna waardeloos is ge worden". De „Stampa" hoefde niet eerst zyn financiële redacteur te raadplegen om aan deze zuinige huisvader te kunnen uitleggen, dat de devaluatie van de H.-George alleen op het religieuze en niet op het economische vlak ligt. Sint Sylvester wy zyn bevreesd, dat een ande re heilige binnenkort een veer zal moeten laten, een heilige die op dit ogenblik erg actueel is, Sint Sylvester, wiens feest wordt gevierd op Oudejaarsdag en die bisschop van Rome (Paus als men wil) is geweest van 314-335 tydens het eerste oecumenisch concilie, dat van Nicea in 325. De historische Sylvester was geen belangryke pairs. Er is weinig over hem bekend. Het concilie van Nicea werd niet door hem. maar door keizer Con stantijn uitgeschreven en voorge zeten. De Paus was er niet by aanwezig. Er waren trouwens heel weinig bisschoppen uit het West- romemse rijk naar Nicea gekomen. ,Paus" Sylvester was voorbe stemd om in de legende een grote rol te spelen. De verhalen zyn tal loos, maar het meest belangrijke is dat over de bekering van keizer Constantyn. (De historisch Con- stantyn was in zyn jeugd nog heiden, maar zonder de christenen te vervolgen. In 312 verovert hy Rome op Maxentius en zyn leger voert dan reeds christelyke veld tekens, wat te meer verwondert, daar Rome in tegenstelling tot het oosteiyk deel van het ryk een uit gesproken heidense stad was. Syl vester werd in 313 door de Romein se christenen tot bisschop geko zen). De legende vertelt ons, dat Con stantijn de christenen bar vervolg de. zodat Sylvester met zyn pries ter uit Rome vluchtte en zich ver borg op de berg Soratte. God straf te de keizer, die melaats werd. Om te genezen raadden de heidense priesters hem aan drieduizend kin deren te laten vermoorden en een Keizer Constantijn laat de onschuldige kinderen aan hun moeders teruggeven. Laat- byzantijnse muurschildering, 13de eeuw, in de kerk S. Quat tro Cornati te Rome) bad te nemen in hun jonge bloed. De kinderen werden aan hun moe ders ontnomen, maar toen de kei zer op de plaats kwam, waar het bad zou worden klaargemaakt, werd hy geroerd door de smart der moe ders en zei: „Het is beter dat ik sterf, aan dat het bloed dier on- schuldigen mijn zondig leven ver- lenge". En hy liet de kinderen te ruggeven aan de moeders. In de nacht daarop versohenen hem in de droom Petrus en Paulus die hem zeiden: „wyi gy het onschul dig bloed niet wildet vergieten, heeft Christus ons gestuurd om te zeggen hoe ge genezen kunt". En ze raadden hem aan boden te stu ren naar Sylvester de bisschop op de berg Soratte, die hem een bron zou wyzen, waarin hy driemaal moest onderdompelen. Drie sprongen De volgende dag stuurde de kei zer zyn redders uit. Toen Sylvester hoorde, dat de keizer hem by zich ontbood, meende hy dat hy geroe pen werd voor het martelaarschap en steeg ylings te paard. In drie geweldige sprongen was zyn paard al in Rome (de afstand is 60 km». De keizer vertelde hem zyn droom en vroeg, wie die twee goeden ge weest waren. „Dat waren geen go den", zei Sylvester, „maar de apos telen van Christus". En hy liet de portretten van Petrus en Paulus halen, die onmiddeliyk door de keizer werden herkend. Sylvester onderrichtte hem in het geloof, liet hem een week vasten en de deuren der gevangenissen ontsluiten. Daarna doopte hy hem en de keizer was tegeiyk van zyn melaatsheid genezen. Constantyn gaf onmiddeliyk een hele reeks ge boden uit in het belang van de Kerk, o.a. dat zoals de keizer heer is der wereld, zo zal de bisschop van Rome hoofd zyn van alle bis schoppen. Een tiende der inkom sten van het rijk moest dienen voer het bouwen van kerken en de keizer zelf begon met het bou wen van de Pieterskerk, waarvoor hyzelf op zyn rug twaalf zakken aarde aandroeg. 's Keizers moeder, Helena, was Inmiddels overgegaan tot de Jood se godsdienst. Er komt dan een groot dispuut, waarin Sylvester hon derddertig joodse geleerden weer legt en een vervaariyke stier, aan welke een van die geleerden de „ware naam van God" in het oor had gefluisterd waarop het beest onmiddeliyk dood ter aarde viel. in de naam van Christus gebiedt op te staan, aldus bewyzend dat de joden niet Gods naam, maar de naam van een vervaariyke duivel kennen. Rome wordt dan nog geteisterd door een vreeslijke draak, die zich onder het Capitool schuil houdt. Sylvester, horende dat dit monster met zyn kwalyke adem dageiyks driehonderd mensen doet sterven, daalt af in de grot, bezweert de duivel die in de draak woont en voert het monster als een schoot hondje aan een touw met zich mee. Toen zy dit wonder zagen geloofden de Romeinen in de kracht van Christus en lieten zich dopen. Al deze kinderlyke, maar ook verrukkelyke verhalen, die eeuwen lang kunstenaars overal ter wereld hebben geïnspireerd, zyn natuur lijk vry onschuldig. Niemand be hoeft er aan te geloven, maar het schynl, dat er naieve zielen be staan, die elk woord als waar be schouwen en dat is blijkbaar de reden, waarom men die heiligen, die al te zeer tot mytische figuren zyn geworden, een beetje wil kort wieken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 14