Schroder -1 )evrient redde als 17-jarige „Fidelio Kom er ACHÏ-er ZOEKLICHT w Woensdag is liet 31 oktober Zang en waren bij liaar eenheid BEROEMDE PRIMA DONNA'S (II) Door schurk naar de afgrond VAN BEZINNING Zaterdag 27 oktober 1962 Pagina 1 De door geheel Europa be jubelde zangeres, die als geen andere op het toneel het ideaal der volmaakte huwelijkstrouw uitbeeldde, ondervond als vrouw in haar eigen leven slechts bittere teleurstellingen. E 19e eeuw geldt in de kunsthistorie als het tijdperk der XX romantiek. Hoe komt het. dat in die eeuw ook buiten de droomwereld van de kunst om zoveel mensenlevens in de kolkende maalstroom van romantische belevenissen opgenomen werden? Was de romantiek als kunststijl de enig mogelijke uiting van een door het noodlot tot ..romantisch leven'' gedwon gen generatie? Infecteerde omgekeerd de fantasiewereld op onnaspeurlijke wijze het leven van alledag? Wij zullen het waar schijnlijk nooit met zekerheid kunnen.uitmaken. Vast staat, dat het leven van ,,de primadonna der romantiek", Wilhelmine SchroderDevrie'nt, zonder dat zij het wilde even dramatisch en stormachtig verliep als dat van de toneelfiguren waaraan zij gestalte gaf. Zij werd op 6 december 1804 Hamburg geboren. Als ultra-roman tisch voorteken woedde juist een heiige sneeuwstorm, waarbij het uitzonderlijk verschijnsel in die tijd van het jaardonderde en blik semde. Haar vader ivas de gevierde bariton Friedrich Schroder, de eerste zanger die Mozarts Don Juan in de Duitse taal zong, haar moeder de beroemde actrice Sophie Charlotte Schroder, de gepassioneerde Medea in Grillparzers dramatische trilogie. Met. zang en toneel kreeg de kleine Wilhelmine dus al in de wieg de beide gegevens voor haar eigen kunstloopbaan mee. Maar een rustige, harmonische ontwikkeling van haar gaven was niet voor haar weggelegd. Debuut als kind Het was de Napoleontische tijd. Hamburg leefde onder de druk van de Franse bezetting. De tem peramentvolle Sophie Schroder maakte op een kwade dag de toorn van een Napoleontisch generaal gaande, door op het toneel te sma len op de Franse tricolore. Het ge zin moest vluchten. Bij Hanau raakte de toen nog pas vierjarige Wilhelmine met haar ouders zowaar in een veldslag verzeild. Het drietal bleef ongedeerd, maar daar zij hun identiteit voor de Franse autoritei ten moesten verbergen, viel niet te denken aan een belangrijk toneel engagement. Om aan de kost te ko men ai-rangeerden de ouders onder aangenomen naam op bescheiden voet variétévoorstellingen. En de vierjarige Wilhelmine moest daar bij als danseresje optreden. Napoleon verdween van het Furopese toneel toen Wilhelmine Wilhelmine Schröder-Devrient en de tenor Schuster bij de première van Von Webers Eyryanthe tienjarige verloor zij haar vader. Schroder tien jaar was. Als veer- Met haar moeder, die een belang rijk contract met het Burgtheater te Wenen had kunnen sluiten, ver huisde zij naar de Oostenrijkse hoofdstad. Hoewel nog een kind. de buteerde Wilhelmine ook zelf in het Burgtheater als actrice. Ze speelde er Luise in Schillers ..Kabale und Liebe", Ophelia in Shakespeare's „Hamlet". Konden haar prestaties bij een doorgewinterde toneelspeel ster als haar moeder geen genade vinden? Was zij zélf ondanks de v/elwillende kritieken niet tevreden? Hoe het zij. haar naam verscheen niet meer op de affiches. Tot het Kartnertortheater een reprise van Mozarts opera „Die Zauberflóte" aankondigde: met Wilhelmine Schroder als Pamina! In alle stilte had haar moeder haar zanglessen laten geven en haar in recordtijd klaargestoomd voor Je opera. Een triomf! Wilhelmine's eerste optreden als zangeres was geen sensatie, maar zij kreeg er toch de ene operarol na de andere door. Toen Weber in Wenen zelf zijn ..Freischütz" diri geerde en zich bijzonder geestdrif tig toonde over Wilhelmine Schrö- ders uitbeelding van Agathe. wees öc theaterdirectie haar aan voor de titelrol in „Fidelio". De opera Fidelio was het zorgen kind van Beethoven. In 1805 was het werk na drie voorstellingen van de agenda geschrapt: een fiasco. In 1806 probeerde de componist het met een gewijzigde versie. Vergeefs. In 1814 werkte hij de partituur an dermaal om en in deze vorm sloeg Fidelio eindelijk bij het publiek aan. Maar een gemakkelijk succes beloofde een reprise ook toen niet. He' is te begrijpen, dat de toen al stokdove, humeurige Beethoven er zich tegen verzette, dat. men in 1882 opnieuw een debacle riskeerde door etn meisje van zeventien met de aartslastige hoofdrol te belasten. Fidclio-Leonore is immers een ge rijpte. door het lot beproefde vrouw, die haar leven in de waagschaal stelt om haar echtgenoot uit een afschuwelijke gevangenschap te bevrijden. Hoe kon een begin neling. een kind nog. dit ..drama van echtelijke trouw" waar maken? Wilhelmine Schroder wist. dat Beethoven tegen haar optreden ge kant was. Ze wist ook dat hij de voorstelling bijwoonde: in de or kestbak. waar zijn brandende ogen al haar bewegingen volgden. Maar na de eerste maten ging zij zo vol komen in haar rol op, dat zij alle zenuwen vergat. En het publiek was geèlektriseerd. Dit was geen zingen meer. Het was een volkomen in el kaar opgaan van muziek en spel. Meer: het was hogere werkelijkheid. De geestdrift kende geen grenzen. Zelden werd een opera-uitvoering zulk een triomf. Zonder Wilhelmi ne Schroder zou „Fidelio" wellicht spoedig als een zwak werk van het repertoire zijn afgevoerd. Een ze ventienjarig meisje redde Fidelio voor Beethoven en voor de muzika le wereld. Van dit ogenblik droeg zij Beethovens schepping door heel Europa. En zelfs Parijs, toen afke rig van Beethoven en van alle Duit se muziek, daarbij gevangen in de ban van de grote Maria Malibran- Garcia. veroverde Wilhelmine Schroder in één hartstochtelijke stormloop. Hier was eindelijk een primadonna die niet met haar keel alleen, maar met het hart zong! Het grote nonder Na de gedenkwaardige Fidelio- reprise in W^nen had Beetho ven. volkomen overtuigd door haar succes, gezegd een nieuwe ope ra voor haar te zullen componeren. Hij had daarmee meer beloofd dan hij volbrengen kon. Maar als nog par zestienjarige, dweepzieke jon geling hoorde ook Richard Wagner Wilhelmine Schröders Fidelio in Leipzig. En op zyn denkbeelden over vernieuwing van de kunst zou dit nauwe samengaan van muzikale uitdrukking en dramatische hande ling grote invloed hebben. „Zij heeft helemaal geen stem!" schreef hij. „Maar zij weet zoveel echt vrouwelij ke gevoeligheid uit te stra len. dat niemand meer aan een stem of aan zingen denkt! Daar mee duidde hij raak het grote won der van Wilhelmine Schröders kunst aan. Hoe vreemd dat ook klmkt van een prima donna d;e meer dan zeventig operarollen tot leven wekte: deze zangeres was eigenlijk helemaal niet uitzonder lijk muzikaal. Zij had zelfs de grootste moeite, zich de juiste no ten eigen te maken. Maar kende zij haar partij eenmaal, dan laadde zij haar rol met zoveel passie en in nerlijke spanning, dat zij alle muzi- ka'e bedenkingen van de planken speelde. Webcr. al vóór Beethoven van haar grote kwaliteiten overtuigd, koos haar voor de première van zijn „Eurvanthc". De indrukken die dit dramatisch zwakke werk toch nog wist te vestigen, waren nagenoeg geheel aan Wilhelmine Schroder te danken. Meyerbeers „Hugenoten" maakte zü in Berlijn tot een triomf. En tot haar be wonderende vrienden behoorden ooi: Mendelssohn en Schumann, Wilhelmine Schroder Is de prima donna bij uitstek van de muzika le romantiek. Een kenmerkend incident deed zich eens voor, toen zij onder Wagners leiding de rol van Senta in „Der fliegende Hollander" repe teerde en een braaf oud heertje met een buikje in de titelrol te genover zich kreeg. Moest zij daar in een verdoemde, eeuwig over de oceanen zwervende zeeman zien? Woedend brak zij af. „Als ik in die kleine krentenogen kijk. kan ik geen woord meer uitbrengen!" blafte zij Wagner aan. Voor deze fel-levende zangeres was een ope- raro; geen „spel", maar alleen be staanbaar als alles-vertegende werkelijkheid. Tragische scheiding Het is tragisch, dat de kunste nares, die als geen andere in Fidelio de huwelijkstrouw tot hoogste ideaal wist te verheffen, in haar eigen huwelijksleven een aan eenschakeling van ellende heeft gevonden. In 1823 een jaar na het historische Fidelio-succes in We nen. trouwde zij met de acteur Karl Devrient. Sindsdien noemde zij zich bij haar optreden overal Willemine Schröder-Devrient. In de vUf jaren van dit huwelijk kreeg zij vier kinderen. Toen leed de liefde hier blind. Iedereen waar schuwde haar. droeg bewijzen aan, dat Döring een gewetenloze schurk was. Zij wilde niet luisteren, be dekte zelfs demonstratief het hu welijkscontract met de linkerhand, terwyl zij met de rechter tekende. Toen wierp Döring het masker af. Hij had ervoor gezorgd, dat zijn vrouw in de huwelijksovereenkomst haar hele vermogen had overge dragen en zelfs alles wat zij in de toekomst zou verwerven, met inbe grip van de helft van het pensioen dat zij van de Hopopera in Dres den te wachten had. Döring bleek dus van zins, voortaan op kosten van zijn vrouw de bloemetjes bui ten te zetten. Toen zy daarop niet wilde ingaan, was zijn eerste daad, beslag op haar meubels te laten leggen. Straatarm en dc verbintenis onherstelbaar schip breuk op een niet te overbruggen verschil in temperament. Het was een zware slag voor haar, dat zij bü de echtscheiding haar kinderen allen moest afstaan. Lang heeft deze bittere ervaring haar van een nieuw huwelijk weerhouden. Als zangeres stond zü op het hoogtepunt van haar roem. Bij haar verschijnen op het toneel werd zü met fanfares begroet en na de voorstelling bedolf men haar onder bloemen en bracht men haar in een fakkeloptocht naar huis. Maar als vrouw voelde zy zich ver laten Toen. in 1847 en dus 43 jaar cud, besloot zij plotseling te trou wen met een jonge avonturier, ze kere Döring. Wat volgde, heeft veel van een ouderwetse draak, een slech te stuiversroman. Zo ooit, dan was Wilhelmine Schröder-Devrient in de titelrol van Weber's ope ra „Euryanthe", eenzaam _ilhelmina Schröder-Devrient verpletterd. Om al thans dit huwelyk, dat geen huwelyk was, weer ongedaan te maken, gaf z^j Döring alles wat hij aan geld en goederen vroeg. Tegelyk begon zy een gerechtelyke procedure tegen hem die haar de laatste resten van haar aardse be zitingen kostte. Deze vrouw, die met haar zang overal enorme ho noraria had verdiend, was op slag straatarm geworden. Erger was, dat zü zich niet meer in staat voelde te zingen. In die zwartste jaren van haar leven vond zy steun by een Let- tisch edelman. Heinrich von Bock, die sinds lang een onbaatzuchtige bewondering voor haar koesterde. Nu werden althans de geldzorgen van haar weggenomen. Jaren zong zy alleen nog op huisconcerten, in de vriendenkring. Toen. heel ge leidelijk. kwam ze met liederenre- citals weer in het openbaar. Maar in maart 1859 tijdens een concert in Leipzig, kon zy zich nauwelijks op de been houden. Na elk lied brak zü in tranen uit. Het laatste lied dat uit haar mond klonk was Mendelssohns „Es 1st bestimmt in Gottes Rat, das man von Liebsten das man hat muss scheiden". Haar arts stelde een ongenees lijke ziekte vast. Men neemt thans aan: kanker. In de maanden die volgden, voelde zij zich langzaam door de dood beslopen. Het einde kwam toch nog onverwacht, op 26 januari 1860. De gevierde „prima donna der romantiek" stierf in eenzaamheid, pas 55 jaar oud. Von Bock, die In Letland vertoefde, kwam te Iaat om haar nog levend aan te treffen EEN OP DE BOEKENMARKT Kunt U de acht arwyklngen in de Deide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders ln dit Byvoegsel. Woensdag a.s. is het weer 31 oktober: kerkhervor mingdag. Wie over kerk hervorming spreekt, denkt al lereerst aan Maarten Luther. Het was een warme dag ln juli. Een jonge man staat aan de poort en klopt. De deur zwaait open en daarmee treedt hij een nieuwe wereld met veel pijn binnen. Er worden hem drie vragen gesteld: 1. Zyt gü een lijfeigene? 2. Hebt ge onbetaalde WOORD les kan een heimelyke bevredi ging steken, maar het geeft geen uitzicht. „Hebt u een on betaalde schuld?" Ja, hij had een onbetaalde schuld, maar niet bü mensen. „Lijdt ge aan een verborgen kwaal?" Ja. hU had een verborgen kwaal". Maar Luther heeft ervaren dat een mens in deze wereld geen veilig tehuis heeft, dat hij radicaal bedreigd is en nergens beschut ting kan vinden. Wy worden eerst mens, wanneer God ons aanspreekt, oordeelt en begena digt. Bent u een slaaf? Ja, van deze Heer. Hebt u een onbetaalde schuld? Ja, onbetaalbaar. God alleen kan die betalen. En Hij betaalt, wanneer gy het Evangelie hoort en gelooft. Het ls altüd het schulden? 3. Lydt ge aan een verborgen kwaal?. Neen, antwoord hü. neen, neen. Maar deze jonge Maarten Luther heeft in zijn leven die per en verder leren zien. Hij had eigenlijk drie keer ja moe ten antwoorden. Hij was een slaaf. Er was een schuld en hij had een kwaal. Daarom juist klopt hü aan de poort van 't Augustijnen kloos ter te Erfurt. God heeft hem erin geleid als een paard met oogkleppen voor. Hy vastte; soms was hy drie dagen zonder een kruimel brood. Hij waakte, las en studeerde. Hij bad, hü bedelde, 's Nachts legde hü de deken af en bevroor bij na. Hij kastijdde zich. In dit al- van die kwaal kon geen dokter hem genezen. „Züt gü een lijf eigene?" Ja, hü zat vast. Ster ker: diezelfde Heer, die Hem ge vangen had genomen, gaf hem steeds weer opdracht op te staan. Maar hij kon niet. Hij zat klem in de greep van deze Heer zelf! De grote Erasmus heeft later aan Luther geschreven, dat hy dit niet begreep. „Wat denk jij toch wonderlijke dingen van God". En dan antwoordt Lu ther: Erasmus, je weet eigenlyk nog niet wie God is, omdat jij nog nooit tegen Hem hebt ge vloekt. Je hebt nog nooit ge zegd: Ge zijt geen God, maar een duivel. Want daar moet je doorheen om te weten wie God Evangelie van schuldvergeving en nieuw leven. Hebt u een verborgen kwaal? Ja. die zien wij pas als wij het levenslicht van Gods erbarmen aanschouwen. Het was een warme dag in juli. Hy klopte en de deur zwaaide openWie klopt wordt opengedaan. Dan gaat 'n nieuwe wereld open. A.s. woensdag ij het weer 31 oktober. Wie over kerkhervor ming spreekt, gewaagt allereerst van het voortgaande werk Gods in de Kerk. H. J. A. Haan. Evang. Luth. predikant te Leiden. Will Durant. „Van Soera- les tot Bergson". (verta ling) Salamanderpocket, driedelen. Querido Amster dam 1962. Deze beknopte samenvatting van het filosofisch denken tot en met Bergson is terecht in de voor tal lozen bereikbare pocket uitgave her drukt. De drie delen bevatten een helder geschreven geschiedenis van de wijsbegeerte, zo eenvoudig voor gedragen dat de stof voor iedere be langstellende toegankelijk is. De Amerikaanse auteur Will Durant heeft zich zoveel mogelijk onthou den van het vakjargon, dat soort gelijke werken vaak onlees baar maakt voor hen, die de waar de en de betekenis van de vaste termen der wetenschap niet ken nen, eenvoudig omdat de weten schap in kwestie, in casu de wys- begeerte, hun vak niet is. Voor zo ver de schryver gebruik heeft moe ten maken van termen met een vaststaande betekenis, heeft hij die samengevat in een korte woorden lijst achter in het derde deel en voorzien van bondige verklaringen. Een van de aantrekkelijke kan ten van dit boek is dat de auteur met enkele woorden de levensge schiedenis geeft van de filosofen, die hü behandelt, voor zover hij die van belang acht voor het denk systeem van de betrokkene en des- zelfs resultaten. Dit geeft zijn ge schiedenis iets levends en iets men selijks, waardoor de aantrekkelijk heid van deze in wezen wetenschap pelijke stof voor de leek aanmer kelijk sterker wordt. Het boek krijgt door deze samenvlechting van mens en werk iets heel boeiends. Popu lair in de zin van oppervlakkig is het stellig niet. Terecht haalt prof. dr. H. J. Pos, die de inleiding ge schreven heeft, de uitspraak aan van de Amerikaanse filosoof I> wey, die van Durants boek gezegd heeft: „Durant heeft de wijsbegeerte niet zozeer gepopulariseerd als wel ge humaniseerd". Dat is een zeer juiste uitspraak. De vertaling maakt een betrouwbare indruk hetgeen geen geringe prestatie van de vertaalster Randstad. I. II, III. De Be zige Bü. Amsterdam 1962. Randstad is een driemaandelüks tydschrift, waarop men zich niet abonneren kan. Men moet dus naar de boekhandel om het te kopen; iets waar m.i. eens in de drie maan den geen enkel bezwaar tegen is. De redactie wordt gevormd door Hugo Claus, Ivo Michiels, Harry Mulisch en Simon Vinkenoog, na men die een garantie geven voor topnieuws op literair terrein. Dat vindt men er dan ook in. Wie wil weten hoe het werk van de heden daagse scribenten, nationaal en in ternationaal, geuit en smaakt, kan niet beter doen dan ieder kwartaal zyn dosis Randstad innemem. Hy krijgt dan niet alleen gedichten en proza onder ogen van hen, die op het ogenblik de luidste stem heb ben. Hij kan er ook in lezen wat de eigenaar van de befaamde Olym- pia Press te stellen heeft gehad met de wet vanwege zyn uitgaven van Miller, Nabokov e.d. Hij kan zich verdiepen in de opgewekte car rière van de Amerikaanse avant- garde uitgeverü Grove Press en deszelfs Evergreen Review. Een re portage over de financiële gestes van de heer Zwolsman, de Verolme van Den Haag, is merkwaardig ge noeg, hoewel ik graag zou willen ne ten waar „de villa van de dichter Nijhoff' staat. Die woonde bij mijn weten in het Kazernestraatje in Den Haag. Interessant zyn ook de politieke kronieken van W. L. Brugsma. Wat betreft die büdragen van oorspronkelijk werk dat dit ge- gemeenlijke verbale woestenyen zijn op enkele uitzonderingen na. ligt aan de hedendaagse voorkeur voor veel woorden bij weinig inhoud en dat geeft niet. Zomin als het geeft dat W. F. Hermans in een autobio grafische schets Menno ter Braak een prik onder de gordel geeft. Daar wordt Ter Braak niet minder van en het spaart de laatste waar- schünlyk voor de hagiografie, die zün knekelhoofd anders maar on belemmerd op zou kunnen steken. Alleen snap ik niet waarom hij hem Otto Verbeek noemt. Dat geeft maar verwarringen met de naam van "en andere medewerker in het zelfde nummer; dr. E. Verbeek, die ons inlicht over „De Betekenis van de Pathologie". Er zyn nu drie nummers van Randstad verschenen en het is dui- delük dat Nederland voor de eerste maal een tydschrift bezit, dat men terecht met de afgezaagde uitdruk king „op internationaal niveau" kan p-yzen. En dat niet alleen, om dat er medewerkers van over de grenzen in aan het woord komen. CLARA EGGLN'K

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 11