In
de herfst komen
de „snoekers"
DE HAP, HEI „GROTE WONDER"!
ROTATIEPERS
Verwikkelingen middenspel
Kom er
ACHT-er
Echtpaar, dat ook goei
BKIDGEPAAR is
n:
m
W:
Al
H
JK
Kom er ACHT-e:
Zaterdag 13 oktober 1962
Pagina 4
VOOR ONZE SPORTVISSERS
Na deze „barre" zomer, waarin de brasemvisser evenmin aan
zijn trek is gekomen als de visser op karper, aal, voorn of zeelt,
denken de sportvissers weer aan het komende snoekseizoen.
Er is geen snoekseizoen, zullen enkele zeggen. De wettelijke
tijd om op snoek te vissen loopt van 1 juni tot 15 maart, wat
bedoel je dus feitelijk met snoekseizoen?
Ik weet dat men, behoudens in de „gesloten tijd", het hele jaar
op snoek kan en mag vissen. Sommigen doen dat ook en daar is
niets tegen in te brengen.
Maar de grote meerderheid der
sportvissers redeneert als
volgt: in de zomermaanden
zijn er zoveel leuke dingen te doen
op ons gebied, dat we met de snoek
wachten tot eind september of be
gin okrober.
Dan kun je met goed fatsoen
niet meer op brasem en karper
vissen, de zeelt laat vetstek gaan
en de ruisvoorn gaat niar diepere
plekken. Het weer in het algemeen
leent zich meer voor actief vissen.
En daar hebben ze wel gelijk in.
Bovendien wordt de structuur
van het water anders. De vegeta
tie gaat sterven, er komt meer
„ruimte", de kans daardoor de
snoek aan het lijf te komen, wordt
veel groter, 's Zomers ligt de snoek
vaak op onbereikbare plaatsen en
als we dan al beet krijgen, is de
vis meestal de planten ingezwom
men voor we met resultaten kun
nen vastslaan.
En dan is er nog iets, dat pleit
voor het snoekvissen in herfst en
winter. Dat is de sfeer. Een sfeer,
misschien ontstaan uit traditie
maar dat neemt er niets van weg.
In de zomer eet men inhet al
gemeen geen erwtensoep, geen
zuurkool of boerenkool. Misschien
zou het er even goed om smaken,
maar de traditie wil het anders.
Zo is het ook met de snoekvisse-
rij. Het moet waaien en het moet
donker zijn; snoekvissen is een
sport die onder dreigende luchten
beoefend wil worden, door mannen
in winterse kledij. De short en het
nu eenmaal niet tot het geëigende
habijt van de visser op snoek.
Twee manieren:
En wat gaan we nu doen in de
ze herfst? En vooral, hoe
gaan wij het doen? Er zijn
namelijk twee manieren om op
snoek te vissen. Met levend aas
en met de werphengel. Een con
clusie die, wanneer men dit nog
eens overleest, tal van vragen zal
doen rijzen. Deze bij voorbeeld: kan
men met de werphengel dan geen
levend aas gebruiken? Is de werp
hengel dan niet het universeelsto
hulpmiddel om iedere aassoort
naar de vis te brengen? Waarom
maakt men een onderscheid tus
sen aassoorten?
Er heerst op dit terrein een
enorme spraakverwarring. Ont
staan door gebrek aan voorlich
ting en ontstaan door verkeerde
voorlichting.
Het vissen met levend aas op
snoek en het vissen met de werp
hengel, zijn twee aparte manieren
van vissen. DIE NIETS MET EL
KAAR TE MAKEN HEBBEN.
Wanneer men beide methoden
goed wil toepassen, blijkt het ver
schil in materiaal in principe even
groot als het verschil in vorm tus
sen een brasem en een zalm.
Want wie met levend aas vist,
kan en moet niet gaan werpen. En
wie met de werphengel wenst te
vissen, moet uitsluitend werpen. En
voor leent, moet hij kunstaas ge
bruiken.
Bovendien is het gewicht tussen
levend aas en kunstaas zo groot,
de viswyze zo verschillend, dat de
mogelijkheden en beperkingen van
de diverse hulpmiddelen onmoge
lijk aangepast of gecombineerd
kunnen worden.
Ik bedoel dit: een draaiende reel
met een gevlochten lijn, die drijft
op het water, is ideaal voor het
vissen met levend aas. wanneer die
reel wordt gebruikt op een hengel
van ca. vier a vijf meter.
We kunnen dan slepen in de
polder en achter de boot, we kun
nen op vrij grote diepte vissen, de
lijn komt altijd vrij zonder weer
stand en de drijvende lijn doet
meer dienst dan welke drijver ook.
Met behulp van de wind krijgen
we het aas op bijna iedere gewen
ste plaats en op de natuurlijkste
manier. Noch een nylonlijn, noch
een werpmolen, noch een korte hen
gel lenen zich goed voor deze vis
serij.
Omdat de werphengel en de mo
len GEMAAKT zijn voor het ac
tieve vissen. En niet voor de vis
serij met levend aas. die een spe
cifieke Nederlandse wijze van vis
sen is.
Wat doen we er mee
Waarom wordt er dan zo vaak
een werphengel en een
werpmolen gebruikt om met
levend aas te vissen? Ach hoor
eens, de werphengel is „bon ton"
geworden. U moet er niet verder
over spreken, maar zo is het. Hon
derden schaffen zich een werp
hengel aan, zonder te weten wat
ze er beslist mee moeten laten.
De werphengel en de werpmolen
worden als „het laatste woord" op
visgebied beschouwd. Als materi
alen, die iedere vismethode dekken,
die voorzien in iedere omstandig
heid, die onuitputtelijk zijn in
hun mogelijkheden.
Enige kennis van deze materi
alen echter en vooral van de
methoden die met ander materiaal
beter kunnen worden toegepast
brengt aan de dag, dat ze hun be
perkingen hebben, hun nadelen
en onvolkomendheden. Werphengel
en werpmolen zijn geen manusjes
voor alles. Integendeel.
Het zijn de materialen voor ac
tieve visseryen, in het kader van
dit artikel: voor actieve visserijen
op roofvis. Het is zo logisch: hij
die graag werpen wil, kiest zich
een aassoort waarmee werkelijk te
werpen valt. Geen levende vis,
maar een stuk metaal of hout:
een spinner, een jig, een lepel of
een plug.
Een levende vis, na twee- of
driemaal werpen, kan omogelijk
nog een levende vis worden ge
noemd: de klap waarmee hij te
water komt. geen ideale aanbieding
de onmogelijkheid hem langs de
gunstige plaatsen te slepen, geen
juiste vistechniek. Het vissen met
levend aas in combinatie met een
werphengel, dwingt als het ware
tot passief vissen. Duizend worpen
per dag kunnen alleen met kunst
aas worden gemaakt.
En passief vissen op roofvis
drukt het resultaat enorm. Want
vooral roofvis ligt wijd verspreid:
ze wil worden opgezocht En hoe
meer terrein men bestrijkt in de
kortst mogelijke tijd, hoe meer kans
op succes er is
Met levend aas doet men dit
door te slepen, langzaam maar
zonder onderbreking wordt tocht
na tocht en wetering na wetering
afgevist. Hetzij lopende langs de
kant of zachtjes varende met een
boot. Het visje sturend langs de
meest gunstige plaatsen: vuil,
kroosdammen, hoekjes met riet,
wier en half verzonken akkers.
Met kunstaas kiest men zich
sterk begroeide en niet te diepe
tochten en weteringen. Langzaam
vissend en vrij kort werpend vist
men kilometer na kilometer af. Zo
dient het gedaan te worden.
Geen bewijs
sportshirt met open hals behoren omdat levend aas zich daar niet
7 Sommige dammers zijn sterk in
het vinden van wegen naar de ze
kere remise wanneer zij vinden dat
hun positie niet gunstig genoeg is
om a tempo voortgezet te worden.
Zo liet wijlen de Rotterdamse ver
zamelaar en schrijver van enige
boeken over ons spel J. Eekhout
eens een dergelijk* stand zien aan
de Amsterdamse meester Herman
de Jongh. Deze vond de combinatie
naar de remise, die daarin voor
kwam, niet onaardig doch nog wel
wat te eenvoudig. Dus ging De
Jongh op hetzelfde thema voort
borduren en kwam daarbij tot de
stelling in diagram I.
Daarmee had De Jongh het slag
Idee Eekhout zeer fraai uitgebreid
en ingewikkeld gemaakt. Echter,
waar in de stelline Eekhoud de
noodzaak aanwezig was om de re
miseslag te nemen bleek dit. on
danks de mooie uitbouw bij De
Jongh niet meer aanwezig. Niette
min was de combinatie interessant
genoeg om te publiceren. Men zal er
nog wei even mee bezig zijn haar te
vmden. In de stand van Burggraaf
treffen wij een van die componis
tenresultaten die wel de meest mo
gelijke verwikkeling bieden met
slechts zes schijven aan weerskan
ten! Deze, in vroeger jaren wat
meer actiever componist is ook de
man van de moeilijkste compositie
van dam tegen twee schijven.
Belangrijker voor de studie van
ons spel zijn steeds de z.g. mid
denspelstudies. De grote Franse
dammer Bizot, heeft er wel zoveel
gemaakt dat er een heel boek mee
zou zijn te vullen. Zoals met de
meeste praktische spelers zijn bijna
al zijn slagverwikkelingen ontleend
aan de partij. Dat is hun groot ter
rein. In de derde stand geeft Bizot
weer eens een goede afwikkeling in
de mogelijkheden die een korte
vleugelopsluiting biedt Bizot. werd
ln 1925 wereldkampioen, het be
wuste toernooi waarin Hoogland al
le partijen remise speelde en zijn
stelling daarmee wilde ondersteu
nen n.l. dat oas spel eigenlijk de
remisedood gestorven was, hetgeen
na de tweede wereldoorlog een niet-
reëel idee bleek te zijn.
Tenslotte vermelden wij dat er in
de stand van Koch een interessant
stukje damkunst. schuilt.
No: I
H. de Jongh
1 2 3 4 5
No. III
S. Bizot
ZO héél gewoon vinden we dit:
een kindje, dat zich te goed
doet aan pap of yoghurt, aan
melk of een heerlijke „prak" met
van alles door elkaar, dat er soms
met ontzagwekkende moeite, meest
al eelukkie toch met alle graagte in
gaat
Vandaar dat er zoveel tevreden
en gezond uitziende kindertjes
in ons land parmantig rondlopen,
met, dikke buikjes en gezonde kleur
tjes, goed gemutst, vrolijk huppe
lend aan moeders hand!
die medewerking verleende aan een
liefdadigheidsvoorstelling te Dus-
seldorf ten bate van dit werk en
vlak voor die voorstelling haar gage
met. 23.000 mark verhoogde en dat.
nog wel voor het ene liedje, dat zij
te zineen had.
Van de 16 medewerkenden wil
den alleen de sopraan Annelies Ro
senberg en de pianist Shura Cher
kassy geen cent voor hun optreden
ontvangen. Zij verdienen in een
erelijst geplaatst.
3
a
9
9
0 9
9
a
a
9
a
8
1 O
O
""8 O
2 M 8,
igp p
47/49.
Wit speelt en wint.
Z: 3. 6. 8 12. 14. 16. 18 20, 23 25.
W: 27, 28, 30. 32/35 37. 40. 42, 45.
No. IV
M. 'C. W. Koch
JE hebben misschien nog van
allerhand op het eigen land
aan te merken: één dine is
zeker, van honger is geen sprake
meer.
Dar mag wel eens met. dankbaar
heid gereleveerd worden als we naar
andere landen kijken: China, India,
Indonesië, Kongo, of enkele Zuid-
amerikaanse landen.
Laatst, bij het zien van de T.V.-
reportage over de aardbevingsramp
in Perzië, viel het ons nog op. hoe
veel armzalig magere, haast schrie
le wezentjes daar in het, rampge
bied rondscharrelden, ten prooi aan
de hevigste armoede, die zich den
ken laat. Vergelijk daarbij zo'n jon
getje als dit genietend van een kos
telijke hap. waardoor hij groeien
kan als kool.
Ls iedereen handelt zoals Mar
iene Dietrich. kan er moeilijk
ooi: van een betere wereld
sprake zijn.
-m//"
a
9
W\
a
a
a
9
a
a
a
a
a
2
a
a
9
8
8
a
■m
Q
s>
'3
p
m
Mag 37—31?
Z: 2, 3. 8. 9, 11/14 16 18,
23/25, 35.
W: 27, 28, 32, 33 38/49.
ET is een bewijs van een evo
luerende wereld wanneer we.
horen, dat het uit den boze is.
als de rijke landen steeds maar
rijker worden en de arme landen
steeds maar armer.
Aan dat, proces moet beslist een
halt toegeroepen worden. Zo niet.
dan is het absoluut zeker, dat het
mis gaat lopen en we, vroeg of laat,
daarvoor de afschuwelijk bittere
rekenine gepresenteerd krygen.
Het kindernoodfonds van de V.N
onderkent allane de grote gevaren,
die op de loer liRgen.
Het doet wat, het kan om hierin
verandering te brengen en heus niet
alleen uit politieke-, maar ook uit
idealistisch-menselyke overwegin.
gen.
SOMMIGEN zijn totaal gegre
pen door de ellende, die elders
heerst Zo bijv. de filmkomiek
Danny Kave: hij maakt bij tyd en
wijle zyn wereldtournees, waarvan
de opbrengst volledig aan het Uni-
cefwerk ten eoede komt.
Helaas: er zijn ook slechte voor
beelden Zo een Mariene Dietrich,
a
a a
a
a
a a
a
J
a
a
'2,.,..
a
a
a
m
a
mi.
p
m
m
J m
H
Intussen hebben lik-
rollen inkt uit de inkt-
bak naar de inktplaat
I fundament
Wit, maakt een combinatie.
Z: 1/3, 6, 8 10, 12/14, 17/19. 23/26,
30.
W: 27. 28, 32, 33 35/38, 40, 41.
43/48, 50.
No. II
J. Burggraaf!
1 2 3 4 5
Wit speelt en wint.
Z: 2, 4. 10, 14. 35 36.
W: 15, 24, 25. 30, 39. 41. .M&k
atuurlyk wordt er wel snoek
gevangen met de werphengel
in combinatie met levend aas.
Zo goed als er snoek wordt gevan
gen door de zeer ouderwetse vis
sers, die niet kunnen afstappen
van hun acht prachtige, grote drij
vers, hun zware koordlijnen en hun
kettingen.
Maar het feit dat men vis vangt,
mag nooit als bewijs worden ge
bruikt. dat men goed vist. En zeker
mag het niet als argument gelden
voor plezierig vissen.
Immers, het gaat ons niet om de
vangst, maar om het vangen; de
vis is niet het doel, maar het vis
sen.
En de pret van het vissen wordt
voor tachtig procent geleverd dooi
de manier waarop men vist en dooi
de materialen waarmee men vist.
En is het geen gezond en natuur
lijk streven van ieder, die er een
liefhebberij op na houdt, het zo
goed en prettig mogelijk te doen?
Vandaar dat ik even uw aan
dacht vroeg voor twee methoden
van snoekvissen. waarover een
groot verschil van mening heerst.
Hoge bedragen worden vaak uitge
geven voor ongeschikt materiaal,
terwijl men vcor minder geld veel
meer plezier had kunnen hebben.
Op welke van beide manieren
uw keus zal vallen is niet belang
rijk. Dat is een kwestie van smaak,
van instelling en van leeftijd vaak.
In ieder geval wens ik u een
zeer zachte winter met veel zui
den wind.
JAN SCHREINER.
Als U naar uw gezonde spruiten
kijkt besef dan goed, dat het. een
weldaad is zó met hen te mogen le
ven en tast, als het even kan
eens in uw geldbuidel of loonzakje,
om iets af te staan aan hen die nog
altijd op de weldadigheid zijn aan
gewezen. willen ze het vege lijf.
zelfs in deze zogenaamd „verlichte"
eeuw nog redden
Kük er uw zoontje of dochtertje
maar eens goed op aan en bedenk
dat er duizenden en duizenden kin
dertjes zijn die mei de éne hap. die
dit. ventje zo kordaat in zijn mondje
steekr. allane tevreden zijn en deze
als een groot „wonder" zouden be
schouwen!
FANTASIO
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekening
binden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel
Onze bridgerubriek
Bridge vraag dezer week:
In een parenwedstrijd speelt
paar A een contract tegen
paar B en A gaat twee
gedoubleerd down. Later
blijkt, dat speler B heeft ver
zaakt; daar B na het ver
zaken enkele slagen heeft ge
maakt. zou de strafbepaling
over het verzaken van kracht
kunnen zijn (maximaal twee
slagen door B aan A terug te
geven). Is de strafbepaling
nog van toepassing in de
volgende twee gevallen?
1. De paren A en B heb
ben reeds de kaarten opge
nomen voor het volgende
spel. A praat nog even over
het vorige spel en dan wordt
de verzaking door B gecon
stateerd. Wat beslist de wed
strijdleider?
2. De ronde is afgelopen,
de spelers verlaten de tafel.
A praat met iemand anders
over het spel en constateert,
dat B in het bewuste spel
tegen hem heeft verzaakt.
Wat beslist de wedstrijdlei
der?
Antwoord elders op deze
pagina.
Op 7 oktober begon in Utrecht
de competitie der meesterklassen-
B en enkele lagere afdelingen te
draaien. De uit 14 paren bestaande
B-groep werkte vier van de te spe
len dertien ronden af; aan het ein
de der competitie zullen twee paren
overgaan naar afdeling A. De uit
tien paren bestaande groep A. be
gint 20 oktober te spelen en zal in
drie weekeinden uitkomen, wie zich
Nederlands kampioen mag noemen
een titel, die het vorige jaar
werd gewonnen door de Haarlem
mers Ligthart-Zijlstra.
Uitstekend spel gaf op deze eerste
competitie-zondag het echtpaar van
Hellenberg Hubar te zien. dat dan
ook de eerste plaats wist te be
reiken. Een goed spel van dit Am
sterdamse paar, dat de bewering
logenstraft dat echtelieden samen
geen goed bridge zouden kunnen
spelen, was:
daar west daarmede een spel
25 26 punten aangeeft en oost
dat bod van 3 SA nauwelijks
stap verder kan doen.
Gaat het bieden: 2 klaveren
2 ruiten 2 harten 3 harten
dan zal west met een aas-toni
cuebid een slempoging kuni
doen. b.v. 3 schoppen. Oost i
dan de moed opbrengen om 5 h
ten te zeggen waartoe zijn i
na dit biedverloop zeker sterk i
noeg is. West arriveert dan als
met zes harten te bestemder pi3
se.
In het volgende spel kreeg i
één der tafels west de kans
moeilijke vier-harten thuis te bn
gen:
WEST OOST
Sch A 7 5 2 Sch H 8 3
Ha A B 10 3 Ha H V 8 4
Ru H V Ru 8 5 4 2
KI V 10 4 KI 8 3
West opende 1 harten noori
SA (lengte in lage kleuren aac
geven» oost 3 harten i
paste west 4 harten.
Noord begon met klaverenheeri
klaverenaas te maken, speelde fl
volgens ruitenaas en ruiten i
waarop zuid allemaal bekende.
West moet nu harten 3 naar
Vrouw spelen en ziet, dat zuid
troeven tegen heeft. Hierna w
den schoppenheer en schoppen
gemaakt en op klaverenvw
gaat de schoppen 3 van oost i
Nu een schoppen van west i
harten 4 in oost troeven (zuidn
bekennen) en hierna kunnen
resterende slagen gemaakt word
door over en weer troeven, zod
zuid van zijn vijf troefjes er gi
een kan maken.
Als noord tijdiger ruiten
gaat het speelplan niet op; wrt
waar kan west een klaver hoog t
gen (zuid had Boer-derde), do
als noord nu voor de derde rrj
ruiten speelt, kan zuid zijn kl«
renboer op tijd opruimen. 1
krijgt dan niet de kans in oost
klaverenvrouw een schoppen af
gooien en gaat down.
H. W. FILARSI
WEST
Sch A H B
Ha A H B 6
Ru A V 3
KI A V 4
OOST
Sch V 7 2
Ha V 8 7 5 3
Ru B 4
KI B 6 2
West opende met het conventio
nele bod van twee klaveren, oost
bood twee ruiten i zwakte ei* west
zei twee harten. Oost deed nu het
uitstekende bod van vier harten
waarna mevr. Hubar met het west-
spel geen moeite meer had en zes
harten bood. Slechts één van de
twee ontbrekende heren moest goed
zitten en daar dat het geval was.
maakte west gemakkelijk twaalf
slagen.
Het beste contract met de OW-
spellen is (in een parenwedstrijd)
6 Sansatout, dat met dichte kaar
ten lastig te bereiken is, doch dat
door de Haarlemse gebr. Takkers
geboden werd.
Enkele andere paren kwam in
zes harten, doch ook werd het eind-
contract wel vier harten wat
weer slechter is dan 3 SA. daar 4
harten slechts 680 en 3 SA toch
690 zou schrijven.
Probleem
Het westspel is zeker een pro
bleem. Handen met 28 punten ko
men zó zelden voor, dat de bied-
techniek er nauwelijks rekening
mee gehouden heeft. De Acol-bied-
serie: west 2 klaveren - oost 2 rui
ten west 3 SA, is niet voldoende,
Antwoord op bridgerraaf
dezer week:
Van toepassing is artikel
76 van de Spelregels voor
wedstrijdbridge. Daarin staat
onder meer;
Er bestaat geen straf voor
een voldongen verzaking:
(a....b....) c. indien
aandacht pas op de verzaking
wordt gevestigd, nadat df
ronde is beëindigd en h«
bord is verwijderd.
In geval 1 wordt dus df
strafbepaling alsnog toege
past en wordt de score gewij
zigd (wat in het gegeven ge
val betekent, dat het con
tract als gemaakt geschreven
wordt).
In geval 2 is A te iaat -
de score blijft ongewijzigd.
Moraal: Let goed op en
bekijk na afloop, zo nodig
het spel der tegenpartijen om
vast te stellen of alles regle
mentair verliep.
1. hoed is links omgedraaid
2. straatlantaarn is anders
3. damestas is veranderd
4. paraplu is groter
5. vensterbank raam is weg
6. man rechts is omgedraaid
7. hoed rechts onder is anders
8. herfstblad extra