IEDEREEN KAN AANKLOPPEN BIJ ,DE HOEKSTEEN' Kapsels uit negentiende eeuw 4ARIAN KRIJGT HULP VAN HET NOODLOT )NS MENU THUIS koken bakken naaien weven cadeaus UIT en en hoeden maken enz. VAN DE WEEK erdag 8 september 1962 Pagina 3 Het is in Leiden niet altijd zo. dat verenigingen en instel lingen kunnen rekenen op de grootst mogelijke mede werking van de bevolking, die in het algemeen vrij lauwtjes reageert. Ook de Stichting Commissie voor Huishoudelijke- en Gezinsvoorlichting ..De Hoeksteen" heeft dat gemerkt. ..Hoewel we niet ontevreden mogen zijn. kan de belang stelling beter", vindt de directrice, mevrouw D. Creijghton. ..Men weet eenvoudig niet. dat we bestaan", zegt ze en dat is nogal merkwaardig als men bedenkt, dat de commissie al meer dan 25 jaar huishoudelijke voorlichting geeft en ge regeld adverteert en reclame maakt. Als tweede oorzaak voor het niet bepaald hartelijk mee leven noemt mevrouw Creyghton de grote behoefte van een hele bevolkingsgroep aan ,.een avondje uit". ..Zo willen sommige huisvrouwen onze cursussen na melijk zien: er moet pret zijn. je moet er kunnen lachen en bovendien leer je er ook nog wat. Wel moet ik zeggen, dat de jonge meisjes van tegen woordig daar anders over denken. iiiilsiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiinniiiiiiiBiiiiiiiBiiiiiiniiiniiim kleintjes in een gezin-met- AsiJeren hebben het niet altijd jaaliakkelijk. Grote broers en ters kunnen wreed zijn, ont- lijk arrogant en vol minach- iar-j voor het ,,grut" dat nog zo jv^-pzel, bangelijk en verlegen rïa-l s. Ie groteren, trots op hun een tijd, ervaringen en inzichten Igen zich een houding aan, nz.' rbij de kleinen zich nog ter gaan voelen en waar- iis, hun nietigheid een schrille istelling vormt met de ds. t en verwaandheid van de en. enige toevlucht is dan vader 'der. Bij hen vinden de peu- jscherming, troost, begrip, in weer de jaloezie opwekt groten en de conflicten nog jloet toespitsen. jan, opgroeiend temidden van lenen en tieners, weet zich goed te handhaven. Zij is jp haar mondje gevallen en Uithoudingsvermogen in wan en klimmen dwingt bewonde- if. Wat niet wegneemt dat zij i" is en met al haar branie de grote broers niet is opge- i ar soms komt het noodlot haar te hulp en verricht een Ier, waartoe papa of mama niet lachte zijn. t onweerde, i berk in de voortuin sidderde. j kroop rillende onder de laag- jtoel, Cheeta de zwerfkat, keek jonderd naar de rinkelende rui- I de zoons stormden naar het ion om naar de bliksemflitsen {aan kijken. tarian zei niets, maar kroop op schoot. Ik voelde haar angst begon een weldoorwrocht be- af te steken over oorzaken en iop van onweersbuien, j luisterde aandachtig en snap- r niets van. >ep is bang, zei ze beverig, toen ffas uitgesproken. Dat komt, omdat hij er niets van begrijpt, legde ik uit. Als hij wist waar de herrie vandaan komt, zou hij niet bang zijn maar net als de jongens gaan kijken. ^lYlosderlyke. overpeinzing Ik wil ook kijken, zei zij dapper en kneep in mijn hand. Wy stegen op naar het balkonnetje en tuurden naar de bliksem. Het was een mooi, zij het ijzingwekkend schouwspel. Ben jij bang, mams? vroeg Adri- aan plagend, toen een zware slag ons allen deed terugdeinzen. Welnee waarvoor? Onweer is gevaarlijk, beweerde Henkie, met een snelle blik op zijn zusje. De bliksem kan inslaan en alles in lichter laaie zetten, vervolgde hij ernstig. Zeg eens. stoof ik op. Houd je griezelpraatjes voor je. 't Kan toch, knikte Adriaan. Het gebeurt dikwijls genceg, elke mi nuut van de dag ergens op de we reld. Marian zuchtte en kroop achter mijn rug. Maar niet hier, riep ik en ik kreeg al spijt van onze expeditie naar het balkon. Henkie grijhsde. IJzer trekt de bliksem aan, ver klaarde hij zoetsappig, schoppend gebeurde. De hemel loeide gifgroen op, in dezelfde seconde trilde het huis, alsof de lucht rondom ons ex plodeerde. Er klonk een schreeuw cu twee zoons kwamen lijkbleek uit de slaapkamer stormen. Zij waren nog eerder beneden dan wij en stonden sidderend in het halletje. Dat dat was raak! fluisterde Adriaan ontsteld. Die moet wel ingeslagen zijn, ril de Henkie. Mams, heb jy het ge zien? Neen, zei ik lachend. Ik heb niets gezien. Zullen we buiten gaan kij ken? Ik moet mijn kast nog opruimen, verklaarde Adriaan, die anders nooit zijn kast opruimt. Marian keek naar de grote broers en haar ogen begonnen te glanzen. Mams, zij zijn bang, riep zij uit in opperste verbazing. Haar verbazing gold niet zozeer de angst van de stoere broeders dan wel het feit, dat één donderslag de knaapjes voor gek kon doen staan. Ach Puk, ik wenste wel dat het leven voor jou altijd zo rechtvaar dig zou zijn. Helaas, meestal is het net andersom. THEA BECKMAN En nogmaals, we zyn niet onte vreden, want we hebben alleraar digste contacten gehad en ook goe de resultaten, al heeft het ons veel geduld gekost. Maar die resul taten zyn er en dat is voor ons een grote voldoening. Van september 1961 tot juli 1962 namen bijvoor beeld 400 huisvrouwen deel aan de cursussen. Deze cursussen vormen overigens slechts een deel van de taak, die de commissie zich heeft gesteld. De huishoudelijke voorlichting omvat verder lezingen, demonstraties, filmvoorstellingen, huiskamerbij eenkomsten en tentoonstellingen, u kunt bij „De Hoeksteen" inlichtin gen krijgen (welke wasmachine zal ik kopen?) en vouwbladen kopen (o.a. van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding). Niet altijd is de voorlichting zo algemeen georiënteerd geweest als nu het geval is. De commissie werd in 1934 opgericht om de vrouwen van werklozen te helpen uit te komen met het bedrag, dat zy als steun kregen uitgekeerd. Het cursusgeld bedroeg twee cent per les en de vrouwen leerden er eenvoudige goede maaltijden te bereiden binnen het raam van hun mogelijkheden en van oud nieuw te maken. Soms stelden bedrijven gratis stoffen beschik baar voor iets nieuws, maar hoofdzaak bleef toch het verma ken van kleren. Dat duurde tot de oorlog. Toen vroegen ook andere huisvrouwen of ze mee mochten doen en dat kon natuurlijk. „Aan het eind van de oorlog", vertelt de directrice, „hebben we on ze activiteiten moeten stopzetten en pas in 1950 konden we proberen de zaak weer op poten te zetten. Nu echter met geen enkele beper king, zodat tegenwoordig iedereen bij ons kan aankloppen. Pionieren Het aantal cursussen (toen pro deoj nam zo toe, dat we op een bre dere basis verder wilden gaan en probeerden een eigen gebouw te krijgen. Het werd „De Hoeksteen", op de hoek van de Garenmarkt en het Levendaal. 't Zag er hier vreselijk uit en we hebben zo'n beetje moeten pionieren tot novem ber 1955. Toen zat de laatste verf op de muur en kon de burgemees ter het gebouw openen. We sjouwden er in het begin al onze eigen spullen heen, maar dat proberen we nu te vermijden, het gaat anders zo lijken op een chari tatieve instelling en dat mag niet. Onze taak is alleen voorlichting". De cursussen (elk van acht les sen) zyn niet erg duur: weliswaar kost een les geen twee cent meer, maar twee kwartjes. Ze worden zo wel 's morgens als 's middags en s avonds gegeven. U kunt lessen volgen in: koken, bakken, dieetvoeding, naaien, verstellen, weven, handwerken, geschenken maken, hoeden en handschoenen maken, leerbewerking, gymnastiek, bejaardengymnastiek, bloemenschikken en het opknappen van kleine kar weitjes in huis en wat daarbij hoort. De kosten voor het materiaal moeten de deelneemsters zelf dra gen. Geen schande Naast de huisvrouwen, die nog nooit hebben gehoord van „De Hoeksteen" zijn er ook, (en die vind je in elke stad) die zich er een beetje voor schamen te beken nen, dat ze iets niet weten. Maar het is voor een vrouw vrywel niet te doen om by te blijven met alle nieuwe snufjes en uitvindingen op huishoudelijk gebied en het is heus geen schande als we ons dan deug delijk laten voorlichting door een instantie, die tenslotte daarvoor in het leven is geroepen. Niet voor niets hebben de direc trice en haar assistentes enorm veel bij te houden. Het landelijk bureau organiseert, de coördinatie, zorgt voor vouwbladen en ander mate riaal en houdt voorlichtingsdagen voor de hoofden van de plaatselijke commissies. „De Hoeksteen" biedt boven dien een speciale service: u mag de kinderen meenemen („maar bij voorkeur niet teveel", zegt me vrouw Creyghton voorzichtig). Toen „De Hoeksteen" in '55 werd geopend, gold het voor het mooiste gebouw van de huishoudelijke voor lichting in ons land. Nu zijn er on dertussen al grotere gebouwd, „maar qua indeling vind ik het onze toch nog het beste" meent de directrice met enige trots, „alles is hier parterre. Het enige bezwaar is, dat het nogal moeilijk te vinden schijnt te zijn. „Levendaal 1" zoekt men niet in dit kleine stukje straat, dat nu bovendien helemaal opge broken is". De kamer van de directrice en haar assistentes (op 't ogenblik is er maar één) ligt in het puntje van de hoek, die de Garenmarkt met het Levendaal maakt. Daar naast een vrij grote garderobe met een schouw („die hebben we zo ge laten") en dan het grote naailokaal met een zitje, een leestafel, fleurige en instructieve wandversieringen en een paskamer. Als de harmonica- deuren opengaan, kunnen er 120 huisvrouwen in deze grote zaal. die ook voor andere handenarbeid wordt gebruikt. In de keuken kun nen veertig stoelen staan. Er zijn drie gootstenen met twee geisers en aanrechten, een lavet met inge- bpuwde wasmachine en centrifuge, twee fornuizen en een grote draai bare spiegel er boven, zodat de cur sisten achterin de keuken ook kun nen zien, wat er in de pannen kookt. De bejaardengymnastiek wordt gegeven in het zaaltje, waar ook dia's worden vertoond („we adver teren wel voor dia-avonden, maar 't lijkt of de mensen het niet le zen"). De directrice en de docen ten maken zelf voor een groot deel het voorlichtingsmateriaal, zoals dat voor de flanel-borden. Niet te leren Mevrouw Creyghton is vanaf 1955 met een korte onderbreking secre taresse en later directrice van de Hoeksteen geweest. Zy is zelf le rares N8 i koken en voedingsleer) en heeft in tal van plaatsen ge werkt. „Het les geven aan volwassenen", zegt de directrice, „is heel anders dan het doceren op scholen. Lera ren en leraressen van onze cursus sen moeten een huisvrouwelijke kijk op de onderwerpen krijgen, want huisvrouwen hebben lak aan theorie. Ze willen weten: wat doet die machine, wat kost hy en hoe onderhoud ik hem, maar de tech nische kant interesseert ze niet. En we mogen niet, zoals bij kinderen, „van bovenaf decreteren. Ik zou het zo willen stellen: je kunt voor lichten of je kunt het niet maar het is niet te leren". Foto linksboven: mevr. Creygh ton en haar assistente in de keuken. Daaronder de grote zaal. Advertentie Op onze boekenkast ligt een tegen het balkonhek. Marian schoof krulstok. De kinderen spelen er soms dirigentje mee of iets wil- ders. Van nu af mag dat niet meer. want ons stukje houten antiek zou dit seizoen wel eens veel meer kunnen zijn dan alleen maar curiositeit: hetzelfde name lijk wat het in lang vervlogen da gen was, een schoonheidsattri buut. geschrokken terug tot in de deur opening. Er zijn twee buien tegelijk, zie je wel, viel Adriaan in. Zij drijven el kaar tegemoet en zullen elkaar juist boven het dorp ontmoeten. Span nend hè? Ik wil naar beneden, snikte Ma rian. Kom dan maar. Ha, ha, zij is weer bang! hoon den de grote broers voldaan. Wy waren juist op de overloop: het kleine meisje en ik, toen het DNDAG: sneetje Hawai, biefstuk, doperw tjes, aardappelen, chocoladevla speciale. AANDAG: kussa paprikasla, aardappelen, yoghurt met vanillevla en gehak te noten. MNSDAG: hachée met aardappelpuree en spitskool, karnemelksepap. WOENSDAG: gebakken lever, prinsessenbonen, aardappelen, yoghurtcoupe. DONDERDAG: gepocheerde eieren, spinazie, aardappelkoekjes, hangop met pruimen. VRIJDAG: goulash of visragoüt, rijst, ge mengde sla, hopjespudding. ZATERDAG: gesmoorde kussa, aardappelpuree, fruit. Chocolade speciale 3/4 1 melk, 10 gram boter, 30 gram custard, 2 eieren, 50 gram suiker ,30 gram cacao, 2 eetlepels rozijnen, 2 eetlepels marasquin. Week de rozijnen in de ma rasquin. Roer de cacao met de sui ker, de custard en de eierdooiers schuimig. Laat de melk met de bo ter aan de kook komen; giet iets van de kokende melk bij dit meng sel en daarna terug in de pan. Laat onder zeer goed roeren even door koken. Sla de eiwitten met iets zout zeer stijf en schep ze door de hete vla. Meng er tot slot de geweekte rozijnen door. We hebben de krulstok weliswaar nog niet in de etalages zien lig gen, maar wel zijn de pijpekrul- len, waarvoor de stok was, in ere hersteld. De meeste Parijse coiffeurs heb ben dit najaar teruggegrepen naar de vorige eeuw. Monsieur Claude van Elisabeth Arden is het verst gegaan en hecht een hele bos pij- pekrullen op de kruin van een naar achteren gekamd, opgestoken kapsel had hij in koningin Vic toria's tijd geleefd dan was hij met deze creatie vast meteen tot hof- kapper verheven. De grote Alexan dre van Harriet Hubbard-Ayer niet met pijpekrullen, maar grijpt eveneens naar de vorige eeuw te rug en inspireert zich op het kap sel van keizerin Eugénie. Charles of the Ritz lanceert een soortgelijk kapsel, maar plaatst de chignon niet in de nek doch hoog boven op het hoofd. Ook Jacques Dessan- ge brengt de negentiende eeuwse scheiding in het midden, het am per golvende haar glad omlaag ovei de slapen al dan niet over de orer naar achteren, waarna hij het vast- gestoken haar met een chignon oj de kruin bekroont. Deze kapsels zijn in onze eeuw he meest geschikt om te dragen by een avondtoilet en ze zyn op hun best wanneer de hoge chignon door een juwelen band wordt om cirkeld. Zonder de juwelen zyn dergelijke moderne negentiende eeuwse kap sels ook eerder op de dag te dra gen, doch vanzelfsprekend wordt in onze haastige tijd het meer be werkelijke en meer romantische in de haarmode toch liever voor de avond gereserveerd. Overdag is los hangend, halfkort haar de meest praktisch en de meest modieuze mogelijkheid. Omgekrulde punten, schuin of rechtgekamde pony, een lok op het voorhoofd ofwel het vóórhaar glad naar achteren gekamd en al dan niet vastgebonden met een haar band die even achter de haar inplant om het hoofd ligt, zyn en kele van de details voor het ko mende seizoen. Haarbanden van stof, vilt lint of leer. strikjes van ripslint of fluweel zijn de garne ringen die een jeugdig, daags kap sel van tijd tot tyd kunnen sie ren, in een eenvoudig, kortharig kapsel als dat van foto 1, wordt zelfs wel een lok vastgehouden door middel van een sieraad echt of niet. Van zo'n vlot, jeugdig en preten tieloos daags kapsel is het maar één stap naar het opgestoken, be werkelijke avondkapsel in negen tiende eeuwse stijl, want zelfs kort haar kan worden opgestoken en zo nodig doen een valse chignon of valse pijpekrullen de rest. Echt lang haar is, de vele opgestoken kapsels ten spijt, de mode uit. J.V. Bij de foto's: 1. Een jeugdig, vlot en praktisch dagkapsel, typerend voor de stijl die deze winter opgang zal maken. (Luc Traineau, Parijs). 2. Een ouderwets opgestoken kap sel van lang haar? Nee, een coiffure van kort, zelfs vrij kort haar, dat van het voorhoofd weg en rondom omhoog geborsteld is Maurice Pranck ontwierp het voor de collectie van Nina Ricci. 3. Een kort kapsel met pony, hoog opgewerkt op de kruin, maar van achteren niet opgestoken. Het is een coiffure van Maurice Franck. ontworpen voor de wintercollectie van Maggy Rouff. Ik kom vingers tekort om de kennissen te tellen die zo voor en na al eens een grote reis gemaakt hebben om hun geëmigreerde kinderen te be zoeken. Ansichtkaarten met groeten uit Canada en Cali- jornië zijn al menigmaal in mijn brievenbus beland en ook uit Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Maar nog nooit uit Brazilië, want daar heb ik nog steeds geen rela ties. En toch is er ergens in dat enarme land een Nederlandse kolonie, die al 50 jaar bestaat, n.l. Carambei in de provincie Parana. Dat ligt helemaal in 't zuiden, ten zuidoosten van Rio de Janeiro, heb ik op de kaart gevonden. Een Hollandse huisvrouw schrijft daarover in de ,£mi- gYatie Koerier": Vijftig jaar is, al vliegt de tijd, toch op de kop af, een halve eeuw. Van de pioniers kunnen er nog in leven zijn als ze jong gegaan zijn, maar er zijn in die vijftig jaar toch al ette lijke emigrantengeneraties gevolgd. Nu gaat het hier over de protestantse landbouwkolo nies. De emigranten blijven dus als groep bij elkaar en vormen een coöperatief ver band. Anders dus dan in de overige emigratielanden. Dat heeft natuurlijk be paalde achtergronden en re denen, maar daar ging het in deze brief helemaal niet over. Dit was een brief van een Ne derlandse huisvrouw over het huiselijke leven in Brazilië. En dan vertelt ze, dat in al die jaren de echte Hollandse sfeer zo goed bewaard is ge bleven. Ze somt de dingen waaruit dat blijkt, op: het Hollandse „binnenhuisje"de Hollandse zindelijkheid, het Hollandse koffie- en theeuur tje, de Hollandsebuurt praatjes. Ook de maaltijden: Ze eten wel de befaamde „b, b, met r" (bruine bonen met rijst), met een blaadje sla, een tomaat en een uitje. Maar in de Hol landse gezinnen komt er dan 'n lekkere schaal groente bij. Andijvie denk ik, en bloem kool, en worteltjes! Alles overgoten met een goede Hollandse saus"; dat wil dus zeggen: jus. Niet zo'n liflaf sausje, maar misschien wel: vette jus! 't Doet je toch wel goed als je zoiets leest. Daar in die volkomen andere omgeving, in die andere levenssfeer, in dat andere klimaat, ivordt nog iets van de goede oude beproefde Hollandse traditie hooggehouden en bewaard. Het zal voor hen zelf, maar misschien vooral voor hun mannen en kinderen van grote betekenis zijn. Of schuilt er toch ergens een héél klein addertje onder het gras? Ik kan het natuur lijk niet zomaar beoordelen, ik vraag maar. Ik lees n.l. in deze brief ook, dat de kinde ren beter Portugees spreken dan hun moedertaal, zodat de Jantjes en de Pietjes dus echte kleine Braziliaanse Juans en Pedro's worden (als dat tenminste correct Portu gees is). Ze zullen op deze manier toch niet ergens een beetje de aansluiting missen, door zo vast te houden aan hun Hol landse levensstijl? 't Is na tuurlijk een moeilijke zaak, al ligt het zo in groepsver band anders, dan voor emi grerende enkelingen. Moetje als enkeling maar zo gauw mogelijk opgaan in de vreem de maatschappij, moet je als groep vooral 't eigene beiva- ren en een apart geheel blij ven? Je zou 't zo kunnen zeggen: wordt je immigrant of blijf je zoveel mogelijk emigrant? Ik denk dat de moeilijkheid juist is, (jat je niet een soort „gulden", maar wellicht ka rakterloze middenweg moet vinden, niet figuurlijk gespro ken van twee walletjes moet proberen te eten, maar dat je innerlijk en uiterlijk een evenwicht, een harmonie, moet proberen te vinden. En dit is wel zeker: het zijn de vrouwen die 't meeste de stijl bepalen, en het zit hen ntituurlijk wel voor in het be palen van je houding in de grotere levensproblemen, maar toch ook in de gewone dagelijkse dingen. Hermine G. Advertentie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 19