in KAMER en TUIN
ELIZABETH en MARIA STUART
VORSTELIJKE VIJANDINNEN
UIT en
THUIS
ONS WEKELIJKS FOIO-praatje
Tivaalf beroemde vrouwen (III)
Strijd op leven en dood
om een troon
Frankliilt-
Over
licht-gewicht projectie
i
Zaterdag 21 juli 1962
Pagina 2
In Frankrijk
Catharina de Medici zag haar oudste zoon huwen met een prinses uit
het geslacht Stuart en haar jongste zoon Frans (van Anjou) bijna met
Maria Stuart's doodsvjjandin, Elizabeth van Engeland. Dit huwelijk sprong
op het laatste moment af op de tegenzin van Elizabeth. Zijn dus het lot
van Catharina enerzijds en dat van Elizabeth en Maria anderzijds ver
weven, de mate, waarin Elizabeth en Maria in eikaars leven ingrepen is
zó groot, dat men over Elizabeth nauwelijks kan spreken zonder Maria ten
tonele te laten verschijnen en dat Maria zonder Elizabeth als achtergrond
in de historie schijnt te zweven. Daarom willen wij beider levensschets
hier in twee afleveringen onmiddellijk op elkaar laten volgen. Wij zouden
deze bijdrage hebben kunnen noemen: „Twee Koninginnen strijden op
leven en dood om een troon"! Want dat deden zij.
Regerende vorstinnen zijn in onze tijd weliswaar niet ongewoon, maar
aangrijpend en ongewoon in hoge mate was het, toen in de zestiende
eeuw twee regerende koninginnen gewikkeld werden in een verwoede strijd,
in een afschuwelijke worsteling, die de beschaafde wereld een kwart eeuw
lang in spanning hield en die eindigde met de dood op het schavot van
de beeldschone Maria. Vele toneelstukken, romans en films hielden zich
reeds met dat vorstinnendrama bezig en steeds weer grijpen de gebeurte
nissen uit die jaren ons in de ziel. Noodlot en menselijke hartstochten,
heerszucht en afgunst, liefde en haat waren de voornaamste drijfveren.
Maria
Op 7 december 1542 werd in
een kale zaal van het slot
Linlithgow een Schotse Prin
ses geboren. De saamgedromde ede
len veinsden zelfs voor de vorm
geen vreugde: een meisje en dat
juist op dat ogenblik! In het nabu
rige kasteel van Falkland lag de
Schotse Koning Jacobus V op ster
ven. Tweemaal had zijn vrouw,
Maria de Guise, het leven geschon
ken aan een zoon. Beide keren wa
ren de kinderen gestorven aan een
vreemde ziekte, die rijkelijk stof
leverde voor verdenkingen. En
thans, op deze beslissende dag voor
de Schotse troon, kreeg men niet
beters dan een Prinses! De traditio
nele vijandigheid van de Schotse
adel golfde hoog op.
Het kind heette Maria Stuart, Als
zuigeling van zes dagen werd zij,
door de dood van haar vader, Ko
ningin van Schotland. En op het
zelfde ogenblik dong men naar
haar hand! Hendrik VIII, de
Blauwbaard, die over Engeland re
geerde, wenste de Schotse zuigeling
te zien uitgehuwelijkt aan zijn on
mondige zoon Edward om zo de bei
de tronen van Brittannië te vereni
gen.
Hij maakte met zjjn aanzoek niet
veel omslag. Destijds had men hem
Maria de Guise als vrouw gewei
gerd. De hand van haar dochter
zou hij zich voor zijn zoon niet la
ten ontgaan. Niemand kon zeggen,
dat hj] met zijn aanzoek ditmaal te
laat kwam. En voor alle zekerheid
eiste hij, dat men de zuigeling nu
reeds voor haar opvoeding naar En
geland zou overbrengen.
Maria de Guise vluchtte met
haar kind naar Stirling. Hendrik
VIII. de schoonvader in spe, stuur
de zijn legers achter haar aan. En
om geen twijfel te laten aan zijn
bedoelingen, liet hij de Schotse
hoofdstad Edinburgh innemen, in
brand steken en plunderen. De klei
ne Maria Stuart, onwetend van al
le stormen, die zij ontketend had,
was Intussen in diep geheim over
gebracht naar Inchmahome, „het
eiland der ruste", ergens in een af
gelegen meer. En de Koningin-moe
der vroeg vertwijfeld om hulp in
Frankrijk aarzelde niet. De klei
ne Maria Stuart was een be
geerlijke partij. Zij bracht im
mers een koninkrijk als bruidsschat
mee. De Franse Koning vroeg
plechtig haar hand voor zijn oudste
zoon Frans, erfgenaam van de
Franse troon. Vijf jaar was de toe
komstige bruid, toen zij naar
Frankrijk reisde om haar vier
eneenhalf jaar oude verloofde te
ontmoeten. Vijftien jaar telde zij,
toen de klokken beierden voor haar
huwelijksfeest. En op haar acht
tiende jaar was Maria Stuart reeds
weduwe. De bleke, ziekelijke brui
degom stierf kort nadat hij aan de
hand van zijn moeder. Catharina
de Medici, de Franse troon had be
stegen.
Geen koningskind had aan het
Franse hof ooit zo bevallig de gail-
larde gedanst als de kleine Maria
Stuart, toen zij pas uit Schotland
kwam. Maar haar kinderlijke be
koorlijkheden waren nu nutteloos
geworden. Een jaar lang was zij
Koningin van twee aanzienlijke rij
ken tegelijk geweest. Nu had de
dood haar het machtigste van die
rijken uit de handen geslagen. En
het andere werd een twijfelachtig
bezit. In Schotland wankelde' de
troon, sinds de moeder van Maria
Stuart, Maria de Guise, overleden
was en intrigerende edellieden sa
menspanden tegen hun vorstenhuis.
Aan het hoofd van de vijanden in
haar eigen land stond Maria
Stuart's afgunstige halfbroer Ja
mes Stewart, graaf van Murray, die
zich door Engeland betalen liet om
zijn halfzuster ten val te brengen
nu de Schotse troon hem was ont
gaan.
Murray liet zich door Engeland
betalen, dat wil zeggen door Enge-
lands Koningin Elizabeth. Want
deze vrouw was inmiddels Koningin
geworden. Zij haatte Maria Stuart
als zelden een vrouw heeft gehaat.
Bovendien was zij begerig naar
Maria's erfdeel. Schotland, dat zij
onder de Engelse Kroon wilde bren
gen. het noodlot koos Elisabeth als
instrument om Maria Stuart te bre
ken en nadien te doden. Tragisch
en aangrijpend zijn de houding en
de karakters van beide vrouwen.
ELIZABETH I
Elizabeth
Wie Maria Stuart was, weten
we reeds. Haar jeugdlotge-
vallen kennen we in grote
trekken. Maar wie was Elizabeth,
die de Engelse troon besteeg in het
jaar. dat Maria Stuart trouwde met
Frankrijk's dauphin of Kroonprins?
Haar vader was Hendrik VIII, de
„Blauwbaard" in de rij der konin
gen. Achtereenvolgens was hij ge
trouwd geweest met zes vrouwen.
Een harer stierf in het kraambed,
van twee liet hij zich scheiden, twee
anderen liet hij op 't schavot ster
ven. Elizabeth was de dochter van
Hendriks tweede gemalin, van An
na Boleyn, die zelf van eenvoudige
huize was. Haar vader had een
bakkerij, maar Anna was mooi en
mooie vrouwen bevielen de Koning.
Kort na Elizabeths geboorte viel
Anna's hoofd op het schavot
en elf dagen na deze dramatische
dood hertrouwde haar vader met
Jane Seymour, die hem reeds enige
tijd in de netten van haar bekoring
gevangen hield.
Jane Seymour schonk Hendrik
een zoon. Zijn dochter Elizabeth
liet hij onterven en hij noemde
haar openlijk een bastaard, waar
van hij de vader niet was. omdat
Anna Boleyn hem bedrogen zou
hebben. De jonge Prinses Elizabeth
werd door haar halfzuster Mary
Tudor in de Tower geworpen. Daar
bleef zij drie jaren, elke dag
de dood verwachtende. Deze gruwe
lijke gevangenis, waar zij al haar
sluwheid in het geding moest bren
gen om haar leven te redden, werd
de leerschool voor haar latere rege
ring. De kunst van toneelspelen,
van afwachten, van berekenen en
spelen met de dood maakte haar
van Assepoester tot hofdame en
daarna van hofdame tot Koningin
van Engeland.
De maagdelijke vorstin
T—en groot aantal pretendenten
j— naar Elizabeths hand omring-
■I—de de jonge vrouw. Zij weiger
de evenwel iedere verbintenis, zij
bleef de ..Virgin Queen", de „Maag
delijke Vorstin". Reeds bij haar
kroning had zij het gezegd: „Enge
land zal mijn enige bruidegom
zijn". In de weigering van haar
echtgenoten in spé ging Elizabeth
zeer omzichtig te werk. Slechts zel
den gaf zij een rechtstreeks „Neen-
woord". Maar evenmin aanvaardde
zij een hunner als echtgenoot of
als minnaar. De mannen uit haar
omgeving beschouwden haar als
een raadselachtige vrouw. Wel had
zij gunstelingen en vooral de knap
pe en charmante graaf van Essex
was vele jaren haar gunsteling bij
uitstek. Is hij haar minnaar ge
weest? Men fluisterde het in die
dagen, maar toen hij eens. door be
langrijke zaken daartoe gedrongen,
binnentrad in haar kleedvertrek,
terwijl haar kameniers nog bezig
waren met het kapsel, liet Elisabeth
de graaf van Essex in een kerker
werpen en nadien ter dood bren
gen. Geen man mag mij straffeloos
in négligé zien. was de reden, die
zij opgaf voor die harde maatrege
len.
De roodharige Elizabeth kon ech
ter ook dansen en bekoorlijk zijn.
Zij sprak bovendien een half do
zijn talen en kon zich met geleer
den over hun wetenschap onder
houden. Zij kon echter óók 'n taal
uitslaan, waar zelfs zestiende eeuw-
se hovelingen bij bloosden. Onbe
wogen liep zij eens met de Franse
gezant langs de Tower, waar drie
honderd lijken aan de tinnen ben
gelden.
Niet dat het nu zo erg druk
was op de tentoonstelling „Lei
den Bekeken", toen ik er van de
week eens even binnenliep. Het
ivas echt wat je noemt een rustig
middaguurtje. Ik was er naar toe
gegaan omdat ik ook wel eens
wilde weten hoe Leiden er latei-
uit zal zien, als ik stokoud ben,
en nóg later, als mijn kinderen,
oud zullen zijn, en mijn kinds
kinderen in de kracht van hun
leven maar ook omdat ik me
afvroeg, wat voor mensen daar
nu zo al rond zouden lopen in
de Waag.
Geïnteresseerde vakmensen op
het gebied van stedebouw? He
ren die als aannemers, architec
ten of anderszins bij de bouw
vakken betrokken lieden, aange
merkt zouden kunnen worden?
Verkeersdeskundigen? Wegen
bouwers? Toeristen? Nee - be
paald niet. De bouwvakkers heb
ben trouwens nog geen vakan
tie.
Ik zag: grootvaders, die hun
kleinkinderen, die ze in de va
kantie blijkbaar te logeren had
den, een leerzame middag be
zorgen. Een groepje oude van
dagen (het bejaardencentrum
had wellicht een excursie geor
ganiseerddat rondgeleid werd
en vooralsnog druk doende was
bij de oude kaarten van de stad
en bij de foto's van het niet zo
verre verleden. Dat laat zich
verstaan: misschien herkenden
ze zichzelf wel op de oude foto
van de Breestraat. in de dames
en heren die in de dorpsstraat,
die 't toen ivas, in alle rust aan
't wandelen waren.
Een paar jongens van een jaar
of tien hadden voornamelijk ple
zier in de grote maquette en her
innerden zich vast hun eigen
bouwdoos, waarmee ze nog niet
zó lang geleden ook hele steden
en dorpen gebouwd hadden.
„Daar wonen wij nu", zeiden ze
tegen elkaar, „in dat stuk daar;
en kijk daar moet je dan latei-
zo komen".
,t Meest werd ik geboeid door
'n paar gezellige Leidse huismoe
ders, die ook niet bij de maquêtte
vandaan te slaan waren, die er
meer dan een half uur omheen
liepen, dan van de ene kant kij
kend, dan van de andere en die
voortdurend probeerden vanuit
een bepaalde gezichtshoek, en
met de werkelijkheid zoals zij
die nu kenden in gedachten, de
toekomst in 't oog te krijgen.
Wat voor een leek nog niet eens
zo eenvoudig is.
„Mens nog toe 't is me een
studie", hoorde ik de een tegen
de ander zeggen. Dat kon na
tuurlijk slaan op de knapheid
van de ontwerpersmaar ik had
de indruk dat 't vooral sloeg op
de inspanning die ze zich zelf
moesten getroosten om te weten
te komen hoe hun Leiden er
binnen afzienbare tijd uit zal
zien. 't Typische is, dat kinderen
en vrouwen wat 't bekijken van
Leiden betreft, één punt van
Kle
urenciirsus
(XIV)
Wie eens met een petroleumlampje, voorzien van een rood lampeglas in
z(jn donkere kamer glasplaten in het formaat 9 x 12 of zelfs 13 x 18 cm
heeft ontwikkeld, wordt door de jongere generatie aangezien als een man,
die beslist op een afstandje van hoogstens een meter aan de wieg van de
fotografie heeft gestaan. Zo'n reputatie krijgt ook hij, die kan verhalen
over de zwarte toverlantaarn in een grote hutkoffer en de zware kist vol
glazen lantaarnplaatjes in het formidabele formaat 9 x 12 of 8,3 x 8,3 cm.
Uit de omvangrijke 100 watt projectielamp trachtte men in die tijd met
behulp van een grote achter de lamp geplaatste reflector, die glanzend
gepolijst of verzilverd was, via een d'kke groen-glazen condensor zoveel
mogelijk licht door de nogal „benauwde" opening van de projectie-lens te
persen. Een meestal maar vrij dun doek, met bandjes gespannen tussen
een zwaar massief houten raam op standaard, weerkaatste slechts een
angstwekkend klein deeltje van de lichtbundel. Zodat de arme, die in stad
en land projecties moest verzorgen, rondzeulde met een in dubbele bete
kenis weinig lichte last!
jectoren, die een lamp van meer
dan 250 watt bevatten, een koel-
motor gebouwd zijn. Anders wor
den de kleurendia's toch nog veel
te heet. waardoor gemakkelijk be
schadiging kan optreden.
Het tweede systeem van verlich
ting werkt in principe als de kop
lampen van een auto. De lamp
brandt op een veel lagere span
ning (12 Volt). Door een ingebouw
de transformator wordt de net
spanning terug gebracht op dit la
ge voltage.
De lampen zijn daardoor niet
alleen in omvang veel minder,
maar ook de gloeidraad kan klei
ner van afmetingen zijn. En hoe
kleiner dit vlechtwerkje van gloei-
draden (het zogenaamde filament)
is, des te hoger wordt het licht-
rendement. De achter de lamp ge
plaatste reflector kan namelijk veel
beter de lichtstralen van een klein
filament bundelen dan van een
groot. Er gaat dus niet zoveel licht
verloren.
Zo'n laagspanningslamp heeft
dan ook een geringer wattage.
Minder stroomverbruik, meer licht
en bovendien nog aanzienlijk min-
dei warmte-ontwikkeling zijn be
langrijke pluspunten. Een 12 volts
lampje evenaart in lichtsterkte ze
ker een 300-watt conventionele
piojectielamp.
Waarop moeten we nu bij de te
genwoordige projectoren vooral let
ten, willen we een zo groot moge
lijke lichtopbrengst genieten?
Het warmte-filter mag niet
zwaar, dik of gekleurd zijn. De
gioene kleur van oudere warmte-
filters veroorzaakt bij kleurendia's
een hinderlijke zweem.
Bij de grote, warmte-ontwikke-
ler.de lampen is het warmtefilter
meestal uit twee delen samenge
steld. Dat voorkomt het springen
ervan. Een filter uit één stuk. dat
vrijwel altijd tussen een metalen
houder geklemd is. zou te sterk
kunnen uitzetten. Denk dus niet
dat zo'n uit twee delen bestaand
warmtefilter gebarsten is. Onge
wenste scheuren zien er n.l. zeer
onregelmatig uit en hebben grilli
ge randen.
Let verder op de spiegel achter
de lamp. Die moet goed reflecte
ren en dus niet dof of aangeslagen
zijn. Controleer vooral wanneer
een nieuwe lamp in de projector
gaat of deze goed gecentreerd
staat. Daaronder verstaan we dat
het filament van de lamp zodanig
ten opzichte van de spiegel staat,
dat de weerkaatste stralen tussen
de gloeidraden doorvallen. Na
tuurlijk kunt u dat met nagaan
door in een brandende lamp te
kijken. Neem een vergrootglas en
houdt dat vlak voor de projectie
lens van het apparaat. Op het
projectiescherm ontstaat dan een
wazige cirkel. Beweeg nu het ver
grootglas heel langzaam in de rich
ting van het scherm. Zorg dat u de
lichtbundel blijft opvangen in het
Wie nu wil projecteren, kan be
schikken over een lichtvermogen,
dal minstens tienmaal zo sterk is,
terwijl de projector maar een
tiende deel van het volume heeft
en in een aktentas geborgen Kan
worden. Het automatische projec
tiescherm op opvouwbare stand
aard is gemakkelijk met één hand
te transporteren.
Welke belangrijke veranderingen
heeft het projectieapparaat in be
trekkelijk korte tijd ondergaan?
Momenteel z(jn er wat de verlich
ting betreft 2 systemen. Het eerste
en oudere werkt nog met de con
ventionele projectielamp. Daarbij
is de grote bolle lamp van vroeger
vervangen door een slanker model,
maar ook deze brandt op een
spanning van 130 of 220 Volt. De
hitte-ontwikkeling bij deze lampen
is vrij groot, zodat in vrijwel elke
projector een warmte-filter nood
zakelijk is. Bovendien moet in pro-
overeenkomst hebben: ze zoeken
in heel die grote wirwar van
straten en straatjes, van pleinen
en parkeerterreinen, van ver
keerswegen. en grote gebouwen,
waarvan we nu nog slechts kun
nen dromen, allereerst: het
eigen plekje. Ze draaien net zo
lang om de maquêtte heen tot
ze hun straat en als 't kan hun
huis in 't vizier hebben, en van-
daaruit vormen ze zich hun
beeld van het toekomstige Lei
den.
En dan moet het voor de
ouderen toch ivel een beetje
vreemde en weemoedige erva
ring zijn als je tot de ontdek
king komt: Mijn straat, mijn
huis zal in 't Leiden van 't jaar
2000 helemaal niet meer be
staan! 't Is onvindbaar, mijn
plekje op de wereld komt in 't
stuk van de toekomst niet meer
voor. En o ja ik zal er zelf
ook immers niet meer zijn. Maar,
mijn kinderen en kleinkinderen
in welke van de nieuwe wij
ken of op de hoeveelste verdie
ping van welke torenflat zullen
die dan wonen? En zo zal de
schakel met de toekomst er toch
weer zijn.
Vandaar wellicht, dat Leiden
Bekeken niet speciaal door de
vakmensen, maar, vooral door de
gewone, maar échte Leidenaars
bekeken wordt.
Hermine G.
glas. Na enig zoeken van de Juiste
afstand ziet u op het scherm op
een kleine onderlinge afstand de
„kurketrekkers" van de gloeidraad
dc z.g. gloeispiralen helder en
scherp afgetekend. De ruimte tus
sen die heldere gloeidraad-beelden
moeten echter gevuld zijn met de
wat blauwere spiralen van het
spiegelbeeld. Vallen spiegelbeeld en
originele afbeelding van de gloei-
draden gedeeltelijk of geheel op el
kaar, dan onderscheppen de gloei-
draden van de lamp de licht- maar
ook de warmtestralen van het spie
gelbeeld. De lichtopbrengst is dan
geringer, maar bovendien stijgt de
temperatuur binnen in de lamp te
sterk. Zo sterk zelfs, dat na enige
lijd het glas week gaat worden en
uitzakt. Dan onstaat een lamp met
een grote glasbobbel, die of gauw
sneuvelt of soms zelfs het warm
tefilter in de verdrukking brengt.
Het centreren van de lamp is bij
vrijwel alle projectoren zeer een
voudig: de lamphouder of fitting
kar iets zijwaarts of omhoog ge
schroefd worden tot de juiste stand
is bereikt. Dus: centreer uw lamp!
Neem verder als gewoonte eens
per maand condensor en warmte
filter van stof te reinigen met be
hulp van een blaaskwastje. Veeg
nooit aan de reflector. Die mag u
wel met zo'n blazertje wat afbla
zen. Maak de lens aan buiten- en
binnenkant stofvrij. Want stof op
de lens geeft wazige beelden.
Controleer van tijd tot tijd
na het 25ste branduur van uw
lamp of deze nog helder is.
Sommige lieden schaffen zich een
heerlijk heldere projector aan,
waarvoor ze zich een flink finan
cieel offer getroosten. Daarna be
roemen ze zich op het feit, dat
hun lamp al meer dan 80 brand-
uren heeft gehad! Maar zouden ze
deze lamp er eens uithalen en te
gen het licht houden, dan konden
ze constateren, dat er een zwarte
aanslag aan de binnenkant van het
glas was ontstaan. Zonder dat ze
het merken, is de projector steeds
minder licht gaan geven, omdat
die aanslag werkt als een grijsfil
ter. Door verkeerde zuinigheid de
graderen ze hun prachtige licht
sterke projector tot een veel licht
zwakkere.
Wees wijs en houd altijd een
reservelamp in voorraad. Juist als
er visite is, die anders haast nooit
kan komen en een keurcollectie
van vakantie-opnamen zal worden
getoond, springt de lamp 's avonds
om half negen en is Leiden in
last!
Tenslotte: laat uw warmgedraai-
de projector altijd even afkoelen
voor u hem verplaatst en opbergt.
Dat verhoogt de levensduur van
de lamp.
Dc volgende en laatste keer nog
enkele projectie-tips over toestel en
scherm.
Vriesea's behoren tot de grote
familie van de bromeliaachtige;
ze worden tegenwoordig veel als
kamerplant gekweekt. Er komen
vele Vrieseasoorten voor; vrijwel
allemaal verlangen ze in de win
ter een normaal verwarmde ka
mer en moet men ze nu tegen
al te felle zon beschermen. Vrie
sea's verlangen een vochtige at
mosfeer. Het is dus nuttig indien
zo nu en dan eens wat lauw wa
ter in de koker gegoten wordt.
Om de twee weken moet men
dat verwijderen en vervangen
door vers water. De potgrond
dient men normaal vochtig te
houden, doch men moet vooral
met lauw water gieten. Vele
Vrieseasoorten kunnen heel
mooi bloeien: de bloemstengels
ontwikkelen zinh in de koker.
Als de plant eenmaal uit die
koker gebloeid heeft, behoeft
men daaruit geen nieuwe bloe
men meer te verwachten. De
oude koker zal geen bloemen
meer voortbrengen, doch het is
wel zo dat sommige soorten nog
wel enkele jaren hun eigenlijke
sierwaarde als kamerplant be
houden.
Wil men echter nieuwe bloem
stengels. dan moet men voort-
kweken door middel van jonge
scheuten, die zich onder aan de
voet bij de moederplant ontwik
kelen. Die kan men. als ze groot
genoeg zijn, met wortel en al af
nemen. doch dat moet men niet
te vroeg doen. Ze moeten een
lengte van ongeveer tien tot
vijftien centimeter bereikt heb
ben. Dan kan men de plant uit
de pot nemen en de jonge
scheuten voorzichtig met wortel
en al aftrekken. Men dient ze
afzonderlijk verder te kweken,
doch niet in de gewone bloemis-
tengrond. Die is voor hen niet
zo geschikt; ze moeten beslist in
een speciaal grondmengsel ge
kweekt te worden. Dat moet een
mengsel zijn van geljjke delen
gehakt veenmos, goed verteerde
beukebosgrond, metselzand en
wat oude koemest. Vergeet niet
dat onder in de pot scherven
moeten komen; het afvoergaatje
mag in geen geval verstopt ra
ken.
G. KROMDIJK
..vi
VRIESEA ALS KAMERPLANT
t
f
t
t
t
t
f
t
t
l
t
i
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
i