li
MOSKOU HEEFT CASTRO NODIG
Verenigde Staten
J en tegen Rood-China
ZOEKLICHT
VAKANTIE-OVERDENKING
(LEIDSCH DAGBLAD
WOORD VAN BEZINNING
MARXIST
HONORIS
CA USA
/xle.rdap 7 juli 1962 Pagina 1
6
(Van onze reisredacteur, W. L. Brugsma)
Havanna De man in het open witte hemd
tikte de as van zijn Havanna en zei: Fidel
Castro is de bekwaamste leider van het com
munisme in Cuba". Hij zei het met een stalen
gezicht hoewel de erkenning hem pijn moest
doen. Want hij was Bias Roca, secretaris-gene
raal van de oude communistische partij, die bij
herhaling faalde, waar Castro slaagde: het ver
wekken van een revolutie in Cuba. Hoewel ik
het niet werkelijk had gehoord, vroeg ik hem:
„Hoorde ik U ook niet zeggen dat Castro de
intelligentste en geniaalste was?" Er vertrok
geen spier van het gebruinde gezicht onder het
zwart-grijze haar toen Roca (de rots) zei:
Fidel Castro is de bekwaamste, intelligentste,
geniaalste leider van het Cubaanse commu
nisme".
sias Castro uiteindelijk geen partij
zullen blijken voor de specialisten
in organisatie en indoctrinatie van
Roca's partijkaders, die tenslotte
beroepsrevolutionairen zijn.
De Oosteuropese diplomaten zijn
uiteraard minder spraakzaam,
maar al geldt hun lippendienst Fi
del, zij zeggen toch ook „het volste
vertrouwen te hebben in de be
proefde kameraden als Bias Roca
en Carlos Rafael Rodriguez", de
ideoloog van de oude garde. Met
dit voorbehoud dat bijvoorbeeld de
anti-stalinistisch aangelegde Polen
hun genoegen niet verbergen, dat
er „tussen de gechevronneerde spe
cialisten die alle resoluties van de
oude Komintern nog uit het hoofd -
kennen, nu eens nieuwe gezichten
en nieuwe geluiden opduiken".
van drie jaar: „Wat zijn
wij vandaag? Socialistjes. En wat
zijn wij morgen? Communistjes".
Daartegenover heeft Castro zo
zijn eigen ambities. Hij heeft te
gen een vriend gezegd: „Ik twijfel
er niet aan of ik zal Latijns-Ame-
rika bevrijden. Dan heb ik ook een
paar honderd miljoen mensen ach
ter mij. Chroesjtsjow wordt oud en
Mao Tse-toeng is ook zo jong niet
meer". Vandaar naar de gedachte,
dat hij niet alleen „el maximo li-
der" van de Cubaanse revolutie,
maar ook nummer één van het we
reldcommunisme zou kunnen wor
den, is maar één stap. Een stout
moedige misschien, maar Castro is
geen bescheiden man.
Eer gebouw
dat al geruime
tijd in onbruik is:
het Capitool,
waar het
Cubaanse
parlement
placht te zetelen,
als er al een
parlement was.
Op de
voorgrond het
uithangbord van
Bias Roca's
communistische
dagblad
..Hoy"
heden).
Achter Fidels broer Raul Castro drie orthodoxe communisten: geheel links de president van de
republiek Osvaldo Dorticosgeheel rechts in zijn onaf s$ heidenlij ke Cubaanse overhemd Bias
Roca. Naast Raul staat het enige lid van de oude com munistische garde dat de rebellen-baard
mag dragen. Carlos Rafael Rodriguez, de ideoloog van de partij.
Vlak voor Castro's overwinning op het regime-Batista trok Rodriguez de Sierra Maestra in en
- j legde het contact, dat zulke vérstrekkende gevolgen zou hebbenmet een revolutie die door Roca's
partij eerst bespot en later genegeerd was. Roca is de enige partijman die in de topleiding van
de O.R.I. zit. de anderen zijn premier Castro, vice-pre mier en minister van Oorlog Raul, de mi-
j nister van Economische Zaken ,,Che" Guevara en Fidels vriend Aragones. Dorticos heeft als pre
sident geen macht. Rodriguez beheert de agrarische sec tor der Cubaanse economie.
Onafhankelijke communisten, zo
als de Joegoslaven, wedden daar
entegen zonder reserve op Fidel. Zij
zeggen dat Cuba weliswaar econo
misch afhankelijk is van Moskou,
maar dat het Kremlin zich niet
kan permitteren Castro te laten
vallen, zonder de grote kansen te
verspelen die het via Castro in La
tijns-Amerika heeft. Chroesjtsjow
mag zijn hart vasthouden over de
impulsieve improvisaties en de ideo
logische ketterijen der fidelis-
ten, hij moet weten dat hij met
stalinistische dogmatici als Roca
c.s. in Cuba noch in Latijns-Ame-
rika een voet aan de grond krijgt.
Helma Wolf-Catz bewijst met
ieder boek, dat er van haar ver
schijnt, welk een uitzonderlijk
schrijfster zij is. Het heeft geen zin
nogmaals uit te weiden over haar
specifieke kwaliteiten, want dat is
al voldoende gebeurd. Wie haar werk
kent, heeft zich langzamerhand in
geleefd in haar wereld van reële
schimmen, die met ieder boek reëler
worden zonder evenwel hun bui
tentijdelijkheid te verliezen.
In dit „Duizendbrand" blijkt ech
ter. dat zij met haar medium nog
veel meer kan bereiken. Men kan
de ervaringen van Gia de vrouw
die Alexi uit Koraalrif in Amerika
getrouwd heeft onder de invloed
van een moderne caimans al of niet
aanvaarden; het feit is er dat Hel
ma Wolfs dramatische verhaal van
het zestiende eeuwse wederdopers
echtpaar de eerste helft van deze
roman pregnanter en aangry-
perder is dan menige historische
roman, waarin getracht wordt op-
realistische wijze breeduit een ver
leden op te roepen. In dit gedeelte
blijkt wel heel duidelijk de geraf
fineerde kracht van haar taal, die
ogenschijnlijk eenvoudig is, maar
in wezen van een uiterst precieze
woordkeus. Tegenover de hoofdfi
guur uit het eerste historische ge
deelte, Merten. staat Stefan, de man
die opgegroeid is in de oorlog of
beter vlak daarna, ergens in Po
len. Visioenen van vuil, bloed en
vuur achtervolgen hem en alleen
door het roken van hennep kan hij
zijn angst te boven komen. Toch
is hij het. die de ongelukkige hon
gerende kinderen uit Algerië haalt
en onderbrengt bij een oude vrouw
onder toezicht van zijn vrouw Ni
cole, die kinderarts is. Deze Nicole
is de medische studente uit Diep
zee, die haar geliefde door een me
deminnares heeft zien doodschieten.
Tijdens zijn aanvallen van depres
sie verwijt Stefan zijn vrouw, dat
zij Fernant, de vermoorde, niet ver
geten kan.
Het heeft evenwel weinig zin de
gebeurtenissen op te sommen en
het verband tussen verleden en he
den uit te leggen. Ten eerste is het
duidelijk genoeg en bovendien kan
de schrijfster dat veel beter zelf op
de lezer overbrengen.
CLABA EGGIXK
den samengesmolten. Roca's luite
nant, Anibal Escalante, benoemde
in zijn functie van secretaris voor
de organisatie op alle sleutelposten
van de ORI orthodoxe communis
tische militanten. De geruisloze
overname leek goed te gaan totdat
Fidel een woedende televisie-rede
tegen het „sectarisme" hield. Es
calante van zijn post onthief en de
ORI van „sectaristen en opportu
nisten" zuiverde. Castro zei in die
rede: „de oude marxistische mili
tanten dachten zeker dat zij de re
volutie in de loterij gewonnen had
den". En veertien dagen later kreeg
Fidel van de Prawda officieel ge
lijk: hij werd gekanoniseerd als
voornaamste leider van Cuba's so
cialistische revolutie.
Boerenrevoliitie
Roca's falen en Fidels succes
krijgen voor Moskou extra Reliëf
door de volgende overweging: Roca
faalde door zijn orthodox marxis
tische poging om met een arbei
derspartij een revolutie te bewerk
stelligen in een land waar de ar
beiders relatief gepriviligeerd wa
ren boven de landloze, ondervoede,
ongeletterde boeren. De marxist
honoris causa Castro maakte een
boerenrevolutie. Evenals Mao Tse-
toeng.
Ook in andere Latynsamerikaan-
se landen zijn de condities eerder
rijp voor een revolutie naar het
Chinese model dan een van het
Russische t.ype. Een communis
tische diplomaat zei mij: „Moskou's
actie in Latijns-Amerika is niet al
leen bedoeld om het half-continent
van de Verenigde Staten los te we
ken. maar ook om het uit Chinese
handen te houden!"
Ziedaar de positie: Fidel kan het
niet zonder Moskou stellen. Moskou
voorlopig althans niet zonder
Fidel. En Fidel en zijn „barbudos"
(de gebaarden) zijn er de mannen
niet naar om hun revolutie zonder
slag of stoot uit te leveren aan de
partijkaders, die zich ook nog heb
ben gecompromitteerd door colla
boratie met Batista. Maar de situa
tie wordt niet bepaald door de ma
te waarin de oude en de neo-com-
munisten elkaar al of niet mogen,
maar door hun wederzijdse afhan
kelijkheid.
En verder rekenen beide kanten
op de lange termijn. De orthodoxe
communisten proberen door een
massaal indoctrinatie-program de
jeugd en de toekomst te winnen.
Zelfs op de kleuterscholen zingen
Cuba's toekomst:
in de crèche leren kleuters
van drie jaar een beetje mar-'
cheren. roepen ..Cuba ja. Yan
kee neeen zingen dat zij ,,pe-
quenos comministas" (kleine
communistjes zijn). Sommige
moesten er ook weer leren
lachen. In de afschuwelijke
krotten op de achtergrond wa
ren zij aan atrophie van de
lachspieren gaan lijden. Die
krotten, erfenis van de Batista-
dictatuur. behoren tot de laat
ste die nog moeten worden op
geruimd.
Problemen
Ontegenzeglijk brengt de ver
spreiding van de revolutie voor
Moskou ook zijn problemen mee.
dat heeft Stalin althans duidelijker
ingezien dan Chroesjtsjow. Het
communisme onder de palmen ziet
er anders uit dan dat in Siberië,
Latijnen belijden het anders dan
Slaven. Het is voor de man in Mos
kou gemakkelijker een communis
tisch regime in Bulgarije naar zijn
hand te zetten, dan een dat aan
de andere kant van de wereld re
geert.
Ik vroeg een communistische di
plomaat in Havanna welke van de
zeven hoofdzonden van het com
munisme Fidel het meest in verlei
ding zou brengen: revisionisme,
dogmatisme, sectarisme, opportu
nisme, linkse afwijkingen, natio
nalisme of persoonsverheerlijking?
Hij zei: „De hemel mag het weten.
Misschien we lallemaal tegelijk.
Maar één ding staat vast: een or
thodoxe volgeling van de algemene
partijlijn wordt hij nooit!
Waar moet ik nu met U
over mediteren in deze
maand, nu voor de
meesten van ons de tijd van
vakantie aangebroken is? Ik
kan tenminste bijna geen be
zoek afleggen, of op de een of
andere manier komt dit onder
werp aan de orde. Je komt in
het ene gezin en moeder is er
druk bezig de voorbereidingen
voor de beste weken van het
jaar te treffen. In het andere
kun je bijna niet tot het ge
sprek. waar je als predikant
voor gekomen bent, geraken,
omdat men boordevol zit met
indrukken, die men in het bui
tenland opgedaan heeft. En in
het derde geval blijkt in het ge
sprek, dat men wel op de val
reep staat om met vakantie te
gaan, maar er zijn bepaalde
schaduwen, die dé vreugde ver
duisteren: er is een familielid,
dat ernstigziek is; of een zoon
een rotsblok een beschut plekje
gevonden. Al heel gauw komen
ze tot de ontdekking, dat ze
daaf toch niet alleen zijn. Op
een honderd meter afstand be
vindt zich nog iemand, een
zwemmer, die een duik gaat ne
men in het onstuimige water en
in een mooi gevecht van list te
gen geweld gewikkeld raakt.
Intussen voeren de vriendin
nen samen een gesprek, waaruit
blijkt, dat de ene nog gelooft in
een wereld, waarin wij mensen
wat meer aandacht het woord
liefde durft ze tegenover deze
vriendin niet eens uitspreken
voor elkaar zullen hebben, maar
de ander kan ook dat geloof niet
meer opbrengen. Ze kan daar,
niet een hoogmoedig, maar
slechts vertederd om lachen en
het leven te genieten, terwijl er
in onze wereld de ergste dingen
gebeuren? Zit er hier of daar
geen vorm van verraad in onze
vakantieviering, verraad aan
dat familielid, dat ernstig ziek is
verraad aan de mensheid, die
altijd weer in een hopeloze?
strijd gewikkeld is tegen het
geweld?
Een vakantieherinnering komt
bij me boven: in een Limburgs
dorpje viert men kermis op een
terreintje bij een bocfy, van de
weg. Men viert deze kermis, zo
als men dat in Limburg kan, uit
bundig vrolijk. En zoals dat ook
in Limburg pleegt te gebeuren:
de gekruisigde Christus ziet van
af een ruwe dennepaal op dit
luidruchüge, uitbundige gedoe
neer. Veroordelend? Met inner
lijke ontferming bewogen? In
ieder geval maakte Hij de in
druk op me een zeer eenzame
figuur te zijn in onze gekersten-
is in Nieuw-Guinea. Is het in
leze omstandigheden wel verant
woord om van huis te gaan? Zal
men wel ooit onbelemmerd van
de vrijheid van de vakantie
kunnen genieten, als er ieder
ogenblik iets kan gebeuren, wat
een abrupt einde maakt aan de
vreugde? Of eigenlijk is dat het
ergste nog niet. We hebben het
gevoel, dat we met onze vakantie
een beetje verraad plegen. Wij
zoeken ontspanning, wij vieren
de teugels, terwijl anderen, die
ons na staan, de moeilijkste tijd
van hun leven doormaken. Kan
een mens eigenlijk wel ooit vol
uit vakantie vieren?
Dit overdenkend kwam me
een vakantieverhaal van Anna
Blaman in de gedachte. Twee
vriendinnen hebben zich ergem
met enige moeite op een stil
strandje genesteld. Er staat een
harde wind, de zee is onstuimig,
maar tenslotte hebben ze achter
zegt tot haar vriendin: „Maar
weet je, dat het nooit, nooit zo
zal kunnen worden? Onge
lukkige, hoogmoedige! Wat stel
je je toch voor? Dat zou toch
zijn het „God ziet ons" onder
de mensen opdelen. Dat zou dan
voortaan zijn ..wij zien elkaar".
Denk je dat in"!
En terwijl deze twee hun ge
sprek voeren over de aandacht,
die wij al of niet voor elkaar
moeten hebben, blijkt intussen
de derde, de zwemmer, verdron
ken te zijn. „En al voordat ik de
zee begon af te turen, die verla
ten waterwoestijn in de storm,
wist ik het al. Hij was nergens
meer te zien. Hij zwom allang
niet meer. hij dreef allang diep
onder het loeiende water in een
stilte, die we absoluut noemen
of eeuwig".
Kunnen we eigenlijk wel va
kantie vieren? Is het wel ooit
verantwoord om zomaar stil van
de, katholieke samenleving.
Kunnen we het eigenlijk wel,
vakantie houden in onze wereld?
Is het verantwoord, plegen we
geen verraad aan de mensheid?
Ik geloof, dat we het alle
maal nodig hebben om te genie
ten, ongeremd, in onze veel
eisende wereld. Ja, maar dan
toch ook. om straks weer méér
tijd, méér aandacht te kunnen
geven aan de ander, aan de een
zame zwemmer in het geweld
van de golven.
In hoogste instantie mag ook
onze vakantie iets in zich heb
ben van een „holyday" van een
heilige tijd: een periode van lou
tering, om straks beter tegen
het leven opgewassen te zyn en
meer aandacht aan de ander
te kunnen besteden.
P. Kloek.
Ned. Herv. pred. te Leiden.
i Er is nóg een reden waarom die
Erkenning zeer moet doen: de Qude
Communistische garde, die Fidel
l aanvankelijk als „een putschist" en
„een avonturier" had afgedaan, die
\ioeigerde mee te staken toen Fidel
een staking tegen Batista nodig had
iteu die pas kort voor de overwinning
lp/ Castro aan boord klom, heeft
Ifeorf geleden een poging om na
lafloop de revolutie over te nemen,
jammerlijk zien mislukken.
Zij deed die poging in de Ori (de
geïntegreerde revolutionaire orga
nisaties) die de overgang moet zijn
naar de nog te vormen „eenheids-
Mi partij der socialistische revolutie".
Daarin zullen Fidels revolutionai-
ren en de oude communisten wor-
In het net
Vandaag de dag is de krachts
verhouding tussen Bias Roca's oude
garde en Fidels neo-communisten
het onderwerp van ieder gesprek
tussen de diplomaten in Havanna.
Let wel: de vraag is niet of Cuba
communistisch is en zal blijven,
maar welke variëteit van het com
munisme er zal heersen. De Weste
lijke diplomaten hellen in meerder
heid over tot de mening dat Fidel
in het net zit en uiteindelijk de
keus zal hebben tussen een
marionettenrol of een doodkist. Zij
gronden die mening op het feit dat
Cuba economisch de gevangene is
van Moskou en dat de amateuris
tische apostelen van de rede mes-
EEN
OP DE BOEKENMARKT
Marguerite Duras. „Moderato
Cantabile". (Vertaling uit het
Frans). Contact Amsterdam
1962.
„Es ist eine alte Geschichte,/
Doch bleibt sie immer neu;/ Und
wenn sie just passieret,/Dem bricht
das Herz entzwei". Ach ja, de
oude Heine had wel gelijk. Liefde
en dood geen ruimtevaart en
geen koude oorlog kunnen de men
selijke emoties van die onderwer
pen afleiden. Dat blijkt weer uit
deze novelle „Moderato Cantabile".
Het is een heel mooi geschreven
en heel ontroerend verhaal van
twee mensen, die maatschappelijk
even ver van elkaar verwijderd zijn
als zon en maan. Ook dat is nog
altijd zo blijkbaar, hoewel dit in
Moderato niet het zwaartepunt, van
de droefenis vormt. Anne Desbares-
des, de vrouw van een fabrikant,
ontmoet in een café aan de haven
de arbeider Chauvin, by toeval, om
dat zij juist een paar huizen verder
de pianolessen van haar zoontje
bijwoonde, toen er in dat café een
moord gebeurde. Een man heeft een
vrouw gedood, die zijn geliefde was
en hy is wanhopig, omdat zy dood
is. Anne heeft hem gezien en hek
probleem van deze dodende liefde
laat haar niet meer los. Daarom
gaat zij geregeld naar het café
en spreekt er met Chauvin over
het geval in korte, peinzende zin
nen. Tussen haar en Chauvin ont
wikkelt zich een analoge situatie
waarin als het ware de hele omge
ving: de fabriek, de haven, de tuin,
de wind, de waardin, Anne's huis
en zelfs de radio meespelen als het
koor in een klassieke tragedie. An
ne's kleine zoon men vraagt zich
af of die het eigenlijk wel is, die
het ongeluk van een oplossing voor
komt. Eerder kan men aannemen,
dat de beide minnenden weten,
dat de gevoelens, die zij voor el
kaar koesteren, toch niet bestand
zijn tegen het leven en alleen met
de dood betaald kunnen worden. En
zo eindigt dit „Brief Encouter"
zoals het behoort met nauwe
lijks een afscheid. Zoals ik al ge
zegd heb: een heel mooi verhaal en
uitzonderlijk goed vertaald door
Remco Campert.
Helma Wolf-Catz. „Duizend-
brand". Contact Amsterdam
1962.