HUISVROUW!
Voor 'n tientje
goed gekleed
KLEINE MEISJES HEBBEN
GROTE ZORGEN
BOERENOMELET
Ik was het nooit...
maar nu ben ik
ontaard in
<~Yfloederlijlz&
overpeinzing
G'
WOLLEN DEKENS
Zaterdag 26 mei 1962
Pagina 3
Wat heb je?" riep een vriendin ontsteldik was bezig met
een bakje, een [les azijn en een soort vaatdoek. Het moet nog
meer mijn uitrustign dan de verzameling attributen geweest zijn
die haar bevreemdde. Ik droeg namelijk felblauwe rubber hand
schoenen, een allround huishoud schort en om mijn hoofd een
doekje. In deze staat had ze me nog nooit aanschouwd.
013/62
Het bezoek op de keukenstoel en ik
op de trap, zo dronken we koffie
Ik keek op alsof het me ontzet
tend veel moeite kostte haar vraag
te beantwoorden. Nog even liet ik
haar in spanning, vulde de bak met
water, deed er wat azijn bij en
doopte het doekje erin. Toen zei
ik: „Dat is voor de nieuwe verf, er
zitten al een paar vlekken op".
Meteen begon ik de deurtjes van
de aanrechtkastjes te bewerken, de
keukendeur en de muur achter het
gasstel. De lichtgrijze bezoedelin
gen smolten weg; helder glansden
de creme panelen en muurvlakken
me weer tegen. Ik merkte zelf niet
dat ik ontspannen begon te glim
lachen; het was de dierbare vrien
din, die me hierop attent maakte.
„Je kijkt of je de eerste prijs bij
een kookwedstrijd hebt gewonnen!"
zei ze verwijtend. „Wat bezielt je
eigenlijk?"
JE zou het niet geloven als je er
niet dagelijks mee werd gecon
fronteerd, maar een kind van
net zeven jaar, zonder verantwoor
delijkheden, moeizame plichten,
zonder begrip van politiek of van
de strijd om het bestaan kan niet
temin gebukt gaan onder talloze
zorgen.
Wie Marian ziet spelen aan haar
tafeltje, verrukt kwetterend terwijl
ze nu en dan een dropje in haar
mond steekt, zou zweren het geluk
kigste wezentje op aarde gade te
slaan. Maar nauwelijks krijgt ze
mij in het oog of ze springt op en
de klachten stromen over het vloer
kleed.
Mams, ik heb geen geld meer.
Ik kijk eens naar de half opge
geten rol drop en knik begrijpend.
Allicht als je alles versnoept.
Maar mijn vriendje is morgen ja
rig en dan mag ik bij hem komen
spelen
Aha .En natuurlijk wil je iets
voor hem meebrengen
Ja, een plak chocolade. Krijg ik
nou twee kwartjes?
Waar is je zakgeld gebleven?
Ze zwijgt en kauwt. Het is pas
woensdag, zeg ik berispend.
Marian kan de dagen van de
week nog niet zo goed uit elkaar
houden: de vermelding van
woensdag zegt haar niets. Voor
haar is elke dag dezelfde: spelen,
schoolgaan, nu en dan een rol
drop kopen van haar „eigen
geld."
k zal je twee kwartjes lenen,
Imaar dan krijg je twee zater
dagen géén zakgeld, zeg ik
streng want ook een kind van ze
ven moet leren de tering naar de
nering te zetten. Haar gezichtje be
trekt, heldert dan weer op.
Zaterdag hoeft papa niet te wer
ken, hè?
Neen, hoezo??
Nou, dan is hij thuis.
Haar gedachtengang is duidelijk.
Moeder zet Marian op zwart zaad,
maar papa kan haar klachten tóch
niet weerstaan en zal heus wel voor
haar smeekbeden bezwijken. Ge
troost knoeit ze verder in haar
kleurboek.
Dus mag ik morgenmiddag naar
Freddy toe?
Natuurlijk.
Met mijn mooie jurk aan.
Best.
Eigenlijk moet ik een nieu
we jurk hebben. Déze heeft Freddy
al eens gezien.
Hoor eens, je bent zeven, geen
zeventien. Freddy let er toch niet
op, wat je 'draagt.
Welles. Ik kan niet steeds met de
zelfde jurk bij Freddy komen. Dan
denkt hij dat we arm zijn.
Loop rond. Freddy is morgen ja
rig, die heeft wel iets anders aan
zijn hoofd. (Zouden kleine jongetjes
zich heus in zulke veronderstellin
gen verdiepen, vraag ik mij intus
sen af).
Krijg ik nou thee? vraagt Ma
rian liefjes.
3e theepot is leeg. Je kunt melk
krijgen.
Bah, ik lust geen melk.
Thee krijg je niet meer. Hier.
drink maar gauw uit, je moet er
nog van groeien. Natuurlijk drinkt
ze niet. Ja, ze zal daar met melk
genoegen nemen als ze thee heeft
besteld. Een kwartier later stoot ze
de beker om en heel de tekening is
bedorven. Ik schiet toe met een
reddende doek, doch de tekening is
doorgelopen en rijp voor de prul
lenbak. Gelukkig is de melkbeker
nu leeg. Al heeft zij er geen drup
pel van gehad: leeg is leeg. O zo.
Enigszins getroost door dat in-
zicht zet ze zich opnieuw aan de
arbeid. De rol drop mindert zien
derogen. Mams, ik heb dorst. Krijg
ik thee??
Zou je ze niet, zo'n kleine heks!
Ik zet een nieuwe beker melk
voor haar neer, met de medede
ling dat als ze het hart heeft, die
nóg eens om te gooien
Diep onder de indruk drinkt ze
hem leeg. Haar blikken zijn dolken.
Ik vind papa veel liever, deelt ze
mede en staat op. Dag, ik ga bui
ten spelen.
ewapend met de drie laatste
dropjes drentelt ze de deur
uit, mij achterlatend met de
rommel die ze heeft gemaakt. Bui
ten zie ik haar triomfantelijk staan
temidden van een grote drom kleu
ters, die regelrecht op de geur van
dropjes zijn afgekomen. Marian,
schatrijk, ondanks de schuldenlast
van twee kwartjes, geeft heel
grootmoedig één dropje weg, koopt
zich daarvoor de leiding bij het vol
gend spelletje en wuift mij groot
moedig toe, als ze mij voor het
raam ontdekt. Alle zorgen omtrent
ingehouden zakgeld, bedorven teke
ningen en wat trek ik morgen aan
zijn vergeten. Zij is weer gelukkig,
tevreden, onbekommerd. Tot over
vijf minuten
THEA BECKMAN
MENU VAN DE WEEK
Zowel bij de lunch als bij de warme maaltijd
vormen eieren een gezellig en bovendien goed
koop gerecht. En we hoeven ze niet altijd ge
kookt of gebakken op te dienen. Op het menu
van deze week staan o.a. een boerenomelet en
als dessert een schuimomelet vermeld.
ZONDAG:
kippesoep, lamskoteletten, spina
zie en aardappelen, gevulde si
naasappelen.
MAANDAG:
boerenomelet, peentjes, gebakken
aardappelen, coupe surprise.
DINSDAG:
gehakt, stoofsla, aardappelen, ap
pelkoekjes.
WOENSDAG:
stamppot raapstelen met geraspte
kaas en gebakken uien, schuim
omelet.
DONDERDAG:
gebakken lever, appelmoes, rijst,
havermoutpap.
VRIJDAG:
rijstcroquetten met kaas of rest
jes lever, sla, rauw gebakken
aardappelen, chocola de vla met
banaan.
ZATERDAG:
bami, fruit.
Coupe surprise
Breek 8 bitterkoekjes tot kleine
brokjes, rasp 1 reep pure chocola
de op een grove rasp; voeg een
zakje nootjes, gehakt of gemalen,
toe en 8 klein gesneden franse
vruchtjes. Dit heerlijke mengseltje
strooit u over 4 tot 6 glazen
schaaltjes met yoghurt.
2 grote appelen, bruine suiker naar
smaak, 50 g boter om te bakken.
De appelen boren, schillen, in
plakken snijden en bestrooid met
bruine suiker wegzetten. Een be
slag van bloem, zout, bakpoeder,
ei en melk maken. De boter in de
koekepan heet maken, hierin als
voor 3 in de pan schepjes beslag
doen en op ieder koekje een plak
appel leggen. Daarop weer wat be
slag gieten. De koekjes langzaam
aan beide kanten gaar en licht
bruin bakken en met bruine suiker
bestrooid opdienen.
Boerenomelet
4 eieren, 4 lepels melk, 30 g boter,
150 g gekookte of verse groente,
1 uitje, 1 lepel fijngesneden peter
selie, zout, peper.
De uit in de boter fruiten, de
groenteresten en de kruiden er bij
doen en alles samen goed warm la
ten worden. Over de groente de
met melk losgeklopte eieren (waar
aan wat zout en peper is toege
voegd) gieten en de omelet laten
stollen en lichtbruin laten worden.
De omelet op een verwarmd schotel
overdoen. Wat gehakte peterselie er
over strooien.
„Ik weet het niet", antwoordde
ik, plotseling onzeker over de situa
tie waarin ik mij bevond. „Ik doe
dit elke week, op vrijdag. Het kost
wel veel tijd".
Mijn vriendin slaagde er niet in,
haar onrust over mijn manier
van doen te onderdrukken.
„Dacht je dat het dit alléén
was?" zo vervolgde ik. „Het is el
ke dag wat anders Gisteren zag
ik dat de servieskast toch wel erg
rommelig is. En de bestekladen
.zitten ook nog nèt zo als toen
ik ze inrichtte".
„Nou, maar dat is amper vier we
ken
„Ja, maar dat is toch wel lang,
voor een la. En dan de pannen-
planken. Wacht, als jij nu even
koffie zet, dan zal ik ze eens goed
afnemen. Het Kan gewoon niet
meer
Ik zette de trapleer uit en klom
tot op het bovenste plateau. Een
kwartiertje later dronken we gezel
lig koffie, ik nog steeds in werkte-
nue, bovenop de trap; mijn bezoek
op de keukenstoel.
„O zeg, pak éven dat kopje
aan", smeekte ik opeens, „dank
je, en geef me nu die plumeau,
ja, daar Dat ik dat nu pas
zie, het plafond is zó stoffig als
je er vlak bij bent, een hele rag
hiér!"
„Wat geeft dat nu, je vorige pla
fond was helemaal grijs en daar
heb ik je nog nooit iets aan zien
doen. Laat toch zitten en kom
nou toch eens een seconde naar be
neden Je post ligt er trouwens
ook nog, moet je die niet lezen?"
Ik betrapte er mezelf op, dat ik
naar de stapel post, ergens in de
verte op mijn bureau, keek alsof ik
er niets mee te maken had. O, ik
signaleerde wel vaag wat er lag,
maar het deed me niets. Wat ik
wèl bewust zag, met voldoening en
zelfs met een zeker welbehagen,
was de glanzende keuken, de scho
ne vloer, de blankgeschuurde goot
steen, het rijtje glimmende pannen
en de bonte handdoek als een feest-
vlag naast de spierwitte geiser. „Ik
herkèn je gewoon niet meer",
klonk weer de stem van de keu
kenstoel, „je bent heel anders!"
Ik zuchtte diep, zocht een ver
ontschuldiging: „Het is allemaal
gekomen door het huis. Ik ge
loof, dat ik ontaard ben in huis
vrouw!"
En dat is waar. Ik was nooit een
huisvrouw. Waarom zou ik het zijn
geweest? Ik heb mijn leven lang
ingewoond en het interesseerde me
niet wat er met de kamer gebeur
de. Zeker, het vertres moest vol
doen aan bepaalde eisen, je moest
er in kunnen wonen, daarbij sla
pen, eten, werken, mensen ontvan
gen, feestvieren, verdriet hebben,
dromen, typen, telefoneren, kibbe
len en liefhebben. Al die dingen
doen inwonenden óók, maar ze
doen het anders dan in een eigen
huis. Ik héb sinds kort een eigen
huis, een vrije etage aan een
gracht.
Achter myn eigen deur ben ik
alleen ikzelf. Vanaf het ogenblik
dat ik dat door had, ben ik gaan
WONEN. Wilde ik wonen. Een wil,
een wens die ik nimmer had ge
koesterd in de zin van me inrich
ten. Het enige, dat mij bij het ver
langen naar een eigen huis voor de
geest stond, was de vrijheid.
O, niet dat ik geen meubelen be
zat, geen bloemen en niet een ze
ker décor.
Maar ik vernieuwde zelden mijn
interieur, ik moet onbewust ge
meend hebben dat ik aldoor op reis
was en het is nu eenmaal niet ge
bruikelijk om aan hotelkamers iets
te verbeteren.
Op een dag was er het Huis.
ledereen dacht dat het me koud
zou laten. Dat het met dat huis
zou gaan als met alle kamers
die ik in de loop der jaren heb
bewoond.
Dat er weer gegeten zou wor
den aan het schrijfbureau en
dat er nóóit iets nieuws bij
kwam.
Maar zie, er gebeurde iets heel
anders. Ik ontvouwde geestdrif
tig plannen voor de inrichting. Ik
sprak uren over de kleur van de
gordijnen de kwaliteit van de
vloerbedekking, de indeling van de
ruimte en het soort lampen, dat ik
wilde hebben. Ik vroeg prijzen en
maakte een begroting. Ik bleek
zeer bepaalde meningen te bezitten
over materialen en kleuren, ik leg
de een absolute afkeer aan de dag
voor sommige stofferingen en orna
menten en een hartstochtelijke
vóórkeur voor andere.
Diep uit mijn onderbewustzijn
dook een interieurbeeld op dat
daar blijkbaar al tientallen ja
ren had rondgespookt. Het won
derlijke was dat hes beeld vanaf
het ogenblik dat ik het Huis
had, begon te leven.
Het Huis ging leven. Het was er,
terwijl ik nog ergens op een kamer
bivakkeerde. Het trok. me onweer
staanbaar en elk vrij' ogenblik liep
ik er rond, eerst in een onvoorstel
bare ruine, maar niettemin steeds
met een sterk verbonden gevoel met
elk steentje, elk hoopje specie, elke
flard behang.
De nacht na de verhuisdag lag ik
urenlang wakker. Ik luisterde.
Naar de geluiden van mijn eigen
huis. Naar een geheimzinnig ge
kraak in een der ouderwetse boven-
kastjes, het zevende, dat die dag
triomfantelijk door de stoffeerders
was onthuld. Wat puin, van eeuwen
misschien, rommelde naar beneden,
Morgen zou ook dit, tevoren onbe
kende bovenkastje worden opge
knapt. Het wou even zeggen dat het
er was.
Ook Chinese vrouw
is niet van staal
„Jonge moeders en vrouwen, die
in verwachting zijn kunnen geen
goede staalarbeidsters zijn", aldus
een aanstaande moeder in een
brief aan de redactie van het in
Peking verschijnende „Volksblad".
In de brief klaagt het 20-jarige
meisje over haar vroege huwelijk,
haar eerste bevalling en haar hui
dige zwangerschap. Zij uit de
klacht dat deze toestand invloed
heeft op haar werk in een staal
fabriek in de Chinese hoofdstad.
„Bij de geboorte van mijn kind
moest ik bet in een kindertehuis
achterlaten", aldus het meisje. Zij
vervolgt: „Elke avond moest ik de
baby voeden, om dan om vijf
's morgens weer in de fabriek te
zijn. Door onvoldoende nachtrust
word ik altijd in de fabriek door
slaap overmand," aldus de vrouw.
Zij voegt er aan toe: „wanneer
mijn kind ziek is, leef ik in angst
en zorg, wat van grote invloed is
op mijn werk."
Het regende die nacht. De re
gen tinkelde op de goot, de pijpen
en afdakjes van de oude binnen
plaats als een kind op een speel
goedpiano. Het was een nieuw ge
luid, het was m'n eigen regen.
Ik luisterde verder. En ik hoorde
een intensie stilte, diep en ver
trouwd, veilig en omsluitend als
een intiem gordijn.
Het Huis stond om me heen als
of er zelfs geen buren waren.
Ik was er mee verbonden; En ik
wou -er iets voor doen. Ik zou het
oppoetsen en schoonhouden, aan
kleden en vertroetelen. En ik deed
en ik doe het.
Soms morst er iemand as of
kruimels op m'n nieuwe vloer. Ik
sta dan op en haal stoffer en
blik. Als ik er mee terugkeer
heerst er in de kamer een
vreemd zwijgen. Men kijkt mij
verstolen aan. Ik weet dan weer
dat er iets met me is. Ik ben
ontaard in huisvrouw.
Londen, mei 1962
Als uw kleedgeld niet al te
ruim is, dan is een japonnetje,
gemaakt van een minimum
hoeveelheid stof een uitkomst,
althans als U zelf naait.
Wie niet meer dan, laten we
zeggen, een tientje voor een
OVER SOUVENIRS GESPROKEN
jurkje te besteden heeft, kan
natuurlijk vijf meter goedkope
stof kopen (plus een ritsslui
ting) eri zal dan een zichtbaar
goedkoop jurkje hebben, dat
misschien krimpt, zeker kreukt
en veel en fëgelmatigonder
houd vergt.
Maar als ze op kwaliteit
prijs stelt, kan Ze evengoed
2.20 a 2.50 meter van een beter
en dus duurder weefsel kopen
en een toiletje maken, dat goed
te dragen is en een vrij lange
levensduur zal hebben.
Voor wie kwantiteit het belang
rijkste is. zijn er twee jurkjes voor
dat tientje, jurkjes, die natuurlijk
beide een minimum hoeveelheid
stof vragen.
De mode van deze zomer heeft
geen plaats meer voor meterswijde
rokken over stijve petticoats. Dat
maakt het al heel gemakkelijk om
op de stofhoeveelheid te beknib
belen en toch modieus gekleed ta
zijn in een passend en aantrek
kelijk modelletje.
Mouwen en kragen zijn meestal
afwezig in de zomermode en de
rokken, hoewel niet nauw, zijn
toch ook niet te wijd en nog
steeds aan de korte kant. Voor me
nig model, dat niet schuin geno
men wordt, kan dan ook worden
volstaan met tweemaal de lengte
aan stof.
1. een jurkje met bloesend lijf
je en een rok waarvan het voor
pand van de heupen af losvalt.
2. een jurkje zonder taillenaad,
en met een laag geplaatste stof-
ceintuur.
3. een prinsessenmodel van effen
stof, voorzien van een nerf garne
ring (een dun koordje in de stof
genaaid) die aan de bovenkant af
gewerkt is met een strikje.
4. een tweedelig geheel: gerende
rok en korte blouse, die van dezelf
de of van contrasterende stof kun
nen worden gemaakt en beide ge
garneerd zijn met een effen, af
stekende bies links aan de voor
kant. Aan de zoom van de blouse
eindigt deze bies in een kleine
strik.
J.V.
Het minste wat de oprechte va
kantieganger wel doet, is een sou
venir mee naar huis te nemen als
aandenken aan een, naar wij ho
pen, onvergetelijke tocht. Nu is het
met souvenirs overal en altijd zo,
dat men de meest bizarre dingen in
alle maten en hoeveelheden kan
krijgen.
Appelkoekjes
200 g bloem, 2\<2 3 dl melk,
ei, zout, 1 theelepel bakpoeder.
Advertentie
nylons
naar volmaakte pasvorm - uiterst sterk
maat
Zo zijn er overal in Europa, vlag
getjes, petjes, beeldjes etc. te krij
gen die eigenlijk niets met het land
zelf te maken hebben als de opge
drukte naam of het getekende wa
penschild. Misschien vindt U het
aardig om iets echts eigens van het
betreffende land mee naar huis te
nemen en ook daarin is er voldoen
de keuze. In onze tekening geven
wij U enkele tips voor souvenirs,
die met het land zelf te maken
hebben. Er zijn er heel wat meer,
maar het is altijd de grootste sport
om dit zelf te ontdekken.
Advertentie