Ringslang, ongevaarlijk en onschuldig
Acol-biedsysteem telt
zeer vele aanhangers
Dr. LOUIS DE JONG VEREERD
met ZILVEREN NIPKOWSCHIJF
Kom er
ACHT-er
De ladderweclstrij
Kom er ACHT-er
door Sjouke van der Zee
Jaarlijkse prijs van televisiecritici
Zaterdag 5 mei 1962
Pagina 4
KIJKJES IN DE NATUUR
De eerste keer, dat ik met een
slang kennis maakte, was,
toen ik als 10-jarig jongetje
in een klas zat, waar in een ruime
fles in de vensterbank een ring
slang lag, in kronkels gevouwen,
onbeweeglijk starend en afwach
tend, hoe er over zUn lot zou wor
den beslist.
Dit beeld staat haarscherp in
mijn geheugen gegrift. Ik zie het
hele tafereel voor me: die venster
bank met daarachter het beruchte
matglas, dat de kindertjes moest
beletten naar buiten te kijken, het
verstarde dier, dat alleen een le
vensteken gaf door middel van een
glimmende zwarte gespleten tong,
die door een klein openingetje voor
op de kop in en uitzwiepte.
Het beestje was lichtgrijs met
zwarte vlekjes en het droeg achter
de kop de grote heldergele vlekken,
waaraan de slang z'n naam te dan
ken heeft.
Nog kan ik me herinneren de
geur, die uit de fles naar onze on
derzoekende neuzen opsteeg. Een
echt slangegeurtje!
hun kinderen kunnen toestaan.
Moeten toestaan, zeg ik nu, want
een erge fout. is'het, wanneer op
voeders een kind in zijn liefhebbe
rijen beknotten. Toch zijn ze er,
die opruimende, schoonmakende
huisvrouwen, die maar één devies
kennen: „alles netjes maken en
vort met die rommel".
Als jongen had ik ringslangen,
ondergebracht in een geïm
proviseerd terrarium, een
houten kist, want de prachtige gla
zen bakken, met of zonder ijzer ge
raamte, zoals we die tegenwoordig
kennen, waren indertijd schaars en
onbetaalbaar. Die kist. vertoonde
een natuurwereldje met heidepollen,
een waterplasje en schuilhoeken
voor m'n pleegkinderen. Het kin
deroog vergrootte dit wereldje tot
een boeiend landschap, waar ik
soms heel lang bij zat te kijken
en te dromen. Ik ben ervan over
tuigd, dat mijn zwak voor al het
kruipend gedierte en mijn nog
steeas onverflauwde belangstelling
voor de natuur is terug te voeren
naar dat „geknoei met beesten",
zoals mijn omgeving het onelegant
uitdrukte. Dit was dan het maxi-
"mum aan waardering, waartoe de
volwassenen zich konden opwerken.
Geen wonder! Het grote publiek
heeft nooit erg sympathiek gestaan
tegenover de dierenwereld, die het
Hoe ik later, maar nog in mijn
lagere schooljaren, ertoe
kwam, zelf ringslangen te
houden, dat weet ik niet meer. Als
jongens zwierven we in die dagen
in de toen nog ongerepte natuur
van het Gooi, waar we op een prik
de vindplaatsen kenden van ring
slangen, van hagedissen, padden en
kikkers. En we waren ook bedreven
in het vangen van al deze „onder
kruipers".
Of onze moeders ook zo enthou
siast waren over hetgeen hun sprui
ten thuisbrachten?
Mijn moeder was zeker niet ge
weldig ingenomen met de vangsten
van zoonlief, maar moeilijkheden
heb ik er nooit door gekregen. Zij
moet, achteraf bezien, een natuur
lijk en juist gevoel hebben gehad
voor wat ouders (in het redelijke!)
niet kent (onbekend onbemind!)
en feitelijk is in die houding van
angst en afweer geen verandering
gekomen.
Wat voor onzinnige verhalen en
boosaardige vertelsels over slangen
bijvoorbeeld altijd nog opgeld doen,
het is niet te geloven. En ze zijn
taai als het leer. dat men van slan
genhuiden maakt.
Ukent natuurlijk het overbe
kende verhaal van de hypno
se. die slangen zouden uit
oefenen op hun slachtoffer, hun
prooi. Onuitroeibaar! En dat. ter
wijl de vaklieden-biolcgen het al
lang naar het rijk der fabelen heb
ben verwezen. Zelf heb ik iemand
eens horen vertellen, dat een adder
tegen de poot van een koe opkroop
om aan de uier melk te zuigen! In
Onze briclgerubriek
Evenals vele andere zaken
in het leven, zijn biedsystemen
aan veranderingen onderhevig.
De invloed van vele jaren
bridgepraktijk is thans ook
duidelijk merkbaar in het Acol-
biedsysteem, welke Engelse
biedmethode ook hier te lande
vele aanhangers telt.
In het boek „The Acol System
Today" (Edw. Arnold Publ. Ltd.,
Londen 18 sh.) geven Terence
Reese en Albert Dormer de uitleg
van het meest moderne Acol. Op
elke bladzijde van dit uitstekende
werk blijkt, dat de auteurs hun ge
gevens uitsluitend geput, hebben uit
harde toernooi-praktijk; nergens
krijgt- men de indruk zoals vaak in
andere boeken over biedsystemen»
dat, men met laboratoriumbridge te
doen heeft.
Ik citeer een gedeelte over volg-
biedingen
Niet-kwetsbare volgbiedingen van
één hebben, als vele andere dingen
in het leven, gedurende de laatste
tien jaren vain waardevermindering
te lijden. De vragen die men stelde
betreffende volgbiedingen die als
grensgevallen beschouwd moesten
worden, waren;
1 Is er een redelijke kans dat het
spel ..toebehoort" aan u en uw
partner m.a.w. dat men een
eigen contract, kan winnen of straf-
punten kan scoren?
2 Is het, soort spel waarmee men
een voordelig redbod in het voor
uitzicht heeft?
1. dak huis links
2. sluiting hemd linker man
3. een denneboom ontbreekt
4. poot aan tafeltje
5. barst in ruit
6. punt van boord speler
7. voet vrouw rechts
8. linker arm speler is gezakt.
volle ernst werd mij. dit meegedeeld.
Een melk zuigende slang! De man
had het niet zelf gezien, nee
hy had het verhaal van de zuster
van de broer van de vader en
fin. u kent ze wel die bronnen van
wonderverhalen.
Redeneren, en argumenteren
geeft hier niets. Het enige, wat we
kunnen doen, is de jeugd beletten,
dat ze zich zo'n verwrongen beeld
van een volkomen onschuldig en
ongevaarlijk dier eigen maken. Als
ik ook maar enigszins in de gele
genheid ben, aan kinderen een le
vende ringslang ofeen hazelworm,
een pad of wat voor zogenaamde
griezel ook. te laten zien. het liefst
met het bewuste dier in mijn han
den, dan zal ik die gelegenheid zeker
niet verzuimen. Het hoogtepunt
vind ik dan altijd, als een meisje
(juist een meisje) een hazelworm
of ringslangetje uit myn handen
overneemt en tot haar stomme ver
bazing merkt, dat er helemaal niets
griezeligs aan is.
Dit zou ik bij een volwassene
nooit gedaan krijgen.
Een onschuldig diertje, schreef
ik. Zo is het. En een dier, dat
op den duur zo tam wordt,
dat het bij voorzichtig beetpakken
niet meer de moeite neemt te sissen,
wat een uiting is van onrust of
woede. Voorzichtig beetpakken! Wie
een slang wild grijpt, betaalt dit
met een onaangename ervaring. De
slang ledigt namelijk in schrikre
actie plotseling zijn cloaca, een re
servoir. waarin de afvalstoffen van
de spijsvertering worden verzameld.
Ik kan U verzekeren, dat dit on
aangenaam is, van substantie, zo
wel als van stank, al moeten we
toegeven, dat het voor het dier in
kwestie wel een probaat middel is,
om vrij te komen.
Aan het houden van een ring
slang in gevangenschap is een con
sequentie verbonden, waarmee op
voeders terdege rekening moeten
houden. Een ringslang leeft van
visjes, kikkers, padden, maar deze
moeten levend zijn, ze moeten be
wegen.
Deze prooidieren worden levend
verslonden, een traag en sluitend
proces, dat ik beslist niet aan kin
deren zou willen voorzetten, juist,
omdat ik me zo scherp herinner
welk een indruk dat tafereel van
een spartelend dier. dat tergend
langzaam in een slangebek ver
dwijnt, op mij heeft gemaakt.
Toen mijn eigen kinderen in de
leeftijd kwamen om er een
terrarium op na te houden,
heb ik ze zeer bewust ver gehou
den van zo'n slangenzwelgpartij.
Bar inconsequent vindt U? Inder
daad, want wanneer een koolmees
een vlinder vangt- en die langzaam
leegknijpt voor zijn jongen, dan la
ten wij er geen traan om. En de
merel, die een lange roze worm uit
het gras trekt en in stukken hakt,
wie valt er de vogel hard om?
De omgang met reptielen heeft
mij spelenderwijs een aantal
ervaringen opgeleverd, die
men nu eenmaal alleen aan de die
ren zelf kan opdoen. Zo kroop mijn
ringslang bij voorkeur mijn mouw
binnen en nestelde zich op het
warmste plekje, n.l. mijn oksel,
waar ik hem altijd met vriendelijke
aandrang moest los wikkelen. Slan
gen met hun veranderlijke li
chaamstemperatuur, die zich richt
naar die van de omgeving, zijn nu
eenmaal warmteaanbidders.
Uit het voorgaande zult u toch
wel hebben, begrepen, dat een ring
slang ongevaarlijk is. Het diertje
vlucht onmiddellijk, als U zijn pad
mocht kruisen. Ik schrijf dit expres
omdat U op een vakantietocht door
een bebost terrein, waar water is,
wel eens een exemplaar zou kun
nen tegenkomen, al is de kans
klein.
Want in ons kleine land, dat al
minder ruimte overhoudt voor zijn
prachtige wilde planten en zijn nog
altijd interessante fauna, is de
ringslang vrijwel verdwenen. Waar
ik eens ringslangen ving, staan nu
huizen, zijn parken aangelegd en
mooie villawijken. Waf jammer is.
Niet van die villa's, maar van het
almaar kleiner worden van ons
Nederlandse natuurbezit.
(Van onze t.v.-medewerker)
Doctor Louis de Jong is een uitzonderlijk man in velerlei opzicht.
Ons werk heeft met zich meegebracht, dat we gedurende de laatste
jaren gemiddeld ongeveer tien gesprekken per maand hebben moeten
voeren met mensen, die iets met de televisie van doen hebben. Moeilijk
heden hebben zich daarbij zelden voorgedaan. Eenmaal, toen we een
muziekleraar, die schriftelijke cursussen gaf, benaderden, bleek deze in ons
een belastingspion te zien en weigerde een interview. Jules de Corte vond
het een ellendig corvee, doch .stemde tenslotte toe. Maar dr. De Jong was
de enige, die op principiële gronden bedankte, omdat hü van mening zeide
te zijn, dat niet de persoon, maar het werk centraal gesteld diende te
worden. Hij verwees dus vriendelijk, maar gedecideerd naar de door hem
verzorgde uitzendingen. Op grond van deze ervaring leek het zonder zin
nogmaals een poging te wagen. Om toch iets van en over de man. die dit
jaar op grond van zijn televisiewerk in de loop van de volgende week de
Zilveren Nipkowschijf uitgereikt zal krijgen, te weten te komen, hebben
we dus een indirecte weg moeten volgen, bij het betreden waarvan enige
zijner naaste medewerkers van harte bereid bleken van hun ervaringen te
gewagen.
3. Is de kleur, die u gaat bieden
vermoedelijk de beste voor het ge
val de partner deze kleur bij het
tegenspel aanspeelt?
Dit zijn allemaal belangrijke vra
gen. doch er is nog een andere
minder voor de hand liggende, die
zeker zo belangrijk is als welke an
dere. Die vraag luidt:
Bezit het bod obstructieve waarde
berooft het de tegenpartij van
biedruimte?
Het is een simpel feit. dat con
structief bieden tussen twee part
ners het, gemakkelijkst is wanneer
de tegenpartij zwijgt. Zelfs een bod
op het één-niveau heeft verhinde-
rendp waarde, als het de tegenpartij
uitsluit, van bepaalde één-over-één-
biedingen die zonder dat bod mo
gelijk zouden zijti geweest.
Onderkent men het belang van
deze factor dan zullen spelers met
gevoel voor juist, tegenbieden heden
tendage vaak een bod doen, dat
door geleerden van enkele jaren ge
leden verboden werd. (Franse en
Italiaanse spelers mag men op
merken hebben deze ..vreselijke''
volgbiedingen al vele jaren gedaan».
Hier zijn enkele voorbeelden:
Sch. A V 7 3; Ha. 6 2; Ru H 7 4 2;
KI. 8 5 3.
Na één klaveren of één ruiten dei-
tegenpartij, biede men op dit. spel
één schoppen. Het is waar. dat men
met dit spei weinig- positieve voor
uitzichten heeft het is ook waar.
dat men aardig wat strafpunten
zou kunnen oplopen. De verdienste
van het bod is, dat het de volgende
speler verhindert een kleurant-
woord op het één-niveau te geven
Het kan hem ook beletten een 1
SA-bod te doen. als hij geen stop in
schoppen heeft.
Tot zover de Engelse experts. In
dien u zegt ..ik heb altijd zulke bie
dingen gedaan", is het dus weinig
nieuws voor u maar deed u ze
óók in de situaties, waarin dat fei
telijk niet meer goed is? B.v. kwets
baar op het twee-niveau?
Hoe het zij uit dit nuttige boek
valt weer veel te Ieren en bridgers
die Engels kunnen lezen, kan ik het
zeer aanbevelen.
H. W. Filar ski.
In de eerste plaats hebben we
ons echter gewend tot drs. J. A.
van Nieuwenhuyzen, die als direc
teur van de t.v.-sectie van de VPRO
namens de NTS de supervisie heeft
over de zg. bezettingsserie. De
hoofdpunten van zijn oordeel kun
nen samengevat worden in de vol
gende conclusies:
Het is een man, die beschikt over
een fenomenale kennis van dat
stuk geschiedenis, waarover hy in
de televisie verslag uitbrengt. Hij
is een man met een groot geheu
gen. ook voor de kleinste détails.
In zij.n werk is hij bijzonder scru
puleus. Van elk feit. waarvan hij
in zijn documentaires gebruik
maakt, moet de objectieve waar
heid voor zover die in de weten
schap is te bereiken onomstote
lijk vaststaan en gestaafd worden.
Niet door mondelinge mededelin
gen, maar door de documenten,
waarover het door hem geleide
Rijksinstituut voor Oorlogsdocu
mentatie de beschikking heeft. Ook
bij de geringste twijfel onthoudt
hij zich van gebruikmaking van
zaken, die overigens illustratief of
verduidelijkend zouden kunnen
werken.
Toen wij in het gesprek met ds.
Van Nieuwenhuyzen over onze
eigen ervaring inzake het gewenste
interview repten en daaraan de
conclusie van grote bescheidenheid
verbonden, bleek onze informator
van gevoelen te zyn. dat z.i. het
allesoverheersende bij dr. De Jong
werd gevormd door zijn streven om
het Nederlandse volk een zo goed
en eerlijk mogelijk beeld te geven
van ons recente verleden. Zijn eer
zucht zou dan om andere woor
den te gebruiken worden gelou
terd door de eer, die hij erin stelt
de historieschrijver bij uitstek over
de bezetting van ons land te zijn of
althans te worden. Het is mede
daarom, dat hij wenst, dat het van
A tot Z wetenschappelijk verant
woord zal zijn.
Vervolgens hebben wij contact
gezocht met de leden van het pro-
duktieteam, dat, zoals bekend is,
bestaat uit de ..producers" Milo
Anstadt en Ben Klokman, waarbij
Anstadt bovendien de regie is toe
vertrouwd. terwijl aan dit team
als regie-assistente nog is toegevoeg
Helen Klokman-Mellaart.
In gesprekken met- deze t.v.-re-
gisseurs werden de volgende trek
ken aan het beeld toegevoegd:
Lou de Jong de geleerde pre
sentator. heeft zich dus kennelijk
collegiaal en amicaal onderworpen
aan het «internationale» gebruik in
televisiekring om zich bij zijn
noemnaam te laten duiden is
een typisch man voor de massa
communicatie. zowel door kennis
als d«x>r intelligentie. Hij is onge
twijfeld van een zeer geleerd ni
veau, maar stelt er een eer in in
een zo groot mogelijke kring zijn
deskundig samengesteld en boeiend
gepresenteerd beeld te verbreiden.
Het wordt denkbaar geacht, dat
één of meer anderen ook wel tot
een afgeronde visie op het recente
verleden zouden kunnen geraken,
maar de vaklieden bleken van me
ning. dat er niet één mens in Ne
derland en ver daarbuiten te vin
den is. waarvan gezegd kan wor
den. dat de kwaliteit van hetgeen
gebracht wordt, zozeer samenhangt
met de presentator noch ook een
eenheid bereikt zou worden als in
deze serie, die wordt gedragen door
een diep verankerde gedachte in
een brede visie, waarvan hij als
bezeten is. Nimmer loopt het werk
hem uit- de hand en het is nooit te
dramatisch. Een technisch trekje:
slechts bij het journaal wordt de
tekst levend ingesproken, omdat het
nu eenmaal by dat spoedwerk niet
clusie zou trekken, dat De Jong
geeft zijn commentaar tijdens de
uitzending, omdat de spanning van
het moment by hem een soort in
spiratie schijnt te veroorzaken, die
hij van node heeft om door een be
heerste emotie zijn betoog te doen
overkomen.
Wie uit het voorgaande de con
clusie zou trekken, dat De ong
een moeilijk man is om mee sa
men te werken, vergist zich. Indien
het draaiboek gereed is waarvan
de beginselen bepaald worden in
overleg met andere verantwoorde
lijke instanties, maar daarna wordt
er ook niets meer aan gewijzigd,
omdat de maker zich er achter
heeft gesteld de principiële tekst
vast staat, laat hij. de rest geheel
aan anderen over. Hij toont zich
dan bepaald geen bemoeial, want hij
wenst geen invloed uit te oefenen
op het werk van andere deskundi
gen. Als hem dan het eindresultaat
wordt getoond, is hij steeds bijzon
der enthousiast, in zo'n vorm en
zulk een mate, 'alsof het alles het
produkt van zijn teamgenoten is
en hij er zelf afstand van had ge
daan.
Naarmate de serie vordert
thans ligt de vertoning van de ne
gende aflevering juist achter ons
naarmate net werk voortgang heeft
en men geheel op elkaar ingescho
ten raakt, wordt de samenwerking
aangenamer, omdat van beide kan
ten wordt gestreefd naar een per
soonlijke basis, naar amicale con
tacten ook. Wat zou de schrijver
van dit portret.' waarvan de lijnen
door anderen zijn aangegeven nog
moeten toevoegen ter afronding?
Moet hij wijzen op het totale gemis
aan wetenschappelijke koelheid,
terwijl de emotionele geladenheid
toch immer vermeden wordt? Heeft
het zin te attenderen op het gezon
de taalgebruik een leerschool voor
velen of moet er nog een ander
speciaal accent worden aange
bracht? Het lij.kt verder allemaal
overbodig, zo ook om te wyzen op
het achterwege blijven van apo
dictische uitspraken, het gemis aan
de dictatoriale schijn alsof alleen
hetgeen hij beweert juist is. Hij re
lativeert en hij doet dat zo, dat er
toch geen twijfel aan zijn eigen me
ning rijst. Hij is een persoonlijk
heid in de beste zin van dit woord.
Als zodanig zal hij aanstaande
dinsdag geëerd worden, tezamen
met Wim Meuldyk, de schrijver
van Pipo de clown, die de prijs
krijgt voor zijn werk achter de
schermen. Het enige, waarvoor wij
bang zijn, is, dat «ie prijswinnaars
die avond tussen en door de televi
siecritici uit elkaar zullen worden
gehouden door de kreten: Mamalou
en Pappalou.
Kunt U de acht aiwijkingen in de beide bovenstaande tekenit
vinden? De juiste oplossing vindt U elders op deze pagina.
Onze schuakrubriek
Opgave 97 (Moravee)
Wit: Kh8, Ta2; zwart: Kgl, pion
nen g7 en hs. 1. Kh7! «niet kxg7
omdat pion g7 de noodzakelijke
„hindernis" moet zyn) 1.... h4; 2.
Kg6. h3; 3. Kg5, h2; 4. Kg4, hlD;
5. Kg3! en dreigt mat door Tal
«indien pion g7 nu niet aanwezig
was, zou 5Dh8 redding hebben
gebracht).
Opgave 98 (Cock)
Wit: Ka6, Ta7; zwart: Kb8, pion
C2. 1. Tb7r, Kc8; 2. Tb5!; clD; 3.
Tc5 t, Dxc5 is pat.
Opgave 99
Wit: Kgl, Dd3, Tb3, Lg3, pion
nen a2. c3. d4, g2, h2.
Zwart: Kg8, Dd5, Tc8, La5, pion.
nen a3, f7. f5. g6, h7.
Zwart wint door 1. Dxb3, axb3; 2.
a2, Ddl; 3. Lxc3 enz.
Opgave 100
Wit: Kc5, pionnen d4, e3, f2, g2,
83.
Zwart: Ke6, pionnen d5, e4, f5,
g4. h5.
Zwart wint door 1f4! Op 2.
gxf4, volgt h4 enz. En op 2. exf4,
h4; 3. gxh4, g3; 4. fxg3, e3 enz.
Opgave 101
Wit: Khl, Db6, Ta8, Tbl, pion
nen c2, c4, e4, f5. g2, h2.
Zwart: Kc8, De7, Tb8, Th8, pion
nen b7, d6, e5, f7, g7, h6. 1. Dxc6,
Dc7; 2. Tb7!
Opgave 102
Wit: Kgl, De4, Lf2, Ld5, pionnen
a2. b2. d4, f4. g3. h2.
Zwart: Kg8, Db5, La7, Lh3, pion
nen a6, b7, f7, g7, h5. Wit redt zich
door 1. Khl.
Opgave 103
Wit: Kh7, Pe7, Phl: zwart: Kd4,
Td2. Pe3. 1. Phl-g3, Th2+ (op Tf2;
2. Kh6, Ke5; 3. Pg6 en op Tg2, 2.
Pel-f5). 2. Kg6, Tg2; 3. Kh5, Txg3;
4. Pf5t, Pxf5, pat.
Opgave 104
Wit: Kh8, Pf8, Pd6. pion
Zwart: Khl. Tc5. Tg3. 1
Th5 t; 2. Pf8-h7, Ta3; 3. P
Txg3, is pat. (Op 1. Pf7, Th5
Ph7, Txh7 en wint).
Opgave 105
Wit: Kh2, De4, Tg4, Pe8,
pionnen a3, b2, e£>, g2, h3.
Zwart: Kh8. Db6. Td5, Tfl, i
nen a6, b7, e6, g7, h6. 1. D
Kxh7; 2. Txg7t, Kh8; 3. Pg6
Opgave 106
Wit: Kh2, Tc7, Tel, pionnen
b2, g3.
Zwart: Kh7, Tf2, Pe2, Lg2, p
nen a6, g7, h6. 1Lfl t; 2.
Pxg3t; 3. Kgl, Tg2 mat.
Goede oplossingen ontvangen
J. Bonsel (10 p.), D. Hoek «10
M. D. Bergman «9 p.), P. Li
wicz (9 p.), J. A. Duiser «8 p),
Kwee Swan Liat «8 p.), C. W
man «8 p.), G. J. van Dissel (8
C. J. Hakemulder (6 p.), N.N.
A. Spierenburg (3 p.).
De lijst is na deze serie: M|
Bergman (I) 75; D. Hoek 69
Bonsel (I) 60; Dr. Kwee Swan
57; C. J. Hakemulder (I) 40:
Witteman (I) 25; A. Spierenl
20; N.N. 20; J. v.d. Eikhof 14.
J. v. Dissel 13, P. Lincewicz 9, j|
Duiser (II) 8.
a b cd e f g
Deze stelling deed zich voo:
een partij tussen Bonet en Ric(
het toernooi te Gyon 1958.
Het lijkt er veel op, dat wit
mise kan houden omdat e5 er
verloren dreigen te gaan. 7
wint zwart: 1Lcl-a3!
Ke4xe5, La3-d6t; 3. Ke5-e4
Kxdb, Kd3 en dan via Ke3 en f
en wint) 3.... Kc3-b2! 4. Ke4
Kb2-cl; 5. Kd3-e2, f4-f3 t en
Diathermie
apparaat
In vele industrieën past men
dia)hermische verhitti ng van
werkstukken toe, bijv. bij het"
persen van grammofoonpla
ten Men bakt relfs al brood
diathermisch, met infrarood
stralen voorde korst.
a b c d e f
Dit is opgave no. 23 uit het ni
we boekje: „Schaken op r
(Euwe en Muihring) met als re
taat: wit aan zet maakt remise!
De oplossing luidt: 1. Te7-e
La4xe8; 2. Pf5-e7 t, Kg8-f8; 3. P
g61 en het witte paard spri
tussen g6 en e7 heen en weer, w
op f- of hxg6 staat de witte koi
pat.