Angelo's Piëta
naar New-York
Lees morgen de
lexingtonn
publicatie
Strauss laat steken vallen in
z'n politieke breiwerk
HAMJ0NG
HOUDT UW
Paar sporten gezakt op ladder
naar het Bondskanseliersambt
Gebrek aan levensmiddelen
symptoom van communisme
Sensationeel besluit Vaticaan
Affaire-Fibag
POLY1 COLOR®
KLEURSHAMP00
THUIS ZELF DOEN
Tekort consumptie-artikelen
gevolg van verkeerde plannen
(gericht 1 maart 1860
Vrijdag 13 april 1962
Achtste blad no. 30629
(Van onze Romeinse correspondent)
Het bericht dat de Piëta van Michael Angelo in 1964 naar
Amerika zal worden gestuurd om daar deel uit te maken van het
Vaticaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling, heeft in Italië,
jen niet alleen in Italië, groot opzien gebaard. Het is zeer onge-
(bruikelijk dat het Vaticaan kunstwerken ter beschikking stelt om
in het buitenland of zelfs maar in Italië te worden tentoongesteld.
En een werk van deze betekenis is nog nooit uit het Vaticaan
vervoerd.
De dagbladen in Rome hebben
Verschillende vooraanstaande perso
nen geinterviewd „om hun mening
in dezen te weten te komen. Die me
ning is doorgaans volkomen nega
tief. We noemen bijvoorbeeld de be
kende schilder Giorgio de Chirico.
Hij zegt: „Het is beter om bekende
meesterwerken niet op reis te stu
ren. Men kan zelfs de mogelijkheid
(van een schipbreuk niet geheel uit-
isluiten. Een schipbreuk zou dit mees
terwerk van ongehoorde waarde in
de oceaan doen verdwijnen. Ik ben
er ten sterkste tegen, dat men kunst-
Verken en vooral beelden laat rei
ken. Ook al moet ik toegeven dat
sedert de laatste wereldoorlog dit
,een gewoonte is geworden en men
zelfs hele tentoonstellingen organi
seert met werken, die van het ene
land naar het andere worden ge
stuurd. Dit lijkt me volkomen over
bodig, omdat het. reizen steeds ge
makkelijker wordt en het veel be
ter is dat de mensen zelf naar de
werken komen kijken op de plaat
sen waar die zijn te vinden, dan
dat de kunstwerken aan gevaar wor-
iden blootgesteld".
Een andere kunstschilder, een veel
Jongere man, Renzo Vespignani, die
vooral in Amerika een zeer grote
naam heeft, is een andere mening
toegedaan. Hij zegt: „Ik ben er niet
tegen, het is naar mijn mening goed
dat kunstwerken niet het bezit vor
men van een enkele stad en dat ze
(gezien kunnen worden door de men
sen van alle mogelijke landen. Maar
natuurlijk moeten alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen worden geno
men. Degenen die zich bezig houden
met het zeer verantwoordelijke werk
van deze verzending, moeten tevo
ren verklaringen en verzekeringen
afgeven, dat alles goed zal aflopen".
„Dwaas"
Zeer negatief is het oordeel van
Argan, titularis aan de faculteit der
Italiaanse kunstgeschiedenis van de
Renaissance en de moderne tijd
aan de universiteit van Rome. Hij
zegt: „Het is een van de meest dwa
ze dingen, die ik me maar kan
voorstellen. Het vervoeren van een
zo delicaat beeld, vind ik uiterst ge
vaarlijk. Onverschillig hoe men het
beeld wil verpakken, er is geen en-
kele garantie voor een veilig trans
port. Gedurende de reis kan het ge
beuren dat het gehele gewicht van
het beeld komt te rusten op één
teer punt. Bovendien is het niet uit
gesloten dat in het marmer aderen
z\jn, die zwakke plaatsen vormen.
De hele geschiedenis betekent dat
men een enorm risico loopt. Dan
moet men nog rekening houden met
een ander feit. In 1964, het jaar
waarin het beeld dus naar Amerika
zal gaan, is het juist 400 jaar gele
den dat Michael Angelo gestorven
is. Hoe is het. mogelijk dat het Va
ticaan een beeld van de grote beeld
houwer uit Rome steunt, juist bij
die gelegenheid, wanneer studeren
den van de gehele wereld hun aan
dacht zullen wijden aan het werk
van de meester. Naar myn mening j
is dit aanbod om de Piëta naar New
York te zenden, eenvoudig beledi
gend voor de nagedachtenis van Mi- I
chael Angelo".
Waarschuwing
In soortgelijke zin hebben zich nog
heel wat andere autoriteiten in Ita- 1
De Piëta van Angelo
St. Pietec te Rome.
lië geuit en ook uit Wenen kwam
een waarschuwende stem, namelijk
van de directeur van het „Kunst
historische Museum" in Wenen,
prof. Oberhammer. Hij zei: „Voor
mij is het eenvoudig onbegrijpelijk
dat men de Piëta van Michael An
gelo van z'n plaats gaat wegnemen.
Ik kan geen enkele reden zien om
een dergelijke maatregel te recht
vaardigen. Niet alleen is het beeld
nog nooit van zijn plaats in de Sint
Pieter weggenomen, maar boven
dien vertegenwoordigt het een im
mense waarde. Ik zou, wanneer het
beeld aan mijn zorgen was toever
trouwd, voor geen enkele reden ter
wereld, daar ooit in hebben toege
stemd. Waarom stuurt men niet een
kopie naar New York?"
Anderen wijzen erop dat de Paus
die de verzekering dat het beeld
naar New York zal komen, heeft
gegeven aan kardinaal Spellman,
dit waarschijnlijk niet zou hebben
gedaan, wanneer het naar een an
der land zou zijn gegaan, dan juist
de Verenigde Staten.
Wij persoonlijk willen er nog dit
aan toevoegen. In 1930 of een of
twee jaar na 1930 is er in Londen
een zeer grole tentoonstelling ge
houden van Italiaanse kunstwerken.
Mussolini heeft toen, en dat was om
politieke redenen, de allerbelang
rijkste schilderijen en ook beelden,
onder andere de David van Michael
Angelo, het schildertf Venus van
Botticelli, de Tempesta van Guorgi-
one, naar Engeland gestuurd. Al
deze kunstschatten, die een waarde
vertegenwoordigden die eenvoudig
niet te beschrijven is, waren op één
schip geladen en dat schip is in de
Golf van Biscaje in een verschrik
kelijke storm gekomen, zodat het er
op leek dat het zou vergaan. Het
heeft verschillende SOS-signalen uit
gezonden. De hele wereld beefde bij
het idee, dat de grootste kunstschat
ten van 'Italië plotseling zouden ver
dwijnen. Dit is werkelijk iets. waar
aan men bij deze gelegenheid toch
wel even dient te denken.
Een ander belangrijk punt is. dat
marmer uiterst teer materiaal is. Bo_
vendien kan er brand ontstaan. Het
zij in het schip, hetzij in het pavil
joen tijdens de tentoonstelling. Men
herinnert zich nog wel de grote
brand in het Nederlandse paviljoen
bij de koloniale tentoonstelling in
1937 in Parijs. En marmer is tegen
brand absoluut niet bestand.
Zo zijn er verschillende redenen,
om het. besluit, het beeld naar Ame
rika te zenden, zeer merkwaardig te
achten.
(Van onze correspondent in Bonn)
FRANZ JOSEF STRAUSS, de in 1915 in München geboren
slagerszoon, die met onblusbare energie en weinig tact het
Westduitse ministerie van Defensie leidt, staat niet meer zo stevig
op de ladder naar het Bondskanseliersambt als enige tijd geleden.
De zeer intelligente, zelfverzekerde Strauss, die aan een vierkant
Beiers uiterlijk een brede ontwikkeling (hij studeerde klassieke
talen en politieke economie) paart, heeft de laatste tijd namelijk
een aantal steken laten vallen, die hem in zijn carrière zeker jaren
achterop hebben gebracht.
Hoofdpunt van het onderzoek zal
zijn of minister Strauss in de Fibag-
affaire zijn ambtelijke plichten niet
heeft verzaakt. Wie de commissie als
getuigen zal horen is nog niet be-
De steek, waarmee Strauss' poli
tieke breiwerk ronduit in gevaar
kwam, heet Fibag en werd van de
pen af gewipt door het weekblad
„Der Spiegel". De affaire-Fibag
we hebben er al meermalen over
geschreven heeft als kern, dat
Strauss uit vriendjespolitiek ge
poogd zou hebben een architecten
bureau van de bouwfirma Fibag aan
miljoenenopdrachten te helpen. Het
Beierse „vriendje", dat Strauss
hiermee zou hebben willen bevoor
delen, was dr. Hans Kapfinger, aan
deelhouder in de Fibag, uitgever in
Passau, en bezitter van het mat
„Der Spiegel" concurrerende blad
Aktuell
Deze. naar de voornamen Johannes
Evangelist luisterende Kapfinger is
sinds enige tijd in heel Duitsland
een bekende figuur, omdat hij ver
oordeeld werd wegens het aanstich
ten van ontucht tussen twee vrou
wen in zijn Passauer woning. Vóór
dit vonnis trad Kapfinger overigens
met veel elan op als een moralise
rende vos, die van passies niets wist
en met opgeheven wijsvinger het
„immorele liefdeleven" van Willy
Brandt en journalist Werner Fried-
mann luidde veroordeelde.
De Fibag-zaak ging voor Strauss
aan het rollen, toen de gewichtig
doende Kapfinger eruit flapte dat
hij de helft van zijn aandelen in het
bedrijf met Strauss moest delen,
daar deze ook wat wilde hebben
voor de moeite van zijn bemiddelin
gen. Daarmee suggereerde Kapfinger
zonder meer dat Strauss corrupt
was. hetgeen natuurlijk een kolfje
was naar de hand van „Der Spiegel",
die al jarenlang op politieke gronden
roept dat Strauss moet aftreden.
Bruuske reactie
Bruusk als Strauss kan zijn, rea
geerde hij onmiddellijk op de aan
tijgingen met grote woorden en aan
klachten tegen „Der Spiegel" en de
twee lieden, die onder ede hadden
verklaard, dat Kapfinger tegen hen
had gesproken over Strauss' aande
len in de Fibag. Volgens Franz Jozef
zaten natuurlijk de communisten
achter de hele kwestie en was alles
alleen maar bedoeld om hem, de
grote militaire organisatie, die met
zijn eis: „kernwapens voor de
Noordatlantische Verdragsorganisa
tie" het Westen trachtte sterk te
maken, te wippen.
Aanvankelijk leek de methode van
de grote mond te zullen lukken.
Maar toen „Der Spiegel" het er niet
bij liet zitten en Kapfinger zich ver
strikte in steeds tegenstrijdiger uit
spraken was de zaak niet meer tegen
te houden. Adenauer liet een gepen
sioneerde hoofdambtenaar een dos
sier over de zaak aanleggen en de
Bondsdag stelde een commissie van
onderzoek in. die al enkele malen
bijeen is gekomen en de christen
democraat Matthias Hoogen tot haar
voorzitter koos.
Advertentie
s te via lIHHr i i.- u:: IK'
kend. Uiteraard ligt voor de hand.
dat dr. Hans Kapfinger gedaagd zal
worden.
Uitgever zoek
Het is daarom opvallend, dat de
uitgever al enige tijd zoek is. Vol
gens sommige berichten heeft hy
griep en ziekt hy uit in de buurt van
zfjn woonplaats Passau. Maar andere
geruchten willen, dat hy voor lange
tijd naar het buitenland is vertrok
ken en dat hij zich nu in het na
burige Oostenrijk bevindt.
Kapfingers plan zou zijn een paar
maanden uit te rusten in zijn vakan.
tiehuis in Teneriffa. Ronduit merk
waardig is overigens, dat al enkele
weken zijn naam niet meer als die
van de uitgever van de „Neue
Passauer Presse" op de couranten
prijkt. Natuurlijk vraagt iedereen
zich af of Kapfingers verdwijning
misschien toch te betekenen heeft,
dat hy iets wil verbergen. De Bonds
dagcommissie heeft rechterlijke be
voegdheden en men is verplicht voor
haar te getuigen als men wordt op
geroepen. Kapfingers positie is lang
zamerhand zo moeilijk geworden, dat
hij daarmee wel in zijn maag moet
zitten.
Officieel heeft de uitgever echter
griep. En dat lijkt benauwend veel
op de ziekte die minister Strauss
juist tijdens de kritieke Fibag-weken
uit Bonn weghield en hem in Beieren
en Oostenrijk aan het ziekbed kluis
terde.
Slimmerds hebben al uitgekiend
dat Strauss vlak voor zyn terug
komst in Bonn bij zyn schoonvader
in Innsbruck is geweest en dat Kap
finger toen ook in Oostenrijk was.
Het spoorloze onderduiken van de
uitgever zou volgens deze lezing het
resultaat zijn geweest van een diep
gaand geheim gesprek tussen Franz
Josef en Hans.
Het Bonner ministerie van Defen
sie heeft zich uiteraard gehaast
tegen te spreken, dat de beide Beier,
se vrienden elkaar de laatste tijd
hebben gesproken of gezien. Maar
dementi's helpen Strauss langzamer
hand niet meer. Om hem hangt een
waas van wantrouwen, dat alle soli
dariteitsbetuigingen van de Christe-
lijk-Sociale Unie, waarvan hy voor
zitter is, niet weg kunnen nemen.
Schrale troost
In de wedloop naar het kanseliers
gestoelte is Strauss door dit alles le-
ïyk teruggedrongen. Minister van
Buitenlandse Zaken Schroder en
vooral minister zonder portefeuille
Krone, Adenauers meegaande oog
appel, liggen zeker op hem voor.
Enige troost voor Strauss is hoog
stens. dat vice-kanselier Erhard, de
officiële opvolger van Konrad de
Eerste, een deel van zijn populari
teit om hals heeft gebracht met zyn
alarmerende televisierede over de
economische situatie.
De kans dat minister Strauss de
wedloop opgeeft, is echter gering. De
ambitie straalt hem aan alle kanten
uit de ogen en achter zyn vaak
charmante optreden kan men steeds
zyn keiharde geldingsdrang waarne
men. Daarby komt dat men Strauss
zeker geen democraat kan noemen,
ook al beheerst hy als meeslepend
redenaar het parlemantaire spel
vaak volmaakt.
Al te gauw nameiyk stempelt
Strauss zyn critici tot communisten,
te zeer is hij ingenomen met de on
democratische nationalistische onzin,
die bijvoorbeeld Kapfingers huis
auteur, de neo-fascist Kurt Ziesel,
in het blad „Aktuell" schryft. Als
organisator heeft Franz Josef
Strauss grote kwaliteiten. Dat hy in
de wedren naar de macht in de
Bondsrepubliek een paar horden
achter is komen liggen kan echter
geen enkele democraat betreuren.
(Van onze Weense correspondent)
tenland sterk
de internationale markt is er name
lijk eerder te veel dan te weinig
rotatiepapier en vooral Oostenryk
kan van dit artikel genoeg leveren.
De deviezen echter worden voor an
dere importen, vooral van strategi
sche goederen, gebruikt. Deze com
munistische economie drukt haar
T t t ci i j i t stempel niet alleen op de produktie,
in i sjecno-olowakije zijn de klachten over het gebrek aan maar ook op de verkoopmethode,
vlees, groenten, eieren en vele levensmiddelen alsmede consumn- Daar de ,ver.k0P?.r' en verkoopsters
tie-artikelen zo ernstig geworden, dat het Praagse kabinet zich Staa mD bebl"'n maar
daarmee is gaan bezighouden. Men krijgt opnieuw de indruk dat
dit telkens terugkerende verschijnsel symptomatisch is voor de
communistische economie, want op gezette tijden is er tevens
gebrek aan aardappelen, suiker en zelfs aan textiel, ofschoon
Tsjecho-Slowakije vooral in het Silezische gedeelte grote textiel
fabrieken heeft. Op grond van de algemene berichten, die door
de persagentschappen verspreid worden, kan men zich echter
geen juiste voorstelling maken van de werkelijke wantoestanden.
Daarvoor dient men de regionale pers te lezen, waar dit verschijn
sel in geuren en kleuren wordt beschreven.
Illlllll
HOOIGRACHT 54
LEIDEN
PRINS BERNHARDSTR.
NOOR D WIJK
Deviezentekort
door de hose
defensiekoslen
Het dagblad „Proeboj" schryft
byv. dat de volkswinkels in noord-
Bohemen en speciaaal in het ge
west Oestl Nab Laben (Aussig) In
de eerste twee maanden van het lo
pende jaar 300.000 kilo te weinig
varkensvlees hebben gekregen. Het
blad besluit zyn beschouwingen met
de drastische samenvatting: „Dat
zyn dus drie miljoen koteletten te
weinig. Dit gebrek valt des te meer
op, omdat andere communistische
landen en nabuurstaten, zoals o.a.
Oostenryk, juist een overvloed aan
varkensvlees hebben".
De partybladen wagen het niet
eens om hiervoor een verklaring te
geven, maar het valt niet te betwy-
felen dat de diepste grond gezocht
moet worden in een verkeerd opge
zet plan, dat de nadruk opnieuw
heeft gelegd op de zware industrie
en de investeringsgoederen en zo
doende de consumptie-artikelen
verwaarloost.
Op een ander vlak vertoont zich
eenzelfde wantoestand in Polen. Het
grootste communistische dagblad
„Trybuna Robotnicza", dat in Katto-
witz verschynt en een normale op
lage heeft van 375.000 exemplaren
(zondags zelfs meer dan een half
miljoen) moest zyn oplage sterk ver
lagen en een groot aantal abonnees
teleurstellen door de mededeling dat
zU hun dageiykse krant niet meer
krygen toegestuurd. Zoals het blad
verklaart, is dit niet de schuld van
directie of redactie, maar van de
moeiiykheden op de papiermarkt.
Dit kan niet anders betekenen dan
dat de invoer van papier uit het bui
bladen zich wel voldoende inspan
nen om aan jonge talenten een kans
te geven.
Korte huwelijken
In de landen achter het yzeren
gordyn regent het klachten, die ech
ter niet meer zoals vroeger in de
ïordt belemmerd Op vorm van zelfkritiek worden geuit.
1 Het kan een teken zyn van iets
meer vryheid en deze staat weer in
verband met een zekere welvaart,
die echter op gezette tyden belem
meringen ondervindt en daarom
kritiek oproept. Deze beperkte, maar
onmiskenbare welvaart leidt zelfs tot
excessen, waarover de règering zich
bezorgd maakt.
De politici in Praag en Boedapest
hebben reeds gewezen op het terug
lopen van het geboortecyfer. Het
jongste verschynsel is het toenemen
van de echtscheidingen. In Praag en
Boedapest hebben de huwelyken ge
middeld slechts een levensduur van
twee of drie jaar! Volgens de voor
zitter van het hoge gerechtshof in
Boedapest is dit verschijnsel een ge
volg van de economische onafhan-
kelykheid van veel werkende vrou
wen. Het aantal echtscheidingen ligt
dan ook hoger by intellectuelen en
industrie-arbeiders, het laagst by de
plattelandsbevolking.
In de meeste communistische lan
den kan een scheiding veel gemak-
keiyker worden uitgesproken dan in
het Westen, want als geldige grond
kan men zich by voorbeeld beroe
pen op verschil in godsdienst, op
conflicten over financiële aangele
genheden of op een slordige levens
houding.
staatsemployés zyn, hebben zy maar
weinig belangstelling om veel of wei
nig te verkopen.
„Typische houding"
In Hongarye klaagt „Nepszava"
erover dat het personeel de klanten
niet beleefd behandelt. Het blad
noemt dit optreden zelfs een „typi
sche houding" en verraadt daarmee
ongewild de dieper liggende gedach
te, dat het typisch communistisch
is. Om dit verschynsel tegen te
gaan, heeft men in 200 winkels van
Boedapest een nieuw provisiesysteem
ingevoerd, dus een methode die
men vroeger als burgeriyk had ver
oordeeld. Men stelt van tevoren een
bepaald provisie-bedrag vast. dat op
grond van de verkoopsprestaties on
der het. personeel wordt verdeeld. De
ze prestaties worden echter niet be
rekend naar de hoogte van het eind
bedrag, doch gewoonlijk naar het
aantal artikelen, dat het personeel
heeft verkocht. In alle geval heeft
het provisie-systeem tot gevolg ge
had dat de klanten hoffeiyker wor
den bediend.
In Hongarije heeft men blikbaar
wel genoeg papier voor kranten,
maar de „Vereniging van schryvers"
maakt er aanmerking op .dat het
culturele gedeelte vooral in de bij
voegsels van zaterdag en zondag
van slechte kwaliteit is. Volgens
„Elet es irodalom", het schrijversor
gaan. hadden de vroegere niet-com-
munistische kranten veel rijkere en
waardevollere byvoegsels en het
stelt de vraag of de huidige dag-
Advertentie