Wat trekt spreeuwenvluchten naar de grote steden? i Kom er ACHT-er Si St St 81 IS OOK ZIJ ZIJN GELUKKIG Charmant avontuur en „grillige" schoppens m a a w'a (alleen in februari en maart) WERKT HET! KIJKJES IN DE NATUUR Onze (lamrubriek UITSLAG OPLOSWEDSTRIJD Onze bridgernbriek a o 1 a a Kom er ACHT-er zware mcVa- Jerv Sterk spiererv houden De spreeuwen zyn er! Nu is de winter voorby. Dat hadden we al lang vernomen van de zanglijster, die al geruime tud geleden op een nacht was gearriveerd en uit het topje van een hoge populier zyn plotselinge aan wezigheid had bekend gemaakt. Er waren ook in januari reeds, een paar spreeuwen in onze tuin op het voer neergestreken, even maar en op de aan spreeuwen eigen manier, vlug, vlug even pikken, links en rechts en dan roetsi als een wervelwind er van door. Maar dat waren dwalende wintergasten, armoedzaaiers, die om welke duistere reden dan ook, in de herfst niet met de grote trek waren mee gegaan. Maar nu is het anders. Nu zyn ze binnengevallen bij duizenden, bij tien duizenden, niet slechts op de uitgestrekte landerjjen, in de polders, of de rietvelden, nee, ze hebben de stad gevonden. Vreemd is dat, ieder voorjaar opnieuw. De hele zomer en tot laat in de herfst bezetten de spreeuwen hun plaats in het Nederlandse vogelleven, tot wanhoop van de bezitters van kersenboomgaarden, tot gepoegen van de vogelvrienden, die de zang van de bedrijvige spikkeljasjes toch niet zouden willen missen, ondanks de nadelen, die de mens van deze vogels ontegenzeggelijk kan ondervinden. Niet zodra echter is oktober in het land, of ze zijn verdwe nen, met achterlating dan van die enkele zwervertjes, die zo te hooi en te gras op een voederta feltje verschijnen. Maar is februari in het land. goed weer of slecht weer, dan verschijnen ze even plotseling en dan kan 'tons overkomen, dat van verschillende zijden de berichten binnenkomen: Hebt u de spreeu wen al gezien? Spreeuwen bij dui zenden, wolken van spreeuwen! Wie dan tegen zonsondergang toe vallig een park passeert, het doet er niet toe, of dat in het hartje van de stad ligt, die kijkt verrast op. Want boven zijn roofd zwer men de rusteloze legerscharen in het rode avondlicht en boven en rondom de kruinen der bomen „tot de nok" gevuld met de kwetteren de vogels, die de anders zo kale bomen hebben omgetoverd tot le vende boeketten met takken als reusachtige pluimen. Uit alle windstreken, die als overvolle arsenalen hun levende inhoud schijnen leeg te gieten, ko men ze aanschieten, cirkelen om de overvolle boomkruinen, zwenken af als door de wind gedreven sneeuwvlokken en dwarrelen om hoog naar alle kanten stuivend als vonken uit een laaiend vuur. Ik kan me heel goed indenken, dat deze massale vogelverplaat singen op vele voorbijgangers indruk maken. Ik kan er zelf ook heel lang naar staan kijken, waar bij ik natuurlijk zorgvuldig mijn plaats uitzoek, want uit een boom zo volgeladen, vallen de zegenin gen als hagelkorrels naar beneden. En wee de argeloze wandelaar, die niet op de hoogte is van de snelle spijsvertering van vogels in het algemeen en van deze rondschooi- erende spreeuwen in het bijzonder. Ik zou willen weten: Wat is de zin van dit rusteloos af en aan golven van die onvermoeibare die ren? Waarom zoeken ze de stad op, terwijl er daarbuiten zoveel ruimere en rustiger slaapplaats- sen zijn te vinden? Ik stond kort geleden nog in het hartje van het oude Amsterdam op een brug over een van de stille binnengrachten. Het was al tamelijk donker, maar door Sjouke van der Zee van de richting IJ en Centraal Station schoten de spreeuwen als snelle pijlen het grachtenkwartier binnen, waar het in de reeds duis ter gehulde iepebomen bruiste van het duizendvoudige vogelge luid. Het was een merkwaardige belevenis, dat eindeloos aanvliegen en zich storten in volgepropte bo men. Deze diertjes moeten zich toch gedreven voelen door voor ons mensen, onbegrepen krachten. Heel sterk vind ik dat als ik buiten in het veld een spreeuwen volkje zijn vreemde figuren zie be schrijven. Nu eens torent zo'n vo gelmassa als een bal omhoog, dan weer zwermen de flarden alle kan ten uit en tekenen wonderlijke pa tronen in de lucht, die elkaar in bliksemsnelle variaties afwisselen. Maar waarom scheiden zich van de hoofdmacht plotseling honderd tallen af, die enige ogenblikken zelfstandig blyven opereren en rondzwieren, om dan als by toeval weer op de massa te stuiten, waar in ze zich onnaspeurlijk verliezen? Is het alleen maar uit louter ple zier om eens lekker uit de band te springen, plezier om vry je weg te kunnen zoeken zo duizelingwek kend hoog boven de aarde met zijn akkers, zijn rietzomen en water vlakten? Als ik spreeuw was, zou ik me ook losmaken uit de spreeuwen wolk, zou ik ook m'n eigen vlucht gaan. Maar wy zijn geen spreeu wen. wij moeten rustig op de grond blijven, waar we ons alleen maar mogen verbazen. Er zit trouwens aan die eigen gereide alleenvliegerij een ge vaarlijke kant en dat weten die duizenden nauwaangesloten vo gels instinctief heel best. Zie maar, hoe ze zich tot een bal aaneenslui ten, zodra er een kaper op de kust verschijnt in de gedaante van een slechtvalk, een wintertrekker in ons land. die van een spreeuwen- zwerm vaak zijn tol heft. Hij ziet geen kans, uit die vogeldwarreling een slachtoffer te grijpen. Daarom laat hij zich er middenin vallen, zodat de diertjes verschrikt uiteen stuiven. alle kanten uit. Uit die wegschietende eenlingen kiest de valk en 't moest al heel raar lopen, als hij dan mist. De trefzekerheid van een roofvogel- klauw is onbegrijpelijk. Moeder na tuur laat geen traan om zo'n on fortuinlijke spreeuw, die het ver broken verband met de veilige massa met z'n leven moet betalen. De valk moet ook leven. Het spreekt vanzelf, dat deze ge varen in het hartje van de stad tot 'n minimum worden terugge- bracrt. Zouden die dieren dit in bracht. Zouden die dieren dit in tuïtief weten en zouden ze daar- dan alleen nu in februari en maart? Ik zie geen kans, een re delijk antwoord hierop te geven en houd me dus liever aan voorzich tige gissingen. Het doet er ook weinig toe, de spreeuwen zijn er weer, het weer is bezig in gunstige zin om te slaan, dus ze zullen de zwaarste tyd wel achter de rug hebben. En wij met hen! Als u dit leest, is het misschien mooi zacht lenteweer. Dan zitten uw spreeuwen op de nok van een dak of op een antenne en schieten ze hun zeldzaam welluidende fluit tonen de lucht in. Op het ogenblik echter is het nog voorjaarsachtig guur in de at mosfeer. Toch hoor ik de spreeuwen hun toonladdertjes oefenen. En de merel studeert zijn mooi ste gebroken drieklanken Dit zyn toch maar heerlijke voortekenen. Daarom houden we van de spreeu wen, ondanks nou ja! IV Auteur? 12 3 Bridgevraag dezer weekt Zuid Sch. A V B 10 8 6 5, Ha. 6, Ru. H B 3, KI. 7 4. West gever, ow kwetsbaar, pa renwedstrijd. Bieden: west pas noord pas - oost 1 harten - zuid 2 schoppen - west pas - noord 2 Sansatout - oost 4 har ten - zuid pas- west pas - noord pas. Vragen: Is het juist, dat zuid over 4 harten past? En waarmee moet zuid thans tegen 4 harten uitkomen? Antwoorden elders op deze pa gina. Het verrassend element bij het bieden kan het grootst zijn, wanneer de spelers over zéér grillig verdeelde spellen be schikken. Het onderstaande spel, dat onlangs gespeeld werd tijdens de eerste ronde van de competitie voor ge mengde paren, bevatte alle elementen die het een plaats in de krant waardig maakt: Sch. 10 6 5 3 Ha. 7 4 2 Ru. V 6 4 KI. 6 5 Sch. Sch. 9 8 7 2 Ha. B 10 9 8 6 n Ha. H 5 3 wo Ru. A 10 Ru. B z KI. H10 8 7 KI. A V B 9 4 3 2 Sch. A H V B 4 Ha. H V Ru. H 9 8 7 5 3 KI. West was gever, niemand kwets baar. West, een charmante Haagse speelster, begon de strijd met één harten - noord paste - oost bood twee klaveren - waarop ik als zuid voor een biedprobleempje stond. De normale actie is b.v. 3 klaveren te bieden, waarna er weer heel wat kan gebeuren - doch in elk geval zal noord dan wel een keertje aan bie den meedoen. In werkelijkheid leek twee ruiten mij een tactisch juist bod - vertrouwende de tegenpartij verder te horen en daarna beter te kunren beslissen. Nu - dat ho-rde ik. Charmante west bood twee schoppend), noord paste en oost maakte er vier schop pen van, die ik met het zuidspel wel dorst te doubleren. Natuurlijk bood *vest hierna vijf klaveren, waarop noord en oost pasten. Het was duidelijk, dat west schop pen had geboden op een renonce of singleton - maar even duidelijk was het, dat oost vier of vyf schoppen had. Weinig twijfel kon er ook over bestaan, dat tegen enig schoppen contract door zuid, de westspeelster met klaveren uit zou komen - waar door zuid al gedwongen kon worden de eerste slag in te troeven. Daar het zeker was, dat de tegenpartij nog met ruitenaas aan slag zou komen en wéér klaveren zou spelen, leek vijf schoppen mij een weinig aan lokkelijk contract. Na nog eens over de situatie na gedacht te hebben, kwam ik tot de slotsom dat de tegenpartij vermoe delijk zes klaveren zou kunnen ma ken. Deze analyse bleek volkomen juist, want er is géén tegenspel te vinden dat ow in dat contract kan doen downgaan. Om die reden paste zuid dan ook. Minder plezierig Wat echter op dat ogenblik min der plezierig pas voor mijn partner en mij - was dat nz 6 ruiten konden maken (mits zuid het speelt), ter wijl 6 schoppen slechts één down moet als oost het goed tegenspeelt (uitkomst klaveren die zuid troeft - dan ruitenheer, die oost moet wei geren) Natuurlijk was voor 6 ruiten een serie mirakels nodig - west had slechts één troef en kon dus nooit schoppen introeven, oost had slechts één harten doch kon west niet aan slag krijgen om daarvan tijdig te profiteren, terwijl tenslotte tegen alle verwachtingen in de hartenheer bij oost zat. waar west met één harten had geopend! Aan diverse tafels hadden nz rus tig 4 schoppen mogen spelen en waren ow zich niet bewust geweest van de mogelijkheden die er voor hen in klaveren aanwezig waren. De les die ik (met U) uit dit ge val mag trekken is, ten eerste dat men zeer sterke spellen toch maar beter zéér sterk kan bieden - en ten tweede, dat men niet teveel mag afgaan op de bridge-onschuld van charmante speelsters. Maar alles bijeen, was dit toch wel een héél geestig spel! H. W. Filarskl Goede oplossingen van de wed strijdproblemen ontvingen wij van J. Pauw, C. J. Hakemulder, H. Barend- se, A. Mulder, en J. van den Berg, al len te Leiden: M. D. Bergman. War mond en L. van der Meer, Noordwyk aan Zee. W. van der Blom te Leiden behaalde 3 punten. Na de gebruikelijke loting viel de prijs van f 5.toe aan J. Pauw, Hooigracht 34, Leiden; de prijs van f. 2,50 ging naar H. Barendse, Mary- kestraat 24, Leiden. De oplossingen van de problemen waren: No. 1: 27—22 26—21 en 36x19!, waarna het eigenaardige motief van de Doetinchemmer S. van der Meer ontstaat is dat niet zonder dam mo gelijk bleek te zyn, welke gecompli ceerde pogingen men ook heeft aan gewend. Op het motief is nog vrij veel gemaakt doch Gortmans bewer king is wel een van de beste. No 2: 2722 en nu is 18x49 gedw., 48—43. 49 of 16x46, 29—24 49 of 16x18, 30—25. 46x30. 25x14, 10x19. 35x2 wint. Een probleem met grillige wendingen die er een zekere moeilijkheid aan verlenen. No. 3: De reden dat de beroemde Belinfante dit stukje publiceerde, was niet zozeer de stand als totaal, doch het gegeven idee, dat hij waar schijnlijk op geen enkele andere ma nier wist te bewerken. De slag zelf heeft bekoring genoeg om los te staan van de pairtij positie. Let op: 28—23, 19x26 A; 27—21 17x28, 33x22, 26x28, 39—33. 28x30. 40x34, 24x42. 48x37, 46x40. 44x2 wint! Op A 17x26 gaat het 2721, 26x17, 40—35. 19x28, 33x22, 24x42, 48x37, 46x40, 45x34. 17x28, 39—33, 28x30, 35x2. wint. No. 4: Dit is maar een eenvoudig stukje van Weiss doch in al zijn een voud is het toch een goede oefening voor het nog zo ongeoefende eind speloog van velen: 3530, merkwaar dig dat een offer vooraf moet gaan, 341, dat is de zet waarop alles be rust op 4450 nu 16 etc. wint, of op 35—2, 49—16 en 1—7. of op 35—19 (bv.) 1—740, en wit wint. m m 9 et 7' a a a a SS a f ,f g§ f) o O Z 3 7. 9 13. 15 20 23. 25 W.: 26 30, 32/34. 36/38 40, 42 44 48. Verrassende dam op bezet veld. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit nummer. Z.: 3. 8/16, 18. 19. 23/26, W.: 27 28 30 32, 33. 35/40, 42 43, 45, 48. 49. Wit behaalt winnend voordeel. II P. Sonier 1 2 3 4 6 Z.: 2. 3, 6. 11/15, 19, 21 23 24. 29. W.: 27. 28. 32. 35/40, 42, 43. 45, 48, 49. Wit speelt én wint. III H de Jongh 1 2 3 4 6 Belangstelling Er bestaat nog altijd grote belang stelling voor de partijcombinatie en dat is ook vrij logisch, want de moge lijkheden die het spel kent zijn zo tal rijk en vaak zo gecompliceerd dat men er nimmer op uitgestudeerd .raakt. Een man als Sonier heeft prachtige stukjes aan combinatie werk getoond, een veelzijdiger geest zal men niet gemakkelijk vinden. Va.n De Jong vonden wij in een blad van voor de oorlog een combinatie, die iedereen behoort te kennen. Van wie de vierde stand is is ons niet be kend doch wat er gedemonstreerd wordt is verbazingwekkend. Wij wen sen U enige genoeglijke puzzel uurtjes toe Antwoord op bridgevraag dezer week: Daar zuid met zijn twee schoppenbod zijn spel voldoende en duidelijk omschreven heeft, is het passen op vier harten vol komen juist - daar dit de be slissing aan noord overlaat, die wellicht beter beoordelen kan wat er moet gebeuren. Noord, met een 2-4-3-4 verdeling waar bij hartenheer, ruitenvrouw en klavervrouw-boer past - of dou bleert misschien. Hoe het zij - zuid moet niet verder bieden, maar moet óók goed uitkomen! Het Is wel duidelijk, dat niet oost de schoppenheer heeft, ver moedelijk zit die kaart bij west. Uitkomen met schoppenaas zou het contract cadeau gegeven hebben, daar oost op wests schoppenheer later een ruitentje kan weggooien. In de praktijk zou de uitkomst met ruiten één down opgeleverd hebben. Had U dat aangedurfd? Oosts spel had een 1-6-2-4 verdeling, terwijl west schoppenheer, hartenvrouw en klaverheer had. Toerr W.C.Röntgen in 1885 het doordringend vermogen van kortgolvige elektromagnetische golven ontdekte, stond nij nog voor een raad sel. Hij sprak dan ook van X-stralen. bctr. ri stralen weinig Tegen. Eenvoudige röntgen schaduwen zijn voldoende om een beenbreuk te onderzoeken Nu weet men dat een stof straling tegenhoudt, als deeltjes daarvan door meetrillen energie aan de stra ling onttrekken. maar om bijv. een maag zweer te ontdekken moet de patient een straling-tegenhou dende pap eten. veraf Om een beeld van een bepaald vlak te krijgen,werkt men met een korte focus-afstand. Verder van de plaat gelegen delen geven dan een-vaag beeld. vlak van voorwerp opname Maar met de tomografie kan men een röntgenopname ma ken van een willekeurige (denkbeeldige) snede door een voorwerp. Men bereikt dat door stralenbron en plaat gelijktijdig te verplaatsen. Alle punten uit het gekozen vlak blijven op de plaat afgete kend, maar punten daar buiten (bijv. niet. Ondanks de massificatie van de huizenbouw, culminerend in torenhoge flat-complexen, waarin, men mannetje-aan-manne- tje, vrouwtje-aam-vrouwtje en kind- je-aan-kmdje bijeen geregen zit, blijft tóch het verlangen naar de „eigen" woning bij menigeen sterk verankerd. Dat mag volgens de moderne ar chitecten een totaal verouderd be grip zijn, waarbij ik graag wil aan nemen, dat de mensheid op den duur geen enkel uitzicht meer heeft op enig „persoonlijk bezit", tóch doet 't prettig aan te horen en te zien hoe velen dat eigen en veilig bezit nog met liefde willen en mogen koesteren. Dat kan een gezapig en burger lijk idee zijn in deze door stuwende progressiviteit be zeten maatschappij, maar er lopen gelukkig nog genoeg mensen rond, die voor geen geld ter wereld het huis waaraan zij gehecht zijn, willen verlaten om het te verruilen voor hetgeen als „ultra-medern" hevig wordt aangeprezen. Met voorzeker alle lofwaardige gemakken, maar ook met alle be nauwende ongemakken, die de grondslag vormen voor de meest uiteenlopende neurosen. De gelijkvormigheid, de geluids hinder en het trappenlopen zijn daarvan enkele naargeestige oor zaken. Allen dezelfde balkonnetjes, de zelfde drie, vier of vijf ka mers tot op de meter pre- ces afgepast om in het grandioze schema te harmoniëren hyper modern tot in het kleinste detail, zó zijn die flatjes. En werkelijk, het buitenaanzicht Is indrukwekkend groots, speciaal voor de estisch minder-ontwik- kelde. Men woont er bij duizenden naast elkaar. Maar dan zijn er ook degenen, die dat nog willen eren en met toe wijding verzorgen wat hun ver trouwd is, een onderdeel van hen zelf geworden, misschien als erf deel van ouder op ouder. Zij zien minzaam en misschien bewonderend op naar wat de ge civiliseerde maatschappij aan won derschone heerlijkheden voortovert, maar passen er voor ervan gebruik te maken. Ze blijven zitten waar zij zitten en zyn er gelukkig mee. Ze verzorgen wat hun in de loop der jaren lief geworden is, ook al staan de woninkjes op kraken... Zij zijn tevreden met de eigen gekweekte planten, waarvoor zij een „goede hand" hebben en die fleur geven aan hun misschien wat donkere binnenkamer. Ze mogen dan niet „bij-de-tijd" zijn, zij bevinden er zich desondanks wél bij en zijn blij dat het ook bij hen wil groeien, omdat alles wat „leeft en bloeit, altijd weer boeit!" Waè,r dan ook FANTASIO 1. linker arm man links. 2 groter glas linker man 3. langere mouw rechter man 4. grotere plas op de grond rechts 5. blad van plant anders van vorm 6. leuning bank 7. linker broekspijp jongetje 8. oor theekopje Zaterdag 31 maart 1962 Pagina 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 20