lawaai
Leidse huisvrouw
achter weefgetouw
Geruststellend
UIT en
(THUIS I
Rauwe raapstelen
TOMADO
Als je er mee begint9 kun je
er nooit meer mee ophouden
Kleuren kiezen is een kunst
die niet iedereen verstaat
MENU VAN DE WEEK
WOLLEN DEKENS
TOM AD0 HAARDROGER tafelmodel
„GEZOND GEZIN'*
Moederlijke overpeinzingen
In het vroege voorjaar kunnen
bladgroenten nog heel duur zijn.
De prjjs van raapstelen daalt ech
ter al gauw zo zeer, dat ze tot de
goedkope groenten gaan behoren.
Zo lang dit nog niet het geval
is, kunnen ze rauw worden gegeten.
De blaadjes zijn vrij stug en la
ten zich daarom het best gemalen
verwerken tot bijvoorbeeld stamp
pot van rauwe raapstelen, een
heerlijk, voedzaam en geurig voor
jaar smaal.
ZONDAG:
sterrekers en radijsjes op kaas-
croutons, kalfslever, spinazie,
aardappelen, koffiemousse.
MAANDAG:
kaasgehakt, witte kool, aardap
pelkoekjes, rabarber.
DINSDAG:
lofsla met eieren, aardappelen,
botersaus, warme griesmeelscho-
tel met gember.
WOENSDAG:
casseler rib, zuurkool, aardappel
puree, karnemelkvla.
DONDERDAG:
gehakt, stoofprei, rauw gebakken
aardappelen, gepofte appelen.
VRIJDAG:
paprika vis (met of zonder spek),
rijst en sla, tutti frutti.
ZATERDAG:
stamppot rauwe raapstelen met
spek en gebakken uitjes, yoghurt
met partjes sinaasappel.
Kaasgehakt
200 gr oud brood wordt geraspt
en vermengd met 200 gr. geraspte
kaas, een heel fijn gehakt uitje,
twee losgeklopte eieren, zout, peper
en aroma. Nadat alles goed dooreen
is gekneed worden er balletjes van
gevormd, die in hete boter goud
bruin worden gebakken en bijvoor
beeld met tomatensaus worden op
gediend.
Paprika-vis
In een beboterde vuurvaste scho
tel worden reepjes spek (100 gr)
gelegd en daarop 1 kg in moten
gesneden vis, die men enige tijd
gezouten heeft weggezet, geschikt.
De vis wordt nu bedekt met plak
ken jong belegen kaas, een meng
sel van V2 liter koffieroom, een
klein blikje tomatenpuree, twee ge
raspte uitjes en twee theelepels pa
prikapoeder, waarna men hem in
de oven gaar laat sudderen.
Londen, Maart '62
In onze garderobe zjjn kleuren net
zo belangrijk als lijn, coupe en
materiaal: en als we aan dat
laatste niet de hoogste eisen kun
nen stellen, is kleur zelfs het aller
belangrijkste.
Er hoort meer bij een mantel dan
een hoed en wat accessoires. Want
wie iets met kleuren elfect wil be
reiken, zal nooit een mantel aan
schaffen, die. wat kleur betreft, niet
past en niet eens goed kleurt by
zal worden gedragen.
Evemin zal er een nieuwe japon
in de kast worden gehangen, waar
van de kleur niet harmonieert met
die van mantels en jasjes in de gar
derobe.
Een blouse, die maar by een rok
past en niet een goed kleurt bij
mantel of kort jasje, is be
paald geen goede keus.
Het is prettig kledingstukken in
veel kleuren te hebben. Dat breekt
de eentonigheid en als je vandaag
in een rozige stemming bent. voel
je niets voor het grijs van gisteren
Veel variatie in kleuren en be
drukte stoffen is echter alleen ver
antwoord, als ze harmoniëren
wanneer ze met elkaar gecombi
neerd worden.
Dat geldt ook voor de fleurigstt
en gemakkelijkste kleding: die van
de zomergarderobe.
Het rood gebloemde jurkje, dat
blauwe ruitje of het paarse streepje
zyn op zichzelf heel aardig, maar
als ze met de groengele zomerman
tel of het gestreepte toppertje moe
ten worden gecombineerd, zal het
resultaat veel minder aantrekkelijk
zijn. Wanneer het nieuwe kleding
stuk onderdeel van meer tenues
kan zijn, zal uw kleedgeld veel ver
der reiken.
Kleuren combineren is een kunst
en niet ieders kunst. Wat
het voor de leek zo moeilijk
maakt, is dat er van elke kleur zo
veel tinten zijn en dat het zo be
langrijk is in welke verhouding
twee kleuren worden samenge
voegd. Paars met rood kan het
prachtig doen, kobaltblauw met ap
pelgroen kan adembenemend mooi
zijn. Maar wanneer u zich niet al
te zeker voelt, kies dan liever één
kleur. Hoedt u voor tinten, die „net
een tikje verschillen", vooral waar
het geprononceerde kleuren als
rood, groen en blauw betreft. Veilig
zijn wel verschillende tinten van
klassieke kleuren, zoals grijs en
beige van eierschaal tot bijna-
bruin. Ze doen het meestal uitste
kend bij elkaar en werken zelfs pit
tiger dan alles-van-precies-dezelfde-
tint. Veilig is het- ook om wit of
zwart als tweede of derde kleur te
kiezen.
In het algemeen- is het moeilyk
met twee felle of sprekende kleuren
een mooi contrast te krijgen: er is
meer kans op slagen met één don
kerder en meer gedekte kleur. Wan
neer u zich een stof aanschaft in
meer kleuren, neem dan de effen
accessoires in een van die kleuren.
Neem bij aankoop van iets nieuws
altijd het oude. waarmee het moet
harmoniëren, mee naar de winkel
of trek het aan. Heus, het loont al
tijd de moeite uw kleuren te kiezen
alsof het juwelen waren.
Bij de foto's:
1. Altijd goed en uiterst prak
tisch, omdat het overal past en met
accessoires in welhaast willekeurige
kleur aan te vullen is, is dit en
semble van middelgrijze tint. Het
wordt gecompleteerd met een witte
blouse en dito hoed, terwyl een
witte piqué strik de garnering
vormt. Model: Jacqueline de Sthen.
2. Deze dieux-pièces met rugslui
ting is gemaakt van een grys en
geel mengweefsel. Een apart en ge
distingeerd kleurcontrast wordt
verkregen met behulp van de brui
ne strohoed en het bruine kralen-
collier, die beide gemakkelijk door
toebehoren in andere kleuren kun
nen worden vervangen. Model: Jac
queline de Stehn.
3. Neutrale kleuren, vooral waa
het de grotere en kostbare garde
robestukken betreft, kunnen nooi
verkeerd zijn. Het opent wydere.z
het niet onbeperkte kleurenmoge
lykheden voor de bybehorende kle
dingstukken, zoals japonnen. B
deze beschuitkleurige mantel wor
den een hoed van dezelfde tint en
handschoenen van bijpassende
kleur gedragen. Model: Liane Har-
pin,
De nieuwe manier van haardrogen
Nu rustig achter uw toilettafel uw haar
drogen en tegelijkertijd uw uiterlijk
verzorgendat is de nieuwe. Ideale
manier, die het u veel makkelijker
maakt. En uw man of verloofde hoeft
niet meer zo lang te wachten dus...
hij ook blij
itigm
geen onderhoud
kan ook worden opgehangen
(vaste plaats)
haardroogkap wasbaar In
lauw water
een Jaar schriftelijke garantie
GEEF 'N
CADEAU
Zaterdag 31 maart 1962 Pagina 3
i|iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin
Sinds enkele weken is een van
mijn twee -poesen verdwenen. Op
een avond werd hij uitgelaten
voor zijn gebruikelijke avond-
wandelingetje, maar helaas
hij is nooit terug gekomen, 't
V/as een heel lief en bovendien
mooi, weldoorvoed katertje en
hij wordt dus diep betreurd.
Als ik dichter in de buurt van
Nijverdal woonde zou ik nu een
heel sterk vermoeden hebben,
dat zij in handen gevallen was
van ene heer Vieten. Hoewel - je
kunt nooit weten! Wat een af-
schuwelijk idee! Ik ben heus niet
sentimenteel wat betreft dieren,
maar hierbij rijzen mijn haren
toch te berge.
Nu heeft die heer Vieten in
tussen al een ferme draai om
zijn oren gehad. Mevrouw Polak
had weliswaar haar ring afge
daan om ernstige beschadiging
te voorkomen, maar ik heb een
foto gezien waarop de dieren
handelaar met zijn hand aan
een blijkbaar roodgloeiende
wang voelt. Dat is maar goed
ook, want al te puur symbolische
daden hebben soms niet zo heel
veel effect.
En dat heeft de klap van me»
vrouw Polak tot nu toe zowaar
wél! Ik ben alleen maar erg be
nieuwd of hij uiteindelijk niet
alleen een daalder, maar werke
lijk vele hond— en kattenlevens
waard zal blijken te zijn. Stel je
voor dat naar aanleiding van die
éne oorvijg inderdaad een weg
gevonden zou worden om paal
en perk te stellen aan dergelijke
schandalige praktijken.
Ik wou dat 't waar was.
Maar dan wou ik ook, dat aan
de talloze andere, nog veel
schandéliger en bedroevender en
angstaanjagender toestanden op
zo'n simpele manier een eind ge
maakt kon worden.
Als één klap duizend confe
renties te erg is, waarom zou dan
b.v. mevrouw Kennedy op haar
wereldreizen niet hier en daar
een paar flinke tikken uitdelen
om orde op de wereldzaken te
stellen? Of als mevrouw De
Gaulle met dat doel eens naar
Algiers toog! Daar zijn geen die
renleven, maar onnoemelijk veel
mensenlevens te redden. Of Nina
Chroesjtsjow naar Amerika,
want daar zijn het ook niet alle
maal zulke lieverdjes.
Nu heb ik met dit laatste mis
schien wel mijn onpartijdigheid
gered, maar zou het zo toch ook
weer niet een enorme warwin
kel worden? We hebben de we
reld nu eenmaal zo hopeloos in
gewikkeld gemaakt, dat derge
lijke simpele oplossingen geen
kans van slagen meer hebben.
Toch is het wel verleidelijk zo
eens te spelen met de gedachte,
dat één vrouw met een mede
lijdend en liefhebbend hart, die
zomaar eens heel gewoon doet
wat haar hart haar ingeeft iets
bereiken kan waar eindeloos ge
organiseerd en geconfereer fa
len.
Daarom hoop ik zo, dat het in
ieder geval die ééne keer, daar
aan de Nederlands-Duitse grens
zal lukken. Terwille van de die
ren natuurlijk in de eerste
plaats, maar ook vanwege het
idee.
Maar met dat al: mijn poes is
nog steeds zoek, en zij zal wel
voorgoed verdwenen zijn al
of niet over de grens.
Hermine O.
En onze zenuwen? Houden die
het vol de hele dag bestormd te wor
den door het gegier van banden,
door de sirenes, claxons, stemmen
en radio's? Ach, natuurlijk wel!
Wij zyn er immers sedert onze
geboorte aan gewend geraakt en
het kan voorkomen dat Adriaan
vraagt - Mag de radio aan? als die
al op volle kracht het Vijfde piano
concert van Beethoven over ons uit
giet.
Want het enige wat hem ervEin
was opgevallen was: - He, gezellig
hierdaar hoort eigenlijk mu
ziek by.
Terwijl ik dit schrijf, pieken op
het trottoir twee kinderfietsjes en
één step. Drie moeders doen met
een gerust hart haar werk. Ze weten
waar haar kleuters zijn en op welke
wijze ze zich amuseren.
Thea Beekman.
Eigenlijk doe ik het om heel vrouwelijk Nederland
aan het weven te krijgenMet „het" bedoelt Johan
van der Heijden: het land rondtrekken met weefge
touwen en lesgeven aan huisvrouwen en wie verder
maar wil.
In Leiden doet hij dat op uitnodiging van K. en O.
in de Boerhaavezalen. Daar staat een elftal weeftoe-
stellen, waarop Leidse huisvrouwen zich in drie maan
den vertrouwd maken met de techniek van het weven.
In die drie maanden krijgen
ze 156 uren les, twee midda
gen en twee avonden per
week. De weefcursus is niet
goedkoop: ongeveer 180 gul
den per deelneemster, en als
men er thuis mee door wil
gaan, kost een getouw nog
eens een kleine vijfhonderd
gulden.
,,Maar dat haal je er wel
weer uit" vindt Johan van der
Heijden. ,,Je moet rekenen, dat
je zelf bijvoorbeeld gordijn- of
meubelstoffen kunt maken.
Een cursiste heeft zelfs eens
een vloerbedekking geweven.
De prijs per meter zal niet zo
veel schelen met wat je in een
winkel betaalt, maar de kwa
liteit in aanmerking genomen,
zijn zelfgeweven stoffen veel
goedkoper".
De cursisten beginnen met het
maken van lopertjes, maar de twee
de of derde week weven ze al ja-
ponstof„Ze leren alles van A tot Z,
van knot tot weefsel, 't Is net een
taaloefening op school. Wat ze ma
ken, nemen ze mee naar huis: een
lap stof voor een rok, voor een
blouse of schort, een theedoek, een
stuk gordijnstof van twee meter en
een „feestband", een lange, smalle
loper '20 cm breed) van „moeilyk
materiaal", die kan dienen als ver
siering op een feestelijk gedekte ta
fel.
Dit laatste heeft Johan van der
Heijden meegebracht uit Zweden,
waar hij jarenlang woonde en waar
hij op het idee kwam- lesgeven op
deze voor ons land unieke manier.
Eigenlijk ging hij naar Scandina
vië om zich te specialiseren in het
meubelmakersvak, maar in Zweden
werd het weven zijn grote liefde.
Hy bleef er vijf jaar, studeerde
toen nog drie jaar aan de Amster
damse Kunstnijverheidschool (tex-
tielontwerpen) pn begon ongeveer
tweeëneenhalf jaar geleden met
zijn weeflessen.
Johan is nu 38 jaar en woont met
zijn vrouw en twee kinderen in
Amsterdam. Van daaruit trekt hij
door het land met zijn getouwen.
Naast de elf toestellen in de Leidse
Boerhaavezalen, wachten er nog
negen op hem in Leeuwarden, waar
hij aan het einde van de week les
geeft.
„Het ls fijn werk, Ja nou, anders
kun je het trouwens niet doen. Je
moet je er helemaal voor inzetten.
Het mankeert in Nederland nog wel
eens aan enthousiasme bij de leer
krachten. Het weven geeft een
band. oud-cursisten zoeken elkaar
op, wisselen ervaringen en patro
nen uit. Dat is precies, zoals ik het
gewild heb, het „doorgeven", zo was
vroeger immers de hele volkskunst."
Het materiaal voor de cursussen
importeert Johan van der Heijden
uit Zweden, waar men speciaal voor
de handweverij spint. In ons land
is men aangewezen op materiaal,
dat voor de machine is gemaakt.
De weefsters krijgen ook theorie
lessen. „Ze leren genoeg om mee te
Wie niet van ruit-eten houdt,
kan haar geweten sussen door
het dragen van deze hoed. die
de naam „Witte Bananen"
draagt.
beginnen: een basis om zelfstandig
op door te werken, zoiets als een
rijbewijs: de routine moet je na de
lessen krijgen".
Veel van de cursisten gaan dan
ook door met het weven. Enkelen
hebben al een getouw, anderen
hebben er een besteld. Na deze cur
sus, die op 10 april eindigt, wordt
een kleine tentoonstelling gehouden
in het leslokaal.
Als er genoeg aanmeldingen (ge
noeg is: niet meer en niet minder
dan 10) bij K. en O. binnenkomen,
ls er een kans, dat Johan deze
herfst weer naar Leiden komt.
Naast deze curssusen („dat blyf
ik doen op deze manier") wacht
hem een nieuwe taak. In Friesland,
dicht bü Leeuwarden, wordt een
boerderij voor hem verbouwd tot
weefschool. Daar zal h|j o.a, een
opleiding voor leraar of lerares be
ginnen.
„Misschien" droomt hij „kan ik
daar wat schapen houden om de
wol zelf te spinnen. De een heeft
meer feeling voor het materi
aal dan de ander, maar je moet
het door je handen laten gaan. Het
in je vingers krijgen. Dan ga je
beter weven". Hij leeft met zijn ge
touwen: „een weefgetouw reageert
op je stemming, er gebeurt van
binnen iets met je, als je weeft. Je
hoeft het niet te proberen, als je
b.v. hoofdpijn hebt, dan lukt het
niet. Weet je wat het met weven is?
Als je er eenmaal mee begint, kun
jo er nooit meer mee ophouden".
In 1957 is de Protestandse
Verantwoorde Gezinsvorming op
gericht. Deze stichting treedt nu
voor het eerst in de openbaarheid
met het verschijnen van het eer
ste nummer van een tweemaande
lijks tijdschrift „Gezond Gezin".
Het blad, zo schrijft de redactie,
is niet bedoeld als wetenschappe
lijk tijdschrift en ook niet als po
pulair voorlichtingsblad. men wil
proberen beide aspecten te vereni
gen. De P.S.V.G. houdt zich bezig
met huwelijksproblemen van veler
lei aard. Veel moeilijkheden zijn
er vooral, zo lezen wij in het eer
ste nummer in verband met de
vorming van een gezin en de vraag
van de gezinsgrootte. De voorlich
ting, die het blad en de bureaus
beogen te geven, is gebaseerd op
protestantse gezichtspunten betref
fende het huwelijk en het seksuele
leven. De stichting heeft zich ver
zekerd van een groot aantal des
kundige medewerkers Het eer
ste nummer, dat er verzorgd uit
ziet, bevat o.a. een boekbespreking
en een vragenrubriek.
Johan van der Heijden achter een van zijn weefgetouwen. (Foto LD/Hoivast)
HET fietsje van ons buurjongetje
piept hartverscheurend. Zijn
moeder heeft mij daarvoor
een afdoende verklaring gegeven.
„Ik kan dat driewielertje natuur
lijk eens grondig doorsmeren en dan
is het gepiep meteen verdwenen,
maar daar voel ik weinig voor. Nu
hóór ik tenminste dat hij nog altijd
dicht in de buurt is, wanneer de
jongen buiten speelt. Ik weet, zon
der uit het raam te kijken, wat hij
doet, waar hij is.
Pas, als ik heit geknars niet meer
hoor, wordt het tijd om te onder
zoeken wat hij uitvoert".
Aangezien het zoontje van de
buren juist vier jaar was geworden
kon ik mij voorstellen dat het erbar
melijk gepiep zijn moeder als muziek
in de oren klonk. Ik zag er dus van
af mij erover te beklagen.
En waarom zou ik ook? Lawaai,
dat onze kinderen maken, kan ons
inlichten omtrent de bezigheden
van die kinderen, zonder dat we
voortdurend het kroost behoeven te
controleren, waar zij een geweldige
hekel aan hebben. Het liefst gaan
de peuters ongestoord hun gang, en
wat doet het er toe, of ze tydens
die bezigheden schreeuwen, afschu
welijke geluiden produceren, bon
ken, fluiten en onze trommelvliezen
verscheuren?
De herrie betekent: ze z^jn zoet
aan het spelen, ze zijn veilig in het
achtertuintje of voor de deur bezig.
Ze halen geen kattekwaad uit,
geven zich niet over aan ongewenste
handelingen want dó,n zorgen ze
wel, dat niemand hen hoort. En ze
zijn gelukkig. Hoe harder ze schreeu
wen, stampen en klossen, hoe ge
lukkiger ze zyn. Kinderen zijn pri
mitieve wezentjes.
HEEL vroeger waren de volwas
senen niet wyzer. Die maak
ten toen ketelmuziek en ont
wierpen lawaaiige spelletjes of dan
sen om de boze geesten op een af
stand te houden.
Ze stapten loeiend en ratelend
over hun akkers om het zaad te
helpen ontkiemen, ze brachten zin
gend en stampend de bruid naar
haar bruidegom, ze beukten zich op
de borst bij een eenzame wandeling,
alles om zich „veilig" te voelen.
Stilte is door alle eeuwen heen een
vijand van de mensheid geweest.
En nu?
Wat doe ik, wanneer man en kin
deren des ochtends zijn vertrokken
en ik alleen ben met het huls en een
onoverzienbare stapel werk? Ik zet
de radio aan, flink hard en zing
mee, ook flink luid.
Ik rammel met kopjes en borden,
raas met een gierende stofzuiger
door de kamers, laat de kraan wijd
open staan om van het geklater in
de emmer te kunnen genieten,
kortom: ik maak herrie. Hoe meer
hoe liever. Dan schiet het werk op,
dan ben ik gelukkig en lééf.
IK geloof niet in boze geesten, die
moeten worden afgeschrikt, maar
ik heb een dodelijke angst voor
verveling, stilte en sleur. Die moe
ten worden verjaagd en dat kan
soms alleen maar met geluid.
Als het huishoudelijke werk is ge
daan. komt de schrijfmachine aan
de beurt.
Wie is de onverlaat, die de geruis
loze schrijfmachine heeft uitgevon
den, dat martelding met doffe klap
jes en gefluisterde aanslagen? Ik
heb er nooit iets van willen weten.
Een schrijfmachine moet ratelen,
trillen, sidderen en ritme produce
ren wil ik er aan kunnen werken.
Liefst met de Walkürenrit of de
Nacht op de Kale Berg als achter
grondmuziek. In die baaierd van ge
luiden worden dan de zinnen gebo
ren.
Ik ken een dichter, die moedwil
lig ln het hartje Van de stad is gaan
wonen, aan een verkeersader en die
bij voorkeur bij geopende ramen
werkt. Als het daarvoor te koud is,
draait hij langspeelplaten; Stra-
winsky op volle sterkte.
In een huisje, verscholen in de
stilte van het bos zou hij krankzin
nig worden.
Het merkwaardige is, dat „men"
het de moderne mens kwalijk neemt,
dat hij zich by voorkeur omringt
met lawaai en zich temidden van
geluiden pas veilig voelt. Maar
waarom eigenlijk?
Auto's, bromfietsen, treinen, vlieg
tuigen zouden duizend maal gevaar
lijker en dodelijker zijn, indien ze
géén lawaai produceerden.
GEDEMPTE geluiden zijn irri-
terender dan het eerlijke
kabaal van luide stemmen,
ratelende machines, brommende
motors en loeiende straaljagers.
Voor vele dingen kun je op je oren
vertrouwen, hetgeen de ogen en veel
tyd bespaart.
Geen vriendje van de zoons hoeft
bij ons ooit aan te bellen en te
vragen: - Is Henkle thuis? want als
Henkie thuis is, kun je dat voor de
deur al duidelijk horen.
Vader hoeft na een dag werken
nooit te vragen: - Waar zit onze
dochter toch? want de dochter pro
duceert voldoende decibels om haar
aanwezigheid kenbaar te maken.
Zonder uit het raam te kijken,
weet ik precies wanneer de melk
man, de bakker of de vuilnisman
mijn deur nadertze maken elk
een énder soort lawaai en besparen
mij onnodig heen-en-weer geloop.