Of StAÖ?
Het valt
wel mee
Ds. Lamping: hoofd
boordevol plannen
èn er
wordt
getwist
FOTO'S HOLVAST
Hoe denkt de jeugd over deze stad, waarvan het soms lijkt of
zij 's avonds ophoudt stad te zijn? Bestaan er ondanks die schijn
toch voldoende mogelijkheden voor de jongeren om er zich na
een dag van studeren of werken te ontspannen en te vermaken?
Of missen zij in Leiden bepaalde dingen, die een stad eigenlijk
niet mag missen?
Deze vragen hebben we aan
enkele tientallen Leidse jonge
ren gesteld. Vraaggesprekken
die 's avonds werden gevoerd
op verschillende punten in de
stad (zoals de Haarlemmer
straat, de Kooilaan, de Mare-
singel en de Steenstraat), bij Gouden Eeuw iets geweest zijn, nu
bioscopen en in clubhuizen. En is het niets meer."
i Kees Verwey (18, gymnasiast, uit
zij vertelden dit: Noordwijk)„Er zijn hier veel meer
nozems dan bij ons. Ik zit liever in
Noordwijk."
Nel van Maren (15, modinette)
„Ik zou Leiden niet willen missen."
J. R. Korswagen (22, „in de ju
weliersbranche") „Niet zo erg ge
zellig. De bevolking is een beetje
stijfjes. Maar wat de watersport en
de zee betreft zit je hier wel gun
stig."
Charles Barnard (17, l.t.s.-leer-
ling)„Gezellige stad. Beter dan
Den Haag, waar ik vroeger heb ge
woond."
Ellis B. (15, leerlinge huishoud
school, uit Oegstgeest): „Geef mij
maar een grotere stad."
„Ik geloof dat het met de vrije
tijdsbesteding en het jeugdpro
bleem in Leiden wel meevalt",
aldus de gereformeerde predikant
H. J. Westerink. Onverdeeld te
vreden is hij echter niet, want „er
zijn hier absoluut te weinig sport
terreinen en jeugdorganisaties. En
de samenwerking tussen die jeugd
organisaties zou wel wat hechter
kunnen zijn. Men kan toch weieens
een uitwisseling houden? De
Leidse Jeugd Actie doet al veel,
maar ideaal is het bepaald nog
niet."
„Overigens zou ik het niet zo
willen zien", zegt ds. Westerink
op besliste toon, „dat de jeugd
organisaties er zijn om de vrije
tijd op te vullen. Men heeft vrije
tijd en daarnaast is men ook
lid van een jeugvereniging." Ds
Westerink is er een sterk tegen
stander van om „alles voor dc
jeugd klaar te zetten". Hij zegt:
„Niet teveel van bovenaf regelen.
Laat zij zelf maar ontdekken en
organiseren. Het zal niet altijd
mogelijk zijn, maar als het even
kan verdient dat toch de voor
keur."
Indertijd heeft ds. Westerink
een jeugdhavenin het leven ge
roepen, waarvoor de ongeorgani
seerde jeugd grote belangstelling
toonde. „Maar ja, toen kwamen
er beheerders die toch wel heel
veel prijs stelden op een vijfdaagse
werkweek
Volgende week ver- i
volgen we onze reportage
over de avonden in Lei- f
den met een serie vraag- J
gesprekken, onder andere i
met de heren J. C. van
Schaik, wethouder van f
Onderwijs, Sport en i
Jeugdzaken, G. Steinbach
van de Leidse Jeugdactie
en A. J. van der Pompe,
directeur van K. en O. j
en met enkele jongeren 4
die we thuis hebben op- f
gezocht.
Zaterdag 31 maart 1962
De Steenstraat
op een doorde
weekse avond:
na de drukte
van overdag is 't
er opvallend stil.
Hetzelfde beeld
treft min in de
avonduren ook
aan in straten
die meer in het
centrum liggen
zoals de Haar
lemmer- en de
Br eestraat
Di de stad
Leiden heerst
's avonds een
dorpse rust.
f met het puntje van de tong
uit de mond, voorzichtig
schuifelend met een dienst-
4 blad de spreekkamer van
f het Sint Franciscus Liefde-
werk aan de Nieuwe Rijn
i binnenkomt, brengt iets mee
4 van de ongedwongen sfeer,
f die er in het gehele gebouw
heerst. In het oude pand
Jan Nieuwenburg (17, u.l.o.-leer-
ling;„Normale stad."
Teddy Hartman (16, kelner in
Leiden, uit Wassenaar)„Een
zooitje".
Wim Kukler (18, automonteur):
„Leiden gaat best. Je zit hier
overal dichtbij."
Johannes Lens (20, textielarbei
der): „Waardeloos. Je mag hier (in
de Steenstraat - red.) nog niet
eens stilstaan of je krijgt een klap
met een gummiknuppel in je nek.
Op die manier wordt het toch een
rommeltje. Als je even met een
meisje staat te praten hup,
precies hetzelfde. Mijn vader zegt
weieens: „Blijf toch binnen, anders
krijg je weer een knuppel in je
nek." De agenten hier treden hele
maal verkeerd op."
Zijn er in Leiden genoeg
mogelijkheden om je te
vermaken?
Jet Smids (18, studente)„Wij
zien Leiden maar vanuit een heel
klein hoekje. We zitten helemaal
vergroeid in ons studentenwereldje.
Daar gaat ook al mijn vrije tijd in
zitten. Lezen en veel babbelen met
vriendinnen. Maar zo gewoon, ja,
dan lijkt mij echt wel te weinig te
doen in Leiden. Zeker voor de stu
denten."
Annie Kins (14, werkt in banket
bakkerij) „Soms verveel ik me
wel een beetje."
Yvonne Bekooy (15, leerlinge
huishoudschool)Ik verveel me
helemaal niet in Leiden. Er wordt
KEES VERWEY
en
AD. v. d. BERG
gedegenereerd
Ds. Westerink
Een ontmoeting met enkele jongeren in de Kooilaan. Tweede van links: Tonny Burgmeyer.
Geheel rechts: Jan Nieuwenburg. Uiterst links ziet u de schrijven de hand van uw verslaggever.
Ds. A. J. Lamping, de her
vormde jeugdpredikant van
Leiden, is een man met een
hoofd boordevol plannen. En
al die plannen draaien om
één ding: het hervormde
jeugdhuis ,,De Moriaan".
..Dat heb ik en daar kan ik
wat mee doen", zegt de
dominee.
Je nog Jonge jeugdpredikant werkt
nu ongeveer drie maanden in
Lelden en heeft eerst eens zo
als hij het noemt „de kat uit
uit de boom gekeken". En na die
maanden van oriëntatie kwam
ds. Lamping tot de conclusie:
„Met die van Leiden is best wat
te beginnen".
Het jeugdwerk in Leiden is natuur
lijk ouder dan de drie maanden
die ds. Lamping hier nu is. Zijn
bedoeling is dan ook om het nieu
we Jeugdwerk op te bouwen van
uit het bestaande. „Aan De Mo
riaan zal het nodige verbouwd
moeten worden en er zijn jonge
lui genoeg die daaraan willen
meehelpen met oliebollenacties of
wat dan ook".
Of de dominee al contact gehad
heeft met de Leidse jongeren?
„O, man, je moet hier 's zondags
eens komen na kerktijd, dan
zit de hele De Moriaan afgeladen
vol". En dan aarzelend: „Mis
schien, dat ik daar wat mee doen
kan maar in leder geval: we
beginnen in september".
Dat ds. Lamping beroepen werd, is
eigenlijk te danken aan een rap
port over het hervormde jeugd
werk in Leiden. Tot januari van
dit Jaar kwam er van dat jeugd
werk niet zo heel veel terecht.
Maar dat wordt nu ander-: „In
september beginnen we.,, zegt
ds. Lamping.
CAREL ÜIEZEN
als je het een beetje zoekt,
gaat het wel
Hoe vind je Leiden als
stad
Jacques Alphenaar (16, u.l.o.-leer
ling) „Ik houd wel van Leiden,
van die oude geveltjes en zo. Maar
er wordt teveel geld aan het op
knappen van oude gebouwen be
steed, dat zouden ze beter voor an
dere dingen kunnen gebruiken."
Carel Giezen "(21-, schoenhersteller)
„Niet veel. Ik ben het liefst in Rot
terdam. Die abstracte gebouwen
daar vind ik grandioos. Die oude
geveltjes zijn niks voor mij."
Tonny Burgmeyer (16, kantoor
bediende) „Een saaie stad."
Bep Korenhof (18, inpakster)
„Ach ja, Leiden is wel leuk."
Ad van der Berg (19, gymnasiast,
uit Noordwijk): „Leiden is een ge
degenereerde stad. Het mag dan in
ELLIS B.
geef mij maar
een grotere stad
i Een krachtterm en: Sorry
4 pater, het is er eentje met
f een voetbad". Een meisje
J van een jaar of zestien, dat,
ANNEER is 'n plaats een dorp en wanneer een stad? Dat bepaalt meestal hel
inwonertal en dus het aantal huizen. Niettemin kan een stad een dorp blijven
of een echt dorp stadsallures hebben. Leiden met zijn ruim negentigduizend
inwoners moet wel een stad zijn. Overdag is het dat zeker: met zijn grachten,
drukke verkeer en vele wandelaars maakt het de indruk van 'n klein Amsterdam.
Maar wat blijft er 's avonds en op winteravonden vooral van dit kleine
Amsterdam over? Een schaars verlicht centrum, lege straten en vaak vrijwel
lege etablissementen. Weliswaar zes bioscopen, maar geen enkele „gezellige
gelegenheid-met-muziek"
JET SMIDS
..te Weinig te doen,
zeker voor de studenten
zijn weinig zalen en wat er is, is
oud."
Carel Giezen: „Een groot ge
bouw voor de jeugd met een cine
ma, een gelegenheid om iets te
eten en te drinken en een apart
zaaltje om te dansen. Dat gebouw
zou natuurlijk in het centrum
moeten staan, niet aan de Vijf-
Meilaan."
J. Korswagen: „Van alles. In de
eerste plaats zijn er veel te weinig
tennisbanen. En wat nog
meer Ach, er zijn zo'n hoop
dingen waaraan het hier ont
breekt
Ellis B.: „Een ijsbaan."
Teddy Hartman„Gezellige
avondjes en behoorlijke dancings."
Annie Kins: „Een kunstijsbaan
en een sporthal."
Bep Burgmeyer (15): „Dancings.
Er zouden meer dancings moeten
komen, dan zou er in Leiden ook
veel meer te beleven zijn. Of va
riété. Dan zou het wel wat gezelli
ger worden. Nu is het altijd het
zelfde."
Ria Ravensbergen„Ik zou graag
wat meer clubs in Leiden willen
hebben, dansclubs bijvoorbeeld."
Ruim vijftien procent van de
jongeren was van oordeel, dat Lei
den hard aan een nieuw overdekt
zwembad toe is."
Wc.t doe je met je vrije
tijd
Yvonne Bekooy: „Dansen en
zwemmen."
Annie Kins: „Naar de televisie
kijken en lezen."
Leo Uljee: „Ik doe veel aan
sport. Voetbal, tafeltennnis en bil
jart. 's Avonds studeer ik vaak."
Tonny Burgmeyer: „Zwemmen
en gymnastiek."
Bep Korenhof: Dansen en naar
de televisie kijken."
Coby Brueman: „Gitaar spelen,
trommelen (in een muziekvereni
ging) en nlaatjes draaien."
Ria en Nel van Maren: „Naar de
radio luisteren en filmsterren in
plakken."
Jacques Alphenaar- „Zwemmen
en dansen. Mijn vader is dans-
leraar, dus eh
Carel Giezen: „Ik ben liefhebber
van goede films en voetbal. Ik lees
klassieke werken en luister naar
klassieke muziek. Beethoven en
Chopin bijvoorbeeld, maar dan al
leen piano, en naar jazz, zoals
Brubeck, ook alleen- maar piano.
Tk hen een enorme pianoliefheb
ber
Charles Barnard: „Knutselen,
zwemmen en ik ben bij de zeever-
kennis."
•T. Korswagen: „Zeilen, wedstrijd
zeilen."
Jan Nieuwenburg: .Zwemmen,
dansen en huiswerk maken."
Wim Kukler: „Doordeweeks ben
ik drnk met de avondschool. Tn het
weekeinde ga ik de stad in en
dansen."
Ellis B.: „Naar de televisie kiiken
of naar de bioscoop. Soms ga ik
naar de instuif van de Hervormde
Kerk in Ooestgeest, maar alleen
als er dancen is."
Teddy H"'man: „Gewichthef,
fen en muziek."
Johannes Lens: „Naar de televi
sie kiiken, want in de stad loop ie
ie tnoh maar te vervelen
variëren in leeftijd van vier tot
dertig jaar. Er zijn dan ook
twee soorten clubs: een ac
tieve (handenarbeid, schilde
ren, naaien, zingen en toneel
spelen) en een speelclub (dam
men, biljarten enz..
„Thuis"
Men tracht hier aan de Nieu
we Rijn cn hetzelfde geldt
voor De vroolijcke Arke in de
Pieterskerkkoorsteeg en het
Volkshuis het predikaat te
huis om te zetten in thuis. Een
tweede thuis, waar niet naar de
televisie gekeken móét worden.
Men wil een omgeving schep
pen, waarin het meisje en de
jongen met leeftijdgenoten kan
ililllllllllllllllll
genoeg gedaan voor de jeugd. In
het Volkshuis kun je dansen bij
voorbeeld."
Ria Ravensbergen (14, in de
huishouding)„Er is niet genoeg
te doen. Het Volkshuis, och, daar
vind ik niet veel aan."
Tonny Burgmeyer: „Je kunt al
leen maar naar de bioscoop."
Kees Verwey: „Er wordt hier wel
veel gedaan voor de jeugd. Door K.
en O. bijvoorbeeld."
Ria (17, winkelbediende) en Nel
van Maren: „Er wordt meer dan
genoeg gedaan voor ons."
Jacques Alphenaar: „Niet zo erg
veel."
Carel Giezen: „Genoeg niet,
maar als je het een beetje zoekt
gaat het wel."
J. Korswagen: „Te weinig. Er is
wel wat te doen voor de fabrieks-
jongeren, maar een gelegenheid
waar je met je meisje gezellig naar
toe kunt is er niet."
Teddy Hartman: „Veel te weinig
vertier. Je kunt hier alleen naar de
bioscoop. In de danstenten hier is
het een grote troep!"
„Er is genoeg te doen", zeggen
zonder enig voorbehoud Coby Brug
man (14, in de huishouding), Leo
Uljee (20, kantoorbediende, uit
Roelof arendsveen), Janny Nivaart
(14, leerlinge huishoudschool),
Charles Barnard, Jan Nieuwenburg
en Wim Kukler.
de Spreeuwpot zo noemen
ze het zelf bruist het van
jong leven. Zes- tot acht
honderd jongens en meisjes
komen hier wekelijks bijeen
om te tafeltennissen, te
tafelvoetballen, te biljarten,
te kaarten of om zo maar
wat te dansen.
„Het gaat er ons niet
om zieltjes te winnen, want
dan bleven ze wel weg.
Alleen in het kapelletje
hierbinnen zijn w(j speci
fiek katholiek". Pater De
Ponti, die deze woorden spreekt,
moet er zelf om lachen.
„Het gaat ons er om de onge
organiseerde jeugd te grijpen.
De jongelui in een gezellige sfeer
gezonde ontspanning te geven.
Wij zoeken het persoonlijk con
tact en doen daarom zelf ook
actief mee". Als om zijn woor
den te onderstrepen stapt op
hetzelfde ogenblik pater Sel-
horst met een verhit hoofd bin
nen. „Weer alles verloren van
avond". En met kwasi-zelfmede-
lijden: „Die knapen worden veel
te goed met tafelvoetballen".
„Hij behoort met pater De
Ponti, hoofdleider Brouwer, juf
frouw Van de Linden, juffrouw
Bouhuis en maatschappelijk
werkster juffrouw Brans tot de
vaste kern, die de gezellige sa
menkomsten van de jongens en
meisjes in goede banen leidt.
Dat begrip „jongens en
meisjes" moet wel erg ruim ge
nomen worden, want de jonge
mensen die hier bijeenkomen,
Twist in de Spreeuwpot.
optrekken, en waar zij
vanzelfsprekend binnen
bepaalde grenzen zelf
kunnen kiezen wat ze op een
bepaald ogenblik willen doen.
Met deze opvatting lijkt men
echter wel in de roos geschoten
te hebben, want de clubhuizen
leiden inderdaad een bloeiend
bestaan. Pater De Ponti heeft
dan ook onlangs een op de zelf
de leest geschoeid honk in Lei-
den-Noord opgericht.
Aanj.
•jassen
„Er is geen stilstand in dit V
werk", meent pater Selhorst.
„Wij moeten ons aanpassen aan f
de jeugd, anders is dit werk tot f
de ondergang gedoemd. Wij 4
moeten als het ware weer jong 4
worden, in hun huid kruipen.
Dan pas kan er een vertrou- A
wensrelatie ontstaan, en kun- a
nen wij ze wapenen tegen een J
harde en vreemde maatschap- v
pü". f
Een van die wapens die in de f
strijd worden geworpen, is de
twist. De modernste allem dan
sen wel fe verstaan. En er wordt
getwistIn een van de zeven
zaaltjes klinkt 's zaterdags
avonds het metalen geluid van
een elektrische gitaar, het felle
twee-tikken-ritme van de drum
mer en boven alles uit schreeuwt
een jonge zanger zijn „liefdes
leed". De jongens en meisjes
staan tegenover elkaar en wrin
gen zich in allerlei bochten.
Twee deuren verder is de kapel.
En de jeugd zegt: „Het is fijn,
het is heerlijk, het is mieters".
Ad van der Berg: „Er is veel te
weinig te doen. Alleen de studenten
vormen een gunstig element."
Wat mis je in Leiden?
Jacques Alphenaar: „Zalen waar
je een feestje kunt organiseren. Er