THEA FLAMMY bouwt in Rome met succes aan carriere bij de film ZOO" Vroege voorjaarsbloemen Italianen zeggen Hollandse B.B. r Doe-het-zelf-cursus „LIEVER LIMBURGSE MIJNWERKER DAN EX-KONING FAROEK" Nieuw meesterwerkje van BERT HAANSTRA: VERBORGEN CAMERA BESPIEDT MENSEN IN DE DIERENTUIN Niet ouder, maar vóór de loep Zaterdag 24 maart 1962 Pagina 2 5? uit Sittard) krijgen, dat het een reisje naar Rome werd. Tijdens deze vakantie maakte ze een nogal wonderlijke en erg bescheiden entree in de Ita liaanse filmwereld. Toen zij op een goede dag in de filmstad Civita vecchia met haar vriendin over de boulevard wandelde op weg naar het strand, werd zij plotseling aan geklampt door een ontzettend drukdoende filmregisseur, die haar smeekte even voor de camera te ko men staan. Een van de speelsters was plotseling ziek geworden, maar de opnamen konden niet wachten. „Zo in shorts sleurden ze mij als het ware erbij. Ik had eigen lijk geen tijd om zenuwachtig te worden", vertelt ze. „Dat kwam pas later". Thea Flammy in Italië wordt ze de „Hollandse B.B. ge noemd is met vakantie in haar geboortestadje Sittard. De Italiaanse filmmagnaten zullen het deze maand zonder haar moeten stellen. Het Sittardse meisje, dat vooral het laatste jaar in Italië nogal furore maakte bij de film, kon niet meer. Ze was een zenuwinstorting nabij. „Thea heeft nergens méér behoefte aan dan aan rust", oordeelde haar Italiaanse huisarts. Een tijdlang dus niet elke ochtend om vier uur op staan om na een lange dagtaak 's avonds om twaalf uur het bed terug te zien. „Vakantie nemen", besliste hij. En waar zou zij dat beter kunnen genieten dan in het eigen Limburgse land? Bij vader en moeder Pfen nings, die als trotse ouders hun dochter met open armen ontvingen. Rome. Daar wacht haar een hoofd rol. Ze vertelt het stralend. „Het wordt een Romeins-historische film met als tegenspeler Steve Reeves of Kirk Morris. Dat was nog niet door de producers uitgemaakt, toen ik naar Limburg vertrok". „Maar nu zal je ook rust houden", stelde Tom Pfennings vast en zelfs voor de levenslustige Thea viel aan dit besluit niet te tornen. Het wis pelturige Nederlandse klimaat was haar echter bepaald niet goed ge zind. Ze vatte kou, kreeg griep en slikte oer-degelijke Nederlandse pillen. „Brr, wat een klimaat", verzucht te Thea. „Je kunt nauwelijks een stap buiten doen Maar over twee maanden zwem ik weer. In Italië natuurlijk"! Want Thea gaat terug. Ze wil verder gaan met de opbouw van een filmcarrière in Italië. Als straks de kalender 5 april aanwijst is ze weer onderweg naar Hoofdprijs Thea Flammy (voor de burger lijke stand dus Pfennings), twin tig jaar oud, won bij een Benelux- fotowedstrijd in Amsterdam in 1958 een hoofdprijs. Als meest fotoge niek meisje onder de 3000 deel neemsters mocht ze een reisje naar Parijs maken. Ze wist gedaan te Maar het medium had haar zo gepakt, dat zij er zich niet meer los van kon en wilde maken. Thea nam een fors en nog altijd riskant besluit. Ze moest en zou bij de film blijven. Van haar moeder, die haar dochter niet alleen naar Ro me had durven laten gaan, wist ze gedaan te krijgen, dat ze nog wat langer in Rome bleven. Zware strijd En toen begon Thea haar zware strijd om een plaatsje bij de film. Wanneer zij had gedacht, dat de producers haar met bloemen tege moet kwamen, dan kwam zij be slist bedrogen uit. Terwijl ze de kost moest verdienen door alles aan te pakken van fotomodel tot ver koopster in een modezaak ver zamelde het Sittardse meisje naar stig adressen van filmmaatschap pijen. Keer op keer informeerde ze beleefd, of men haar niet kon ge bruiken. Ze wist echter waar haar kracht lag. Ze was fotogeniek. Dus ging er bij elke sollicitatie een met zorg gekozen foto. Toch duurde het een maand eer de spanning van het wachten werd verbroken door het tele foontje van een manager, die vertelde, dat hij een rolletje voor haar had. Het was het spring- plankje, dat de energieke Thea nodig had. Haar debuut kon de instemming van de regisseur ver werven. Thea boekte zo haar eer ste, zeer bescheiden succesje. Na zich enkele malen achtereen op het glibberige pad van de speel film te hebben gewaagd, is Bert Haanstra (voorlopig) weer terugge keerd naar zijn oude liefde, de kor te documentaire. En hij heeft zijn terugkeer in de sector, waarin hij enkele jaren geleden met „Glas" als eerste Nederlander een „Oscar" won, geen halfslachtig karakter ge geven. Zijn ongeveer tien minuten du rende filmpje „Zoo", een observatie van mensen in een dierentuin, mag men zonder enige terughoudend heid een nieuw meesterwerkje van deze begaafde Larense cineast noe men. Haanstra is ditmaal met de z.g. „candid camera" (de verbor gen camera) aan het werk geweest en daarmee heeft hij mensen en dieren in Artis bespied. Vooral de mensen, die in hun „gewone" doen en laten voor de dierenkooien tot beurtelings verbijsterende, lach wekkende, stupide, ergerlijke en meelijwekkende handelingen ko men. Want het is werkelijk onvoor stelbaar, tot welke ontstellend dom me dingen men volwassen mannen en vrouwen kan zien komen, die niet weten, dat zy door een came ra worden bespied. Menselijk Gevaar Men zou kunnen aanvoeren, dat deze wijze van filmen een groot ge vaar inhoudt, omdat de cineast in zijn zucht de mens zo onbescheiden mogelijk te betrappen, gemakkelijk te ver kan gaan en hem of haar, die tot onbewust filmacteur is ge kozen, terdege kan kwetsen. Maar daarvan is Bert Haanstra zich bij zonder goed bewust geweest, zodat men overal in dit verrassende werkje de gevoelige, met veel be grip voor de medemens uitgeruste MeesterBert Haanstra. filmer kan vinden, die het nergens te bont heeft willen maken. Die geen grove effecten heeft nage jaagd en vooral niemand heeft wil len kwetsen. Gelukkig maar, want wat over blijft is voor de mens al ontluiste rend genoeg. Diegenen, die zonder het te weten tot medespelenden in „Zoo" zijn gemaakt, zullen het waarschijnlijk niet als zodanig on dergaan en nog schateren van het lachen als zij eraan denken, hoe leuk het was, toen zij de aap rook in zijn gezicht bliezen, hard tegen Maar het was tenminste een be gin. En alle begin is moeilijk. Zo moest ze bijvoorbeeld eens de plaats innemen van Anita Ek- berg, die van een tien meter ho ge brug in de Tiber moest sprin gen. Ster Ekberg gaf niet thuis! Ze kon niet zwemmen, heette het. Toen sprong het meisje uit Sit tard voor de beruchte Zweedse. „Je moet durf hebben, vooral in het begin", zegt Thea. Nu kan ze dergelijke stunts ook aan zich voorbij laten gaan. Ze staat al hoog genoeg op de filmladder, want ze heeft al 37 filmrollen ge speeld. In het begin vanzelfsprekend al leen kleintjes, maar de tijd, die ze over had, maakte ze produktief met het poseren voor fotoromans en het verschijnen voor camera's van de commerciële televisie, waarbij ze in de z.g. Carouselli-filmpjes de kij kers ervan diende te overtuigen dat ze toch vooral een bepaald smeer kaas je moesten nemen of zich moesten wassen met dat en dat merk zeep. Het gaf haar echter bruikbare publiciteit. Mede daar door behoort het kleine werk nu tot het verleden. De dagen zijn nu ge vuld met heel wat betere filmrol len. Verrassingen De eerste hoofdrol, die ze zou spelen, viel echter in het water. Nog voor de opnamen begonnen, ging de maatschappij over de kop. Niet failliet ging de maatschappij, die haar engageerde voor „Mannen op concours", waarin zij als tegenspeler heeft Paolo Ferrari, en „Lyncan- tropus", voor welke film Thea Flammy op de affiches de grote trekpleister voor het publiek is. Carl Schell, een broer van bekende Duitse actrice Maria Schell, speelt hierin eveneens een rol. „Grappig was het", lacht Thea ineens: „Toen ik by de opnamen van deze film plotseling in het Lim- brugse dialect een hartgrondige verwensing hoorde uiten. Het bleek de acteur Kurt Lowens te zyn, die ondanks zyn aangenomen Ameri kaanse nationaliteit nog steeds een echte Limburger is in hart en nie ren. De filmindustrie bereidt het meis je uit Sittard wel meer dolle ver rassingen. Zo wisten de Italiaanse dagbladen op een gegeven dag met schreeuwende koppen te onthullen, dat Thea Flammy niemand min der dan Faroek zou huwen Men had hen samen in een nachtclub gezien. „Gezien heb ik hem wel", vertelt Thea er zelf van. „Maar daar is het dan ook by gebleven. Ik herkende hem eerst niet eens. Een viendin wist me te vertellen, dat die dikke man Faroek was". Toen de Italiaanse bladen later op het sensationele bericht terug kwamen had Thea met de ex-Egyp tische Koning gesproken. Faroek zelf had het de beste mop van het jaar genoemd. Tegen de kranten echter maakte het meisje een pro ces aanhangig. De zaak is nog niet behandeld. Publiciteit geniet ze dus tenvolle. Maar huwelijksplannen heeft Thea voorlopig nog niet gemaakt. Ze heeft het veel te druk met filmen. „Maar als ik eens in het huwelyks- bootje stap", belooft ze: „Dan zal het niet zijn om geld. Als ik trouw doe ik dat maar éénmaal en wat my betreft mag het gerust een Limburgse mijnwerker zyn" Thea Flammy lijkt hier een ondeugend gesprekje te voeren met een van de vele beelden, die men in Rome kan bewonderen. ria ons wekelï) Het zyn niet alleen de aanstaande medici of biologen, die met een ver liefde blik kyken naar het wondermooie instrument: de microscoop. De peuter, die door een oude lens uit een zak- of fietslantaarn het kleine stukje krantepapier in een ruig matje ziet veranderen, groeit op tot teenager, die graag een schoolmicroscoopje zou bezitten om van een stille druppel water een klein levendig aquarium te maken. Nu kunnen zulke dromen niet altyd en vrijwel nooit helemaal in vervulling gaan. Maar mis schien mogen we aan amateurs die soms dromerig naar zo'n pronkstuk van een microscoop ky ken. met de stille wens om ook eens van heel kleine dingen heel grote foto's te maken, een handje helpen. Wanneer u over een sterk leesglas, liever nog een krachtige loep beschikt, kunt u al verrassen de opnamen maken door deze loep vóór de opname-lens van uw toe stel te houden. Zoals de loep 'die Nog maar een paar jaar later en hij zou graag met zijn fototoestel opnamen willen maken van de wonderlijke ontdekkingen, die ook een leek met een echte microscoop kan doen. Vlindervleugels, insek- tenogen, minuscule bloempjes, vis schubben worden van onbemerkte doodgewone dingen mits zeer sterk vergroot tot ware kunst werken van de Natuur. Om daar foto's van te maken is voor velen een wensdroom. de tralies van het uit verveling in een slaapje verzonken roofdier sloe_ gen, de papegaaien aan hun staart trokken of het kleine trillende aapje zyn handjes angstig voor de oogjes zagen slaan, omdat er een (volwassen) mens op de oubollige gedachte was gekomen, het diertje bang te maken door een apenmombakkes op te zetten. Zy zullen ook nooit beseffen, hoe pover hun sarren, gek doen, imi teren, gieren, lachen, brullen, ge zichten trekken en onderling ge kwebbel afsteekt tegen de nobele hooghartigheid, waarmee de prach tige mandril het botte gedoe van al die lelyke mensen voor zyn kooi bekijkt. Maar nogmaals, het is de groot ste verdienste van dit overrompelen de filmpje van Haanstra, dat het menselyk is gebleven tot en met de laatste meter. Dat het signaleert, op poëtische wijze weergeeft wat zijn talentvolle maker die de steun had van cameraman Fred Tammes in dat dagelijks contact van mens en dier heeft getroffen en toch nergens een filmisch suc ces behaalt ten koste van de door de verborgen camera bespiede men sen. Dat „Zoo", waarvoor Pim Jacobs, evenals destyds voor „Glas" weer voortreffelijke, uitermate functio nele muziek schreef, ook zonder die effectjagery vol filmische vondsten van de eerste orde zit, is een plus punt te meer. Een cineast, die kans ziet zoveel parallel-beelden, d.w.z. beelden waarop mensen onbewust hetzelfde doen als de dieren, waar naar zy zyn komen kyken, met zo veel poëzie, zó gevoelig, zonder één woord tekst tot een zo aanspreken de filmtaal aaneen te rygen, is een grandioos filmer. En als hij daarby kans ziet, zonder zichzelf ook maar ergens als de goedwillende alles-be- gryper op te dringen, die filmtaal ondanks alles, zo sympathiek te la ten klinken als in „Zoo" gebeurt, dan mag hy zelfs een meester in zyn vak genoemd worden. En het is byzonder prettig te constateren, dat Haanstra, de bescheiden kun stenaar, die zich die titel al eerder verworven had, met dit nieuwe filmpje opnieuw heeft benadrukt, hoeveel recht hy daarop heeft. Het is nu de goede tijd vooi het poten en aanplanten van vroege voorjaarsbloemen. De kleurige bakken met violen kan men binnen enkele weken op nieuw verwachten. Als u van plan bent iets van die kleuren weelde in eigen tuin te verwe- zenlyken, zal men vooral violen moeten poten. Violen kunt u in alle mogelyke kleuren bestellen; zo'n bont geheel kan wel aardig zyn, doch op den duur is het ook onrustig. Meestal zal men er meer plezier van hebben in dien plantjes van één kleur ge poot worden. Bijvoorbeeld op de voorgrond in de border een plek geel; daarnaast een plek blauw en dan wit en zo vervolgens. Er zyn ook heel mooie donkerblau we kleuren. VIOLEN Violen verlangen een zeer voedzame en goed vochtop- gevende grondsoort en men dient dus voor een goed bemeste grond te zorgen. Spit maar wat oude mest door de bovengrond heen; dat zal ze goed doen. Ver se koemest mag men er in geen geval voor gebruiken. Is de grond voldoende humusryk, dan kan men ook heel goede resulta ten bereiken met de bekende korrelmestsoorten; per vierkan te meter kan men dan dertig gram door de bovengrond roe- en. Violen voldoen vooral indiei te voor perkbeplanting worden gebruikt. Men kan ze het best met één of twee kleuren neer zetten; ook lange stroken in het gras kan men er mee beplan ten. Ook in bloembakken kun nen ze heel goed worden ver werkt. Het duurt nog lang voor dat de bakken met echte zomer bloemen geplant kunnen wor den. Gryp dus uw kansen. Om lang plezier van violen te heb ben is het noodzakelyk regel matig de uitgebloeide bloemen weg te nemen. Als ze eenmaal volop zaad vormen, houden ze niet zo veel energie meer over voor het vormen van nieuwe bloemknoppen en raakt de groei er dus uit. Violen houden van een goed vochtopgevende grond soort; een licht schaduwplekje is voor hen het meest aanbe velenswaardig. G. Kromdyk. kleine dingen vergroot, geschiedt dit ook op het negatief. Wanneer van dit negatief dan ook nog een flinke vergroting wordt gemaakt, komt u tot opnamen, die van één enkele visschub een paarlemoeren presenteerblaadje of van een sui kerkorrel een stuk bergkristal maken. Waar moet u echter op letten? "i- stel u voor> dat u die sterke loeP prsstiC' v°°r uw °°g h°udt en dan pr°" ■y P* beert op de torenklok te kyken. Dan merkt u, dat u niet eens de toren, laat staan de wyzers van de klok kunt zien. De loep moet immers vlak by het voorwerp en ook vlak voor het oog gehouden worden. Houdt u het vergrootglas te ver van het oog of van het voorwerp verwyderd, dan ontstaat een sterk vertekend en vaak on herkenbaar beeld. Uw enige opgave om een goede foto, d.w.z. een scherpe afbeelding van een klein voorwerp te maken is: plaats het onderwerp van uw opname in het brandpunt van de loep of het leesglas. De opname lens van uw toestel zet u op on eindig. Waar bevindt zich het brand punt van uw loep Dat is vrij ge- makkelyk vast te stellen. Wacht op een zonnig ogenblikje en laat de stralen van de zon door het vergrootglas vallen. Op een blad papier kunt u nu door met het vergrootglas even de juiste afstand te zoeken een „brandvlekje" d.w. z. de uiterst kleine afbeelding van de zon projecteren. Die afstand tussen Lens en brandgaatje op het papier kunt u met een centimeter- maatje meten. Is dit byvoorbeeld 4 centimeter, dan is de juiste plaats om uw kleine onderwerp groot op te nemen ook gevonden. Want in volgorde is de opstelling dan als volgt: een klein bloeme tje of een insekt plaatst u op de ta fel op 4 centimeter afstand vóór de loep of het leesglas, dat u voor de lens van uw camera hebt be vestigd. Al zou u dat provisorisch met een paar elastiekjes of stukjes plakband doen, dan is dit geen bezwaar, wanneer ze maar niet over het midden van de lens lo pen! Uiteraard moet de bevestiging ook wel zo stevig zyn, dat tydens het opnemen de boel niet kan gaan schuiven. De lens van uw toestel wordt vry ster* gediafrag- meerd, omdat anders de rand- scherpte nogal storend is. Minstens f is 11 gebruiken. De zoeker van de camera staat by dit opnemen volkomen buiten spel. Plaats het onderwerp precies recht voor de lens. Op die korte afstand is dat niet moeilyk. Schiet niet ineens een hele film aan zo'n experiment op. maar neem een paar laatste opnamen van uw week-eind film. Uit de resultaten kunt u de conclusie trekken of plaats en belichting juist zyn. Een volgende keer maakt u dan eens een hele serie van deze macro foto's met behulp van een gewone loep.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 14