Zomerherinnering Vc buisüullceytrale KEULEN CONTRA EDDA GöRING Kom er ACHT-er GROOT SLAM IN DE GROTE CLUB Ms HOE WERKT HET! KIJKJES IN DE NATUUR s Onze bridgerubriek Kom er ACHT-er Merkwaardige POSTZEGELS Zaterdag 17 maart 1962 Pagina 4 FEBRUARI heeft ons verraden. Wy optimisten, die in de bengelende elzekatjes, het eerste sneeuwklokje en de heftige roep van de zang lijster het einde van de winter meenden te zien, tegen beter weten in, we hebben ons vergist. Weer vergist, want ieder voorjaar breekt ons die voorbarigheid op, iedere februarimaand tikt ons op de vingers: „Hé, hé, even wachten, we zijn er nog niet!" En nu moeten we weer voor vogeldrinkwater zorgen, nu hangen de rododendronbladeren als omgekrulde oublies aan hun takken, en kromt alles wat plant is zich onder de snijdende oostenwind. Behalve dan de toverhazelaar de wonderstruik met de geelbruine bloemslippen, die het altijd weer klaarspeelt, zonder kleerscheuren de vorstperiode door te komen. Nu moeten wij maar door die koude tegenvaller heen zien te bijten. Eén troost: hoe lang dit wintertussenspel ook mag duren, het is een laatste stuiptrekking, waarvan het einde nooit zo heel ver kan liggen. e kleur, die het meest de tover D ondergaat van dat steeds wis selende licht is het blauw. Blauw in een rijkdom van schake ringen en van de meest denkbare variaties, blauw dat de bergwan den blijft vergezellen tot waar in een onwezenlijke verte alle tinten tot een nevelig grijs ineenvloeien. Zo zijn de Italiaanse meren in de mooiste tijd van het jaar. Maar O ns Hollands tuintje ligt er weer triest en grauw bij, het vo gelvolk aast op het gestrooi de voer en roetst telkens de strui ken in als een nijdige windvlaag de sneeuwvlokken over ze heen zwiept. In deze dagen, als de bekende over drijvende wolkenvelden van het weerbericht het zonlicht ver van ons houden, bladeren we ter com pensatie ijverig in de nieuwe reis gidsen en zonnen ons aan de heer lijkste foto's uit al de landen, die nu eenmaal het monopolie bezitten van wat onze lage landen zo mis sen: zon en licht en warmte. Als ik door de foto's heen ben, neem ik mijn reisschetsboeken, bla der ze door en geniet van de herin neringen. Geniet van een meer, dat even blauw was als de zomerhemel, die er als een koepel overheen spande. Het strandje aan dat meer was niet breed, enkele tientallen meters slechts, maar het lag er als een paradijs van bloemen en plan ten. En van vlinders, veelkleurige koningspages en gouden vliegen met iriserende vleugels. Dat geze gende plekje baadde zich in het licht en wij baadden mee, genie tend van zon en warmte, waaraan geen einde scheen te komen. Helaas, als ik nu door mijn raam kijk, zie ik een tuin, die versom bert in het wegvloeiende middag licht. Prachtig, zo'n Italiaans meer, dat als een flonkerende steen gevat ligt tussen hoog oprijzende bergwan den. Die wanden zijn in de vroege ochtend altijd eerst omfloerst met mistsluiers, maar als de wind er over strijkt breekt er aan die berg hellingen een reusachtig patroon van kleuren open. waar wij, bewo ners van het vlakke land eenvoudig geen raad mee weten, waar we on ze ogen niet van af kunnen hou den. Want het zijn niet alleen die kleuren, het groen van bossen en van de wijngaarden, het rood en grijs van de tot het water afgegle den steenstortingen, maar het is de voortdurende wisseling van tinten, naarmate het zonlicht klimt aan de hemel. door Sjouke van der Zee mijn vijvertje ligt op 't ogenblik hard en strak in een volkomen ste riele omgeving. Een paar kouwelij ke mussen hippen er rond, een wijfjesvink scharrelt er met op waaiende rokken tussen door en pikt een zaadje. Op de voedertafel probeer! onze stamgast, roodborst zich staande te houden in de wilde wind. Een frêle figuurtje op naaldfijne pootjes. Zijn keelvlek is brandend oranjebruin. De vogelrijkdom aan een zuidelijk meer is bedroevend arm. Wat ik er wel geregeld zag, was een grote vo gel, die met diepe wiekslag traag de watervlakte afzocht. Zijn donker vliegbeeld stond vaak strak tegen de effen blauwe hemel, maar soms zwaaide het af naar het meer, raakte even het watervlak waar het een rimpeling achterliet. Dan had de zwarte milaan, want die was het, een stukje afval uit het water opge pikt. oms dwaalt een milaan wel eens naar onze noordelijke streken af en dan wordt zijn duidelijk profiel met de ingesneden vorkstaart hier gesignaleerd. Hij laat me denken aan onze kie kendief, die ook wel rietvrouw wordt genoemd, zoals de zwarte mi laan ook zwarte wouw heet. Deze merenbewoner nestelt als roofvogel in hoge bomen in ontoe gankelijke gedeelten van zo'n ont zaglijke bergwand. Vandaar uit onderneemt hij zijn tochten naar het water, waar de kleine stadjes liggen, die hem zijn dagelijks menu moeten opleveren. De oude vervallen stadjes met hun nauwe straatjes, die ongelijk geplaveid en bochtig naar beneden komen gegleden. Steegjes met hoge grauwe huizen, waartussen tast baar de koelte hangt, droefgeestige woonblokken met zwarte gaten voor deuren en ramen, met brokkelige muren, maar ook met vele vriende lijke bloemenbalkonnetjes. De fruitwinkeltjes gaan er schuil achter een opstapeling van kratten, waarin felgekleurde vruchten als uit een hoorn van overvloed lijken te zijn gestort. MEN ZFCT... Strijd om schilderij (Van onze correspondent in Bonn) De zaak tussen de stad Keulen en de dochter van Hitiers Rijks maarschalk Hermann Goring. Edda, is weer hangende. Keulen en Edda strijden om het bezit van een schilderij van de in 1473 aan uc uauj \ju11c5 au uiun geboren Lucas Cranach de oude, dat volgens een vonnis van bestempelen", alous het hof. het Landsgericht in Keulen de welriekende stad aan de Rijn toe- T'— behoort, maar volgens een uitspraak van het'gerechtshof aldaar aan mej. Göring. De zaak hangt nu weer. omdat het Bondsge- rechtshof in Karlsruhe het laatste vonnis heeft nietig verklaard en de zaak terug verwezen heeft naar de vierde civiele kamer van het Keulse gerechtshof. Het schilderij van Cranach (..Ma donna met kind") kreeg Edda Göring in 1938 als doopgeschenk van de stad Keulen, nadat haar corpulente vader, de toenmalige burgemeester van de stad, dr. Schmidt, een overduidelijke wenk had gegeven, dat hij het oog had laten vallen op de Cranach, die toen nog bezit was van een Zwit serse kunsthandelaar. Göring stelde de stad Keulen voor dat men hem tegen betaling het - schilderij van de Italiaan Benozzo doopsgeschenk overigens inmicr - dels in een kluis in Munchen werd bewaard. In eerste instantie won Keulen het proces, omdat de rechter meende, dat het in strijd was ge weest met de goede zeden, dat een burgemeester een schilderij, dat 50.000 mark aan belastinggeld had gekost, ter gelegenheid van de doop van wie dan ook, schonk. „Omdat het in strijd is met. het zedelijke gevoel des volks" heeft de stad Keulen er recht, op zijn „Ma donna" terug te krijgen, aldus de rechtbank. Maar zo niet het hof. Dat zag niets onzedelijks in het schenken van de „Madonna" aan de spruit van een man, die in die tijd vaxer werd geëerd om'zijn vermeende diensten voor land en volk. „Dat <vij nu beter weten over deze verdansten is nog geen reden een schenking uit 1938 aan de baby Görin6 als onzedelijk te De stad Keulen heeft nu weer kans gezien een revisie van deze uitspraak te bewerkstelligen, door erop te wijzen dat het schilderij cadeau werd gedaan, nadat Görings ondergeschik te Gritzbach een brief aan het Keul se museum had geschreven over de Cranach en de Gozzoli, waarin zo duidelijk op Görings machtspositie werd gezinspeeld, dat het duidelijk was dat de Rijksmaarschalk niet voor geweld zou terugschrikken om aan zijn „Madonna" te komen. Voorts zou Keulen nooit zulk een geschenk voor de doop van Edda hebben gegeven als bekend was geweest, welke dat de zee zout is doordat erqrote zout mijnen onder het wa. ter liggen. ONJUIST. Het zout i.d. zee is door rivieren aangevoefd dat de cafeïne in koffie sterker is dan de theme in thee ONJUIST.Cafeine en en theïne zijn name. lijk precies hetzelfde werk zelfs twee miljoen dollar ge boden zyn. Na de oorlog probeerde de stad Keulen op verschillende manieren zijde te spinnen by het feit, dat het politieke getij gekeerd was. Eerst schanddaden Hermann Göring 'reeds probeerde men de Van Gogh uit Zwitserland terug te krygen, met het argument dat men het schilderij al leen op zicht had gestuurd. Toen daar niemand in vloog, spande men een proces aan tegen Edda Göring. Gozzoli, dat in Keuls bezit was, zou afstaan, opdat hy dat tegen de Cra nach kon ruilen. Hoewel Hermann Göring in die jaren na Hitier de machtigste man was van het rijk. dat duizend jaar had moeten duren, zei de directeur van het Keulse mu seum gewoon „neen", toen hij hoorde dat men hem zijn onschatbare Goz zoli afhandig wilde maken. De stad Keulen zon toen op andere mogelijkheden om Hermann zijn Cranach te verschaffen. Burgemees ter Schmidt kocht voor 50.000 Rijks mark het doek van de Zwitserse kunsthandelaar en legde de .Madon na met kind" met een diepe buiging voor de lijvige vader in de wieg van kleine Edda Göring. Maar toen begonnen de moeilijk heden voor de Keulse vroede vade ren. Zij kregen namelijk geen toe stemming hun 50.000 Rijksmarken het land uit te zenden. De Zwitserse kunsthandelaar, die zijg doek al in de wieg van Edda wist, maar nog geen mark gezien had. dreigde groot alarm te slaan. Gelukkig ontdekte men juist toen in de kelder van het Keulse Wallraf-Richartz museum een doek van Van Gogh: „Jongeling met zwarte hoed". Dit doek, dat vol gens de bepalingen der nazistische kunstrechters allang als ontaarde kunst had moeten worden ingeleverd, werd aan de Zwitser in ruil voor de Cranach aangeboden. Deze nam het aan en het legde hem geen wind eieren want hij verkocht het weldra naar Nederland voor een milj. Rijks- mark. Na de oorlog moet voor het in 1937 en '38 op zijn geweten had. zo stelde de stad. Men ziet het, ook in de kunst is nog sprake van een onverwerkt ver leden. De oorlog en het Derde Rijk zijn al zestien jaar verdeden tijd, maar Edda Göring en Keulen strij den nog om hun „Madonna". dat bchubert zijr .Onvoltooide Sympho. dat tijdens volle me' ni et heeft afge maakt doordat de dood, hem overviel ONJUIST Schubert is nooit van plan geweest een 4 e deel voor deze syrp 1 van nature tot brand phonie te schrijven ptichtengeneigdzijn maan meer brand wordt gesticht dar an. ders JUIST Vol Ie maan heeft een ongunstige invloed op mensen die Overal inkijkjes, overal hoekjes, overal mensen, die op de hete uren van de dag niets hebben te doen of doen alsof. aar bij het water zijn de vrouwtjes bezig met hun was. Ze zeulen met hun sta pel wasgoed op een soort houten sleetje, dat aan de waterkant pre cies in de juiste helling staat zo dat zy, geknield en over hun spie gelbeeld naar het water gebogen, hun zware werk kunnen doen. Onderwijl voeren ze hun conver satie in radde tongval en houden de cronique scandaleuse by van het stadje. De zon brandt op hun rug gen, de zon blikkert op het water, waarop bij een landtong vissers bootjes drijven, donkerbruin als dobberende vogels. Boven het water rijst en daalt het silhouet van de milaan. Over een stoffige weg trippelt een ezeltje, zwaar beladen. Te zwaar beladen. De Italiaan staat niet be kend als groot dierenvriend noch als natuurliefhebber. Hij gooit zijn vuilnis buiten zijn woonplaats neer op de mooiste plekjes, waar de na tuur haar rijkste schatten perma nent heeft uitgestald en hij ziet het niet. Maar van kinderen houden deze mensen wel veel. Veel groezelige kinderen, bruin als een noot, krioe lend in hoeken en gaten, kinderen bij het water, kinderen in bedomp te café's, klein grut slapend op de arm van naar de televisie kijkende mama's. Tot zeer laat in de avond, als het meer stil en gladgestreken ligt tus sen zijn zwarte bergmuren, waar boven de zwarte nacht staat. Langs de strada geuren de ligus terbomen, de altheastruiken, de tul pebomen. Uit een trattoria valt geel licht op het asfalt en zet er de bloem bakken in vuur en vlam. Door de muren van mijn hotel kamer dringen gedempt de geluiden uit dit onhollandse huis met zijn grote binnenplaats, van waaruit de oleanderbomen hun rode en witte boeketten opheffen tot aan de ijzeren ommegang met zyn vele deuren en vele kamers. Ook over dit huis met zijn brui sende leven en vrijwel doorlopend lawaai daalt de nacht. Morgen zal er een nieuwe dag zyn van verblindend licht en heer lijke warmte! Morgen? Mijn kalender zegt 27 februari en myn buitenthermometer staat op nul. Op het voer bekvechten de mus sen. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen binden? De juiste oplossing vindt U elders in dit nummer, Bridgevraag dezer week Zuid gever, niemand kwets baar, viertallenwedstrijd tegen zeer sterke tegenpartij. Zuid heeft: Sch A H 10 7 3; Ha 6 5; Ru A V 9 8 5 4; KI Biedverloop: zuid 1 ruiten - west pas - noord 2 ruiten - oost pas - zuid 2 schoppen - West 3 schoppen - noord pas - oost denkt lang na en past - wat moet zuid doen?? Antwoord elders op de pag. Tot de meest attractieve wedstrijden behoren zeker de vriendschappelijke ontmoetin gen tussen sociëteiten en soortgelijke verenigingen. Wanneer men één of twee maal per jaar zulk een ont- ontmoeting op het programma heeft staan, is er reeds van tevoren „strijd" namelijk om de plaatsen, die in elk der teams bezet moeten worden. Veel belangstelling bestaat er bij de bridgende leden dan ook, om mee te doen aan de ontmoetingen tussen twee van de Nederlands meest illustere sociëteiten de Grote Club uit Amsterdam en de Witte Sociëteit uit Den Haag. Aan beide kanten beschikt men over diverse uitstekende spelers en zo kon het in één der laatste ontmoe tingen gebeuren, dat het onder staande spel op uiterst vakkundige wijze geboden en gespeeld werd: Sch A 5 Ha H 9 7 4 3 Ru KI A H 10 9 5 2 N 'WO z de kl. 7 byspeelde. Wat nu?? Eet simpel bridgeregeltje luidt „met kaarten samen moet je slaan" - maar Hubar heeft reeds te vet bridge gespeeld om nog in simpeli regeltjes te geloven. Na er eens uit voerig over nagedacht te hebbet kwam hij tot de volgende conclusies: het meest waarschijnlijk was, dat de 11 ruitens die OW oorspron kelijk hadden, als 5 west en 6 bi oost verdeeld waren; OW beschikten verder over i schoppens, en daar geen dei tegenspelers die kleur gebodet had, leek een 44 verdeling dezer 8 kaarten waarschijnlijk; gezien had zuid al, dat oost twee troeven (hartens) had gehad. Was dit allemaal waar, dan wal oost gestart met een 4-2-6-1 verde ling en moest er dus over west op klaverenboer worden gesneden. Het was allemaal precies waar es Hubar scoorde voor de Grote Clu) een waardevol Groot Slam. U be- grypt, dat de leden van De With thans zéér op revanche belust zjjn' H. W. Filarsb Sch Ha Ru Kl 8 6 4 A V 10 8 2 9 3 8 6 4 1. mond vrouw 2. grotere strik meisje 3. rechter been jongen 4. jasje man is langer 5. kleiner handvat rechter koffer 6. pet kruier 7. neus kruier 8. been kruier andere stand Vier keer werd dit spel geboden in 6 harten, wat een uitstekend contract kan genoemd worden, dat echter bij schoppenuitkomst nog niet eens zo eenvoudig is. Aan één der tafels achtten zich de heren J. van Ogtrop noord) en mr. B. v. Hellenberg Hubar (zuid) aan hun reputatie in de Nederlandse bridgewereld verplicht, om 7 harten te biedenen te maken! Dit ge schiedde na het volgende biedver loop: noord 1 klaveren - oost 1 rui ten - zuid 1 harten - west 2 ruiten - noord 3 ruiten - oost doublet - zuid 3 harten - waarna noord vol doende over de kwaliteit van zuids hartens wist, om via een vraag naar azen tenslotte bij 7 harten te anke ren. West speelde ruitenaas voor, ge troefd in noord. Twee troef ronden lieten oost twee malen bekennen west speelde een troefje en een rui- tentje bij. Hierna maakte noord klaverenaas by oost viel de kla verenvrouw; zat deze sec, of in ge zelschap van de klaverenboer? Regeltje Zuid bracht de eigen hand weer aan slag met een troef, en legde toen de kl. 8 op tafel waarop west Antwoord op wekelijkse bridgevraag: Deze uitzonder lijke biedsituatie kwam voor in de match Continentalclub- Utrechtse Bridge Club. West had kennelijk het oog op een enorm spel doch oost had dit even kennelijk niet begre pen, en ten onrechte gepast. Moet zuid nu 5 ruiten bieden (die natuurlijk zéér kansrijk zijn), moet hij doubleren, of moet hij eenvoudig met het tegenspelen van 2 schoppen tevreden zyn? Dit is een zéér moeilijke vraag, die slechts beantwoord kan worden, na dat men zichzelf een andere vraag heeft gesteld: „Zullen OW 5 harten of 6 klaveren kunnen maken?" Als men dat waarschijnlijk acht, moet men passen. In de praktijk had west 1 schoppentje, 5 mooie hartens, geen ruiten, 6 mooie klaveren en oost had de aan vulling die nodig was om 6 klaveren te winnen. „Pas" was dus het beste geweest voor zuid hij bood echter wel en moest zich later in 6 ruiten offeren ten koste van 300 punten. Een grote pluim verdient u, als u had gepast! Vier blunders op één postzegel (IX) Deze Italiaanse postzegel, uitge geven in 1956 ter gelegenheid van de vijftigste jaardag van de ope ning van de Simplon-tunnel is wel in staat iedere spoorweg-des- kundige de handen van verbazing ineen te doen slaan. De tunnel- die zijn naam heeft gegeven aan een van 's werelds beroemdste treinen, de Simplon Oriënt Expres, die Parijs met In- stanboel verbindt, rijdt bijna 20 kilometer onder de Lepontiner-Al- pen, die het grensgebied tussen de nieuwe en oude vorm van transport, door middel van de postkoets, tonen. Men kan zich echter op zo'n kleine afbeelding moeilijk een gro tere verzameling blunders voorstel len. De zegel toont een stoomloco motief, maar de lijn was van het begin af geëlektrificeerd. Het laat twee tunnels zien, maar op het ogenblik van de opening was er slechts een, de tweede werd in 1921 geopend. Niet tevreden met dit alles, laat de zegel de trein op het verkeerde spoor rijden! Zelfs de ligging van de paswe: aangelegd op bevel van Napo leon, is verkeerd aangegeven. H; had niet links maar rechts van tunnel getekend moeten wordea Gelukkig kozen de Zwitsers efi beter ontwerp voor hun in hetzeli- de jaar uitgegeven jubileumpost»- gel. Deze zegel van 10 centiffl® toont het Zwitserse einde van tunnel zonder verdere details-. De twee zegels samen hen» nering aan een groots ingenieur werk, dat byna zeven jaar in be slag nam en aan 39 mensen leven kostte vormen een im*" ressant contrast in het postzegel** bum van de verzamelaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 18