ZOEKLICHT
MILD ZIJN OVER EN WEER!
lig* -0, A;:
DIRECTE REPORTAGEl
bouwt zelf een KERK
LEIDSCH
D£
C KLEINE GEMEENTE - GROTE OFFERS
GEN (in Belgisch Limburg)
m
WOORD
VAN
BEZINNING
r
Zaterdag 17 maart 1962
Pagina 1
(Van een onzer redacteuren)
Hebt u wel eens van Genk
gehoord? Waarschijnlijk wel
en misschien ook niet! Het is
een ongeveer 50.000 inwoners
tellende stad in Belgisch Lim
burg, niet ver van Maastricht.
Genk geniet vooral bekend
heid door zijn drie kolenmij
nen, waarin het overgrote deel
van de mannelijke bevolking
werkt. Het is een zeer merk
waardige stad. De oppervlakte
is bijna zo groot als het eiland
Walcheren en de stadswijken
zijn gegroepeerd rond en in de
nabijheid van de mijnen. Het
zijn heus niet alleen Belgen,
die in deze stad wonen: de be
volking bestaat uit 37 nationa
liteiten! Kompels zijn gekomen
uit Rusland en uit Duitsland,
uit Nederland en uit Tsjecho-
Slowakije, uit Frankrijk en uit
Hongarije, uit Italië en Grie
kenland, uit Kongo en uit
Finland, ja uit welk land al
niet
Genk is zo'n 12.000 woningen rijk,
mooie en minder fraaie. De onge
huwde kompels wonen meestal in
zogenaamde „pensions", die echter
in werkelijkheid kroegen zijn van
zeer bedenkelijk allooi, waarin de
onzedelijkheid en de drankzucht
hoogtij vieren. Trouwens op dat ge
bied kan men in Genk vooruit. In
een straat van nog geen 500 meter
lengte telden we in de gauwigheid
24 bars, waarin geen fatsoenlijk
mens durft binnen te gaan
In die stad nu werkt de Belgisch
Evangelische Zending. Zij staat ei
als een rots in de branding. Ds. Jan
Gravendeel, een uit Bennekom af
komstige predikant, geeft leiding
aan deze arbeid. Hij doet dat met
hart en ziel en met zegen. Aan de
Evenco Coppellaan, e enzeer drukke
verkeersweg, bewoont hij met zijn
gezin een alleraardigst thuis. Het
is de „vesting" van waaruit de
zendingsarbeid verricht wordt.
Stond ds. Gravendeel heeft zich een
Klein groepje van getrouwen ver
zameld, dat zich met inspanning
van alle krachten geeft aan de
taak de mensen, die in grote gees
telijke nood verkeren, te vertellen
van de Heiland. Dat groepje groeit
langzaam maar zeker!
Toen ds. Gravendeel een jaar of
acht geleden in Genk kwam, was
er niets. Wat hij er ontmoette, was
ontzaglijke nood op allerlei gebied.
Hij was er diep door geschokt en
vond het een heerlijke taak deze
mensen erop te mogen wijzen, dat
Jezus waarlijk leeft en dat Hij aan
het kruis gestofven is om te boe
ten voor de zonde van de mens
heid, dus ook voor de vele tiendui
zenden in Belgisch Limburg. Het
begin was beslist niet gemakkelijk.
Ds. Gravendeel heeft echter door
gezet. Hij heeft verblijdende con
tacten gemaakt en met zijn vrij
willige medewerkers bezoekt hij ge
regeld de woonoorden van de kom
pels.
Nieuwbouw nodig
Daar in Genk heeft men ook een
klein protestants kerkje. We zijn
er geweest en hebben er twee dien
sten meegemaakt. De naam kerk
is echter een veel te grootse naam
voor dit bouwvallige huis, dat ge
heel is ondermynd en gevaar loopt
in te storten. Het is trouwens veel
te klein, want daar in dat gebouw
tje aan de Biegracht komen zondag
aan zondag en ook vaak op door-
de-weekse avonden zo'n honderd
mensen bijeen. De jeugd moet men
weren uit deze wekelijkse kerkdien
sten. omdat er geen plaats is. Daar
om komen de jongeren samen in
het kinderhuis. Gebrek aan
plaatsruimte is ook oorzaak, dat de
verenigings- en andere arbeid niet
meer naar behoren verricht kan
worden.
Daarom hebben de leden van deze
protestantse kerk zij telt onge
veer 50 belijdende leden-de hoof
den bij elkaar gestoken en gezegd,
dat er in de kortst mogelijke tijd
een kerk moet komen. Ze brengen
er zelf grote offers voor: minstens
een tiende van het weekloon of
maandsalaris zonderen zij af voor
de kerk. Vele avonden gaan ze op
pad om het evangelie uit te dra
gen en wekelijks werken ze vele
uren enthousiast aan de voorberei
dingen voor de kerkbouw. Tot nu
toe heeft zich dat beperkt tot het
maken van stenen, maar daar is
men nu bijna mee klaar. Men heeft
er thans ruim 40.000 gereed.
Uit Nederland
By die arbeid ondervond men in
de vakantiemaanden veel steun
van Nederlandse vrienden, die
een week of langer naar Genk
kwamen om daar behulpzaam te
zyn bij het verwezenlijken van
het ideaal, dat de Genkse chris
tenen zich gesteld hebben. Ze
komen uit Leiden en uit Lisse, uit
Waddinxveen en Katwijk en uit
vele andere steden en dorpen.
Voor deze hulp is men in deze
Belgische mynstad bijzonder er
kentelijk.
-De stenen zijn er dus en de grond
ook. De kerk komt te staan aan
de Evence Coppellaan tussen de
pastorie en de school met de Bijbel.
De Brusselse architect Paul Calame
heeft geheel belangloos een prach
tig ontwerp gemaakt voor dit bede
huis, dat in totaal 300 zitplaatsen
zal bevatten. Voor de kerk staat een
groot kruis en links van de ingang
bevindt zich een vleugel, waarvan
de benedenverdieping gebruikt zal
worden voor de naaischool en de bo
venverdieping voor de zondags-
schoolarbeid en andere bijeenkom
sten. De kerk zelf heeft een grote
zaal met 150 plaatsen, alsmede een
gaanderij, die plaats biedt aan 70
kerkgangers en een zijnis met 80
zitplaatsen. Deze gaanderij en zijnis
kunnen worden afgesloten van het
geheel, want verwacht wordt, dat
men na de ingebruikneming toch
niet direct alle 300 plaatsen nodig
zal hebben.
Aan de linkerkant krijgt de kerk
een glazen wand. Het dak doet
tevens dienst als klankbord en het
torentje heeft een tweeledige func
tie, want het wordt ook gebruikt-
als schoorsteen. Het zal een prach
tig gebouw worden, simpel van op
zet, maar toch imponerend.
Met eigen brachten
Het bedehuis staat er nog niet.
Dit jaar hoopt men, met eigen
krachten voornamelijk, met de bouw
te kunnen beginnen, ten minste als
het geld er voor aanwezig is. Dat
is de grote handicap. Wel heeft men
reeds grote bedragen ontvangen,
doch daarvoor werd de grond ge
kocht en werden de materialen voor
het maken van de stenen betaald.
Gemeenteleden en vrienden van
deze kleine protestantse gemeen
schap ook in Nederland heb
ben veel geofferd en dat offeren
gaat door. Een kleine gemeenschap
als daar in Genk kan onmogelijk
zelf het kapitaal bijeenbrengen.
Daarom hoopt ds. Jan Graven
deel. dat men van vele zyden steun
zal ontvangen, ook uit Nederland.
Dat kan geschieden in de vorm van
giften deze kan men storten-op
giro 844245 ten name van de heer
fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
I Vrienden o.a. uit
LeidenKatwijk
i WaddinxveenLisse
komen in zomer
handje helpen.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
A. Gravendeel, Prinsenlaan 10 te
Bennekom met vermelding Bouw
fonds Kerk Genk en door het
beschikbaar stellen van materialen:
hout, stenen, glas etc.
Wanneer men in Genk geweest
is, heeft men kunnen constateren
hoe groot de nood is en heeft men
met eigen ogen kunnen zien hoe
dringend deze jonge gemeente be
hoefte heeft aan een bedehuis.
Dit is de maquette van de kerk, die de Belgische Evange
lische Zending in het Belgisch Limburgse mijnstad Genk met
eigen krachten wil bouwen.
EEN
u'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OP DE BOEKENMARKT
K. L. Roskam. „Alleen voor
Blanken". De Bezige Bij, Am
sterdam 1961.
„Alleen vir blankes" wie ooit,
zoals ik, in Zuid-Afrika is geweest,
weet dat dit opschrift alle andere
de coca-colareclame incluis
in aantal overtreft. Men vindt het
op de bussen, in de treinen, bij lif
ten, op banken in plantsoenen en
aan stations, bij zwembaden, op
stranden, aan kerken «sic»cafe's
gewoonlijk niet aan hotels, want
die behoeven dat niet uitdrukkelijk
te vermelden. Dat spreekt vanzelf,
dat daar alleen maar het blanke
Herrenvolk mag slapen, eten, ba
den en van de W.C. gebruik ma
ken. En wie in dat land ooit een
kind van het formaat, dat waar
schijnlijk nog niet lezen kan, van
een bank langs de openbare weg
heeft zien afknuppelen. door een
volwassen agent, die begrijpt waar
om en hoe terecht dr. K. L. Ros
kam deze titel heeft gekozen voor
zijn boek over Zuid-Afrika. Want
als de z.g. blanke broeders hun ge
kleurde landgenoten niet zo ver
schrikkelijk hard nodig hadden om
hun huishoudens te doen, hun land
te bebouwen, hun mijnen te be
werken, hun fabrieken op gang te
houden, kortom om alles te doen
waar zij zelf geen plezier in heb-
en, dan zouden zij die drie woorden
op iedere straatsteen schilderen,
aan iedere boom hameren en te
gen de hele Zuid-Afrikaanse hemel
projecteren met schijnwerpers.
De schrijver van dit boek behoort
niet tot dat grote leger veelpraters
en Tiietweters die, zoals hij het uit
drukt, maar één leuze kennen:
„Zwart is lief, blank is gek". Dr.
Roskam heeft met een studiebeurs
van de Unie van Zuid-Afrika een
jaar in dat land gewoond en hij is
gepromoveerd op het onderwerp
van de apartheid. Gezien dit gege
ven gaat het „diens brood men eet,
diens woord men spreekt" voor hem
bepaald niet op.
Dit boek dankt zijn overtuigende
kracht aan het feit, dat de auteur
zich zijn hele werk door bedient
van openbaar vaststaande feiten,
van van regeringswege gecontro
leerde getallen en van in de erkende
pers gesignaleerde gebeurtenissen.
Het is in Zuid-Afrika ook niet
moeilijk om aan de juiste gegevens
te komen. Men is er zo onbe
schaamd, dat een ieder, die wil ze
als het ware van de straat kan op
rapen. De gemiddelde „witmens" zal
de gegevens, zoals ze hier staan, ook
niet willen ontkennen, want hij
heeft geen reden om ze te ontken
nen. Hij staat er immers achter.
Hij vindt dat allemaal volkomen
juist. Het zijn zijn eigen wetten en
maatregelen, die men in ieder Z.
Afrikaans staatsblad zal kunnen
vinden. Hij slaat een ieder, die zou
zeggen: „Kom, kom, zo erg is het
nu ook weer niet", dit argument
reeds bij voorbaat uit de hand, om
dat het zijn heilige overtuiging is,
dat het nog veel erger moet worden.
Heeft de heer Verwoerd met zijn
Velerlei arbeid
De Belgische Evangelische Zen
ding, die in de oorlog 1914-1918 in
de loopgraven geboren werd en die
nu aan de Staatsbladstraat in Brus
sel haar centrum heeft, verricht in
Genk nog velerlei andere arbeid. In
Bree, op 25 km afstand van de
mijnstad, heeft men een boekwinkel
ingericht in een in het centrum ge
legen pand, dat men ten geschenke
heeft gekregen van een bejaarde
zuster van de gemeente. Hier werkt
sinds begin vorig jaar ds. W. Hes
sels een dag per week en de an
dere dagen is hij in Genk, waar
door de arbeid van ds. Gravendeel
aanmerkelijk verlicht wordt. Deze
predikant kan zich nu in het bij
zonder wijden aan velerlei andere
taken; zoals onder andere voor de
stichting „In de Rechte Straat" en
het vervullen van spreekbeurten in
Nederland, waarin hij het belang
van de arbeid van het B.E.Z. be
licht.
Daar aan de Evence Coppeelaan
te Genk verrijst, als alle plannen
gerealiseerd kunnen worden, een
imposant centrum van de Belgische
Evangelische Zending. Er is reeds
een School met de Bijbel, die door
eigen krachten en met behulp van
Nederlandse jongeren vorig jaar
geheel gemoderniseerd is. Op deze
zeven klassen tellende school gaan
thans 140 kinderen.
Ons kinderbuis
Ook heeft men aan de Nieuwe
Kuilen weg twee kinderhuizen.
Mejuffrouw Rie de Jong uit Sche-
veningen is er de directrice van en
zij wordt bijgestaan door acht leid
sters voor het merendeel afkomstig
uit Nederland. Het zijn jonge meis
jes, die met bijzonder veel liefde
deze arbeid verrichten. In Ons Kin
derhuis. dat ook in ons land be
kendheid geniet door de kilo-actie,
verblijven nu een zeventig kinderen,
variërende in de leeftijd van acht
maanden tot zestien jaar. De plan
nen voor de bouw van een nieuw
tehuis liggen klaar. Het zal be
staan uit een hoofdgebouw en zes
paviljoens, in elk waarvan plaats
is voor twaalf kinderen. Ook voor
de realisering van deze plannen
spelen de financiën een belangrijke
rol. Zo lang het nieuwe tehuis nog
niet klaar is, zal men daar aan de
Nieuwe Kuilenweg de zegenrijke ar
beid in het belang van deze kin
deren. die voor het merendeel door
de ouders verlaten zijn, voortzetten
en deze jongeren een gezellig te
huis bieden.
En zo wordt er nog velerlei ar
beid verricht: de zendingsnaai
school onder leiding van mejuf
frouw A. v. d. Born uit Naarden,
de zondagschoolarbeid, de jeugd
clubs. het padvinderswerk de col
portage. de mannen- en vrouwen
verenigingen etc.
In het bouwvallige kerkje aan de
Biegracht hangt over de lezenaar
een zwart doek, waarop met gou
den letters de woorden te lezen
zijn: Jezus leeft! Van die levende
Heiland wil men getuigen, niet al
leen in Genk, maar in geheel don
ker Belgisch Limburg.
„roeping van Bo" niet gezegd dat
het geen plezierige plicht is om men
sen in de gevangenis te moeten
stoppen" zelfs al zijn het inboor
lingen"? En heeft in 1954 het de
partement van Naturellesake niet
de Algemene Circulaire no. 23 uit
gegeven. waarin een ieder, die
daarvoor in aanmerking kwam, ge-
instrueerd werd om de pas-arresta
ties een niet-blanke is het ver
boden op straffe van twee maanden
gevang of honderd gulden boete
zonder pas rond te lopen, hoe en
waar dan ook te gebruiken als
middel om de arrestanten te dwin
gen op blanke boerderijen te gaan
werken, die een schreeuwend ge
brek aan werkkrachten hebben? En
is in 1959 niet het ongehoorde
schandaal van de boeren Potgieter
en Feldt openbaar geworden, die
deze gedwongen arbeiders mishan
delden op een wijze waarop hun
voorvaders het hun slaven niet ge
daan zouden hebben, aangezien een
slaaf toen nog kapitaal vertegen
woordigde?
„Alleen voor Blanken" moet maar
flink gelezen worden: vooral door
die Nederlanders behorend tot de
weg-met-ons- club. In Zuid-Afrika
zou hun berserkerwoede een recht
vaardiger doel vinden dan in
Nieuw-Guinea.
Winston Graham. „Marnie".
(Vertaling uit het Engels).
De Fontein, Utrecht.
Zeer boeiend is de geschiedenis
van het meisje Marnie, dat leeft
van diefstal in het groot. Met on
gelooflijke handigheid weet zij iede
re keer als zij van werkgever ver
anderen moet. omdat zij een forse
greep in de bankbiljetten heeft ge
daan, een nieuwe persoonlijkheid
voor zichzelf op te bouwen met
naam en achtergrond compleet.
Ook bezit zij een talent voor het
goochelen met cijfers. Ten slotte
loopt zij op een zeer ingewikkelde
en allerlei onverwachte gevolgen
met, zich voerende wijze in de val.
Deze thriller is de moeite van het
lezen zeker waard aangezien hij
psychologisch bijzonder knap in el
kaar zit.
In de aardig uitgegeven en zeer
instructieve reeks boekjes van C. A.
J. van Dishoeck, alle handelend
over de historische herkomst van
gebruiksvoorwerpen, versierselen
e.d. zijn thans verschenen:
Ir. F. Stokhuyzen, Molens: J.
Schilstra, Koekplanken; L. Giltay-
Nijssen, Juwelen; Elka Schrijver,
Glas en Kristal; H. B. Vos, Rij
tuigen.
Evenals de voorgangers o.a. over
Kant. Klokken en Tegels, zijn ze
prettig leesbaare n voorzien van
illustraties, foto's, ontwerptekenin
gen. In de verantwoording vindt
men gewoonlijk ook waar men de
beschreven zaken kan bekijken in
dien nog mogelijk, en een litera
tuurlijst.
CLARA EGGINK
V
-v"'
•U iVi
T'.iüfi V'
:v
V «V
e jeugu.
Goede en kwade dingen
worden over haar gezegd.
Iedere nieuwe generatie is er aan
onderhevig, de huidige echter
in verband met de dynamiek van
deze tijd! misschien méér en
heftiger dan ooit.
De ouders mogen z ch wellicht
minder met haar bezig houden dan
vroeger ze hebben 't zo ontzet
tend druk! de psychologen des
te meer.
Dat was het geval op de contact
dag van het Nat, Prot. Centrum
voor de Geestelijke Volksgezond
heid.
HET evangelie wil gelezen
worden als een ooggetuige-
verslas.
Voor ons schuilt daarin een
aantal moeilijkheden.
Allereerst het lezen. Dat
vraagt in het algemeen reeds
strenge concentratie. Op school
ieder weet dat wel uit eigen
ervaring kun je onder de
leesles soms zo heerlijk bezig
zijn met eigen gedachten. Het
befaamde door de ramen kijken
en voor zich uitstaren. Afgeleid,
vanbinnenuit. En dan wat er al
niet van buitenaf 'kan komen.
Een plotseling sterk geluid op
straat. Het slaan van een deur.
Kletterende regen of gierende
wind. Het contact met je boek
is weg.
Nieuwe Testament, is wel heel
oud, maar het is niet de vorm,
waarin het oorspronkelijk werd
verbreid. Dat gebeurde immers
mondeling Jezus en Zijn apos
telen predikten. Daarom is het
volkomen terecht, dat het evan
gelie voorgelezen wordt, bijvoor
beeld in de kerk. Het evangelie
boek is als het ware de geschre
ven tekst van een mondelinge
reportage een ooggetuigeverslag.
Hierin schuilt een tweede moei
lijkheid voor ons bij het lezen
van het evangelie. Zelfs als deze
Deskundigen hebben immers
vastgesteld, dat Markus met de
apostel Petrus is meegereisd
toen deze in Palestina en ook
daarbuiten de Boodschap over
Jezus predikte. Zijn evangelie
geeft weer wat en hoe Petrtus
sprak. U moet het boekje van
Markus zijn beschrijving is
ook het minst omvangrijk van
alle vier eens vanuit die ty
pische reportage-vorm gaan le
zen. U moet dan proberen door
het geschreven verslag heen de
stem van de reporter zelf. na
melijk Petrus, te horen.
Misschien kan deze aanwij
zing U daarbij nog helpen. Het
is namelijk opvallend, dat nieu
we gedeelten bij Markus telkens
worden ingeleid met: „Zie".
Dat verraadt de ooggetuige. Hij
J
Hetzelfde gebeurt onder een
lezing, om een preek maar niets
eens te noemen. De stem van de
spreker klinkt ver weg. Eigen
gedachten dringen zich óp de
voorgrond. Je luistert nog wel.
maar je hoort niets meer.
Vaak. tot onze schande, dringt
zelfs in een persoonlijk gesprek
maar half tot ons door wat de
ander zegt. We doen een of an
dere vraag om het gesprek zoge
naamd op gang te houden, maar
de ander wordt daardoor niet»
geholpen om te zeggen wat hij
of zij nu eigenlijk wilde zeggen.
Het geschreven evangelie, in
de eerste vier boeken van het
tekst wordt voorgelezen, missen
wij de stem van de man. die dit
verslag heeft opgesteld. Het is te
vergelijken met een radio-uit
zending, waarbij de reporter
door de een of andere omstan
digheid uitvalt en men zich be
helpt met het voor te lezen wat
hij persoonlijk over een sport
wedstrijd of een opzienbarende
gebeurtenis had willen zeggen.
Nu is zijn verhaal opeens veel
minder direct geworden. Want
de man zelf ontbreekt.
In de evangeliebeschrijving,
die op naam van Markus staat,
komen we niettemin dichter by
een persoonlyke reportage dan
in de andere evangelieboeken.
beschryft voor U wat hy ziet en
beleeft.
Van Markus naar Petrus, van
geschreven verslag naar per
soonlyke ooggetuige. Maar dan
is er nog een laatste barrière
voor ons. Het evangelie is ten
slotte gepredikt en geschreven
als Boodschap van Jezus. God
helpe u en my om zyn stem
door die van Petrus en het ver
slag van Markus te horen, als
meest directe reportage.
Dr. P. L. Schoonheim.
predikant byzonder
kerkewerk herv. gem.
Hoge Rijndyk 14 a,
Leiden.
Foto Will Eiselin, Rüswük
We noemen slechts enkele za
ken: de massamedia leggen
beslag op de jongeren, ten
gevolge waarvan bij velen de rust
ontbreekt om te „leren".
De uitvoerige informatie buiten
de school om belemmert de zelf
werkzaamheid in de school.
Functieverlies van het gezin is
een andere belangryke nadelige fac
tor, die invloed op de jongeren
heeft. Opmerkeiyk is, dat in ons
comfortabel leven elke primaire ze
kerheid ontbreekt, want het wordt
beheerst door angst voor een vol
gende oorlog, die het leven vernie
tigen zal.
Ook dat werkt op de jeugd in.
Prof. dr. N. Beets, wees erop, dat
zij een eigen milieu het z.g.
„derde milieu" zoekt, buiten ge
zin en school om.
De jongeren zoeken gezelligheid
in een gemeenschap.
Prof. Beets, die de huidige jeugd
niet slecht acht, sprak ook over
haar zwerflust.
Vroeger was er „ruimte".
Nu niet meer.
Toch zoeken de jongeren die,
bijv. in een kelder waar jazzfeesten
gehouden worden.
Daar wordt naar het „avontuur"
en de „actie" gezocht: ze zyn nu
eenmaal onmisbaar.
Zeker: er zyn grote gevaren aan
verbonden.
Maar toch moeten wij de zucht
naar „vryheid" in positieve zin
waarderen en het dienen toe te
juichen, indien de jeugd haar vry
heid" goed gebruikt.
Dit opbouwende woord verdient
waardering.
Het is inderdaad moeilijk
„vrijheid" goed te gebruiken; we
weten allen, hoe dikwyls dat niet
het geval is.
Er mag dan veel gefeest en ge
danst worden in een welvaarts
staat is daar alle gelegenheid toe!
daarnaast is er gelukkig ook on
eindig veel, dat waardering ver
dient.
Men hoeft werkelyk niet te den
ken, dat de problematiek van deze
tijd de jonge mensen onberoerd
laat.
Er wordt in het „derde milieu"
men denke aan studieclubs of an
derszins ook veel gediscussieerd
en nagedacht.
De ouderen mogen wel eens ver
wonderd opkyken by het
scherpe oordeel, dat jongeren
over hen vellen, het is veelvuldig
gerechtvaardigd, omdat die ouderen
't er niet altyd zo goed afgebracht
hebben.
Toch past hier mildheid, want
laten zij afwachten, hoe ze 't er
in de toekomst zélf afbrengen.
Het zal daarom zaak zijn. dat
beide partijen matiging tegenover
elkaar in acht nemen: dat alleen
kan de onderlinge harmonie ten
goede komen.
En uitsluitend op die grondslag is
een maatschappy. waarin men het
„goede" wil, op te bouwen!
FANTASIO