ZOEKLICHT MILD ZIJN OVER EN WEER! lig* -0, A;: DIRECTE REPORTAGEl bouwt zelf een KERK LEIDSCH D£ C KLEINE GEMEENTE - GROTE OFFERS GEN (in Belgisch Limburg) m WOORD VAN BEZINNING r Zaterdag 17 maart 1962 Pagina 1 (Van een onzer redacteuren) Hebt u wel eens van Genk gehoord? Waarschijnlijk wel en misschien ook niet! Het is een ongeveer 50.000 inwoners tellende stad in Belgisch Lim burg, niet ver van Maastricht. Genk geniet vooral bekend heid door zijn drie kolenmij nen, waarin het overgrote deel van de mannelijke bevolking werkt. Het is een zeer merk waardige stad. De oppervlakte is bijna zo groot als het eiland Walcheren en de stadswijken zijn gegroepeerd rond en in de nabijheid van de mijnen. Het zijn heus niet alleen Belgen, die in deze stad wonen: de be volking bestaat uit 37 nationa liteiten! Kompels zijn gekomen uit Rusland en uit Duitsland, uit Nederland en uit Tsjecho- Slowakije, uit Frankrijk en uit Hongarije, uit Italië en Grie kenland, uit Kongo en uit Finland, ja uit welk land al niet Genk is zo'n 12.000 woningen rijk, mooie en minder fraaie. De onge huwde kompels wonen meestal in zogenaamde „pensions", die echter in werkelijkheid kroegen zijn van zeer bedenkelijk allooi, waarin de onzedelijkheid en de drankzucht hoogtij vieren. Trouwens op dat ge bied kan men in Genk vooruit. In een straat van nog geen 500 meter lengte telden we in de gauwigheid 24 bars, waarin geen fatsoenlijk mens durft binnen te gaan In die stad nu werkt de Belgisch Evangelische Zending. Zij staat ei als een rots in de branding. Ds. Jan Gravendeel, een uit Bennekom af komstige predikant, geeft leiding aan deze arbeid. Hij doet dat met hart en ziel en met zegen. Aan de Evenco Coppellaan, e enzeer drukke verkeersweg, bewoont hij met zijn gezin een alleraardigst thuis. Het is de „vesting" van waaruit de zendingsarbeid verricht wordt. Stond ds. Gravendeel heeft zich een Klein groepje van getrouwen ver zameld, dat zich met inspanning van alle krachten geeft aan de taak de mensen, die in grote gees telijke nood verkeren, te vertellen van de Heiland. Dat groepje groeit langzaam maar zeker! Toen ds. Gravendeel een jaar of acht geleden in Genk kwam, was er niets. Wat hij er ontmoette, was ontzaglijke nood op allerlei gebied. Hij was er diep door geschokt en vond het een heerlijke taak deze mensen erop te mogen wijzen, dat Jezus waarlijk leeft en dat Hij aan het kruis gestofven is om te boe ten voor de zonde van de mens heid, dus ook voor de vele tiendui zenden in Belgisch Limburg. Het begin was beslist niet gemakkelijk. Ds. Gravendeel heeft echter door gezet. Hij heeft verblijdende con tacten gemaakt en met zijn vrij willige medewerkers bezoekt hij ge regeld de woonoorden van de kom pels. Nieuwbouw nodig Daar in Genk heeft men ook een klein protestants kerkje. We zijn er geweest en hebben er twee dien sten meegemaakt. De naam kerk is echter een veel te grootse naam voor dit bouwvallige huis, dat ge heel is ondermynd en gevaar loopt in te storten. Het is trouwens veel te klein, want daar in dat gebouw tje aan de Biegracht komen zondag aan zondag en ook vaak op door- de-weekse avonden zo'n honderd mensen bijeen. De jeugd moet men weren uit deze wekelijkse kerkdien sten. omdat er geen plaats is. Daar om komen de jongeren samen in het kinderhuis. Gebrek aan plaatsruimte is ook oorzaak, dat de verenigings- en andere arbeid niet meer naar behoren verricht kan worden. Daarom hebben de leden van deze protestantse kerk zij telt onge veer 50 belijdende leden-de hoof den bij elkaar gestoken en gezegd, dat er in de kortst mogelijke tijd een kerk moet komen. Ze brengen er zelf grote offers voor: minstens een tiende van het weekloon of maandsalaris zonderen zij af voor de kerk. Vele avonden gaan ze op pad om het evangelie uit te dra gen en wekelijks werken ze vele uren enthousiast aan de voorberei dingen voor de kerkbouw. Tot nu toe heeft zich dat beperkt tot het maken van stenen, maar daar is men nu bijna mee klaar. Men heeft er thans ruim 40.000 gereed. Uit Nederland By die arbeid ondervond men in de vakantiemaanden veel steun van Nederlandse vrienden, die een week of langer naar Genk kwamen om daar behulpzaam te zyn bij het verwezenlijken van het ideaal, dat de Genkse chris tenen zich gesteld hebben. Ze komen uit Leiden en uit Lisse, uit Waddinxveen en Katwijk en uit vele andere steden en dorpen. Voor deze hulp is men in deze Belgische mynstad bijzonder er kentelijk. -De stenen zijn er dus en de grond ook. De kerk komt te staan aan de Evence Coppellaan tussen de pastorie en de school met de Bijbel. De Brusselse architect Paul Calame heeft geheel belangloos een prach tig ontwerp gemaakt voor dit bede huis, dat in totaal 300 zitplaatsen zal bevatten. Voor de kerk staat een groot kruis en links van de ingang bevindt zich een vleugel, waarvan de benedenverdieping gebruikt zal worden voor de naaischool en de bo venverdieping voor de zondags- schoolarbeid en andere bijeenkom sten. De kerk zelf heeft een grote zaal met 150 plaatsen, alsmede een gaanderij, die plaats biedt aan 70 kerkgangers en een zijnis met 80 zitplaatsen. Deze gaanderij en zijnis kunnen worden afgesloten van het geheel, want verwacht wordt, dat men na de ingebruikneming toch niet direct alle 300 plaatsen nodig zal hebben. Aan de linkerkant krijgt de kerk een glazen wand. Het dak doet tevens dienst als klankbord en het torentje heeft een tweeledige func tie, want het wordt ook gebruikt- als schoorsteen. Het zal een prach tig gebouw worden, simpel van op zet, maar toch imponerend. Met eigen brachten Het bedehuis staat er nog niet. Dit jaar hoopt men, met eigen krachten voornamelijk, met de bouw te kunnen beginnen, ten minste als het geld er voor aanwezig is. Dat is de grote handicap. Wel heeft men reeds grote bedragen ontvangen, doch daarvoor werd de grond ge kocht en werden de materialen voor het maken van de stenen betaald. Gemeenteleden en vrienden van deze kleine protestantse gemeen schap ook in Nederland heb ben veel geofferd en dat offeren gaat door. Een kleine gemeenschap als daar in Genk kan onmogelijk zelf het kapitaal bijeenbrengen. Daarom hoopt ds. Jan Graven deel. dat men van vele zyden steun zal ontvangen, ook uit Nederland. Dat kan geschieden in de vorm van giften deze kan men storten-op giro 844245 ten name van de heer fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH I Vrienden o.a. uit LeidenKatwijk i WaddinxveenLisse komen in zomer handje helpen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii A. Gravendeel, Prinsenlaan 10 te Bennekom met vermelding Bouw fonds Kerk Genk en door het beschikbaar stellen van materialen: hout, stenen, glas etc. Wanneer men in Genk geweest is, heeft men kunnen constateren hoe groot de nood is en heeft men met eigen ogen kunnen zien hoe dringend deze jonge gemeente be hoefte heeft aan een bedehuis. Dit is de maquette van de kerk, die de Belgische Evange lische Zending in het Belgisch Limburgse mijnstad Genk met eigen krachten wil bouwen. EEN u'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT K. L. Roskam. „Alleen voor Blanken". De Bezige Bij, Am sterdam 1961. „Alleen vir blankes" wie ooit, zoals ik, in Zuid-Afrika is geweest, weet dat dit opschrift alle andere de coca-colareclame incluis in aantal overtreft. Men vindt het op de bussen, in de treinen, bij lif ten, op banken in plantsoenen en aan stations, bij zwembaden, op stranden, aan kerken «sic»cafe's gewoonlijk niet aan hotels, want die behoeven dat niet uitdrukkelijk te vermelden. Dat spreekt vanzelf, dat daar alleen maar het blanke Herrenvolk mag slapen, eten, ba den en van de W.C. gebruik ma ken. En wie in dat land ooit een kind van het formaat, dat waar schijnlijk nog niet lezen kan, van een bank langs de openbare weg heeft zien afknuppelen. door een volwassen agent, die begrijpt waar om en hoe terecht dr. K. L. Ros kam deze titel heeft gekozen voor zijn boek over Zuid-Afrika. Want als de z.g. blanke broeders hun ge kleurde landgenoten niet zo ver schrikkelijk hard nodig hadden om hun huishoudens te doen, hun land te bebouwen, hun mijnen te be werken, hun fabrieken op gang te houden, kortom om alles te doen waar zij zelf geen plezier in heb- en, dan zouden zij die drie woorden op iedere straatsteen schilderen, aan iedere boom hameren en te gen de hele Zuid-Afrikaanse hemel projecteren met schijnwerpers. De schrijver van dit boek behoort niet tot dat grote leger veelpraters en Tiietweters die, zoals hij het uit drukt, maar één leuze kennen: „Zwart is lief, blank is gek". Dr. Roskam heeft met een studiebeurs van de Unie van Zuid-Afrika een jaar in dat land gewoond en hij is gepromoveerd op het onderwerp van de apartheid. Gezien dit gege ven gaat het „diens brood men eet, diens woord men spreekt" voor hem bepaald niet op. Dit boek dankt zijn overtuigende kracht aan het feit, dat de auteur zich zijn hele werk door bedient van openbaar vaststaande feiten, van van regeringswege gecontro leerde getallen en van in de erkende pers gesignaleerde gebeurtenissen. Het is in Zuid-Afrika ook niet moeilijk om aan de juiste gegevens te komen. Men is er zo onbe schaamd, dat een ieder, die wil ze als het ware van de straat kan op rapen. De gemiddelde „witmens" zal de gegevens, zoals ze hier staan, ook niet willen ontkennen, want hij heeft geen reden om ze te ontken nen. Hij staat er immers achter. Hij vindt dat allemaal volkomen juist. Het zijn zijn eigen wetten en maatregelen, die men in ieder Z. Afrikaans staatsblad zal kunnen vinden. Hij slaat een ieder, die zou zeggen: „Kom, kom, zo erg is het nu ook weer niet", dit argument reeds bij voorbaat uit de hand, om dat het zijn heilige overtuiging is, dat het nog veel erger moet worden. Heeft de heer Verwoerd met zijn Velerlei arbeid De Belgische Evangelische Zen ding, die in de oorlog 1914-1918 in de loopgraven geboren werd en die nu aan de Staatsbladstraat in Brus sel haar centrum heeft, verricht in Genk nog velerlei andere arbeid. In Bree, op 25 km afstand van de mijnstad, heeft men een boekwinkel ingericht in een in het centrum ge legen pand, dat men ten geschenke heeft gekregen van een bejaarde zuster van de gemeente. Hier werkt sinds begin vorig jaar ds. W. Hes sels een dag per week en de an dere dagen is hij in Genk, waar door de arbeid van ds. Gravendeel aanmerkelijk verlicht wordt. Deze predikant kan zich nu in het bij zonder wijden aan velerlei andere taken; zoals onder andere voor de stichting „In de Rechte Straat" en het vervullen van spreekbeurten in Nederland, waarin hij het belang van de arbeid van het B.E.Z. be licht. Daar aan de Evence Coppeelaan te Genk verrijst, als alle plannen gerealiseerd kunnen worden, een imposant centrum van de Belgische Evangelische Zending. Er is reeds een School met de Bijbel, die door eigen krachten en met behulp van Nederlandse jongeren vorig jaar geheel gemoderniseerd is. Op deze zeven klassen tellende school gaan thans 140 kinderen. Ons kinderbuis Ook heeft men aan de Nieuwe Kuilen weg twee kinderhuizen. Mejuffrouw Rie de Jong uit Sche- veningen is er de directrice van en zij wordt bijgestaan door acht leid sters voor het merendeel afkomstig uit Nederland. Het zijn jonge meis jes, die met bijzonder veel liefde deze arbeid verrichten. In Ons Kin derhuis. dat ook in ons land be kendheid geniet door de kilo-actie, verblijven nu een zeventig kinderen, variërende in de leeftijd van acht maanden tot zestien jaar. De plan nen voor de bouw van een nieuw tehuis liggen klaar. Het zal be staan uit een hoofdgebouw en zes paviljoens, in elk waarvan plaats is voor twaalf kinderen. Ook voor de realisering van deze plannen spelen de financiën een belangrijke rol. Zo lang het nieuwe tehuis nog niet klaar is, zal men daar aan de Nieuwe Kuilenweg de zegenrijke ar beid in het belang van deze kin deren. die voor het merendeel door de ouders verlaten zijn, voortzetten en deze jongeren een gezellig te huis bieden. En zo wordt er nog velerlei ar beid verricht: de zendingsnaai school onder leiding van mejuf frouw A. v. d. Born uit Naarden, de zondagschoolarbeid, de jeugd clubs. het padvinderswerk de col portage. de mannen- en vrouwen verenigingen etc. In het bouwvallige kerkje aan de Biegracht hangt over de lezenaar een zwart doek, waarop met gou den letters de woorden te lezen zijn: Jezus leeft! Van die levende Heiland wil men getuigen, niet al leen in Genk, maar in geheel don ker Belgisch Limburg. „roeping van Bo" niet gezegd dat het geen plezierige plicht is om men sen in de gevangenis te moeten stoppen" zelfs al zijn het inboor lingen"? En heeft in 1954 het de partement van Naturellesake niet de Algemene Circulaire no. 23 uit gegeven. waarin een ieder, die daarvoor in aanmerking kwam, ge- instrueerd werd om de pas-arresta ties een niet-blanke is het ver boden op straffe van twee maanden gevang of honderd gulden boete zonder pas rond te lopen, hoe en waar dan ook te gebruiken als middel om de arrestanten te dwin gen op blanke boerderijen te gaan werken, die een schreeuwend ge brek aan werkkrachten hebben? En is in 1959 niet het ongehoorde schandaal van de boeren Potgieter en Feldt openbaar geworden, die deze gedwongen arbeiders mishan delden op een wijze waarop hun voorvaders het hun slaven niet ge daan zouden hebben, aangezien een slaaf toen nog kapitaal vertegen woordigde? „Alleen voor Blanken" moet maar flink gelezen worden: vooral door die Nederlanders behorend tot de weg-met-ons- club. In Zuid-Afrika zou hun berserkerwoede een recht vaardiger doel vinden dan in Nieuw-Guinea. Winston Graham. „Marnie". (Vertaling uit het Engels). De Fontein, Utrecht. Zeer boeiend is de geschiedenis van het meisje Marnie, dat leeft van diefstal in het groot. Met on gelooflijke handigheid weet zij iede re keer als zij van werkgever ver anderen moet. omdat zij een forse greep in de bankbiljetten heeft ge daan, een nieuwe persoonlijkheid voor zichzelf op te bouwen met naam en achtergrond compleet. Ook bezit zij een talent voor het goochelen met cijfers. Ten slotte loopt zij op een zeer ingewikkelde en allerlei onverwachte gevolgen met, zich voerende wijze in de val. Deze thriller is de moeite van het lezen zeker waard aangezien hij psychologisch bijzonder knap in el kaar zit. In de aardig uitgegeven en zeer instructieve reeks boekjes van C. A. J. van Dishoeck, alle handelend over de historische herkomst van gebruiksvoorwerpen, versierselen e.d. zijn thans verschenen: Ir. F. Stokhuyzen, Molens: J. Schilstra, Koekplanken; L. Giltay- Nijssen, Juwelen; Elka Schrijver, Glas en Kristal; H. B. Vos, Rij tuigen. Evenals de voorgangers o.a. over Kant. Klokken en Tegels, zijn ze prettig leesbaare n voorzien van illustraties, foto's, ontwerptekenin gen. In de verantwoording vindt men gewoonlijk ook waar men de beschreven zaken kan bekijken in dien nog mogelijk, en een litera tuurlijst. CLARA EGGINK V -v"' •U iVi T'.iüfi V' :v V «V e jeugu. Goede en kwade dingen worden over haar gezegd. Iedere nieuwe generatie is er aan onderhevig, de huidige echter in verband met de dynamiek van deze tijd! misschien méér en heftiger dan ooit. De ouders mogen z ch wellicht minder met haar bezig houden dan vroeger ze hebben 't zo ontzet tend druk! de psychologen des te meer. Dat was het geval op de contact dag van het Nat, Prot. Centrum voor de Geestelijke Volksgezond heid. HET evangelie wil gelezen worden als een ooggetuige- verslas. Voor ons schuilt daarin een aantal moeilijkheden. Allereerst het lezen. Dat vraagt in het algemeen reeds strenge concentratie. Op school ieder weet dat wel uit eigen ervaring kun je onder de leesles soms zo heerlijk bezig zijn met eigen gedachten. Het befaamde door de ramen kijken en voor zich uitstaren. Afgeleid, vanbinnenuit. En dan wat er al niet van buitenaf 'kan komen. Een plotseling sterk geluid op straat. Het slaan van een deur. Kletterende regen of gierende wind. Het contact met je boek is weg. Nieuwe Testament, is wel heel oud, maar het is niet de vorm, waarin het oorspronkelijk werd verbreid. Dat gebeurde immers mondeling Jezus en Zijn apos telen predikten. Daarom is het volkomen terecht, dat het evan gelie voorgelezen wordt, bijvoor beeld in de kerk. Het evangelie boek is als het ware de geschre ven tekst van een mondelinge reportage een ooggetuigeverslag. Hierin schuilt een tweede moei lijkheid voor ons bij het lezen van het evangelie. Zelfs als deze Deskundigen hebben immers vastgesteld, dat Markus met de apostel Petrus is meegereisd toen deze in Palestina en ook daarbuiten de Boodschap over Jezus predikte. Zijn evangelie geeft weer wat en hoe Petrtus sprak. U moet het boekje van Markus zijn beschrijving is ook het minst omvangrijk van alle vier eens vanuit die ty pische reportage-vorm gaan le zen. U moet dan proberen door het geschreven verslag heen de stem van de reporter zelf. na melijk Petrus, te horen. Misschien kan deze aanwij zing U daarbij nog helpen. Het is namelijk opvallend, dat nieu we gedeelten bij Markus telkens worden ingeleid met: „Zie". Dat verraadt de ooggetuige. Hij J Hetzelfde gebeurt onder een lezing, om een preek maar niets eens te noemen. De stem van de spreker klinkt ver weg. Eigen gedachten dringen zich óp de voorgrond. Je luistert nog wel. maar je hoort niets meer. Vaak. tot onze schande, dringt zelfs in een persoonlijk gesprek maar half tot ons door wat de ander zegt. We doen een of an dere vraag om het gesprek zoge naamd op gang te houden, maar de ander wordt daardoor niet» geholpen om te zeggen wat hij of zij nu eigenlijk wilde zeggen. Het geschreven evangelie, in de eerste vier boeken van het tekst wordt voorgelezen, missen wij de stem van de man. die dit verslag heeft opgesteld. Het is te vergelijken met een radio-uit zending, waarbij de reporter door de een of andere omstan digheid uitvalt en men zich be helpt met het voor te lezen wat hij persoonlijk over een sport wedstrijd of een opzienbarende gebeurtenis had willen zeggen. Nu is zijn verhaal opeens veel minder direct geworden. Want de man zelf ontbreekt. In de evangeliebeschrijving, die op naam van Markus staat, komen we niettemin dichter by een persoonlyke reportage dan in de andere evangelieboeken. beschryft voor U wat hy ziet en beleeft. Van Markus naar Petrus, van geschreven verslag naar per soonlyke ooggetuige. Maar dan is er nog een laatste barrière voor ons. Het evangelie is ten slotte gepredikt en geschreven als Boodschap van Jezus. God helpe u en my om zyn stem door die van Petrus en het ver slag van Markus te horen, als meest directe reportage. Dr. P. L. Schoonheim. predikant byzonder kerkewerk herv. gem. Hoge Rijndyk 14 a, Leiden. Foto Will Eiselin, Rüswük We noemen slechts enkele za ken: de massamedia leggen beslag op de jongeren, ten gevolge waarvan bij velen de rust ontbreekt om te „leren". De uitvoerige informatie buiten de school om belemmert de zelf werkzaamheid in de school. Functieverlies van het gezin is een andere belangryke nadelige fac tor, die invloed op de jongeren heeft. Opmerkeiyk is, dat in ons comfortabel leven elke primaire ze kerheid ontbreekt, want het wordt beheerst door angst voor een vol gende oorlog, die het leven vernie tigen zal. Ook dat werkt op de jeugd in. Prof. dr. N. Beets, wees erop, dat zij een eigen milieu het z.g. „derde milieu" zoekt, buiten ge zin en school om. De jongeren zoeken gezelligheid in een gemeenschap. Prof. Beets, die de huidige jeugd niet slecht acht, sprak ook over haar zwerflust. Vroeger was er „ruimte". Nu niet meer. Toch zoeken de jongeren die, bijv. in een kelder waar jazzfeesten gehouden worden. Daar wordt naar het „avontuur" en de „actie" gezocht: ze zyn nu eenmaal onmisbaar. Zeker: er zyn grote gevaren aan verbonden. Maar toch moeten wij de zucht naar „vryheid" in positieve zin waarderen en het dienen toe te juichen, indien de jeugd haar vry heid" goed gebruikt. Dit opbouwende woord verdient waardering. Het is inderdaad moeilijk „vrijheid" goed te gebruiken; we weten allen, hoe dikwyls dat niet het geval is. Er mag dan veel gefeest en ge danst worden in een welvaarts staat is daar alle gelegenheid toe! daarnaast is er gelukkig ook on eindig veel, dat waardering ver dient. Men hoeft werkelyk niet te den ken, dat de problematiek van deze tijd de jonge mensen onberoerd laat. Er wordt in het „derde milieu" men denke aan studieclubs of an derszins ook veel gediscussieerd en nagedacht. De ouderen mogen wel eens ver wonderd opkyken by het scherpe oordeel, dat jongeren over hen vellen, het is veelvuldig gerechtvaardigd, omdat die ouderen 't er niet altyd zo goed afgebracht hebben. Toch past hier mildheid, want laten zij afwachten, hoe ze 't er in de toekomst zélf afbrengen. Het zal daarom zaak zijn. dat beide partijen matiging tegenover elkaar in acht nemen: dat alleen kan de onderlinge harmonie ten goede komen. En uitsluitend op die grondslag is een maatschappy. waarin men het „goede" wil, op te bouwen! FANTASIO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 13