ZOEKLICHT postwagen: VECHTEN OM EN RENNEN MET PANNEKOEKEN C Moderne T De De D OP ENGELSE VASTENAVOND Indertijd per mens lacht om vroegere snelheid j WOORD VAN BEZINNING m NIEUW LICHT DE HA AG SC Zaterdag 10 maart 1962 Pagina 1 Het spreekt vanzelf, dat een zuinige huisvrouw onder geen beding goede eieren en boter in de vuilnisbak gooit. Daar om eet men in Engeland op vastenavond nog in veel plaatsen eierpannekoeken. ■D in de Londense Westminster School Pannekoekengevecht „Pannekoeken-dlnsdag" noemt men in Engeland de dag, vóór het begin van de vasten (6 maart). Hoe is die benaming ont staan? Het antwoord op deze vraag is te vinden in de Middel eeuwen. Uit dat verre verleden stamt namelijk niet slechts de naam: „pannekoeken-dinsdag", maar ook het wijd en zijd in Engeland bestaande gebruik om op die dinsdag pannekoeken te eten. Twee factoren liggen ten grondslag aan dat gebruik: de gestrengheid van de Kerk, en de zuinigheid van de middeleeuwse huisvrouwen. In de Middeleeuwen waren de vastenvoorschriften zeer streng en wat meer zegt lette de Kerk zeer scherp op de naleving van die voorschrift-en. Boter en eieren be hoorden tot de etenswaren, die geen christen in de vastentijd mocht ver orberen. Het behoeft wel geen be toog. dat de Engelse huisvrouwen er niet aan dachten om de eieren en de boter, die zij aan de voor avond van de vasten ïr» huis had den, op de vuilnisbelt of de mest hoop te gooien. De oplossing van het vraagstuk was eenvoudig. Men vermengde de overgebleven eieren en boter met melk, bloem en een beetje water. Dit roerde men tot men een goed beslag had. En uit dit beslag maak te men bijzonder smakelijke panne koeken. Het gebruik wilde, dat men de pannekoeken niet met een mes mocht keren, doen ze omhoog moest gooien en dan weer opvangen in de pan. In onze tijd zijn de vastenvoor schriften heel wat minder streng dan in de Middeleeuwen en mis schien worden ze bovendien nog minder in acht genomen dan toen. Maar het gebruik van pannekoeken bakken en eten heeft zich in Enge land hardnekkig gehandhaafd. Op twee plaatsen in Londen en Ol- ney (Buckinghamshire) kan men op vastenavond („Shrove Tuesday" zeggen de Engelsen) nog middel eeuwse gebruiken in optima forma zien. In Londen is dat een „panne koekengevecht". in Olney een pan nekoeken-wedloop. Westminster School Het jaarlijkse „pannekoeken-ge- vecht" in de beroemde Londense Westminster School is een gebeur tenis van belang. Op de ochtend vóór hét begin van de vasten ko men alle leerlingen samen in de grote zaal. Iedere klas wijst een vertegenwoordiger of „vechter" aan. De „vechters" stellen zich ver volgens in een rij op. Is dit gebeurd, dan verschijnen in plechtige optocht en gestoken in officiële kledij de pedel met de scepter van de school, de kok met- witte muts en wit schort, de deken van Westminster, de koster en de directeur van de school. De kok draagt plechtig een pannekoek in een pan. De directeur stelt de leer lingen onder doodse stilte in kennis van de aanwezigheid van kok en pannekoek. Vervolgens geeft hij de kok een teken, waarop deze de pan nekoek over zijn schouder in de zaal gooit. weegt hij de verschillende stukken af en zo kan men dan de winnaar aanwijzen. Intussen, niet slechts de winnaar wordt beloond, ook de kok vaart niet slecht by dat vijf eeuwen oude „pannekoeken-gevecht". Wedloop In de loop der tijden is het vas- t-enavond-pannekoekenfestijn op veel plaatsen in Engeland in on bruik geraakt. Echter niet in Olney. Daar organiseert men nog ieder jaaro p vastenavond een alleramu santste wedloop voor huisvrouwen. Het traject is de weg van bet marktplein naar de kerk van St.- Pieter en St.-Paul. Als op de dag Hllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll OP DE BOEKENMARKT In zeven uur van Den Haag naar Amsterdam (Speciale berichtgeving) BEGIN april a.s. zal het 300 jaar geleden zijn dat er een vaste dienst met postwagens werd ingesteld tussen Amster dam en Den Haag. De postkoets, zo'n hoog vehikel met twee of meer viervoeters ervoor, is uiteraard onze lezers voldoende bekend van plaatjei uit een of ander geschiedenisboek. Als vervoermiddel werd zij vooral na het einde van de 80-jarige oorlog door het steeds toenemende handelsverkeer, meer en meer gebruikt. Voor het echter zover was, moesten er nog heel wat problemen worden opgelost. meldt dat de wagen alle dagen reed behalve op zon. en feestdagen, „wanneer noit een ordinaire post wagen 's morgens rijd". Tarieven Zo normaal het versturen van een brief tegenwoordig is, zo'n bijzondere gebeurtenis was dat (heel) vroeger in de tijd van de kruistochten, zo'n 900 jaar geleden, werden er in beperkte mate wel eens brieven geschreven door hooggeplaatste personen, die in de gelegenheid waren geweest de schrijfkunst machtig te worden en wilden informeren hoe hun familie leden of kennissen het maakten of een gewichtige boodschap wilden verzenden. Zo'n document werd dan aan een toevallig voorbijkomende rei ziger meegegeven, of werd verzon den per eigen bode. Trekschuit ivas geen genoegen Toen er op den duur een steeds grotere vervoersbehoefte ont stond, werd allereerst het ver voer te water uitgebreid, om een zo geregeld mogelijke verbinding tot stand te brengen. De vele waterwe gen in ons land leenden zich daar uitstekend voor. De trekschuit werd dus populair. Dat men per schip overigens niet altijd voor zijn ge noegen reisde, kan men opmaken uit brieven van een Leids student, die schreef als passagier van een dergelijk vervoermiddel verscheide ne malen in levensgevaar te hebben verkeerd. Na zyn laatste ervaring berichtte hij zijn zuster: „lek sal m(j altijd wel wachten op een ander tijt in sulcken stormenden tegenwind 't seyl te gaen. Liever hadde ick te lande een pondt groot te verrijden". En deze student zal waarschijnlijk niet de enige zijn geweest die klach ten had over dat vervoer te water. Omdat het bovendien meestal te veel tijd in beslag nam, werd er omgekeken naar een snellere gere gelde verbinding. Uit de bus kwam een bodedienst te paard, voor het eerst in 1659 tussen Amsterdam en Den Haag. Voor het transport van passagiers had men daar echter niets aan. Haagse post, of san vega rde t vagen Raeds in 1660 richtte daarom een zekere Jacob Quack tot de Amsterdamse magistraat het verzoek uit Rotterdam een postwagendienst te mogen instellen. Hij had zijn plan smakelijk opge diend door het in verband te bren gen met de aanvoer, doormiddel van zijn „snelle wagens", van verse vis, vooral zalm. op de Amster damse markt. Maar al wisten de heren aan de Amstel dit laatste on getwijfeld te waarderen, voor zijn postdienst voelden zij niets. Ook tegenover plannen uit Den Haag namen zij aanvankelijk een niet bepaald aanmoedigende hou ding aan. En dat Amsterdam er uiteindelijk in toestemde een vaste dienst te openen, zal wel het gevolg zijn ge weest van hoge tussenkomst. Zo schreef de bekende postmeester en baljuw van 's-Gravenhage, Quintin de Veer, op 5 april 1662 aan Johan de Wit-t, die toen te Amsterdam bij zijn zwager logeerde, het volgende: „Doen ick voor de laeste mael nevens d'heer borgemeester Van der Houve tot Amsterdam ben geweest, heeft de heer Van Polsbroeck ende d'andere borgemeesteren mij vaste toesegginge gedaen, dat bij haer edt. zo haest de borgemeester Hooft van de dachvaert te buys quam, de saecke van de jachtwagens tus sen Amsterdam ende Den Haag soude afgedaen werden tot conten- tement ende aen monsieur bisdom mer, onsen gecommitteerde, acte verleent, omme oock van Amster dam reysende luyden met de jacht wagens te mogen voeren". Hij vroeg toen dit te bevorderen. Als „premie" e Raadpensionaris schijnt toen aan De Veer's verzoek te heb ben voldaan. Opmerkelijk is althans, dat de Amsterdamse ma gistraat de volgende dag reeds, 6 april 1662, bij resolutie gedoogde, dat „Als preuve" gedurende zes maanden een zodanige dienst kon worden ingesteld „tusschen dese stadt ende Den Haeghe in manie ren, dat alle morgens ten vijff uyren van dese stadt ende Den Haeghe respective een postwaegen soude afrijden, de welcke des nae- middachs ten drie uyren souden wederom keeren, ende volghens see- cker reglement daer toe te stellen". Met de leiding werd belast de oud-wethouder van Zevenbergen, die als postmeester van Dordrecht en Breda en later als leidinggeven de in de bodedienst Amsterdam- Den Haag al veel ervaring in der gelijke diensten had opgedaan, Hendrick Jacobsz. van der Heyden. Hij kreeg een aanstelling voor zes maanden, op provisiebasis. Een ge schiedenisboek van plus minus 1700 ussen 30 juli en 1 september was er geen vroegdienst we gen „de groote vakantie voor den Hove van Holland". Het tarief bedroeg 4 gulden en drie stuivers per persoon. Precies 92 jaar na de oprichting in 1662, werd er voor het „ryden der postwagens tussen Amsterdam op 's-Graven hage" een uitvoerige regeling ge troffen. Iedere dag gingen er vice- versa twee wagens, ook wanneer slechts één passagier meewilde. Voor de „wagen met lederen klap pen" bleven de prijzen gelijk. In dien een wagen met zij glazen reed, bedroeg de prijs vier gulden en vijf stuivers. Men ziec, ook daar had het klassensysteem dus zijn intrede reeds gedaan. De wagens mochten niet langer dan zeven uur onderweg zijn. Daar de postwagen „niet diende om pakjes, maar om passagiers ten spoedigste over te voeren", konden er slechts op be paalde Dlaatsen pakjes besteld wor den. Route over Haarlem route van deze wagens liep over Haarlem. De preciese weg, welke de wagens gevolgd moeten hebben, is vermoedelijk die (vanuit Den Haag gezien) over Huis ten Deyl, Haagsche Schouw, Duivenvlucht, Sassenheim, Lisse, Hillegom, Berkenrode, Haarlem en Huis te Vere geweest. De kosten werden berekend naar gelang de afstand. Bij de zogenaamde „post huizen" (waarschijnlijk in Duiven vlucht en Heemstede) werden de paarden verwisseld en konden de reizigers hun stoffige kleren reini gen en zich verfrissen. In Heemste de gebeurde dit waarschijnlijk in „De dorstige kuyl", tegenover het huidige landgoed Berkenrode. In latere tijden is deze „neringryke herberg' 'afgebroken. De moderne Nederlander zal voor deze „snelle" verbinding slechts een schamper lachje kunnen opbrengen, zeven uur onderweg van Den Haag naar Amsterdam! Toch blijft bet de vraag, of de mensen in die tijd minder gelukkig zullen zün geweest dan wij, in onze jachtige wereld van het-steeds- maar-sneller-proberen-te-doen. Een afbeelding van de Haag sche post- of sauvegardewagen naar een bewaard gebleven gevelsteen in perceel Singel 7-i te Amsterdam (Foto PTT) De pannekoekenrctce in Olney is een zeer spectaculaire ge beurtenis. Dan begint het spektakel. Als een horde wilden storten de „vech ters" zich op de pannekoek met het doel, een zo groot mogelijk stuk te bemachtigen. Het is een „free fight for all", dat echter slechts kort duurt, want na twee minuten geeft de directeur het sein om te stoppen. De jongens staan dan op en tonen de stukken pannekoek die zij ver overden. Wie het grootste stuk heeft, wordt tot winnaar geprocla meerd en krijgt een guinea (circa elf gulden) als prijs. Het is lang niet altijd mogelijk om op het oog uit te maken, welk stuk het grootst is. Dan gaat- de kok naar de keuken om zijn weegschaal te halen. Onder ademloze spanning vóór het begin van de vasten 's och tends de kerkklokken beginnen te luiden, verzamelen de deelneem sters zich op het marktplein. Ze hebben allemaal een braadpan met een gloeiendhete pannekoek er in. Op een teken van de organisa tor rennen de vrouwen naar de kerk. Zij moeten de par. in de hand houden en de pannekoek onderweg minstens driemaal in de lucht wer pen en weer opvangen. In de kerk wordt vervolgens een korte dienst gehouden en na afloop geeft de do minee zijn zegen en de koster een zoen aan de winnende huisvrouw. De pannekoeken, die de wedloop overleven (er sneuvelen er natuur lijk wel enige!) krijgen de klokken luiders cadeau als vastenavondge schenk. De „pannekoeken-wedloop" in Ol ney werd voor het eerst gehouden in 1445 en is dus als gebruik meer dan vijf eeuwen oud. De toeschou wers amuseren zich steeds uitste- EZE keer spreken wij met elkaar over Mattheus. de schrijver van het Evange lieverhaal dat vooraan in het Nieuwe Testament is opgeno men. Dat zijn Evangeliebeschrij ving voorop is geplaatst, niet door ons maar door christenen van eeuwen geleden, is waar schijnlijk te danken aan de apostelnaam: Mattheus. Jezus, zo wordt verteld, heeft onder Zijn twaalf naaste volgelingen, ook een voormalige tollenaar op genomen. U weet, een tollenaar was in die tijd een ambtenaar, die van Romeinse overheersers tegen betaling van een bepaalde som geld het recht verkreeg om tol en accijns te heffen. Deze mensen werden door de joden met de nek aangekeken, vooral wanneer zij, zoals Mattheus, joodse ouders hadden. Gods- leiding van het persoonlijk stempel van ieder Evangelieboek hebben gezegd: Ieder mens mag zichzelf blijven tegenover God. Voor u en mij gelden misschien op geheel ander terrein bepaalde eisen, die ons bijzonder moeilijk vallen om na te komen. Laat niemand tegenover Jezus op welke manier ook verontschuldi gingen maken maar zich nauw keurig afvragen: wat moet ik zelf doen? Nu is het wel de vraag of ons Mattheus-evangelie regelrecht van de apostel Mattheus af komstig is. Deskundigen menen Wilfred Fienbergh. „Voor Johnnie geen liefde". (Ver taling uit het Engels). Zuid- Hollar.dsche L'itge versmij. Den Haag. z.j. Politiek en liefde dat moet botsen, althans in een roman. Jbhnnie Byrne is een En gelse Labourafgevaardigde, die doet wat hij kan op het gebied van re clame om zijn kiezerstal op te voe ren en een ministersplaats te ver overen. De man is tweeënveertig wat nog jong voor de moeilijke leeftijd maar desniettemin loopt het mis met hem. Voor de eerste maal is hij zijn geheelonthouders belofte ontrouw. Hij is gehuwd met de zondagsschoolvriendin uit zijn prille jaren, Alice, die hem altijd min of meer overheerst heeft, maar „hem nooit behoorlijk ge kust". Alice is zelf een politieke figuur. Geen wonder dus, dat het aanschouwen van een striptease deze ziel in alle staten brengt. Over Johnnie's jeugd en over zijn soldatentijd horen wij het een en ander. In 1950 is hij lid van het Parlement geworden Doch het feit, dat het ministerschap zijn neus voorbij gaat, is voor Ali ce een reden om deze mislukte man nu maar in de steek te la ten. Deze verlating is natuurlijk een open deur voor een reeks dé- bauches, want zonder die zou de roman niet verder kunnen. Hij verwaarloost zijn politieke plich ten en zijr. kiesdistrict dient een kend. Enige jaren geleden waren er een paar gasten uit de plaats Li beral (Kansas) in de Verenigde Staten. Zij kwamen zo onder de indruk van de wedstrijd, dat zij be sloten in Liberal eveneens een „pannekoeken-wedloop" te organi seren. Met recht kan men dus thans zeggen, dat „hardlopen-met-een- pannekoek" een internationale sport is geworden, vooral als men weet. dat er als wisselprijs een zil veren steelpan is uitgeloofd voor de snelste pannekoek-loopster van Ol- sey of Liberal. Wie de prijs drie maal achtereen wint, mag de tro fee haar eigendom noemen. punt van verschillende culturen en godsdiensten, geschreven is, zal het boek vooral bedoeld zijn als een zendingsgeschrift. Mat theus, de apostel heeft wellicht de inhoud verzameld en in een overzichtelijke vorm de woorden en daden van Jezus bijeenge voegd. De systematische indeling van Mattheus is namelijk op vallend, in vergelijking met de andere evangelibeschrijvingen. Misschien, of waarschijnlijk hebben leerlingen of de kring rondom de apostel Mattheus zijn boek de vorm gegeven, waarin wy het nu kennen. Behalve de duidelijke indeling leest u het Mattheusevange- lie hierop zelf eens na is het ook opmerkelijk, dat herhaalde lijk uitspraken van het Oude Testament worden aangehaald. De schrijver heeft, zoals ook in de mondelinge prediking gebeur- dienstig werden zij niet meer tot de joodse gemeente gerekend. Jezus echter heeft Mattheus tot een van zijn apostelen gemaakt. Dat is maar niet zó gegaan. Mattheus heeft zijn beroep, zijn luxe bestaan, zijn Romeinse vrienden, zijn bezittingen prijs moeten geven, terwille van Je zus. Zo alleen was hij in staat om volledig te kunnen doen wat Jezus van hem vroeg. De vraag of wy hetzelfde moeten doen om waarachtig christen te worden, is in menig opzicht een ingewikkelde vraag. In ieder geval mag een gebeur tenis uit de bijbel of een zeer persoonlijke beslissing zoals ons van Mattheus, de tollenaar, ver teld wordt, niet zonder meer als een algemeen geldende eis aan iedereen voorgeschreven worden. Zoals wij vorige week naar aan- te kunnen vaststellen, dat dit boek ontstaan en geschreven is in Antiochië, een bloeiende han delsstad in de noord-oostelijke hoek van de Middellandse Zee. In Antochië woonden mensen van verschillende nationaliteit. Zij spraken niet aleen dezelfde taal. Bovendien was deze stad een soort verkeersplein tussen de landen van het Oosten en het Westen. De christenen van Antiochië hebben ook zendelingen uitge zonden naar de Grieks-spreken de wereld. De gedachtenwereld van het Evangelie, oorspronke lijk sterk joods, werd in nieuwe begrippen overgebracht, zodat ook niet-joden de Blijde Bood schap konden verstaan. Als het Mattheus-evangelie in deze meertalige stad, kruispunt tussen Oost en West, verzamel de, willen betogen: wat het Oude Testament aankondigt, heeft in Jezus verwezenlijking gevonden. Jezus is de Christus; dat is de vertaling van: Jezus is de Messias. Dit is een duide lijke kern in de Goede Bood schap. die Mattheus aan joden en heidenen, aan de wereld van toen en van nu en van de toe komst, in opdracht van God, heeft te brengen. Zijn eigen leven kwam in een geheel nieuw licht. Van Chris tus. N Brenge zijn Evangelie ook ons leven, iedere dag weer, in dat eeuwige nieuwe Licht. Dr. P. L. Schoonheim, herv. predikant voor het ouitenkerkeRjke werk te Leiden. Hoge Rijndijk 14a. motie van wantrouwen tegen hem in, waarby hy beschuldigd wordt van steun aan imperialistische avonturen in het midden-Oosten. Een verzoening met Alice en een bescheiden functie bieden man en vrouw een ander soort te vredenheid dan zij verwacht had den. Geen kwaad verhaal. Filmfo to s. Cornells Conijn en Jon. C. Marten. „Dodendans op Ba- li'. W. van Hoeve. 's-Gra venhage 1961. Een balletgroep vertrekt uit Aus tralië om in Indonesië voorstel lingen te gaan geven. By het ge zelschap bevinden zich de prima ballerina Olparova en de jeugdige ster in opkomst, de blonde Shirley Henderson. Voorts de danser Ol- parov, echtgenoot van de balleri- een Pianist met aspiraties, de leider Tollard en de kleedster iionka. Voldoende verschillend van aard om de vonken van ja- lorae en kribbigheid te laten heen en weer vliegen. Op Bali geschiedt de moord, die nodig is om van het geheel een detective te maken Pa rallel met dit drama lopen natuur- lyk roerigheid op het eiland van wege een taboe-overtreding en nog ffn en ander, dat ik u niet vertellen zal, want dan is de grap er af. Een Indonesische chef van politie, dr. Alih Akim genaamd, keurig en rustig als de beroemde lord Peter van wyien Dorothy Sayers, weet de kwestie op te los sen. waarbij hij wel wat al te veel op zyn intuitie steunt. De beide schrijvers hebben naar de inleiding vermeldt „deel uitge- van de wereld van het bal let en zij moeten dus van de gang van zaken goed op de hoogte zyn Een van beiden schrijft ech ter heel lelijk Nederlands. Otto van Rombach „Anna van Saksen". (Vertaling uit het Duits) J. J. Tijl N.V. Zwolle. 1961. Voor wie dat vergeten mocht zyn Anna van Saksen is de tweede vrouw geweest van prins Willem van Oranje en de moeder van prins Maurits. Deze Anna van Saksen is na haar eerste vrolijke huwelyksjeren in Breda, diep te leurgesteld als haar echtgenoot zich alleen nog bezighoudt met zyn politieke en stadhouderlijke accupaties. zy verdraagt de een zaamheid niet en stellig niet wan neer zy gehuisvest wordt op het kasteel Dillenburg, waar graaf Jo han alles te gelde maakt en in de uiterste soberheid leeft om zyn broer Willem te steunen in zijn stryd togen Spanje. De schrijver tekent haar als een uitermate le venslustige en wat onevenwichti ge jonge vrouw, die zich bekneld voelt in de kooi van de stijve Nas- sau-Dillenburgs. Voor de stryd van Prins Willem kan of wil zy geen enkel begrip tonen. Zy vat met waarom hij zyn en haar le ven en al hun bezit opoffert voor die mensen op klompen. Blijkbaar was het haar totaal niet- duideiyk waar het eigenlyk om ging in de stryd tussen Spanje en de Neder landen zelfbeschikkingsrecht en vrijheid van godsdienst. Zy vertrekt met haar gevolg naar Keulen en neemt haar in trek in het huis Rinkenhof. Haar bereiken niet anders dan jobsty- dingen en op den duur voeren de ze onrust en teleurstelling haar in de armen van de Antwerpse advo caat Jan Rubens. Deze ontrouw is de oorzaak van een volkomen breuk tussen Willem en Anna. Als gevolg van de totale nederlaag van Prins Willen en van de smet, die Anna op haar naam draagt, is geen uitvlucht Anna's eigen fami lie te dwaas om haar niet te hoe ven ontvangen, zy wordt verban nen naar het slot Bielstein. Zoals berouw steeds te laat komt. zo be gon ook deze Anna van Saksen te laat in te zien waar en hoe zy ongelyk had gehad in haar hou ding tegenover haar man. Na, tydens de bevryding van de Ne derlanden, nog een ogenblik een politieke speelbal te zyn geweest, sterft zy in haar eigen land waar de keurvorst haar min of meer ge vangen gezet heeft. Hoewel romans op historische grondslag het bezwaar hebben nooit helemaal romans en zeker nooit historie te zyn, is dit tragi sche verhaal toch de moeite van het lezen waard. Het is wat lang. CLARA EGGINK,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 13