Parij se tips
lef QiO^-<
:ctq?o^v
DE VERTOSCOOP
Kom er ACHT-er
O
Nieuwtjes zijn NIET
altijd verbeteringen
Probleemcomposities
p
ÉP
m
8
is
n
WERKT
HET!
voor de jongste generatie
ONS MENU VAN DE WEEK
Zaterdag 3 maart 1962
Pagina 3
Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand
1. Voor alledag of zondag, voor
thuis, school of buiten, voor waar
dan ook en wanneer dan ook; een
klassiek jurkje van goede kwaliteit
ripsfluweel. Ripsfluweel is een van
de meest praktische stoffen in de
kindergarderobe die van Jantje
zowel als die van Marietje voor
opgesteld dat de stof van prima
kwaliteit is, zich goed laat wassen
en plet nog kaal wordt. Het hier
afgebeelde meisjesjurkje is van fel
rood ripsfluweel en gegarneerd met
een „stropdas" van wit chevreau-
leer. (Sporvel.)
2. Wol is zo vanzelfsprekend dat
zelfnaaiende moeders het maar al
te vaak vergeten: ripsfluweel is een
uiterst praktisch materiaal voor de
kinder jas of -mantel. Het is na
melijk zo gemakkelijk wasbaar
en dat is al heel wat - en het hoeft
beslist niet voor het babyjasje te
worden gereserveerd: ook oudere
kinderen zijn er goed mee. Al naar
gelang 't jaargetijde wordt zo'n jas
van een al dan niet uitneembare,
gewatteerde voering voorzien. Hier
is een double-breasted model voor
jongens, dat, gesloten naar de an
dere kant, ook de meisjes uitste
kend past. (Sporvel.)
3. Twee zusjes in een school-
jurkje, dat uit heel fijn geribde
fluweel is gemaakt. Het lange lijfje
en de plooirok, het witte kraagje,
dat in de kleur van het fluweel
is doorgestikt, geven het model te
gelijkertijd een ouderwets en een
hypermodern aspect. (Sporvel.)
4. Zelfs het kapsel van kleine
meisjes legt gewicht in de schaal,
of u nu zelf knipt en friseert of
uw meisjes meeneemt naar de kap
per voor een watergolf of een per
manent. Voor al die moeders, die
haar heel jonge dochters laten
rondlopen met een hoofd vol oud-
makende en zichtbaar kunstmatige
krullen en golven, drukken we deze
foto af. Hij toont aan hoe eenvou
dig en natuurlijk een kinderkopje
er uit kan zien, zelfs als de kapper
erop aan 't werk is geweest. Een
van de grote Parijse coiffeurs ont
wierp namelijk dit kapsel voor klei
ne ijdeltuitjes. (Luc Traineau.)
5. Feestjurkjes voor grote gele
genheden zijn niet in elke kinder
garderobe nodig, en gelukkig maar,
want ze zijn een luxe, die maar al
te vaak geen tweede maal aan bod
komt voordat de jeugdige eigena
resse ze ontgroeid is. Desniettemin
(om der wille van het jongere zusje,
het nichtje of de liefdadigheidsin
stelling, die ze erven zal) is was
baar en kreukherstellend materiaal
er de aangewezen grondstof voor.
Hier is een feestjurkje van een
nieuwe synthetische stof, die onge
veer het voorkomen heeft van lin
geriebatist, maar die onkreukbaar
is en in een wip wast, droogt en
strijkt. (Violine.)
6. Wat een leuk plaatje, zegt u
ongetwijfeld. Maar wat een gekke
mutsen, voegt u er misschien aan
toe. Hoe uw reactie ook is, en of u
de leuke hoedjes nu draagbaar acht
of niet, ze doen het op de foto
even goed als de bijbehorende jurk
jes het in de praktijk doen. Ze zijn
van hetzelfde nieuwe materiaal als
het jurkje van de voorgaande foto,
hier echter bedrukt in zachte tin
ten. (Violine.)
J.V.
O
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit nummer.
De eerste dagen van deze week
staan wel in het bijzonder in het
teken van carnaval en omdat het
carnavalsfeest in vroeger tijden het
symbool was van de vruchtbaar
heid van mens, dier en aarde, wer
den in deze tijd veel vette krach
tige, maar ook kiemkrachtige spij
zen gebruikt en ook nu worden dan
nog vaak melk, boter, eieren, pan
nekoeken, kransen en krakelingen
gegeten.
Degenen die carnaval vieren vin
den op zondag, maandag en dins
dag uitvoerige maaltijden aangege
ven. Wie aan de feestvreugde niet
meedoet kan naar eigen verkiezing
een gerecht schrappen, maar het is
misschien wel leuk dan toch eens
van die heerlijk zoete krakelingen
te bakken en daar in de carnavals-
tijd de gezinsleden mee te verras
sen.
150 gr boter wordt zachtgeroerd
en goed met 3/4 liter lauw water
vermengd. Daarna wordt er 250 gr
bloem bijgedaan en alles tezamen
tot een deeg gekneed. Hiervan wor
den lange dunne rolletjes gerold,
die tot een acht worden gevormd
en dan in koud water worden ge
dompeld. De krakelingen worden
hierna door bruine suiker gewen
teld en op een bakblik (beboterd)
gelegd, met wat suiker bestrooid
en in een warme oven in ongeveer
20 minuten gaar gebakken.
MAANDAG:
kippeleverbeignets, Wiener schnit
zels, spruitjes, gebakken aardap
pelen, fruit.
DINSDAG:
kippesoep, varkenskoteletten,
brussels lof, rauw gebakken aard
appelen, mokkasoezen.
WOENSDAG:
eier- en champignonragoüt, rijst,
sla, drie kleurenpudding.
DONDERDAG:
ramequin, knolselderij in room
saus, aardappelen, citroenrijst.
VRIJDAG:
rolpens, rode kool, aardappelen
of gebakken vis, rode kool, aard
appelen, yoghurt met geraspte
appel.
ZATERDAG:
volledige groentesoep, rabarber
met schuimkop.
ZONDAG:
nierbroodjes, gebraden kip, ge
mengde compote, aardappelen, si-
naasappelbavarois.
KIPPELEVERBEIGNETS
100 gr gekookte kippelevertjes en
50 gr gekookte champignons wor
den fijn gehakt en tezamen met
50 gr geraspte kaas door 2V2 dl zeer
dikke roomsaus geroerd.
Na afkoeling wordt het mengsel
in stukjes verdeeld, door beignet-
beslag gehaald en in frituurvet ge
bakken.
MOKKASOEZEN
Zijn soezen gevuld met slagroom,
welke met sterk koffieextract e?.
suiker naar smaak zijn vermengd.
De soezen worden met koffieglazuur
bestreken.
Onze bridgerubriek
BRIDGEVRAAG DEZER
WEEK
Zuid gever, OW kwetsbaar
parenwedstrijd. Zuid heeft
het volgende spel:
Sch. H. 10, 8, 5. Ha. A, H.
B, 7, 5. Ru. H. 10, 3. Kla. 6.
Zuid opent met één harten
west (tegenpartij) biedt
twee klaveren noord denkt
lang na en doubleert tenslot
te oost past mag zuid
dit doublet thans nog uitne
men, of gebiedt de welvoege
lij kheid hem thans te pas
sen?
Ontegenzeggelijk schrijdt de
moderne biedtechniek nog
steeds verder in de goede rich
ting. Niet, dat alles wat op de
bridgemarkt wordt aangebo
den de moeite van het consu
meren waard is, want men
moet zorgvuldig zoeken om
uit de overvloed iets delicaats
te halen. De beste sorteerder
van goed en slecht blijkt ove
rigens steeds de praktijk te
zijn.
Eerst als iets vrij langdurig op
z'n bruikbaarheid in normaal spel
getest is, kan een goed oordeel wor
den uitgesproken. De experts zijn
als regel dan ook zéér voorzichtig
bij het adviseren van een nieuwtje
zij willen eens afwachten, hoe
de praktijkervaring is, alvorens hun
volgelingen het gebruik aan te
bevelen.
Na langdurige proefnemingen en
bestudering van resultaten, is nu
zelfs Terence Reese één der
beste, doch ook één der meest con
servatieve bridgespelers ter wereld
er toe overgegaan in het door
hem gepropageerde Acol-biedsys-
teem het gebruik van de conventie:
„vierde kleur forcing" aan te be
velen. Als u met uw partner nooit
biedmogelükheden hebt behoeft u
niet verder te lezen doch wan
neer u voor verbetering vatbaar
bent, zou ik u willen vragen wat of
u doet met het volgende spel
(noord)
Sch. A, H, 9, 6, 3; Ha. A, B, 3;
Ru. B, 9, 2; Kla. 6, 5.
Uw partner (zuid) opent met één
harten de tegenpartij past u
begint natuurlijk één schoppen te
bieden waarna uw partner twee
klaveren zegt. Wat nu??
Indien uw antwoord „vier har
ten" is, zult u in menig geval in
de roos schieten doch niet in
alle. Biedt u „drie harten", dan
maakt u de (principiële) onjuist
heid een bod te doen, dat óók op
een zwakker spel (b.v. zonder
schoppenheer) zou kunnen geschie
den.
Laten we eens drie mogelijke
zuidspellen opschrijven:
(A) Sch. B, 2. Ha. H, 10, 8, 7, 5.
Ru. 10. Kla. A, H, B, 4, 3.
(B) Sch. 10, 8, 5. Ha. H, V, 10, 9.
Ru. 6, 3. Kla. A, H, V, B.
(C) Sch. V, 7. Ha. V, 6, 5, 4, 2.
Ru. A, V. Kla. A, B, 9, 8.
De spellen A, B en C kunnen in
elk normaal biedsysteem worden
geopend met één harten, als noord
dan biedt één schoppen - zuid twee
klaveren - noord drie harten is
het vrijwel zeker dat men grote
kans heeft steeds in vier harten te
eindigen. Toch is dat niet steeds
het juiste contract: spel A samen
met noord moet tot 4 harten komen
spel B met noord echter tot
4 schoppen terwijl in C met
noord een contract van 3 Sansa-
tout zeker de beste winstkansen
biedt.
Het kunstje dat nu gebruikt
wordt, om al deze spellen tot het
juiste eindbod te brengen is als
volgt: zuid één harten noord één
schoppen zuid twee klaveren
en hierna moet noord „de vierde
kleur bieden" (dus twee ruiten zeg
gen). Dit bod kan nauwelijks bete
kenen dat noord ruitens heeft,
want in dat geval zou hij eenvou
dig zélf 2 Sansatout hebben kun
nen bieden. Dit bod in de vierde
kleur is dus onherroepelijk forcing
(dwingend), en de partner moet
na dit bod zijn spel zo natuurlijk
mogelijk omschrijven. Ik zal u de
drie biedseries laten zien met de
gegeven spellen en met gebruik van
de „vierde kleur-forcing conventie"
Spel A met noord: 1 harten 1
schoppen 2 klaveren 2 rui
ten (noord) 2 harten 4 har
ten..
Spel B met noord: het bieden
t/m 2 ruiten gaat als voren, maar
dan vervolgt zuid met: 2 schoppen
(aangevende kleine schoppensteun;
als zuid sterkere steun had gehad,
zou hij dat direct getoond hebben)
noord 4 schoppen.
Spel C met noord: 1 harten 1
schoppen 2 klaveren 2 ruiten
zuid dan 2 SA noord 3 harten
zuid 3 SA (wegens goede ruiten
dekking) en noord past.
Ik neem graag aan, dat niet
iedereen direct van het nut dezer
conventie overtuigd zal zijn doch
als 's werelds beste bridgespelers
er wat in zien, is het misschien
toch wel de moeite van het over
wegen waard.
H. W. Filarski.
Antwoord op wekeiykse
bridgevraag
Volgens opvattingen die
gelden in kringen die regel
matig met arbitrage in grote
internationale toernooien te
maken hebben verliest een
speler wiens partner uit
zonderlijk lang heeft nage
dacht het recht om een
bod te doen, anders dan het
bod dat volgens zijn spel op
gelegd en niet aan twijfel
onderhevig is. Zuid moet
hier dus zeker passen en
als hij dat niet doet, zou de
tegenpartij later protest kun
nen aantekenen en dient de
wedstrijdleider NZ te straf
fen, b.v. door het opleggen
van enkele matchpunten
straf.
Onze damrubriek
Er was in de jaren kort voor de tweede wereldoorlog nog
een heel andere opvatting op probleemcompositiegebied dan
tegenwoordig. Hoewel men de dam erkende in zijn kwalitei
ten als combinatiemiddel, vond
men dat problemen in de aan-
vangspositie geen dammen
moesten bevatten.
Na de oorlog werd dit standpunt
over het geheel verlaten, en men
zag in dat juist de dam mogelijk
heden opende die in geen enkel
ander opzicht te verwezelijken wa
ren. Bovendien zagen de componis
ten zich ook teveel terrein ontno
men en aan de massa z.g. fantasie
problemen van na de oorlog kon
men zien wat er eigenlijk dwars
zat. Men wilde zijn scheppingsdrift
uitvieren en zocht naar terrein
daarvoor. Spoedig componeerde
men dan ook volgens totaal andere
normen.
Wij bieden hier een aantal in
genieuze voorbeelden.
I. (Blankenaar)Z. 22, 38, 24
dam. W. 23, 43, 44, 32 dam, 37 dam.
Hetgeen wint door 3742, 42 x
15, 22-27 Of? 32x 16, 40-44, 15-29,
enz. met 't bekende klassieke eind
spelletje. Hoe dezelfde Blankenaar
een pionier in dit genre wasziet
men aan de beide volgende stan
den.
II. (BI.) Z. 10, 38, 45, 1 dam. W.
20, 34, 35, 39. 3 dam.
Wit wint door 20—14, 1 x 40 (x 19,
3—25, wint), 35x44, 325, etc. Een
aardig effect.
III. (BI.) Z. 9, 40, 43 dam. W. 19,
39, 50, 48 dam.
Wit speelt 19—14, 43x25 of?
14x3, 4045, 312, wint. Een zeer
geestige vondst.
IV: 48—43, 33—38, 37—31, enz.
wint fraai!
V. 32—28—23, 38—33, wint fraai!
VI. Dit wint wel heel erg ver
nuftig! Wat zou men denken van
24—20, 19—30 en het zo typisch
winnende restant. Men ziet hoe
dammencombinaties een specifiek
oorspronkelijk verloop hebben.
IV
P. van Dijk
1 2 3 4 5
V
G. Avid
Z. 13, 14. 19, 25, 26 dam.
W. 30, 32, 34, 38, 42, 45 dam.
VI
A. Miedema
V/fa m W/a
/AA 'Am. "Wb Wa m?
i m m m j§
Z. 28 dam, 35, 39, 43, 44, 49 dam.
W. 7, 19 dam, 23, 24, 29, 32, 48.
VII
D. Poirier
H
Ad
/m
Am
p
i§
m
9
nn
Hf
m
n§
Él
üjl
m
i
l
2
3
t g
H
JU
'1
18
3
a
Hf
SS
a
m
9P
21
3
m
3
m
IP
m
3
PB
m
Am,
M
9,
Ad
13
W-
9
fH
m
Z. 26, 33, 46 dam.
W. 17, 18, 27, 32, 37, 48.
Z. 5, 8/10, 17, 13 dam.
W. 23, 26, 27, 29, 32, 33, 41, 42.
Voor alle standen geldt „Wit speelt
en wint".
In de vertoscoop bevindt zich een
scherm met een stof die fosfori-
seert bij bestraling metfonzicht-
bare) ultraviolette stralen.
Met een vertoscoop kan men
een foto-negatief- vergroot
als positief zien.