Albanezen Matige handel met matige prijzen Leiden krijgt in binnenstad ruim 6000 parkeerplaatsen zonen van de Adelaar De Twentsche Bank Parkeerruimte moet er komen! Parkeerterreinen op vele plaatsen geprojecteerd oudste volk van de Balkan procent rente Uw geld bewaren LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 17 FEBRUARI 1962 Het creëren van nieuwe parkeergelegenheden in de Leidse bin nenstad is een vraagstuk met een belangrijk economisch en stede bouwkundig aspect. Wil het Leidse zakencentrum „up to date" blijven en de belangrijke centrumfunctie van Leiden worden gehandhaafd, dan zal moeten worden voorkomen, dat in de binnenstad een ernstig tekort aan parkeergelegenheid optreedt. Voorts moet in steeds sterkere mate rekening worden gehouden met het ontstaan van wilkelcentra in of nabij de nieuwe woon wijken van de Leidse agglomeratie. Bouw van parkeergarages Het stemt tot voldoening, dat ook de ontwerpers van het wegenplan het als een dwingende eis van de eerste orde zien, dat er voldoende parkeerruimte komt in en nabij het Leidse centrum. Daarnaast stellen stedebouwkundigen zich echter op het standpunt, dat een te ver gaande afbreuk van de huidige bebouwing t.b.v. parkeerruimte in de city te kostbaar wordt en de stedebouxo- kundige verhoudingen in de bestaan de structuur van de binnenstad ver storen. De gesloten winkelwanden en de aantrekkelijk beslotenheid van de oude Hollandse steden zullen aan deze parkeerhonger niet mogen wor den opgeofferd; dit mede in het belang van het behoud van de typi sche sfeer in de binnenstad, welke ondanks de bouw van moderne win kelcentra grote aantrekkingskracht op het kopend publiek zal blijven uitoefenen Er zal dus in de city naar een zekere mate van evenwicht tussen parkeerruimte en bebouioing moeten worden gestreefd. Om aan de groeiende parkeerbe- hoefte bij toename van de auto dichtheid het hoofd te kunnen bie den, worden de volgende maatrege len noodzakelijk geacht. In centrum stad In het nieuwe wegenplan voor de binnenstad en omgeving zijn op rui me schaal parkeerterreinen gepro jecteerd, welke zodanige afmetingen hebben verkregen, dat de stedebouw- kundige structuur van de binnen stad zo weinig mogelijk wordt aan getast. De parkeerterreinen bevin den zich vooral in de zone, welke grenst aan de hoofdwinkelstraten: Breestraat, Korevaarstraat, Hoge- woerd (gedeeltelijk), Steenstraat en Haarlemmerstraat. De bezoekers van het winkelcen trum. dat voor een belangrijk gedeel te niet of in beperkte mate toegan kelijk zal zijn voor het motorisch verkeer kunnen hun voertuigen straks(parkeren op ruime terrei nen in „De Camp" (bij de Boerhaa- vezalen) en in de omgeving van de Jan Vossensteeg en Voldersgracht. Voorts is een driehoekig parkeerter rein nabij de Langebrug—Pieters kerkgracht ontworpen, terwijl nabij de zuidelijke entree van het stadscen trum parkeergelegenheid zal onstaan door amovering van de bebouwing tussen Levendaal, Garenmarkt en Raamsteeg en tussen Garenmarkt en Sint Jacobsgracht. Omgeving Steensfraaf In de omgeving van de Steenstraat, waar in verband met de vestiging van bioscopen, cafe's, restaurants en dergelijke veel parkeerruimte nodig zal zijn. komen terreinen vrij door sanering van de bebouwing langs de Narmstraat en Eerste Binnenvest gracht en omgeving. Op de Lammer markt kan voorts een belangrijke parkeergelegenheid worden gescha pen. Voor het oostelijk deel van het winkelcentrum (onder andere Hooi gracht) zijn bij de Hooglandse kerk. Ir. Driessenstraat. Middelstegracht en in de omgeving van de Nieuwe BrugsteegKoenesteeg parkeergele genheden voorhanden. De verplaat sing van het bodecentrum op de Kaasmarkt ten behoeve van par keergelegenheid zal in de toekomst ernstig moeten worden overwogen. Rond de Universiteit De aula maxima, bibliotheek en de uitbreiding van de Universiteit zullen veel parkeerruimte vergen. Deze zal moeten worden gevonden in het ka der van de plannen door de sanering en nieuwbouw aan de westzijde van de Kaiserstraat en het Rapenburg. Een parkeerterrein is voorts ont worpen bij het Noordeinde, waartoe de aldaar gelegen kazernes zullen moeten verdwijnen. Voorts kunnen op daartoe geschik te plaatsen enkele parkeergarages worden gebouwd. Het grote voordeel van deze parkeergarages bestaat hierin, dat hiervoor slechts een ter rein met een In verhouding tot de parkeerterreinen geringe oppervlakte nodig is. Naast de terreinen en straten met parkeermeters of -schijven zijn bij de cityring grote vrije parkeerterrei nen nodig, waar ook voor de langpar- keerder een plaats zal zijn te vinden. Behalve de reeds genoemde terrei nen bij de cityring zijn voor dit doel terreinen ontworpen in de omgeving van de Bloemistenlaan voor het uit het zuiden de city binnenvallend ver- 500 en bij 1:6 reeds ruim 900 par keer en langs de noordzijde van de I keerplaatsen nodig, terwijl wanneer Nieuwe uitgaven Het maandblad Goed Wonen (uitg. J Brusse in Rotterdam», orgaan van de Stichting van dezelfde naam, is de nieuwe jaargang, de vijftiende, begonnen met een aflevering in een opvallend omslag. Het tijdschrift is nog altijd bezig zijn lezers vertrouwd te maken met de kunst, van het wo nen en met moderne woninginrich ting. Dit nummer bevat o.m. een geillustreerde beschrijving van de middelen, waarmee een inventieve be woner van twee kamers in een „pij penla" een zeer bewoonbare gezins ruimte maakte. Voorts is er een uit stekende documentatie van alle mo gelijke soorten bedden, die bij be perkte woonruimte uitkomst kunnen bieden. Zelfs de hedendaagse systeem bouw laat nog wel moeilijkheden voor een gevarieerde, persoonlijke bewo ning, zoals blijkt uit een beschrijving van een voorlichtingswoning van Goed Wonen door binnenhuisarchi tect Coen de Vries. Elsevlers Weekblad heeft zojuist de Belasting-almanak 1962 het licnt doen zien. ongetwijfeld tot vreugde van de velen, die van deze handige gids een dankbaar gebruik maken bij het invul len van hun belastingbiljet. Deskun dige voorlichting bij deze arbeid is be paald niet overbodig. En de groeten van Elio, Ro man voor de oudere Jeugd, door Miep Diekmann. Hartje, mijn zoon, door N. van Hou ten. Ultg.: H. P. Leopold. Den Haag. Halfwas helden rond Bastogne, door R. Matheson. Uitg.: Hollandla, Baarn. Haal op die netten, door L. N. La- volle. Jeugdboek. Vert. uit het Frans door J. Schalekamp. Uitg.: Ploegsma, Amsterdam. Langegracht en in de omgeving van Maresingel, Herensingel en Marnix- straat, speciaal voor het verkeer, dat uit noordelijke en oostelijke richting de binnenstad binnenkomst. Parkeren omgeving Station Het parkeerprobleem aan de noordwestzij de van de binnenstad omgeving Stationsplein*—Schutters veld) vraagt bijzondere aandacht, hier komen de zeer belangrijke we gen uit de richting Den Haag (W, Katwijk en bollenstreek het stads centrum binnen. Voorts zullen hier het Station en de nieuwe bebouwing, bestaande uit kantoren, schouwburg, café-restaurants hotels, bioscopen en winkels, een zeer grote parkeer- behoefte veroorzaken. Bij een auto dichtheid van 1 15 zijn hier circa een zeer hoge dichtheid van 1 wordt bereikt een aantal van 1450 parkeerplaatsen moet worden aange nomen. De oplossing is voor deze om geving gezocht in het reserveren van extra parkeerruimte in de sanering van de Transvaalbuurt en aan de noordzijde van het Station op een nieuw Stationsplein, alsmede door 't projecteren van een parkeergarage voor circa 270 auto's achter de ont worpen bebouwing aan de Morssin gel. Parkeercapaciteit van ruim 6000 auto's In het gehele centrumgebied van Leiden is in het plan voor de binnen stad in totaal een parkeercapaciteit aanwezig van ruim 6000 plaatsen, waarvan circa 3500 op terreinen en circa 2500 parkeerplaatsen langs trot toirs. Dit betekent globaal bezien, dat hiermede aan de behoefte kan wor den voldaan tot dat de autodichtheid een punt heeft bereikt van ongeveer 1:8; uiteraard aangenomen, dat de plannen dan ook gerealiseerd zou den zyn. Bij een autodichtheid van 1 12, welke wordt aangenomen voor omstreeks 1980 ,zyn circa 4300 plaat sen nodig. VOETGANGERS: Wilt oversteken op een zebra pad? U heeft daai voorrang, maar sta eerst stil op het trottoir en kijk uit of het rijverkeer U die voorrang nog geven kan, dus tijdig kan rem men zonder ongelukken te veroor zaken. "N" 9? (Van een bijzondere medewerker) MET lange, lenige passen loopt hij naast ons voort, Redzjip Arif Demo, de Albanese jongen die wij tegenkwamen op de smalle bergweg in de Sjar Planina (grensgebergte tussen Joego-Slavië en Albanië). Zoals in deze onherbergzame streken van de Balkan vanzelf spreekt, heeft hij ons begroet, ons uitge nodigd om met hem mee naar huis te gaan en de gast van zijn familie te zijn. Op deze gastvrijheid is men als reiziger in het grootste deel van Albanië ook aangewezen, omdat gerieflijke toeristenhotels daar ten enenmale ontbreken. Redzjip Arif Demo is de kleder dracht van zijn volk trouw geble ven. Hxj draagt de nauwe wit vil ten pantalon, met zwarte geome trische patronen geborduurd, een donkerbruin handgesponnen en handgeweven grofwöllen jasje en een puntig witvïlten kallot je op het in Romeinse pony geknipte zioarte haar. Hij spreekt, behalve Alba nees, Macedonisch en wat Frans. HU Is bepaald geen domme jon gen en behoorlijk op de hoogte van de geschiedenis van zijn volk. „Eigenlijk is de Balkan van ons", zo zegt hy, „want vóór alle inval len uit het noorden kwamen vóór de Grieken, de Romeinen, de Sla ven, woonden wij hier al in onze bergen. Wij noemen ons zelf Shkip- taren, zonen van de adelaar, omdat de adelaar de machtige vogel is van onze bergen". Het dorp waar wU heen gaan, ligt inderdaad hoog in de bergen als een adelaarsnest. En van verre horen wy al het doffe roffelen van de grote Shkiptaarse trommen. Het is zaterdagnamiddag en dan wordt er gedanst en muziek gemaakt in de Albanese dorpen. Midden in het dorp, op het kleine ongeplaveide pleintje, staan vier mannen bijeen, ieder met een enor me trommel voor zich, die aan een leren riem hangt, en welke zij met twee stokken bespelen in dubbel ritme. En hoog daar boven uit gilt de zurle, een grote herdersschalmei, waarvan de nasale toon in de stilte van de bergen uren ver kan klin ken. Redzjip leidt ons zyn woning bin nen, een wit gekalkt huis van het hier algemeen gebruikelijke type: beneden de stallen, een wankele houten trap die naar de eerste ver dieping leidt, en daar op een kleine veranda uitkomt. Daarachter liggen de vertrekken. Midden in de ka mer zit Redzjip's vader, een statige oude Albanees, met spierwitte kne- Albanese herders verkopen hun wol en de tapijten die hun vrouwen weven. vel met hoog opgedraaide punten. Hij begroet ons minzaam en wij mogen by hem komen zitten op een van de schapevachten op de grond. Zijn vrouw komt ons, naar Oosterse traditie, begroeten met een glas zuiver water en een klein bord je zoetigheid, en daarna wordt er RONDOM DE VEEMARKT (Van een deskundige medewerker) Het marktbeeld bleef in de afge lopen week vry stabiel. Het aan bod van gebruiksvee was wederom iets toegenomen, doch het zijn voor namelijk de handelaren, die de za ken nog een beetje levendig houden. De veehouders tonen in het alge meen uitermate weinig kooplust. Het is daardoor dat de prijzen zich zo moeilijk kunnen handhaven. Het was ook deze week met de handel in melkvee weer een stug gedoe. Een mooi produktiebeest liet men voor minder «niet los, doch voor de rest was het met het prijsniveau eer der aan de zwakkere en lagere kant. Voor enkele uitzonderlijk beste kalf- koeien noteerden we boven f 1200.- xnaar overigens lag de prijs voor het knappe gebruiksvee in hoofdzaak tussen f900.- en f1100.- per stuk. Oudere koeien met minder produktie of fokwaarde f750.- f850.- en soms minder. Voor het magere weidevee was de belangstelling eveneens zeer matig. Het aanbod was wat ruimer. De goede modellen van niet te hoge leeftijd kon men gemakkelijk prijs houdend verkopen. Verder ging het gelijk op met het melk- en kalf vee, nl. flauw. In de slachtveesector was het al niet beter. Het aanbod hier van was beslist niet te ruim, doch de aanvulling van Deense en Engelse beesten vormde in de vleesgroothan del ruim voldoende aanbod .zodat de toestand, wat onze noteringen be treft, vooral niet beter was dan vori ge week. De mindere soorten tot de middenklasse f2.60.-f3.-; de goede jonge beesten f 3.10-f 3.20 en de kwa liteit, waarvan een gering percentage aanwezig, liep tussen f 3.30 en f 3.50 gemiddeld per kg. geslacht gewicht. Het buitenlandse vlees bracht gemid deld 5 cent per kg. minder op dan de vorige week. De vraag naar var kensvlees is momenteel door de la gere prijzen wat groter en zulks drukt natuurlyk op de omzetten van rundvlees. Vette kalveren werden ruim aan geboden deze week. Vooral uit de specifieke streken als Brabant en Gelderland komen op het moment zeer veel gemeste kalveren los. De handel viel mee en men kon de oude prijzen bedingen. Er was een ruime vraag voor export. De notering lag in hoofdzaak tussen f2.40 en f3.- per kg. levend gewicht. Voor nuchte re kalveren, waafvan het aanbod sterk toenam, lag het prijspeil bij redely ke handel tussen f 1.30 en f 1.70 per kg. levend gewicht. Fok kers en mestkalveren f 85.- f 140.- per stuk. De handel is wolvee was zeer goed. Het aanbod was trouwens niet zo groot, zodat de exporteurs vrijwel alles konden gebruiken. Uitsluitend voor Frankrijk. De varkensprijzen ondergingen weinig verandering. Er was aan de slachthuizen en op de beurs, benevens van de coöperaties ruim aanbod, vooral van zwaardere soorten en zeugen, zodat de beide laatste categoriën op het einde en kele centen per kg. op de prijzen van de vorige week moesten verliezen. Ten slotte de paardenmarkt, die zeer matig voorzien was. De handel had een vlot en duurder verloop voor de slachters, waarvoor de gemiddel de notering zéker 5 cent per kg. ge slacht heger lag dan de week tevoren Ook de ingevoerde slachtpaarden werden vlug en wat duurder opge nomen. Voor werkpaarden was de belang stelling echter minder groot, zodat deze niet duurder waren. een grote schotel binnengebracht met „ambalsien", een bladerdeegge bak met vulling van honing en no ten en drijvend in een mierzoete stroop. Gastvrijheid Deze Albanese familie behoort tot de stam der Geten. De Albanezen worden namelijk meestal onder scheiden in twee groepen: de Geten in het noorden, de Tosken in het zuiden. De gastvrijheid is groot, we mo gen net zo lang als gast onder dit dak vertoeven als we willen, we worden met veel égards behandeld. En onze kleinste wens is een bevel. Omdat wy het dansen en de muziek zo prachtig vinden, worden de mu zikanten en de dansers geroepen om vlak onder onze veranda op de bin nenplaats te komen. We mogen tus sen twee zurle-spelers zitten en mijn oren hebben nog dagen getuit van die adembenemende muziek. In een lange rij staan daar de dansers, de armen op eikaars schouders. Langzaam en eindeloos sierlijk gaan de rechterbenen om hoog, en het lichaam veert soepel in de heupen. Dit is de aloude Shkip taarse mannendans, een dans van krijgers en helden, die gedanst wordt met de sierlijke souplesse van de lynxen in de bossen achter het dorp. De Albanezen zijn een prachtig volk. Slank en gespierd, met een koninklijke houding door alle vod den en lompen heen, die zy dik wijls nog dragen. Soms met prach tige diepblauwe ogen, en een enor me adelaarsneus. „Onderontwikkeld" noemt men dit volk, naar onze moderne Westeuropese maatstaven. Maar Het melkvee was iets ruimer aan geboden met tamelyk willige handel; er was vooral vraag naar goede jon ge melkkoeien. Ook in varekoeien was er meer aanvoer. De weiders waren kalm gestemd, dus niet duurder In vette kalveren was er matig handel en eveneens niet duurder. Nuchtere kalveren redelijk, goed prijshoudend. Het wolvee werd over het geheel vlot opgenomen en was stevig prijshou dend. wie de gratie heeft ondergaan, waarmee een Albanese familie zijn gasten ontvangt, wie deze mensen heeft zien dansen, wie gehoord heeft hoe de sprookjesvertellers de oude volksballaden voordragen, met schitterende ogen, met fel geëmo tioneerde stem, met prachtig spre kende handen, die aarzelt wel even, voor hij het woord „onderontwik keld" uitspreekt Historie Het Albanees is een van de oudste Indo-Germaanse talen van Europa. Toen Albanië in de derde eeuw vóór Christus door de Romeinen werd onderworpen, werd uiteraard het Latijn de officiële voertaal. En men had dan ook kunnen verwachten, dat het Albanees, evenals de oude Iberische talen in Spanje, de Kel tische talen in Frankrijk en de Albanezen bespelen de kaval, een oeroude herdersfluit. Dacische talen in Roemenië, volle dig geromaniseerd zou worden. Dat is echter niet het geval geweest. Het Albanees heeft, als oeroude zelfstandige taal, standgehouden, en er zijn maar weinig Latijnse woorden en vormen in geslopen. Men zou kunnen zeggen: het ro- maniseringsproces van het Alba nees is blijven steken. In de late keizertijd werd Alba nië gekerstend en zeer wisselvallig banezen zyn nog steeds de oude, dappere krijgers. Wie Albanezen hoort vertellen over hun land, krijgt de indruk dat het hele com munisme meer toeval is geweest dan principe. Een Shkiptaar blijft zichzelf, door alles heen: een eigen gereide, tamelijk agressieve, maar moedige en eerlijke bergbewoner, gebonden aan oeroude tradities, trots en onbuigbaar. Het familie hoofd is alleenheerser. Enver Hodzja beschouwt zichzelf als een super-familiehoofd over zijn volk. De Albanees is roerend trots op zijn taal. Het feit, dat wij iets van het Albanees hadden geleerd, open de voor ons alle deuren en de schoenpoetser, die wij aanspraken met „sjok" (kameraad), gaf blozend van trots mij met een diepe bui ging het tuiltje lelietjes-van-dalen, waarmee hij zyn schoenpoetskist had versierd. Een gast is in Albanië volkomen heilig en onaantastbaar. Zelfs de ergste doodsvijand van een familie (bij de Geten is de bloedwraak nog lang niet uitgestorven) wordt als een vorst behandeld, zolang hy gast is onder het dak van die familie. Verlaat hij echter het huis, dan loopt hy kans honderd meter bui ten het erf doodgestoken te worden, De klederdracht van de Shkipta- ren is oer- en oeroud; ze gaat zelfs in sommige onderdelen nog terug op de prehistorie. Even oud is de traditie, dat een jonge man zich een bruid koopt voor een zak goud stukken. Een journaliste uit Za greb had enkele jaren geleden blijkbaar het hart van een Alba nees zo weten te treffen, dat deze haar echtgenoot 10.000 goudstuk ken bood in ruil voor haar Kruitvat Albanië doet weer van zich spre ken en wie de Albanezen kent zoals wy hen hebben leren kennen, weet, dat dit zeker de laatste niet zal zijn. De Balkan, zeker dit deel van de Balkan, heel niet voor niets „het kruitvat van Europa". Nog steeds, ondanks zestien jaar communisme, leeft Albanië nog bij na op de rand van de prehistorie, en de zelfbedieningszaak in de hoofdstad Tirana, waarop men ma teloos trots is, doet daar niets aan af. In de bergen leven nog de her- dersstammen. Lange karavanen van muilezels vormen daar nog enige communicatie, schapen wat schaarse landbouw het middel van bestaan. Daar worden nog de wilde bruiloften gevierd, waar da- n gen en nachten aan één stuk wordt gedanst, tot iedereen in trance ver keert, daar worden de doden nog, naar het aloude woord van Hero dotus „het graf ingedanst", daar zitten de dolken en pistolen nog los in de schede. Maar wie het eens gezien heeft, die lange ryen mannen in hun wit- met-zwarte broeken, hun harts tochtelijke donkere gezichten, wie zich de adem in de keel heeft voelen stokken bij het donkere dreunen van de trommen en het nasale gil len van de zurles, wie als gast tus sen de schapevachten in een Alba nees huis heeft geslapen, die heeft voor altyd zijn hart verloren aan dit volk, één van de laatste die zicb nog niet hebben laten gelijkscha kelen. Albanië heeft zich recalcitrant getoond in het Russische kamp. Hel zal zeker niet zonder meer in hel vaarwater van China mee gaan drijven. Maar een gehoorzame vol geling van het Westen zal Albanië ook nimmer worden. Een Shkiptaar blijft een Shkiptaar zoon van d« adelaar, die ongrijpbaar boven dt bergen zweeft. Markt in Albanië, op de voorgrond Mohammedaanse Albanees met tulband. is het lot van dit kleine, woeste bergstaatje steeds geweest. Er is een Bulgaarne, een Servische en een Byzantynse overheersing ge weest: de Turken zijn op deze ber gen storm gelopen. Toen was daar in de vyftiende eeuw de grote Al banese held Skanderbeg, die met zijn dappere stryders het volmaakt georganiseerde Turkse leger vele tientallen jaren op een afstand wist te houden. Helaas, in 1478 moest zelfs Skanderbeg de vlag stryken, en vele Albanezen weken uit voor de Turkse kromzwaarden: naar Zuid-Italië en Sicilië, waar- nu nog grote Albanese kolonies zyn. De Albanese families, die in deze hevige stryd zware verliezen leden, zijn in de rouw gegaan. Hun wit vilten kalotje ruilden zij voor een zwart vilten kalotje. Nog steeds ziet men de afstammelingen van deze rouwende families met een zwart kalotje door het leven gaan. In de 19de eeuw kwam de hele Balkan in opstand tegen de Tur ken en ook Albanië heeft dapper meegevochten voor zijn nationale zelfstandigheid. Toen echter in 1878 op het Berlijnse congres de ver schillende Balkanstaten met hun nationale aspiraties naar voren kwamen, verklaarde Bismarck, dat er geen Albanese nationaliteit be stond Albanië blijft roerig, gaat met de Turken samen, verzet zich daar weer tegen, proclameert zichzelf onafhankelijk. Maar eindelijk, in 1926, woi'dt de onafhankelijkheid van Albanië officieel erkend, en in 1928 wordt Zogoe, tot dan presi dent, koning van Albanië. Albanië keert de Balkan de rug toe en wendt zich tot Italië, dat het kleine landje in 1939 „in bescher ming" neemt. In 1943 volgt een Duitse bezetting, in 1944 vormt En- ver Hodzja. die op de Albanese le gatie in Brussel het communisme geleerd heeft, een communistische regering. Incident op incident volgt, Engeland en de Verenigde Staten trekken hun diplomatieke missies terug en verzetten zich tegen op neming van Albanië in de Verenig de Naties. Patriarchaal En zo leeft daar dit kleine volk van goed een miljoen mensen in zijn woeste bergen, en eigenlijk leeft het nog precies als duizenden jaren geleden. Enver Hodzja is veel meer een patriarchaal alleenheer ser dan een marxist, zijn wilde Al- tot max. f. 25.000.-, op een depositoboekje bij De Twentsche Bank is gemakkelijk en rentegevend. U kunt de bedragen ook per giro storten. 170 kantoren in Nederland

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 14