Albanezen
Matige handel met matige prijzen
Leiden krijgt in binnenstad
ruim 6000 parkeerplaatsen
zonen van de Adelaar
De Twentsche Bank
Parkeerruimte moet er komen!
Parkeerterreinen op vele
plaatsen geprojecteerd
oudste volk
van de Balkan
procent
rente Uw geld bewaren
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 17 FEBRUARI 1962
Het creëren van nieuwe parkeergelegenheden in de Leidse bin
nenstad is een vraagstuk met een belangrijk economisch en stede
bouwkundig aspect. Wil het Leidse zakencentrum „up to date"
blijven en de belangrijke centrumfunctie van Leiden worden
gehandhaafd, dan zal moeten worden voorkomen, dat in de
binnenstad een ernstig tekort aan parkeergelegenheid optreedt.
Voorts moet in steeds sterkere mate rekening worden gehouden
met het ontstaan van wilkelcentra in of nabij de nieuwe woon
wijken van de Leidse agglomeratie.
Bouw van
parkeergarages
Het stemt tot voldoening, dat ook
de ontwerpers van het wegenplan
het als een dwingende eis van de
eerste orde zien, dat er voldoende
parkeerruimte komt in en nabij het
Leidse centrum. Daarnaast stellen
stedebouwkundigen zich echter op
het standpunt, dat een te ver gaande
afbreuk van de huidige bebouwing
t.b.v. parkeerruimte in de city te
kostbaar wordt en de stedebouxo-
kundige verhoudingen in de bestaan
de structuur van de binnenstad ver
storen. De gesloten winkelwanden
en de aantrekkelijk beslotenheid van
de oude Hollandse steden zullen aan
deze parkeerhonger niet mogen wor
den opgeofferd; dit mede in het
belang van het behoud van de typi
sche sfeer in de binnenstad, welke
ondanks de bouw van moderne win
kelcentra grote aantrekkingskracht
op het kopend publiek zal blijven
uitoefenen Er zal dus in de city
naar een zekere mate van evenwicht
tussen parkeerruimte en bebouioing
moeten worden gestreefd.
Om aan de groeiende parkeerbe-
hoefte bij toename van de auto
dichtheid het hoofd te kunnen bie
den, worden de volgende maatrege
len noodzakelijk geacht.
In centrum stad
In het nieuwe wegenplan voor de
binnenstad en omgeving zijn op rui
me schaal parkeerterreinen gepro
jecteerd, welke zodanige afmetingen
hebben verkregen, dat de stedebouw-
kundige structuur van de binnen
stad zo weinig mogelijk wordt aan
getast. De parkeerterreinen bevin
den zich vooral in de zone, welke
grenst aan de hoofdwinkelstraten:
Breestraat, Korevaarstraat, Hoge-
woerd (gedeeltelijk), Steenstraat en
Haarlemmerstraat.
De bezoekers van het winkelcen
trum. dat voor een belangrijk gedeel
te niet of in beperkte mate toegan
kelijk zal zijn voor het motorisch
verkeer kunnen hun voertuigen
straks(parkeren op ruime terrei
nen in „De Camp" (bij de Boerhaa-
vezalen) en in de omgeving van de
Jan Vossensteeg en Voldersgracht.
Voorts is een driehoekig parkeerter
rein nabij de Langebrug—Pieters
kerkgracht ontworpen, terwijl nabij
de zuidelijke entree van het stadscen
trum parkeergelegenheid zal onstaan
door amovering van de bebouwing
tussen Levendaal, Garenmarkt en
Raamsteeg en tussen Garenmarkt en
Sint Jacobsgracht.
Omgeving Steensfraaf
In de omgeving van de Steenstraat,
waar in verband met de vestiging
van bioscopen, cafe's, restaurants en
dergelijke veel parkeerruimte nodig
zal zijn. komen terreinen vrij door
sanering van de bebouwing langs de
Narmstraat en Eerste Binnenvest
gracht en omgeving. Op de Lammer
markt kan voorts een belangrijke
parkeergelegenheid worden gescha
pen.
Voor het oostelijk deel van het
winkelcentrum (onder andere Hooi
gracht) zijn bij de Hooglandse kerk.
Ir. Driessenstraat. Middelstegracht
en in de omgeving van de Nieuwe
BrugsteegKoenesteeg parkeergele
genheden voorhanden. De verplaat
sing van het bodecentrum op de
Kaasmarkt ten behoeve van par
keergelegenheid zal in de toekomst
ernstig moeten worden overwogen.
Rond de Universiteit
De aula maxima, bibliotheek en de
uitbreiding van de Universiteit zullen
veel parkeerruimte vergen. Deze zal
moeten worden gevonden in het ka
der van de plannen door de sanering
en nieuwbouw aan de westzijde van
de Kaiserstraat en het Rapenburg.
Een parkeerterrein is voorts ont
worpen bij het Noordeinde, waartoe
de aldaar gelegen kazernes zullen
moeten verdwijnen.
Voorts kunnen op daartoe geschik
te plaatsen enkele parkeergarages
worden gebouwd. Het grote voordeel
van deze parkeergarages bestaat
hierin, dat hiervoor slechts een ter
rein met een In verhouding tot de
parkeerterreinen geringe oppervlakte
nodig is.
Naast de terreinen en straten met
parkeermeters of -schijven zijn bij
de cityring grote vrije parkeerterrei
nen nodig, waar ook voor de langpar-
keerder een plaats zal zijn te vinden.
Behalve de reeds genoemde terrei
nen bij de cityring zijn voor dit doel
terreinen ontworpen in de omgeving
van de Bloemistenlaan voor het uit
het zuiden de city binnenvallend ver- 500 en bij 1:6 reeds ruim 900 par
keer en langs de noordzijde van de I keerplaatsen nodig, terwijl wanneer
Nieuwe uitgaven
Het maandblad Goed Wonen (uitg. J
Brusse in Rotterdam», orgaan van
de Stichting van dezelfde naam, is
de nieuwe jaargang, de vijftiende,
begonnen met een aflevering in een
opvallend omslag. Het tijdschrift is
nog altijd bezig zijn lezers vertrouwd
te maken met de kunst, van het wo
nen en met moderne woninginrich
ting. Dit nummer bevat o.m. een
geillustreerde beschrijving van de
middelen, waarmee een inventieve be
woner van twee kamers in een „pij
penla" een zeer bewoonbare gezins
ruimte maakte. Voorts is er een uit
stekende documentatie van alle mo
gelijke soorten bedden, die bij be
perkte woonruimte uitkomst kunnen
bieden. Zelfs de hedendaagse systeem
bouw laat nog wel moeilijkheden voor
een gevarieerde, persoonlijke bewo
ning, zoals blijkt uit een beschrijving
van een voorlichtingswoning van
Goed Wonen door binnenhuisarchi
tect Coen de Vries.
Elsevlers Weekblad heeft zojuist de
Belasting-almanak 1962 het licnt doen
zien. ongetwijfeld tot vreugde van de
velen, die van deze handige gids een
dankbaar gebruik maken bij het invul
len van hun belastingbiljet. Deskun
dige voorlichting bij deze arbeid is be
paald niet overbodig.
En de groeten van Elio, Ro
man voor de oudere Jeugd, door Miep
Diekmann.
Hartje, mijn zoon, door N. van Hou
ten. Ultg.: H. P. Leopold. Den Haag.
Halfwas helden rond Bastogne, door
R. Matheson. Uitg.: Hollandla, Baarn.
Haal op die netten, door L. N. La-
volle. Jeugdboek. Vert. uit het Frans
door J. Schalekamp. Uitg.: Ploegsma,
Amsterdam.
Langegracht en in de omgeving van
Maresingel, Herensingel en Marnix-
straat, speciaal voor het verkeer, dat
uit noordelijke en oostelijke richting
de binnenstad binnenkomst.
Parkeren omgeving Station
Het parkeerprobleem aan de
noordwestzij de van de binnenstad
omgeving Stationsplein*—Schutters
veld) vraagt bijzondere aandacht,
hier komen de zeer belangrijke we
gen uit de richting Den Haag (W,
Katwijk en bollenstreek het stads
centrum binnen. Voorts zullen hier
het Station en de nieuwe bebouwing,
bestaande uit kantoren, schouwburg,
café-restaurants hotels, bioscopen
en winkels, een zeer grote parkeer-
behoefte veroorzaken. Bij een auto
dichtheid van 1 15 zijn hier circa
een zeer hoge dichtheid van 1
wordt bereikt een aantal van 1450
parkeerplaatsen moet worden aange
nomen. De oplossing is voor deze om
geving gezocht in het reserveren van
extra parkeerruimte in de sanering
van de Transvaalbuurt en aan de
noordzijde van het Station op een
nieuw Stationsplein, alsmede door 't
projecteren van een parkeergarage
voor circa 270 auto's achter de ont
worpen bebouwing aan de Morssin
gel.
Parkeercapaciteit van
ruim 6000 auto's
In het gehele centrumgebied van
Leiden is in het plan voor de binnen
stad in totaal een parkeercapaciteit
aanwezig van ruim 6000 plaatsen,
waarvan circa 3500 op terreinen en
circa 2500 parkeerplaatsen langs trot
toirs. Dit betekent globaal bezien, dat
hiermede aan de behoefte kan wor
den voldaan tot dat de autodichtheid
een punt heeft bereikt van ongeveer
1:8; uiteraard aangenomen, dat de
plannen dan ook gerealiseerd zou
den zyn. Bij een autodichtheid van
1 12, welke wordt aangenomen voor
omstreeks 1980 ,zyn circa 4300 plaat
sen nodig.
VOETGANGERS:
Wilt oversteken op een zebra
pad? U heeft daai voorrang, maar
sta eerst stil op het trottoir en kijk
uit of het rijverkeer U die voorrang
nog geven kan, dus tijdig kan rem
men zonder ongelukken te veroor
zaken.
"N"
9?
(Van een bijzondere medewerker)
MET lange, lenige passen loopt hij naast ons voort, Redzjip
Arif Demo, de Albanese jongen die wij tegenkwamen op
de smalle bergweg in de Sjar Planina (grensgebergte tussen
Joego-Slavië en Albanië). Zoals in deze onherbergzame streken
van de Balkan vanzelf spreekt, heeft hij ons begroet, ons uitge
nodigd om met hem mee naar huis te gaan en de gast van zijn
familie te zijn. Op deze gastvrijheid is men als reiziger in het
grootste deel van Albanië ook aangewezen, omdat gerieflijke
toeristenhotels daar ten enenmale ontbreken.
Redzjip Arif Demo is de kleder
dracht van zijn volk trouw geble
ven. Hxj draagt de nauwe wit vil
ten pantalon, met zwarte geome
trische patronen geborduurd, een
donkerbruin handgesponnen en
handgeweven grofwöllen jasje en
een puntig witvïlten kallot je op het
in Romeinse pony geknipte zioarte
haar. Hij spreekt, behalve Alba
nees, Macedonisch en wat Frans.
HU Is bepaald geen domme jon
gen en behoorlijk op de hoogte van
de geschiedenis van zijn volk.
„Eigenlijk is de Balkan van ons",
zo zegt hy, „want vóór alle inval
len uit het noorden kwamen vóór
de Grieken, de Romeinen, de Sla
ven, woonden wij hier al in onze
bergen. Wij noemen ons zelf Shkip-
taren, zonen van de adelaar, omdat
de adelaar de machtige vogel is van
onze bergen".
Het dorp waar wU heen gaan,
ligt inderdaad hoog in de bergen
als een adelaarsnest. En van verre
horen wy al het doffe roffelen van
de grote Shkiptaarse trommen. Het
is zaterdagnamiddag en dan wordt
er gedanst en muziek gemaakt in
de Albanese dorpen.
Midden in het dorp, op het kleine
ongeplaveide pleintje, staan vier
mannen bijeen, ieder met een enor
me trommel voor zich, die aan een
leren riem hangt, en welke zij met
twee stokken bespelen in dubbel
ritme. En hoog daar boven uit gilt
de zurle, een grote herdersschalmei,
waarvan de nasale toon in de stilte
van de bergen uren ver kan klin
ken.
Redzjip leidt ons zyn woning bin
nen, een wit gekalkt huis van het
hier algemeen gebruikelijke type:
beneden de stallen, een wankele
houten trap die naar de eerste ver
dieping leidt, en daar op een kleine
veranda uitkomt. Daarachter liggen
de vertrekken. Midden in de ka
mer zit Redzjip's vader, een statige
oude Albanees, met spierwitte kne-
Albanese herders verkopen
hun wol en de tapijten die hun
vrouwen weven.
vel met hoog opgedraaide punten.
Hij begroet ons minzaam en wij
mogen by hem komen zitten op
een van de schapevachten op de
grond. Zijn vrouw komt ons, naar
Oosterse traditie, begroeten met een
glas zuiver water en een klein bord
je zoetigheid, en daarna wordt er
RONDOM DE VEEMARKT
(Van een deskundige medewerker)
Het marktbeeld bleef in de afge
lopen week vry stabiel. Het aan
bod van gebruiksvee was wederom
iets toegenomen, doch het zijn voor
namelijk de handelaren, die de za
ken nog een beetje levendig houden.
De veehouders tonen in het alge
meen uitermate weinig kooplust. Het
is daardoor dat de prijzen zich zo
moeilijk kunnen handhaven. Het was
ook deze week met de handel in
melkvee weer een stug gedoe. Een
mooi produktiebeest liet men voor
minder «niet los, doch voor de rest
was het met het prijsniveau eer
der aan de zwakkere en lagere kant.
Voor enkele uitzonderlijk beste kalf-
koeien noteerden we boven f 1200.-
xnaar overigens lag de prijs voor het
knappe gebruiksvee in hoofdzaak
tussen f900.- en f1100.- per stuk.
Oudere koeien met minder produktie
of fokwaarde f750.- f850.- en soms
minder. Voor het magere weidevee
was de belangstelling eveneens zeer
matig. Het aanbod was wat ruimer.
De goede modellen van niet te hoge
leeftijd kon men gemakkelijk prijs
houdend verkopen. Verder ging het
gelijk op met het melk- en kalf vee,
nl. flauw. In de slachtveesector was
het al niet beter. Het aanbod hier
van was beslist niet te ruim, doch de
aanvulling van Deense en Engelse
beesten vormde in de vleesgroothan
del ruim voldoende aanbod .zodat de
toestand, wat onze noteringen be
treft, vooral niet beter was dan vori
ge week. De mindere soorten tot de
middenklasse f2.60.-f3.-; de goede
jonge beesten f 3.10-f 3.20 en de kwa
liteit, waarvan een gering percentage
aanwezig, liep tussen f 3.30 en f 3.50
gemiddeld per kg. geslacht gewicht.
Het buitenlandse vlees bracht gemid
deld 5 cent per kg. minder op dan
de vorige week. De vraag naar var
kensvlees is momenteel door de la
gere prijzen wat groter en zulks
drukt natuurlyk op de omzetten van
rundvlees.
Vette kalveren werden ruim aan
geboden deze week. Vooral uit de
specifieke streken als Brabant en
Gelderland komen op het moment
zeer veel gemeste kalveren los. De
handel viel mee en men kon de oude
prijzen bedingen. Er was een ruime
vraag voor export. De notering lag
in hoofdzaak tussen f2.40 en f3.-
per kg. levend gewicht. Voor nuchte
re kalveren, waafvan het aanbod
sterk toenam, lag het prijspeil bij
redely ke handel tussen f 1.30 en
f 1.70 per kg. levend gewicht. Fok
kers en mestkalveren f 85.- f 140.- per
stuk.
De handel is wolvee was zeer goed.
Het aanbod was trouwens niet zo
groot, zodat de exporteurs vrijwel
alles konden gebruiken. Uitsluitend
voor Frankrijk. De varkensprijzen
ondergingen weinig verandering. Er
was aan de slachthuizen en op de
beurs, benevens van de coöperaties
ruim aanbod, vooral van zwaardere
soorten en zeugen, zodat de beide
laatste categoriën op het einde en
kele centen per kg. op de prijzen van
de vorige week moesten verliezen.
Ten slotte de paardenmarkt, die
zeer matig voorzien was. De handel
had een vlot en duurder verloop voor
de slachters, waarvoor de gemiddel
de notering zéker 5 cent per kg. ge
slacht heger lag dan de week tevoren
Ook de ingevoerde slachtpaarden
werden vlug en wat duurder opge
nomen.
Voor werkpaarden was de belang
stelling echter minder groot, zodat
deze niet duurder waren.
een grote schotel binnengebracht
met „ambalsien", een bladerdeegge
bak met vulling van honing en no
ten en drijvend in een mierzoete
stroop.
Gastvrijheid
Deze Albanese familie behoort tot
de stam der Geten. De Albanezen
worden namelijk meestal onder
scheiden in twee groepen: de Geten
in het noorden, de Tosken in het
zuiden.
De gastvrijheid is groot, we mo
gen net zo lang als gast onder dit
dak vertoeven als we willen, we
worden met veel égards behandeld.
En onze kleinste wens is een bevel.
Omdat wy het dansen en de muziek
zo prachtig vinden, worden de mu
zikanten en de dansers geroepen om
vlak onder onze veranda op de bin
nenplaats te komen. We mogen tus
sen twee zurle-spelers zitten en
mijn oren hebben nog dagen getuit
van die adembenemende muziek.
In een lange rij staan daar de
dansers, de armen op eikaars
schouders. Langzaam en eindeloos
sierlijk gaan de rechterbenen om
hoog, en het lichaam veert soepel in
de heupen. Dit is de aloude Shkip
taarse mannendans, een dans van
krijgers en helden, die gedanst
wordt met de sierlijke souplesse van
de lynxen in de bossen achter het
dorp.
De Albanezen zijn een prachtig
volk. Slank en gespierd, met een
koninklijke houding door alle vod
den en lompen heen, die zy dik
wijls nog dragen. Soms met prach
tige diepblauwe ogen, en een enor
me adelaarsneus.
„Onderontwikkeld" noemt men
dit volk, naar onze moderne
Westeuropese maatstaven. Maar
Het melkvee was iets ruimer aan
geboden met tamelyk willige handel;
er was vooral vraag naar goede jon
ge melkkoeien. Ook in varekoeien was
er meer aanvoer. De weiders waren
kalm gestemd, dus niet duurder In
vette kalveren was er matig handel
en eveneens niet duurder. Nuchtere
kalveren redelijk, goed prijshoudend.
Het wolvee werd over het geheel vlot
opgenomen en was stevig prijshou
dend.
wie de gratie heeft ondergaan,
waarmee een Albanese familie zijn
gasten ontvangt, wie deze mensen
heeft zien dansen, wie gehoord
heeft hoe de sprookjesvertellers de
oude volksballaden voordragen, met
schitterende ogen, met fel geëmo
tioneerde stem, met prachtig spre
kende handen, die aarzelt wel even,
voor hij het woord „onderontwik
keld" uitspreekt
Historie
Het Albanees is een van de oudste
Indo-Germaanse talen van Europa.
Toen Albanië in de derde eeuw vóór
Christus door de Romeinen werd
onderworpen, werd uiteraard het
Latijn de officiële voertaal. En men
had dan ook kunnen verwachten,
dat het Albanees, evenals de oude
Iberische talen in Spanje, de Kel
tische talen in Frankrijk en de
Albanezen bespelen de kaval,
een oeroude herdersfluit.
Dacische talen in Roemenië, volle
dig geromaniseerd zou worden. Dat
is echter niet het geval geweest.
Het Albanees heeft, als oeroude
zelfstandige taal, standgehouden,
en er zijn maar weinig Latijnse
woorden en vormen in geslopen.
Men zou kunnen zeggen: het ro-
maniseringsproces van het Alba
nees is blijven steken.
In de late keizertijd werd Alba
nië gekerstend en zeer wisselvallig
banezen zyn nog steeds de oude,
dappere krijgers. Wie Albanezen
hoort vertellen over hun land,
krijgt de indruk dat het hele com
munisme meer toeval is geweest
dan principe. Een Shkiptaar blijft
zichzelf, door alles heen: een eigen
gereide, tamelijk agressieve, maar
moedige en eerlijke bergbewoner,
gebonden aan oeroude tradities,
trots en onbuigbaar. Het familie
hoofd is alleenheerser. Enver
Hodzja beschouwt zichzelf als een
super-familiehoofd over zijn volk.
De Albanees is roerend trots op
zijn taal. Het feit, dat wij iets van
het Albanees hadden geleerd, open
de voor ons alle deuren en de
schoenpoetser, die wij aanspraken
met „sjok" (kameraad), gaf blozend
van trots mij met een diepe bui
ging het tuiltje lelietjes-van-dalen,
waarmee hij zyn schoenpoetskist
had versierd.
Een gast is in Albanië volkomen
heilig en onaantastbaar. Zelfs de
ergste doodsvijand van een familie
(bij de Geten is de bloedwraak nog
lang niet uitgestorven) wordt als
een vorst behandeld, zolang hy gast
is onder het dak van die familie.
Verlaat hij echter het huis, dan
loopt hy kans honderd meter bui
ten het erf doodgestoken te worden,
De klederdracht van de Shkipta-
ren is oer- en oeroud; ze gaat zelfs
in sommige onderdelen nog terug
op de prehistorie. Even oud is de
traditie, dat een jonge man zich
een bruid koopt voor een zak goud
stukken. Een journaliste uit Za
greb had enkele jaren geleden
blijkbaar het hart van een Alba
nees zo weten te treffen, dat deze
haar echtgenoot 10.000 goudstuk
ken bood in ruil voor haar
Kruitvat
Albanië doet weer van zich spre
ken en wie de Albanezen kent
zoals wy hen hebben leren kennen,
weet, dat dit zeker de laatste
niet zal zijn. De Balkan,
zeker dit deel van de Balkan, heel
niet voor niets „het kruitvat van
Europa".
Nog steeds, ondanks zestien jaar
communisme, leeft Albanië nog bij
na op de rand van de prehistorie,
en de zelfbedieningszaak in de
hoofdstad Tirana, waarop men ma
teloos trots is, doet daar niets aan
af. In de bergen leven nog de her-
dersstammen. Lange karavanen
van muilezels vormen daar nog
enige communicatie, schapen
wat schaarse landbouw het middel
van bestaan. Daar worden nog de
wilde bruiloften gevierd, waar da- n
gen en nachten aan één stuk wordt
gedanst, tot iedereen in trance ver
keert, daar worden de doden nog,
naar het aloude woord van Hero
dotus „het graf ingedanst", daar
zitten de dolken en pistolen nog los
in de schede.
Maar wie het eens gezien heeft,
die lange ryen mannen in hun wit-
met-zwarte broeken, hun harts
tochtelijke donkere gezichten, wie
zich de adem in de keel heeft voelen
stokken bij het donkere dreunen
van de trommen en het nasale gil
len van de zurles, wie als gast tus
sen de schapevachten in een Alba
nees huis heeft geslapen, die heeft
voor altyd zijn hart verloren aan
dit volk, één van de laatste die zicb
nog niet hebben laten gelijkscha
kelen.
Albanië heeft zich recalcitrant
getoond in het Russische kamp. Hel
zal zeker niet zonder meer in hel
vaarwater van China mee gaan
drijven. Maar een gehoorzame vol
geling van het Westen zal Albanië
ook nimmer worden. Een Shkiptaar
blijft een Shkiptaar zoon van d«
adelaar, die ongrijpbaar boven dt
bergen zweeft.
Markt in Albanië, op de
voorgrond Mohammedaanse
Albanees met tulband.
is het lot van dit kleine, woeste
bergstaatje steeds geweest. Er is
een Bulgaarne, een Servische en
een Byzantynse overheersing ge
weest: de Turken zijn op deze ber
gen storm gelopen. Toen was daar
in de vyftiende eeuw de grote Al
banese held Skanderbeg, die met
zijn dappere stryders het volmaakt
georganiseerde Turkse leger vele
tientallen jaren op een afstand
wist te houden. Helaas, in 1478
moest zelfs Skanderbeg de vlag
stryken, en vele Albanezen weken
uit voor de Turkse kromzwaarden:
naar Zuid-Italië en Sicilië, waar-
nu nog grote Albanese kolonies zyn.
De Albanese families, die in deze
hevige stryd zware verliezen leden,
zijn in de rouw gegaan. Hun wit
vilten kalotje ruilden zij voor een
zwart vilten kalotje. Nog steeds ziet
men de afstammelingen van deze
rouwende families met een zwart
kalotje door het leven gaan.
In de 19de eeuw kwam de hele
Balkan in opstand tegen de Tur
ken en ook Albanië heeft dapper
meegevochten voor zijn nationale
zelfstandigheid. Toen echter in 1878
op het Berlijnse congres de ver
schillende Balkanstaten met hun
nationale aspiraties naar voren
kwamen, verklaarde Bismarck, dat
er geen Albanese nationaliteit be
stond
Albanië blijft roerig, gaat met
de Turken samen, verzet zich daar
weer tegen, proclameert zichzelf
onafhankelijk. Maar eindelijk, in
1926, woi'dt de onafhankelijkheid
van Albanië officieel erkend, en in
1928 wordt Zogoe, tot dan presi
dent, koning van Albanië.
Albanië keert de Balkan de rug
toe en wendt zich tot Italië, dat het
kleine landje in 1939 „in bescher
ming" neemt. In 1943 volgt een
Duitse bezetting, in 1944 vormt En-
ver Hodzja. die op de Albanese le
gatie in Brussel het communisme
geleerd heeft, een communistische
regering. Incident op incident volgt,
Engeland en de Verenigde Staten
trekken hun diplomatieke missies
terug en verzetten zich tegen op
neming van Albanië in de Verenig
de Naties.
Patriarchaal
En zo leeft daar dit kleine volk
van goed een miljoen mensen in
zijn woeste bergen, en eigenlijk
leeft het nog precies als duizenden
jaren geleden. Enver Hodzja is veel
meer een patriarchaal alleenheer
ser dan een marxist, zijn wilde Al-
tot max. f. 25.000.-,
op een depositoboekje
bij De Twentsche Bank
is gemakkelijk en rentegevend.
U kunt de bedragen ook
per giro storten.
170 kantoren in Nederland