VERENIGINGEN ZIJN NIET UIT DE TIJD, MAAR... KEES VARKEVISSER KATWIJKS BABA SY Fernandel sr. en jr. Zo denk jij er dus over KRIS-KRAS TE PAS EN TE ONPAS JEUGDIGE AFPERSERS iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH De dorpsdansfeesten van de Pa poea's in Australisch Nieuw- Guinea? die vaak maanden du ren, zijn een bestuursprobleem geworden. Men vraagt zich af, hoe men de Papoea's kan be wegen van deze feesten afstand te doen. Missionarissen hebben er zich namelijk over beklaagd, dat de kinderen lange tijd van school wegblijven. Etnologen ver zekeren echter, dat de feesten een erg belangrijk onderdeel van het dorpsleven vormen en dat men het schoolverzuim maar op de koop toe moet nemen. De „vloekgewoonten" van de Italianen zijn bestudeerd door een zekere pater Reginaldo. Hij kwam tot de conclusie, dat de mate waarin wordt gevloekt sa menhangt met het beroep, de streek waar men woont en de plaats waar men zich bevindt. Metselaars zijn de „recordhou ders". Voorts vloeken mannen (40 procent) meer dan jongelui (30 procent) en deze weer meer dan rouwen (10 procent), Gods lasterlijke taal hoort men eer der in het zuiden van het land dan in het noorden en meer in café's dan op de markt. Verenigingen zijn niet uit de tijd. Tot deze conclusie komt het gros van de briefschrijvers die hebben gereageerd op de vraag die we twee weken geleden in deze kolommen hebben gesteld. Verenigingen zijn niet uit de tijdmaar En na dat „maar" is alle eensgezindheid weer zoek, want iedereen heeft zo zijn eigen opvattingen over de oorzaken die tot de huidige „crisis" in het verenigingsleven hebben geleid. De jeugd blijft in het algemeen gesproken weg. Niemand die dit ontkent. Maar waarom? „Omdat zij te passief is", schrijft de een. „Omdat zij niet geanimeerd wordt", meent een ander. „Om dat zij niet durft", aldus een derde. „De jeugd is ontevreden", vindt een vierde. „Ik kan mij echt wel eens kwaad maken over de jeugd van tegenwoordig", schrijft een 59-jarige mevrouw, .die ge boren en getogen is in Noord- wijk, maar al jaren in Leiden woont. „Ik heb steeds de arti kelen gelezen over de avonden in dorpen als Boskoop, Katwijk en Lisse. Als ik alles goed heb doorgepluisd, dan moet ik wel zeggen dat in vergelijking met vroeger de jeugd in de dorpen haast als in een stad leeft. Er is in een dorp nu toch ook van alles: bioscoop, gymnastiek, voetbal, instuiven, enz. Wat wil men nog meer? Maar in de stad is het al net zo: de jon gens en meisjes zwerven toch langs de straat." Niet alleen voor de vrouwen is een haarmode gelanceerd ge ïnspireerd op de „twist", ook voor de heren is een kapsel ont worpen dat „geknipt" is voor de nieuwste dans. Een Zandvoortse kapper creëerde dit model, dat bestaat uit contra-lijnen en van voren kort en van achteren lang is. Op de foto ziet u hoe deze „twist" met een baardje te com bineren valt. De dans „twist" houdt intus sen Amerika in zijn ban en krijgt in West-Europa steeds meer aanhangersIn Oost- Europa blijft de „twist" echter taboe. Het Moskouse blad ,JKom- somoljets" noemt de nieuwe Amerikaanse dans „een immore le dans waarvan de bewegingen lllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ doen denken aan een man die een buikdans uitvoert en tege lijkertijd probeert zijn rug in te zepen". „De Amerikaanse ouders", al dus het blad, „schijnen het te druk te hebben met het bouwen van schuilplaatsen tegen radio actief stof om hun kinderen aan het verstand te brengen, dat de twist even immoreel en onbe schaafd is als rock 'n roll". In Syrië, een Oosters land waar men in een grijs verleden toch ook wel het een en ander gewend was, is men zelfs zover gegaan om de nieuwe modedans te verbieden omdat deze „sek sueel uitdagend" zou zijn. Ook grammofoonplaten met de „twist" zijn daar verboden. „Ik was hier in Leiden aan een operettevereniging, die 140 leden telde en meer dan 40 jaar bestond", gaat zij verder. „En waar is die ver eniging nu? Weg! Ik ben aan een toneelclub geweest. Die is nu ook weg. En ga zo maar door. Dit wil ik wel zeggen: ik heb mij vroeger nooit verveeld en in mijn jeugd was er in Noordwijk ook niets. Laat de jeugd dit maar eens weten, dan komt zij wel tot andere gedachten. Men kan zijn vrije tijd altijd wel goed besteden, maar dan moet men er zelf ook wat moeite voor doen". PROFITEREN „De jeugd van nu heeft geen gemeenschapszin", aldus een ver enigingsbestuurder uit Leiden. „De meeste jongeren houden er wel van de boel in de war te schoppen, maar niet om aan iets opbouwends mee te werken. Ik heb gelezen dat instuiven van kerken en zo wel in trek zijn, maar naar een instuif kun je toe gaan zonder dat het verplichtingen met zich mee brengt. Zo is de jeugd: wel de rechten, maar niet de plichten. Misschien heeft het verenigingsle ven, zoals in de krant stond, voor de jongeren maar weinig aantrek kelijks, maar dit ligt toch echt wel aan de jongeren. De verenigingen zijn heus wel met hun tijd meege gaan, maar vergeet u niet: een ver eniging bestaat niet alleen voor, Onbreekbare straatverlichting werd vorig jaar in het Londense district Poplar ingevoerd om geld te sparen. De balans van de eerste zes maanden is: 1.830 stuks verlichting vernield door straatjongens die met ijzeren staven het „onbreekbare" spul toch wel klein kregen. De ver- vangingskosten12.000 gulden. In de Franse Joinville Studio is een bijzonder jubileum gevierd. Dertig jaar geleden maakte Frankrijks filmkomiek nummer één zijn eerste film. Achter de taart met de dertig kaarsjes, die Fernandel allemaal moest uitblazen, ziet u de jubilaris samen met zijn zoon, die vorige maand zijn filmdebuut maakte. DE TELEVISIE Geheel anders van toon is het briefje van een 27-jarige kantoor bediende („ik ben vroeger bestuurs lid van een jeugdvereniging ge weest") uit Leiderdorp. „Als Je aan meisjes en jongens vraagt wat ze 's avonds doen, zeggen de meesten: naar de televisie kijken. Dat hoeft niemand me te vertellen", vervolgt hij gedesilluioneerd, „dat weet ik wel uit eigen ervaring. De televisie heeft de jeugd passief gemaakt. Passief en gemakzuchtig. Lekker in een luie stoel voor het „kastje" zitten. Dat is immers veel makkelij ker dan zelf de handen uit de mou wen steken? Wat mij betreft was er nooit televisie gekomen". VREES „Ik geloof niet dat verenigingen uit de tijd zijn", aldus de 17-jarige Harry Meskers, wiens naam en adres (Garenmarkt 26 te Leiden) we op züu uitdrukkelijk verzoek en bij wijze van hoge uitzonde ring vermelden. „Neemt u mijn geval. Ik probeer al een tijdje om een toneelvereniging op te richten. Dat het mij niet lukt, is volgens mij te wijten aan de vrees van de jeugd voor anderen". „Die vrees heb je al op jeugdige leeftjjd, als kind van drie of vier jaar al. Als moeder erbij is zing je alle liedjes van de radio mee, maar niet als er een vreemde in de kamer is. En op school: niemand durft voor de klas te zingen. En verder in het leven gaat het net zo. Ik geloof dat de vrees voor ande ren algemeen is. Maar ik zou alle mensen willen zeggen: stap er over heen, u meet uzelf een minder waardigheidscomplex aan". „Wat ik speciaal de Jeugd nog wil adviseren", zo besluit Harry, „is dit: ga aan een zang- of toneel vereniging en overwin je vrees. In middels ploeter ik door om mijn vereniging op benen te krijgen". UIT DE TIJD Tenslotte de uitzondering dte de regel bevestigt. „Misschien zijn niet alle verenigingen uit de tijd, maar een heleboel toch wel", schrijft een 22-jarige leerling-accountant uit Oegstgeest. „Neem bijvoorbeeld de padvinderij, waarover u ook schrijft De padvinderij is misschien wel aardig voor jongens tot een jaar of twaalf, maar zeker niet voor oudere jongens. Misschien was dat vroeger anders, maar de jeugd van tegenwoordig is gauwer volwassen. Trouwens, er zijn nu zoveel andera dingen die je beter kunt doen (sporten b.v.) en waaraan je, ook voor je latere leven, meer hebt dan aan spoorzoeken en knopen leg gen. En neem de harmonie-orkes ten. Natuurlijk is de programmkeus te ouderwets, zoals die secretaris zei. Mlet hoempa-muziek krijg je de jeugd niet meer". „Er is nog iets dat ik in het algemeen wil zeggen. Het na deel van veel verenigingen vind ik dat er teveel met „hokjes" gewerkt wordt. Waarom moet een club beslist rooms-katho- liek of protestant zijn? Waar- Waarom geen jeugdvereniging voor alle jongeren? Ik geloof dat men wat dat betreft nog te conservatief is." maar ook door zijn leden. En aan jongens die alleen maar willen pro fiteren, heeft een vereniging niets". DOODGEWOON Een Jonge JW-lezer uit Oegst geest kent wel een vereniging, die het wonderwel goed maakt. Een rooms-katholiek kerkkoor met 200 leden, zowel jongens als mannen. „Waarom dit een bloeiende vereni ging is? Doodgewoon omdat de mannen graag met de jongens willen zingen. Omdat de mannen 't noodzakelijke contriibut/iegeld be talen en niet de ouders van de jongens. Omdat een grote koor- ruimte tot him beschikking staat. Omdat de gemeenschap van de pa rochie om het jaar, uit waardering voor het koor, geld inzamelt voor een attractie voor deze mensen". „Omdat" en dan volgt een passage die ons niet helemaal dui delijk is „het zingen ook niet alles is. Zingen is niet alles wat zij krijgen. Zij zijn ervan overtuigd dat zingen niet alles is. En de di rigent is ook niet gek: hij slaat de maat met zijn handen èn zijn gezichtDaarom blijven de le den en komen er steeds meer nieu we. De vereniging voorziet in een behoefte. Men heeft rekening ge houden met de mogelijkheden en de jongens geanimeerd". CORNELIS (Kees) Varkcvisser, 18 jaar oud, is een damvirtuoos van het zuiverste water. Met een fladderend gebaar tovert hij een stelling uit die-en-die partij op het bord en zegt dan langs zijn neus weg dat zwart toch wel heel duide lijk verloren staat. Zijn handen schieten als bliksemschichten over de 100 velden en dan is er plotseling geen schijf meer op het bord te bekennen. We volgen al die kunstgrepen niet al te best, maar een gewone „damsterveling" heeft er ook zeker drie uur voor nodig: twee om het allemaal te zien en één om op een zacht bed weer bij te komen Sinds Kees drie jaar geleden zijn intrede in het damwereldje heeft gedaan, is zijn carrière een aan eenschakeling van successen ge weest. Hij werd jeugdkampioen van Leiden en omgeving, algemeen kampioen van Katwijk, behaalde prachtige resultaten in de jeugd kampioenschappen van Zuid-Hól land en zette (voorlopig) de kroon op het fraaie werk met zijn derde plaats in het grote damtoernooi te Amsterdam, waaraan door de sterkste jeugdspelers van Neder land werd deelgenomen. Over dat zojuist beëindigde, zeer lange toernooi is hij nog steeds enthousiast. Hij had er van zijn baas hij is loketambtenaar bij de PTT in Katwijk een dag of tien voor vrij gekregen en dat mocht ook wel, want er werd 's morgens van negen tot omstreeks een uur en 's avonds van vijf tot ongeveer tien uur gespeeld. Een zeer zwaar programma dus. Koorts Kees is tevreden met die derde plaats, maar niet helemaal voldaan. „Weet je, vermoedelijk had ik nog wel iets hoger kunnen komen als ik maar niet anderhalve dag met koorts had rondgelopen. Dan En dat zal echt wel ledereen be grijpen. Tien uur dammen op één dag is bepaald geen sinecure. Last van zenuwen heeft hij prak tisch nooit („Ik ga gewoon achter dat bord zitten en spelen"), maar op de lange duur mist de spanning van zo'n groot toernooi zijn uit werking toch niet. Dan komt er „damblindheid", dan komen er blunders en foutieve combinaties. Over in spanning leven kan ook zijn vader zijn trouwste suppor ter meepraten. Elke middag en avond hing hij aan de telefoon „want over de radio hoorde je maar niets". Geen naijver Een andere vraag: „Hoe was de stemming onder al die jonge spe lers?" Het antwoord doet weldadig aan in deze tijd jnet zijn soms wat al te strakke „sportregie". „Uit stekend. Er was geen sprake van enige naijver. We waren er natuur lijk in de eerste plaats om te dam men, maar in de vrije tijd die we hadden zijn we bijzonder leuk uitgeweest. Vermaakt heeft men zich in Amsterdam ook om het „dam- wonder" Baba Sy, die aan het terzelfdertijd gehouden hoofd toernooi deelnam. Die zat op een bepaald ogenblik zo ingespan nen te spelen dat hij met stoel en al omkiepte toen zijn elleboog ben je na een paar uur al helemaal van tafel schoot. „Daar hebben uitgeblust. Uit de partijen van die dag heb ik ook maar één puntje gehaald". Ziek en moe ging hij toen even naar huis, waar hij echter niet diep in bed kroop maar nog een paar uur ging analyseren. In één partij had hy namelyk op onver klaarbare manier de winst laten glippen. En dat liet hem maar niet met rust. Hy glimlacht veront schuldigend als hij er aan toevoegt: „Ik weet dat het dan toch geen nut heeft om naar bed te gaan". Zwaarste partij We vragen hem dan wat zijn zwaarste partij is geweest. Tegen Dallinga, de winnaar van het toernooi. Man als ik daar nog aan terugdenk, loopt het zweet me weer in de handen. We begonnen 's morgens om negen uur en 's midogs om drie had ik hem pas plat. Twee uur later moest ik al weer voor de volgende ronde aantreden. Toen die partij achter de rug was, had ik er echt wel even genoeg van"l we even heerlijk om gebruld". Een paar dagen na het toernooi maakte hy een nogal schokkende gebeurtenis mee. Uit de krant ver nam hy dat Fransman Devauchelle, die in Amsterdam in dezelfde groep als Baba Sy uitkwam, in zijn ho telkamer te Ryssel dood was aange troffen. „Ik wist niet wat ik hoor de. Je hebt er geen idee van wat het is om twee weken zo'n man mee te maken en dan op eens te horen dat hy dood is. 't Was een heel charmante man, een jonge vent nog (26), die me elke dag vriende- ïyk een hand kwam geven". Studeren Genoeg over het Amsterdams toernooi. Nu iets over de weg naar de top, die hy by de jeugd in elk geval bereikt heeft. In het begin trachtte hy de nodige praktische kennis te vergaren uit damblaadjes. Dat was natuurhjk niet voldoende De bekende Leidse dammers Huis man en Van Leeuwen hebben hem toen wat leerboeken verschaft, waar in hy nog Steeds f 'erig studeert. Het dambord en Kees zijn eigenlijk vergroeid. In de huise lijks kring uinclt meu het al KEES VARKEVISSER vergroeid met dambord (Foto J. v. Duyn) vreemd als hij niet aan het dammen is. 's Zondags maakt hij het 't bontst. Als hij zich aan kleedt knoopt hij met de ene hand zijn overhemd en met de andere schikt hij al vast de damstukken Tactiek Toen hy pas in wedstryden uit kwam had hy vreemd genoeg een verkeerde wedstrydmentaliteit. Te gen sterke ervaren spelers was zyn enig doel vooral niet van het bord geveegd te worden, maar zo eervol mogelijk ten onder te gaan. Ver- moedelyk zou de rustige en beschei den Kees nooit op de voorgrond zijn getreden als Van Leeuwen hem niet had gezegd dat hy er zo nimmer zou komen. Zelfs goed staande par tyen gingen namely k door die wat krampachtige tactiek verloren. Als je zo'n talent met de stuk ken ziet jongleren, vraag je je onwillekeurig af hoe het nu alle maal precies is begonnen. Hij weet het nog precies: op zijn 15de verjaardag. „Ik liep al een tijdje rond met het plan om lid van een damclub te worden, maar ik durfde het niet te vra gen, bang dat ze thuis „nee" zouden zeggen. Wat doe je dan? Je wacht een moment af dat ze je moeilijk iets kunnen weige ren. En zeg nou zelf, is er dan een geschikter dag dan je ver jaardag?" Tacticus is hij dut niet alleen op het dambord IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU Twaalf Jongens in Schwanenklr- chen in Beieren hebben een der tienjarige dorpsgenoot in t afgelo pen anderhalf jaar voor een bedrag van een kleine vyftienhonderd gul den weten af te persen. Het slacht offer had het geld, uit angst voor de tegen hem geuite bedreigingen, uit de winkelkas van zyn vader gehaald, zyn elf- tot zestienjarige kwelgeesten hadden hem stripver halen en beeldromans in dergelijke grote massa's „te koop" aangeboden dat zyn zakgeld al gauw niet meer toereikend was. Het afgedwongen geld werd door de jeugdige boefjeg grotendeels aan snoep en eten ve^ brast. De zestienjarigebendeleider en enige medeplichtigen zullen ook wegens roof voor de jeugdreohèef moeten verschynen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15