Schepen en nog eens schepen op internationale show in Londen Bil] GEBEDSWEEK Een Zoeklicht Hout, staalplasticbeton en krantenpapier - bouwmateriaal (LEIDSCH Nederlanders geprezen voor hun vakmanschap IN 'N HOEK GEDRUKT gggjjg lllllll - |||p 'V M WOORD VAN BEZINNING V. Merkwaardige POSTZEGELS Ondersteboven met een bedoeling Zaterdag 20 januari 1962 Pagina 1 (Van onze Londense correspondent) Evenals op de vorige Britse watersportten toonstelling, georganiseerd door de „Daily Express", toen ons land voor het eerst in ruime mate vertegenwoordigd was, zijn op de zojuist begonnen nieuwe international „boat show", welke het reusachtige gebouw van Earls Court geheel vult, de glanzende produkten van de Nederlandse jachtwerven opnieuw voorwerp van algemene bewondering, d.w.z. van de zijde der gewone bezoekers. Want de pers, die wel vaak de buitenlandse concurrentie toejuicht, kan het niet over haar hart verkrijgen de Ne derlandse inzendingen ook maar met een en kele regel te vermelden. Voor de jonge ontwerper en scheepsbouwer Frans Maas uit Breskens blijft hout vooralsnog het geliefde en vertrouwde materiaal. Het is iroko, afkomstig uit Kongo, dat hij als het ideale materiaal beschouwt. „Beter dan eikenhout", zegt hij, „en even goed, maar goed koper en overvloediger dan teak". Hij staat hier met zijn prachtige zestons zeejacht „Fortunella" en dat hij een plaats in het centrum van de show kreeg is er zogoed als zeker aan te danken, dat hij ex poseert onder de naam van zijn Engelse importeur Engeland vormti voor de firma Maas het grootste afzetgebied, vóór de Ver enigde Staten en Nederland. Uit Leiden Erger is, dat de organisa toren van de show praktisch alle Nederlandse firma's let terlijk in een hoek hebben ge drukt. Hen werd geen plaats gegund in het open midden gedeelte van de zaal, waar er voof de Engelse jachten alle ruimte is om fier opgetuigd hun opwachting te maken. De Nederlandse schepen konden wegens de lage zoldering, waaronder zij neergezet zijn, slechts een stompje tonen in- plaats van een mast en zeilen. Vanzelfsprekend zijn onze land genoten, die ook veel hinder on dervonden bij een kortzichtige dou ane, zodat bepaalde zendingen niet op tijd werden vrijgegeven, en de traditionele, stroeve vakbondsbepa lingen, welke een snelle opbouw van stands op alle Britse tentoonstellin gen onmogelijk maken, over dit al les weinig te spreken. Maar de ont vangst door het publiek en de daaruit voortvloeiende orders, wel ke niet lang op zich lieten wach ten vergoedt veel. Bijzonder trots is ontwerper S. M. van der Meer uit Heiloo op het feit dat de jachtclub van de Britse marine zjjn „Trewes II', ge bouwd bü gebr. Van Tol in Uit geest, bestelde en dat nadat men eigenlijk reeds besloten had een Engels jacht aan te kopen. De Brit se agent, zelf een Engels oud-ma rine-officier, drukte de afgezanten van Royal Navy Yachting Club op het hart, alvorens een beslissing te nemen, naar Nederland te vliegen om de „Trewes" te zien, welke dub bele waarde voor hun geld zou be tekenen. Mochten, zy het daarmee niet eens zijn, dan zou hij hun de reiskosten vergoeden! Het gezel schap stapte in het toestel en en kele uren later was de koop ge sloten Het jacht is thans in aan bouw en een ander exemplaar prijkt in Londen. De heer Van der Meer, met wie wij spraken, houdt zich voorlopig nog bij de staalbouw. „Nooit lek kage, gemakkelijk onderhoud, geen condensatie, geen nare luchtjes", zegt hij. „Bij staal weet. je wat je er over tien jaar aan hebt'. Stalen zeilschepen hebben een lange Hollandse traditie, maar voor het behoudzuchtige Engeland zijn ze eigenlijk nog altijd een nieuwig heid. Tot voor kort zworen de Brit ten bij houten schepen. Maar op de „boat show" gaat er een nieuwe wereld voor hen open, want er is geen materiaal, dat niet voor de botenbouw lijkt te kunnen worden toegepast. De „Aquila 455", oppomp- bare boot met buitenboord motor. Een andere Nederlandse werf, welke hier voor het eerst met suc ces exposeert, is de jachtbouw H. R. Troost uit Leiden en wel met haar aantrekkelijke Volksboot, een 4.80 meter zeiljacht, dat in Enge land echter ruim duizend gulden duurder is dan in ons land. Dat komt natuurlijk niet door de gebruikelijke tien procent in voerrechten op zeil- en motorjach ten, welke in tegenstelling met auto's vrijgesteld zijn van aankoop belasting, als wel door het feit, dat de Engelse importeur de prijs te laag acht en meent alleen kopers te kunnen aantrekken met een du re boot. Ook dit druist geheel in te gen de Britse slagzin, dat de En gelse economie als het ware snakt naar echte buitenlandse concurren tie als aansporing tot doelmatige en goedkoper eigen produktie. De Volksboot, ontworpen door de heer Valentijn uit Langeraar, zal in februari voor het eerst in New York worden getoond. Ook daar is de prijs concurrerend. Tot de miljonairsjachten op deze show behoort de Engelse „Zephyr" van Halmatic, een 12 m. lang jacht van versterkt plastic, dat men zich al naar grootte kan laten aanme ten voor prijzen, liggende tussen 180.000 en 300.000 gulden! In opmars Evenals in de Verenigde Staten en onder invloed daarvan verovert thans ook plastic, versterkt door glasfiber, de Engelse watersport. Vandaar de enorme belangstelling welke De Vries Lentsch trekt met het grote jacht „swiftsure" met slaapplaatsen voor zes personen en de kleinere „Meridian", beide ontworpen door de beroemde Ame rikaanse zeiler Philip L. Rhodes. Een speciale pluim kreeg men van Paul Elström, viervoudig Olym pisch kampioen, die de schepen kwam bekijken. Schipper Klaas van der Struys uit Warmond, die aanvankelijk sceptisch stond tegen over schepen van plastic, was er spoedig gemakkelijk voor gewon nen. Het is daardoor geen probleem meer hoe een schip gemakkelijk schoon te houden en wegrotting te voorkomen. De levensduur van plastic schepen wordt in verband met het laatste voordeel groot ge acht. De Vries Lentsch, die een spe ciale samenwerking met Fokker - Avio Diepen heeft tot stand ge bracht voor de research en de bouw van plastic zeiljachten, bezit reeds grote ervaring op dit gebied. Trouwens, men profiteert hierbij ook van de resultaten van Brits wetenschappelijk onderzoek. Men heeft begrepen, dat plastic niet zonder meer voor schepen kan wor den gebruikt, zo^ls sommige Ameri kaanse e.n andere firma's tot eigen schade hebben geleerd, en aan bij zondere eisen dient te voldoen. Een plastic romp vereist bovendien een speciale struktuur van het gehele schip. Grote veerkracht Het z.g. „gewapende" plastic n.l. versterkt met fiberglas en waarvan de breeksterkte achtmaal zo groot is als die van staal! Meridianvan gewapend plastic, gebouwd door Fokker- De V ries-Lentsch. bezit voortreffelijke eigenschappen. Het kan meer verdragen dan hout of staal, dank zij de grote veer kracht en het feit dat het niet versplintert. Reparaties kunnen eenvoudig en ogenblikkelijk worden uitgevoerd. Bovendien maakt plas tic een zuivere lyn en roer-vast heid mogelijk. Gezien het feit dat de vraag naar zeil- en motorjachten overal steeds groter wordt, is plastic het aange wezen antwoord voor de door de economische omstandigheden ver eiste massale produktie, welke op den duur misschien tot prijsverla ging zal leiden. Het aantal vaklie den, dat kan omgaan met de tra ditionele materialen, wordt steeds schaarser. Plastic zeiljachten wor den bijna met de snelheid van auto's gebouwd. Zo groot is reeds de populariteit va>n plastic boten, dat wij mensen op deze show de witgeschilderde stalen huid van een solide Neder lands jacht zagen strelen en be kloppen met de hoopvolle vraag: „is dit plastic. Uitersten Dit is een show van uitersten. Wij bedoelen niet alleen de tegen stelling tussen de luxe droomsche pen, de reuzenjachten, oceaanra cers, kruisers, super sportieve cata marans, de speedboats en de nietige dinghies, kano's en ouderwetse „wastobbes", maar boten van be ton en van papier! U mag het geloven of niet, maar het minder dan 2,5 cm dikke of, be ter gezegd dunne, speciaal gespan nen beton, waarvan een experimen tele 4-persoonskruiser van Wind- boats Ltd is vervaardigd, is lich ter dan plastic! Men heeft het materiaal, waarmee trouwens al bij na veertig jaar geleden proeven werden genomen, seacrete gedoopt een woordspeling van sea (zee) en concrete (het Engelse woord voor beton). Het is de eerste maal, dat beton van dergelijk geringe dikte- met succes is geproduceerd. Het beton, dat geen onderhoud be hoeft, is, volgens de fabrikanten, sterker dan hout of fiberglas en te vergelijken met staal. Ciba Ltd exposeert een zeiljacht van ongeveer 6 meter lengte, bijna geheel van met synthetische hars geprepareerd krantenpapier. De idee ontstond aan het einde van de oorlog wegens gebrek aan materia len. Allen krantepapier was toen in voldoende mate beschikbaar. Luchtkussen Een niet zo heel vreemde eend in de bijt is de Hovercraft herdoopt in kussenboot, welke zich over land en zee, rustende op een luchtkus sen, voortbeweegt en gebouwd is door Britten-Norman Ltd. Het log ge gevaarte is voorzien van een Rolls Royce V8-automobielmotor en heeft een cabine met tien zitplaat sen. Deze kussenboot is al zover ontwikkeld, dat men niet meer mag spreken van een experiment. Het is reeds een betrekkelijk goedkoop transportmiddel voor de praktijk. Shell-Mex toont een drijvend ser vice station voor jachten, als aan vulling op de bestaande faciliteiten, welke onvoldoende zijn in verband met de snelle uitbreiding van de watersport. Het voordeel is onder andere, dat het onafhankelijk van het getij gebruikt kan worden. Vijf van de 267 gevluchte bewo ners van Tristan da Cunha bou wen ten aanschouwe van de bezoe kers van de show een boot van het type, waarin de gehele bevolking in veiligheid werd gebrapht. Zij werken zwijgend en traag, want haast was iets dat zij op hun vul kaaneiland niet kenden. Ook in Engeland bloeit de water sport als nooit tevoren. Men vlucht naar de stilte en de wydheid, welke alleen het water en speciaal d zee, de baaien en inhammen kun nen bieden. Hoewel Engeland nog ruimschoots over onbedorven recrea tiegebieden beschikt, wordt de auto door de overvolle wegen en gebrek aan parkeerruimte een last. Avon tuur op het water is thans het ideaal van miljoenen. Vandaar dat Engeland voor onze werven, gezien hun schitterende reputatie een prachtig afzetgebied vormt. p - ■- i -4 Dit woord van bezinning valt midden in de week van ge bed, van 18 tot 25 januari, om de eenheid der christenen. Elders in de plaatselijke pers heeft u hierover wel het een en ander gevonden o.a. over de plaatsen en tijden van samen komst. Wij willen op deze plaats zoeken naar de betekenis van de woorden, die hier in het. geding zijn en daarmede naar de zaak, door deze woorden aangeduid nl. gebed, eenheid, christen. Het is een week van gebed. De benamingen verschillen hier en daar. In het Frans b.v.: se- maine de prière universelle pour l'unité des chrétiens. Wereld raad van Kerken: Week of pra yer for christian unity. Ergens vinden wij een schone toevoe ging: week van gemeenschappe lijk gebed voor eenheid der christenen, zoals Christus die wil, door de middelen, die Hij wil. Van r.-k.-zijde wel ge noemd: de gouden bidweek. De bedoeling is dus dat er in deze week veel, over de gehele wereld, gemeenschappelijk en persoonlijk gebeden wordt. Eén bepaalde aangelegenheid wordt met bijzondere nadruk en alge meenheid aa>n de Here God voorgelegd: dat wij als christe- eenheid. Waarin moet die een heid dan bestaan? Over het al gemeen hebben wij daarvan maar een vage gedachte. Moet het een alles overkoepelende, van bovenaf geregeerde en ge dirigeerde eenheid zijn? Een soort eenheids-staat? Met een één-hoofdige leiding? Moeten overal dezelfde ambten, liturgie en kerkorde zijn? Of weer een eenheid van belijden, van spre ken naar buiten? Tot heden is men in Wereld raad-verband hier nog niet ver der mee gekomen. Men heeft zich in al zijn verscheidenheid eenvoudigweg rond de tafel ge schaard. Men wil met elkander tenminste spréken. Daarin is men één. Er is een basisformule, belijdend Jezus Christus als God en Heiland, belijdend sedert New-Delhi expressis verbis ook den drie-ënen God. Ook daarin is men één. Maar dan komt er een zee van verscheidenheid. En toch (wij komen op ons laatste punt: gebed om eenheid der christenen) vinden al die christenen hun thuis in een of andere kerk. Zij hebben die kerk lief als hun geestelijke moeder. Do:r wat zij daar ontvingen in prediking en sacrament werden zy christen. En wie verloochent nu zijn moeder? Dat doen alleen ontaarde kinderen, voor wie niets meer heilig is, zelfs hun moeder niet, van wie zij toch alles ontvingen tot hun leven toe. Zo ontvingen alle christenen hun Leven via één of andere kerk. Daarom zijn zij, ondanks alle prettige persoonlijke con tacten niet los te denken van hun kerk, evenmin als een kind van zijn ouders. Dat mag ook niet. Wij zullen nooit tot een heid geraken door elkaar geweld aan te doen en elkander van onze moeder los te scheuren. Blijft dus het probleem van de vele moeders i.e. de vele kerken. Moeten wij ons dan terugtrek ken op een onzichtbare Kerk, die in al die kerken een ver schijningsvorm vindt? Dat zou hetzelfde zijn als van de vele moeders retireren op de idee Moeder, om dan die idee te gaan verheerlijken, daar de reële moeders nogal wat te wensen nen niet één zijn. Dit ervaren wij als een bittere nood, die wij in het gebed brengen, d.w.z., wij vragen of Hij hierin iets veran deren wil. In New-Delhi is wel gebleken, hoe klein en machte loos wij hierin zelf zijn. Hoe het de grootste moeite kost om be paalde gebeden in oecumenische verband mede te bidden, in an dere kerken een christelijke kerk te herkennen en te erken nen. Door te bidden belijden wij, dat deze zaak ons te hoog en te groot is en alleen Gods zaak we zen kan. Wij leggen het in Zijn hand. Wij verwachten het van Hem, van Zijn Geest en Zijn Woord. Niet onze wil maar Uw wil geschiede. Dat zegt die toe voeging duidelijk: eenheid „zoals Christus die wil, door de middelen, die Hij wil". Hier valt alle eigenwillig weigeren en alle eigenwillig forceren van de een heid weg. Het gaat niet om wat wij willen of niet willen, maar of wat Christus wil en niet wil. Wij mogen onszelf de middelen daartoe niet verschaffen en het doel de middelen niet. laten hei ligen. Wij zullen biddend moeten zoeken naar de middelen, die Hij wil, om tot eenheid te geraken. Het is een week van gebed om Eeuwenoude, uit elkander ge groeide tradities ontmoeten el kaar. Moet dit. alles tot een een heids-kerk groeien? Moet het een federatief verband worden, waarbinnen ieder zijn eige>n ac cent bewaart in belijden, predi king en liturgie? Of moet het een voortdurend elkander ont moeten en spreken blijven zon der verdergaande organisatori sche consequenties? De vragen zijn hier legio. En dan hebben wij de r.-k. conceptie van het kerkelijk vraagstuk en de oplos sing daarvan nog maar buiten beschouwing gelaten. U ziet dat het nog niet zo een voudig is om de eenheid te bid den. Wijselijk wordt dan ook niet gesproken van een week van gebed om de eenheid der kérken, maar der christenen. Stellig, omdat steeds weer blijkt, dat men uit lijnrecht tegenover- elkaar gestelde tradities ko mend, van persoon tot persoon zoveel gemakkelijker één kan zijn in gebed en geloof dan van kerk tot kerk. De prettige per soonlijke contacten zeggen ons steeds weer: het moet mogelijk zijn. De'loodzware confessionele tradities, geheel de loodzware kerkelijke ballast doet het tel kens weer onmogelijk schrijnen. overlaten. Ook deze laatste vluchtpoging lijkt ons niet ge slaagd in het licht van de bijbel waar de Heer der Kerk bidt in het Hogepriesterlijk gebed, „dat zij allen één zijn, gelijk Gij, Va der, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt." Eén, opdat de wereld ge love. Wij moeten besluiten het niet te weten. Niet te weten, om wél ke vorm van eenheid wij moeten bidden. Eén kudde zal het wor den en één Herder. Dat is be loofd. Zou het niet goed zijn in deze week van gebed om de een heid der christenen te bidden om de vervulling van deze be lofte? En het aan de Herder over te laten hoe Hij dat wil gaan doen! Er is in dit opzicht zóveel i.n beweging, dat er alle reden is het niet bij bidden te laten, maar vooral ook te dan ken. P.S. In het vorige woord van bezinning kwam in een citaat van Karl Barth „kinderlijk" te staan i.pl.v. „hinderlijk". H. J. van Achterberg, hervormd predikant, te Leiden. OP DE BOEKENMARKT Thor Heyerdahl. „Aku-aku". De Tijdstroom Lochem. z.j. „Wanneer de stormwind loeit en brult. En huis en hof met schrik vervult Dan is het wel een prijsje waard. Te mogen schuilen bij de Haard" en zeer zeker als men daar dan dit heerlijke boek bij kan ne men. Heerlijk althans voor hen die, zoals ik, er van overtuigd zijn dat de wereld nog wel andere wonderen bergt dan a-bommen. Voor wie het vergeten mocht zijn - Thor Heyerdahl is de Noorse zooioog, die in 1947 met het vlot Kon Tiki van de Perpaanse kust is weggedreven in de richting van de oostelijke Polynesische eilanden om een theorie te bewijzen en wel zijn eigen theorien.l. dat de Polynesi sche cultuur afkomstig is uit Peru en dat het helemaal niet onwaar schijnlijk is dat bewoners van dit land zich met vlotten hebben la ten afdrijven op de sterke zee stroom. Deze avontuurlijke en inte ressante tocht heeft hij beschreven in het boek dat „Kon Tiki" heet. Het geluk is met ons, dat deze Heyerdahl niet alleen een geleerde is, maar ook een plezierige, helde re en geestige verteller, zodat men het relaas van zijn vondsten en tochten met de bekende rode oor tjes blijft volgen. Tijdens de drijftocht van het vlot Kon Tiki reeds was Heyerdahl op de gedachte gekomen 's werelds onbereikbaarste eiland, het Paas eiland, te bezoeken. Dat is op zich zelf niet wonderlijk, want dit eiland ook bekend onder de romantisch klinkende naam Rapanui, staat reeds sedert de ontdekking door Jacob Roggeveen in 1722 in een reuk van geheimzinnigheid. De bevolking zelf is al een raadsel, om dat men onder deze zowel blanken als donkere mensen aantreft, ter wijl er hier waarschijnlijk geen sprake is van achtergebleven Euro peanen, zoals op Pitcairn, waar de muiters van de Bounty een toe vlucht gevonden hadden. Volgens de overlevering op het eiland zelf, komt de oorspronkelijke bevolking van Rapa Iti (klein Rapa), wat natuurlijk de onderzoeker niet veel verder brengt. Zeker is dat om streeks 1863 het grootste gedeelte van de bevolking werd geronseld door de Peruanen om op de gua- no-eilanden te gaan werken, een verplaatsing, die door niet veel meer dan een tiental overleefd is. Het wonderlijkste evenwel zijn de archeologische vondsten op dit eiland. Ten eerste staan daar de immense stenen beelden, die een gemiddelde hoogte van vier meter hebben, terwijl men er ook kan aantreffen, die nog veel hoger zijn. Door weer en wind waren de rom pen van deze beelden benen zijn er niet aan langzamerhand in de grond geraakt, zodat alleen de fascinerende hoofden nog uit staken. Vervolgens zijn er de ves tingdorpen, gelegen op de hoogste toppen en gebouwd uit kolossale zeer symmetrisch bewerkte stenen. Hoe dit alles ontstaan is en hoe deze mensen met hun zeer primi tieve middelen dergelijk reuzenwerk verricht hebben, kan men gerust een wonder noemen. Heyerdahl is een heel eind gekomen in de rich ting van een oplossing. Hij spreekt echter niet alleen over zijn opgra vingen, zijn ontdekkingen diep on der en boven de grond, de rots tekeningen en de geheimzinnige vo gelmensen. Deze schryver is even zeer geïnteresseerd in de paar hon derd bewoners van het Paaseiland en wat hij over deze vertelt is de moeite waard. Daar is b.v. de bur gemeester van het eiland, afstam meling van het voorname ras der Langoren, dat door de Kortoren verbrand is. Deze door Hyerdahl als historisch zeer waarschijnlijk bewezen gebeurtenis was het einde van het ontstaan van de stenen reuzengestalten. Merkwaardig is, dat deze burge meester ook de beste beeldhouwer van het eiland is, eeti kunst die al gemeen beoefend wordt. Heyerdahl schrijft wel dat hij „niet gekomen is om geciviliseerde inboorlingen te bestuderen" de aandacht van de ze geleerde voor de mensen in zijn omgeving is diep en natuurlijk; een eigenschap, die maakt dat hij gewoonlijk meer aan de weet komt dan afzijdiger onderzoekers. Bo vendien maakt deze universele be langstelling dat hij zo meeslepend en amusant weet te vertellen over zijn ervaringen zonder evenwel op pervlakkig te zijn. CLARA EGGINK (i) Wanneer u deze postzegel in han den krijgt, loop er dan niet on- middelijk mee naar een postzegel handelaar in de overtuiging, dat u een zeldzaamheid hebt ontdekt. De overdruk staat zeker onderste boven maar dat is een curieus voorbeeld van een opzettelijke fout. Een of twee vellen zegels die een schip, varend door het Kanaal van Corinthe tonen hadden in derdaad bij vergissing een verkeer de opdruk gekregen. Dat was in 1937 en de zegels werden aan het publiek verkocht, voordat men de fout had opgemerkt. De ontdekking veroorzaakte on der de postzegelverzamelaars grote opwinding en om een dwaze spe culatie tegen te gaan, besloten de Griekse autoriteiten een groot aan tal zegels mét dezelfde fout te druk ken. Het resultaat daarvan is, dat een postzegel met de fout maar weinig zeldzamer is dan de nor male zegel: gebruikt is de waarde slechts ongeveer vijftien cent! De overdruk, met het rode kruis, was bedoeld om de normale zegel in een zogenaamde liefdadighcidsbe- lasting-zegel te veranderen. In sommige tijden van het jaar, was het voorschrift om dergelijke ze gels te gebruiken teneinde aan de nodige fondsen voor liefdadige doel einden te komen. Griekenland gaf de eerste liefdadigheidsbelastingze- gel uit in aprtl 1914, toen vele slachtoffers van de Balkan-oorlo gen moesten worden geholpen. La ter hielpen dergelijke zegels de mid delen te verschaffen voor andere doeleinden by voorbeeld voor hulp verlening aan d* in 1Q53 door een aardbeving geteisterde Ionische eilanden. En wat meer is: de Griekse pos terijen menen kennelijk, dat lief dadigheid in eigen huis moet begin nen. Er is tenminste een serie wel dadigheidszegels verschenen ten ba te van het fonds tot hulpverlening aan behoeftige personeelsleden van de posteryen A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 13