Schepen en nog eens schepen op
internationale show in Londen
Bil]
GEBEDSWEEK
Een Zoeklicht
Hout, staalplasticbeton en
krantenpapier - bouwmateriaal
(LEIDSCH
Nederlanders geprezen voor hun vakmanschap
IN 'N HOEK
GEDRUKT
gggjjg lllllll - |||p
'V
M
WOORD
VAN
BEZINNING
V.
Merkwaardige POSTZEGELS
Ondersteboven
met een bedoeling
Zaterdag 20 januari 1962
Pagina 1
(Van onze Londense correspondent)
Evenals op de vorige Britse watersportten
toonstelling, georganiseerd door de „Daily
Express", toen ons land voor het eerst in ruime
mate vertegenwoordigd was, zijn op de zojuist
begonnen nieuwe international „boat show",
welke het reusachtige gebouw van Earls Court
geheel vult, de glanzende produkten van de
Nederlandse jachtwerven opnieuw voorwerp
van algemene bewondering, d.w.z. van de zijde
der gewone bezoekers. Want de pers, die wel
vaak de buitenlandse concurrentie toejuicht,
kan het niet over haar hart verkrijgen de Ne
derlandse inzendingen ook maar met een en
kele regel te vermelden.
Voor de jonge ontwerper en
scheepsbouwer Frans Maas uit
Breskens blijft hout vooralsnog het
geliefde en vertrouwde materiaal.
Het is iroko, afkomstig uit Kongo,
dat hij als het ideale materiaal
beschouwt. „Beter dan eikenhout",
zegt hij, „en even goed, maar goed
koper en overvloediger dan teak".
Hij staat hier met zijn prachtige
zestons zeejacht „Fortunella" en
dat hij een plaats in het centrum
van de show kreeg is er zogoed als
zeker aan te danken, dat hij ex
poseert onder de naam van zijn
Engelse importeur Engeland
vormti voor de firma Maas het
grootste afzetgebied, vóór de Ver
enigde Staten en Nederland.
Uit Leiden
Erger is, dat de organisa
toren van de show praktisch
alle Nederlandse firma's let
terlijk in een hoek hebben ge
drukt. Hen werd geen plaats
gegund in het open midden
gedeelte van de zaal, waar er
voof de Engelse jachten alle
ruimte is om fier opgetuigd
hun opwachting te maken. De
Nederlandse schepen konden
wegens de lage zoldering,
waaronder zij neergezet zijn,
slechts een stompje tonen in-
plaats van een mast en zeilen.
Vanzelfsprekend zijn onze land
genoten, die ook veel hinder on
dervonden bij een kortzichtige dou
ane, zodat bepaalde zendingen niet
op tijd werden vrijgegeven, en de
traditionele, stroeve vakbondsbepa
lingen, welke een snelle opbouw van
stands op alle Britse tentoonstellin
gen onmogelijk maken, over dit al
les weinig te spreken. Maar de ont
vangst door het publiek en de
daaruit voortvloeiende orders, wel
ke niet lang op zich lieten wach
ten vergoedt veel.
Bijzonder trots is ontwerper
S. M. van der Meer uit Heiloo op
het feit dat de jachtclub van de
Britse marine zjjn „Trewes II', ge
bouwd bü gebr. Van Tol in Uit
geest, bestelde en dat nadat men
eigenlijk reeds besloten had een
Engels jacht aan te kopen. De Brit
se agent, zelf een Engels oud-ma
rine-officier, drukte de afgezanten
van Royal Navy Yachting Club op
het hart, alvorens een beslissing te
nemen, naar Nederland te vliegen
om de „Trewes" te zien, welke dub
bele waarde voor hun geld zou be
tekenen. Mochten, zy het daarmee
niet eens zijn, dan zou hij hun de
reiskosten vergoeden! Het gezel
schap stapte in het toestel en en
kele uren later was de koop ge
sloten Het jacht is thans in aan
bouw en een ander exemplaar
prijkt in Londen.
De heer Van der Meer, met wie
wij spraken, houdt zich voorlopig
nog bij de staalbouw. „Nooit lek
kage, gemakkelijk onderhoud, geen
condensatie, geen nare luchtjes",
zegt hij. „Bij staal weet. je wat je
er over tien jaar aan hebt'.
Stalen zeilschepen hebben een
lange Hollandse traditie, maar voor
het behoudzuchtige Engeland zijn
ze eigenlijk nog altijd een nieuwig
heid. Tot voor kort zworen de Brit
ten bij houten schepen. Maar op de
„boat show" gaat er een nieuwe
wereld voor hen open, want er is
geen materiaal, dat niet voor de
botenbouw lijkt te kunnen worden
toegepast.
De „Aquila 455", oppomp-
bare boot met buitenboord
motor.
Een andere Nederlandse werf,
welke hier voor het eerst met suc
ces exposeert, is de jachtbouw H.
R. Troost uit Leiden en wel met
haar aantrekkelijke Volksboot, een
4.80 meter zeiljacht, dat in Enge
land echter ruim duizend gulden
duurder is dan in ons land.
Dat komt natuurlijk niet door
de gebruikelijke tien procent in
voerrechten op zeil- en motorjach
ten, welke in tegenstelling met
auto's vrijgesteld zijn van aankoop
belasting, als wel door het feit, dat
de Engelse importeur de prijs te
laag acht en meent alleen kopers
te kunnen aantrekken met een du
re boot. Ook dit druist geheel in te
gen de Britse slagzin, dat de En
gelse economie als het ware snakt
naar echte buitenlandse concurren
tie als aansporing tot doelmatige
en goedkoper eigen produktie.
De Volksboot, ontworpen door de
heer Valentijn uit Langeraar, zal
in februari voor het eerst in New
York worden getoond. Ook daar is
de prijs concurrerend.
Tot de miljonairsjachten op deze
show behoort de Engelse „Zephyr"
van Halmatic, een 12 m. lang jacht
van versterkt plastic, dat men zich
al naar grootte kan laten aanme
ten voor prijzen, liggende tussen
180.000 en 300.000 gulden!
In opmars
Evenals in de Verenigde Staten
en onder invloed daarvan verovert
thans ook plastic, versterkt door
glasfiber, de Engelse watersport.
Vandaar de enorme belangstelling
welke De Vries Lentsch trekt met
het grote jacht „swiftsure" met
slaapplaatsen voor zes personen
en de kleinere „Meridian", beide
ontworpen door de beroemde Ame
rikaanse zeiler Philip L. Rhodes.
Een speciale pluim kreeg men van
Paul Elström, viervoudig Olym
pisch kampioen, die de schepen
kwam bekijken. Schipper Klaas
van der Struys uit Warmond, die
aanvankelijk sceptisch stond tegen
over schepen van plastic, was er
spoedig gemakkelijk voor gewon
nen. Het is daardoor geen probleem
meer hoe een schip gemakkelijk
schoon te houden en wegrotting te
voorkomen. De levensduur van
plastic schepen wordt in verband
met het laatste voordeel groot ge
acht.
De Vries Lentsch, die een spe
ciale samenwerking met Fokker -
Avio Diepen heeft tot stand ge
bracht voor de research en de
bouw van plastic zeiljachten, bezit
reeds grote ervaring op dit gebied.
Trouwens, men profiteert hierbij
ook van de resultaten van Brits
wetenschappelijk onderzoek. Men
heeft begrepen, dat plastic niet
zonder meer voor schepen kan wor
den gebruikt, zo^ls sommige Ameri
kaanse e.n andere firma's tot eigen
schade hebben geleerd, en aan bij
zondere eisen dient te voldoen. Een
plastic romp vereist bovendien een
speciale struktuur van het gehele
schip.
Grote veerkracht
Het z.g. „gewapende" plastic
n.l. versterkt met fiberglas en
waarvan de breeksterkte achtmaal
zo groot is als die van staal!
Meridianvan gewapend
plastic, gebouwd door Fokker-
De V ries-Lentsch.
bezit voortreffelijke eigenschappen.
Het kan meer verdragen dan hout
of staal, dank zij de grote veer
kracht en het feit dat het niet
versplintert. Reparaties kunnen
eenvoudig en ogenblikkelijk worden
uitgevoerd. Bovendien maakt plas
tic een zuivere lyn en roer-vast
heid mogelijk.
Gezien het feit dat de vraag naar
zeil- en motorjachten overal steeds
groter wordt, is plastic het aange
wezen antwoord voor de door de
economische omstandigheden ver
eiste massale produktie, welke op
den duur misschien tot prijsverla
ging zal leiden. Het aantal vaklie
den, dat kan omgaan met de tra
ditionele materialen, wordt steeds
schaarser. Plastic zeiljachten wor
den bijna met de snelheid van
auto's gebouwd.
Zo groot is reeds de populariteit
va>n plastic boten, dat wij mensen
op deze show de witgeschilderde
stalen huid van een solide Neder
lands jacht zagen strelen en be
kloppen met de hoopvolle vraag:
„is dit plastic.
Uitersten
Dit is een show van uitersten.
Wij bedoelen niet alleen de tegen
stelling tussen de luxe droomsche
pen, de reuzenjachten, oceaanra
cers, kruisers, super sportieve cata
marans, de speedboats en de nietige
dinghies, kano's en ouderwetse
„wastobbes", maar boten van be
ton en van papier!
U mag het geloven of niet, maar
het minder dan 2,5 cm dikke of, be
ter gezegd dunne, speciaal gespan
nen beton, waarvan een experimen
tele 4-persoonskruiser van Wind-
boats Ltd is vervaardigd, is lich
ter dan plastic! Men heeft het
materiaal, waarmee trouwens al bij
na veertig jaar geleden proeven
werden genomen, seacrete gedoopt
een woordspeling van sea (zee)
en concrete (het Engelse woord
voor beton). Het is de eerste maal,
dat beton van dergelijk geringe
dikte- met succes is geproduceerd.
Het beton, dat geen onderhoud be
hoeft, is, volgens de fabrikanten,
sterker dan hout of fiberglas en te
vergelijken met staal.
Ciba Ltd exposeert een zeiljacht
van ongeveer 6 meter lengte, bijna
geheel van met synthetische hars
geprepareerd krantenpapier. De
idee ontstond aan het einde van de
oorlog wegens gebrek aan materia
len. Allen krantepapier was toen
in voldoende mate beschikbaar.
Luchtkussen
Een niet zo heel vreemde eend
in de bijt is de Hovercraft herdoopt
in kussenboot, welke zich over land
en zee, rustende op een luchtkus
sen, voortbeweegt en gebouwd is
door Britten-Norman Ltd. Het log
ge gevaarte is voorzien van een
Rolls Royce V8-automobielmotor en
heeft een cabine met tien zitplaat
sen. Deze kussenboot is al zover
ontwikkeld, dat men niet meer mag
spreken van een experiment. Het
is reeds een betrekkelijk goedkoop
transportmiddel voor de praktijk.
Shell-Mex toont een drijvend ser
vice station voor jachten, als aan
vulling op de bestaande faciliteiten,
welke onvoldoende zijn in verband
met de snelle uitbreiding van de
watersport. Het voordeel is onder
andere, dat het onafhankelijk van
het getij gebruikt kan worden.
Vijf van de 267 gevluchte bewo
ners van Tristan da Cunha bou
wen ten aanschouwe van de bezoe
kers van de show een boot van het
type, waarin de gehele bevolking
in veiligheid werd gebrapht. Zij
werken zwijgend en traag, want
haast was iets dat zij op hun vul
kaaneiland niet kenden.
Ook in Engeland bloeit de water
sport als nooit tevoren. Men vlucht
naar de stilte en de wydheid, welke
alleen het water en speciaal d
zee, de baaien en inhammen kun
nen bieden. Hoewel Engeland nog
ruimschoots over onbedorven recrea
tiegebieden beschikt, wordt de auto
door de overvolle wegen en gebrek
aan parkeerruimte een last. Avon
tuur op het water is thans het
ideaal van miljoenen. Vandaar dat
Engeland voor onze werven, gezien
hun schitterende reputatie een
prachtig afzetgebied vormt.
p
- ■-
i -4
Dit woord van bezinning valt
midden in de week van ge
bed, van 18 tot 25 januari,
om de eenheid der christenen.
Elders in de plaatselijke pers
heeft u hierover wel het een en
ander gevonden o.a. over de
plaatsen en tijden van samen
komst. Wij willen op deze plaats
zoeken naar de betekenis van de
woorden, die hier in het. geding
zijn en daarmede naar de zaak,
door deze woorden aangeduid nl.
gebed, eenheid, christen.
Het is een week van gebed.
De benamingen verschillen hier
en daar. In het Frans b.v.: se-
maine de prière universelle pour
l'unité des chrétiens. Wereld
raad van Kerken: Week of pra
yer for christian unity. Ergens
vinden wij een schone toevoe
ging: week van gemeenschappe
lijk gebed voor eenheid der
christenen, zoals Christus die
wil, door de middelen, die Hij
wil. Van r.-k.-zijde wel ge
noemd: de gouden bidweek.
De bedoeling is dus dat er in
deze week veel, over de gehele
wereld, gemeenschappelijk en
persoonlijk gebeden wordt. Eén
bepaalde aangelegenheid wordt
met bijzondere nadruk en alge
meenheid aa>n de Here God
voorgelegd: dat wij als christe-
eenheid. Waarin moet die een
heid dan bestaan? Over het al
gemeen hebben wij daarvan
maar een vage gedachte. Moet
het een alles overkoepelende,
van bovenaf geregeerde en ge
dirigeerde eenheid zijn? Een
soort eenheids-staat? Met een
één-hoofdige leiding? Moeten
overal dezelfde ambten, liturgie
en kerkorde zijn? Of weer een
eenheid van belijden, van spre
ken naar buiten?
Tot heden is men in Wereld
raad-verband hier nog niet ver
der mee gekomen. Men heeft
zich in al zijn verscheidenheid
eenvoudigweg rond de tafel ge
schaard. Men wil met elkander
tenminste spréken. Daarin is
men één. Er is een basisformule,
belijdend Jezus Christus als
God en Heiland, belijdend sedert
New-Delhi expressis verbis ook
den drie-ënen God. Ook daarin
is men één. Maar dan komt er
een zee van verscheidenheid.
En toch (wij komen op ons
laatste punt: gebed om eenheid
der christenen) vinden al die
christenen hun thuis in een of
andere kerk. Zij hebben die kerk
lief als hun geestelijke moeder.
Do:r wat zij daar ontvingen in
prediking en sacrament werden
zy christen. En wie verloochent
nu zijn moeder? Dat doen alleen
ontaarde kinderen, voor wie
niets meer heilig is, zelfs hun
moeder niet, van wie zij toch
alles ontvingen tot hun leven
toe. Zo ontvingen alle christenen
hun Leven via één of andere
kerk. Daarom zijn zij, ondanks
alle prettige persoonlijke con
tacten niet los te denken van
hun kerk, evenmin als een kind
van zijn ouders. Dat mag ook
niet. Wij zullen nooit tot een
heid geraken door elkaar geweld
aan te doen en elkander van
onze moeder los te scheuren.
Blijft dus het probleem van de
vele moeders i.e. de vele kerken.
Moeten wij ons dan terugtrek
ken op een onzichtbare Kerk,
die in al die kerken een ver
schijningsvorm vindt? Dat zou
hetzelfde zijn als van de vele
moeders retireren op de idee
Moeder, om dan die idee te gaan
verheerlijken, daar de reële
moeders nogal wat te wensen
nen niet één zijn. Dit ervaren
wij als een bittere nood, die wij
in het gebed brengen, d.w.z., wij
vragen of Hij hierin iets veran
deren wil. In New-Delhi is wel
gebleken, hoe klein en machte
loos wij hierin zelf zijn. Hoe het
de grootste moeite kost om be
paalde gebeden in oecumenische
verband mede te bidden, in an
dere kerken een christelijke
kerk te herkennen en te erken
nen.
Door te bidden belijden wij,
dat deze zaak ons te hoog en te
groot is en alleen Gods zaak we
zen kan. Wij leggen het in Zijn
hand. Wij verwachten het van
Hem, van Zijn Geest en Zijn
Woord. Niet onze wil maar Uw
wil geschiede. Dat zegt die toe
voeging duidelijk: eenheid
„zoals Christus die wil, door de
middelen, die Hij wil". Hier valt
alle eigenwillig weigeren en alle
eigenwillig forceren van de een
heid weg. Het gaat niet om wat
wij willen of niet willen, maar
of wat Christus wil en niet wil.
Wij mogen onszelf de middelen
daartoe niet verschaffen en het
doel de middelen niet. laten hei
ligen. Wij zullen biddend moeten
zoeken naar de middelen, die Hij
wil, om tot eenheid te geraken.
Het is een week van gebed om
Eeuwenoude, uit elkander ge
groeide tradities ontmoeten el
kaar. Moet dit. alles tot een een
heids-kerk groeien? Moet het
een federatief verband worden,
waarbinnen ieder zijn eige>n ac
cent bewaart in belijden, predi
king en liturgie? Of moet het
een voortdurend elkander ont
moeten en spreken blijven zon
der verdergaande organisatori
sche consequenties? De vragen
zijn hier legio. En dan hebben
wij de r.-k. conceptie van het
kerkelijk vraagstuk en de oplos
sing daarvan nog maar buiten
beschouwing gelaten.
U ziet dat het nog niet zo een
voudig is om de eenheid te bid
den. Wijselijk wordt dan ook
niet gesproken van een week
van gebed om de eenheid der
kérken, maar der christenen.
Stellig, omdat steeds weer blijkt,
dat men uit lijnrecht tegenover-
elkaar gestelde tradities ko
mend, van persoon tot persoon
zoveel gemakkelijker één kan
zijn in gebed en geloof dan van
kerk tot kerk. De prettige per
soonlijke contacten zeggen ons
steeds weer: het moet mogelijk
zijn. De'loodzware confessionele
tradities, geheel de loodzware
kerkelijke ballast doet het tel
kens weer onmogelijk schrijnen.
overlaten. Ook deze laatste
vluchtpoging lijkt ons niet ge
slaagd in het licht van de bijbel
waar de Heer der Kerk bidt in
het Hogepriesterlijk gebed, „dat
zij allen één zijn, gelijk Gij, Va
der, in Mij en Ik in U, dat ook
zij in Ons zijn, opdat de wereld
gelove, dat Gij Mij gezonden
hebt." Eén, opdat de wereld ge
love.
Wij moeten besluiten het niet
te weten. Niet te weten, om wél
ke vorm van eenheid wij moeten
bidden. Eén kudde zal het wor
den en één Herder. Dat is be
loofd. Zou het niet goed zijn in
deze week van gebed om de een
heid der christenen te bidden
om de vervulling van deze be
lofte? En het aan de Herder
over te laten hoe Hij dat wil
gaan doen! Er is in dit opzicht
zóveel i.n beweging, dat er alle
reden is het niet bij bidden te
laten, maar vooral ook te dan
ken.
P.S. In het vorige woord van
bezinning kwam in een citaat
van Karl Barth „kinderlijk" te
staan i.pl.v. „hinderlijk".
H. J. van Achterberg,
hervormd predikant,
te Leiden.
OP DE BOEKENMARKT
Thor Heyerdahl. „Aku-aku".
De Tijdstroom Lochem. z.j.
„Wanneer de stormwind loeit en
brult. En huis en hof met schrik
vervult Dan is het wel een prijsje
waard. Te mogen schuilen bij de
Haard" en zeer zeker als men daar
dan dit heerlijke boek bij kan ne
men. Heerlijk althans voor hen die,
zoals ik, er van overtuigd zijn dat
de wereld nog wel andere wonderen
bergt dan a-bommen.
Voor wie het vergeten mocht zijn
- Thor Heyerdahl is de Noorse
zooioog, die in 1947 met het vlot
Kon Tiki van de Perpaanse kust is
weggedreven in de richting van de
oostelijke Polynesische eilanden om
een theorie te bewijzen en wel zijn
eigen theorien.l. dat de Polynesi
sche cultuur afkomstig is uit Peru
en dat het helemaal niet onwaar
schijnlijk is dat bewoners van dit
land zich met vlotten hebben la
ten afdrijven op de sterke zee
stroom. Deze avontuurlijke en inte
ressante tocht heeft hij beschreven
in het boek dat „Kon Tiki" heet.
Het geluk is met ons, dat deze
Heyerdahl niet alleen een geleerde
is, maar ook een plezierige, helde
re en geestige verteller, zodat men
het relaas van zijn vondsten en
tochten met de bekende rode oor
tjes blijft volgen.
Tijdens de drijftocht van het
vlot Kon Tiki reeds was Heyerdahl
op de gedachte gekomen 's werelds
onbereikbaarste eiland, het Paas
eiland, te bezoeken. Dat is op zich
zelf niet wonderlijk, want dit eiland
ook bekend onder de romantisch
klinkende naam Rapanui, staat
reeds sedert de ontdekking door
Jacob Roggeveen in 1722 in een
reuk van geheimzinnigheid. De
bevolking zelf is al een raadsel, om
dat men onder deze zowel blanken
als donkere mensen aantreft, ter
wijl er hier waarschijnlijk geen
sprake is van achtergebleven Euro
peanen, zoals op Pitcairn, waar de
muiters van de Bounty een toe
vlucht gevonden hadden. Volgens
de overlevering op het eiland zelf,
komt de oorspronkelijke bevolking
van Rapa Iti (klein Rapa), wat
natuurlijk de onderzoeker niet veel
verder brengt. Zeker is dat om
streeks 1863 het grootste gedeelte
van de bevolking werd geronseld
door de Peruanen om op de gua-
no-eilanden te gaan werken, een
verplaatsing, die door niet veel
meer dan een tiental overleefd is.
Het wonderlijkste evenwel zijn de
archeologische vondsten op dit
eiland. Ten eerste staan daar de
immense stenen beelden, die een
gemiddelde hoogte van vier meter
hebben, terwijl men er ook kan
aantreffen, die nog veel hoger zijn.
Door weer en wind waren de rom
pen van deze beelden benen
zijn er niet aan langzamerhand
in de grond geraakt, zodat alleen
de fascinerende hoofden nog uit
staken. Vervolgens zijn er de ves
tingdorpen, gelegen op de hoogste
toppen en gebouwd uit kolossale
zeer symmetrisch bewerkte stenen.
Hoe dit alles ontstaan is en hoe
deze mensen met hun zeer primi
tieve middelen dergelijk reuzenwerk
verricht hebben, kan men gerust
een wonder noemen. Heyerdahl is
een heel eind gekomen in de rich
ting van een oplossing. Hij spreekt
echter niet alleen over zijn opgra
vingen, zijn ontdekkingen diep on
der en boven de grond, de rots
tekeningen en de geheimzinnige vo
gelmensen. Deze schryver is even
zeer geïnteresseerd in de paar hon
derd bewoners van het Paaseiland
en wat hij over deze vertelt is de
moeite waard. Daar is b.v. de bur
gemeester van het eiland, afstam
meling van het voorname ras der
Langoren, dat door de Kortoren
verbrand is. Deze door Hyerdahl
als historisch zeer waarschijnlijk
bewezen gebeurtenis was het einde
van het ontstaan van de stenen
reuzengestalten.
Merkwaardig is, dat deze burge
meester ook de beste beeldhouwer
van het eiland is, eeti kunst die al
gemeen beoefend wordt. Heyerdahl
schrijft wel dat hij „niet gekomen
is om geciviliseerde inboorlingen te
bestuderen" de aandacht van de
ze geleerde voor de mensen in zijn
omgeving is diep en natuurlijk;
een eigenschap, die maakt dat hij
gewoonlijk meer aan de weet komt
dan afzijdiger onderzoekers. Bo
vendien maakt deze universele be
langstelling dat hij zo meeslepend
en amusant weet te vertellen over
zijn ervaringen zonder evenwel op
pervlakkig te zijn.
CLARA EGGINK
(i)
Wanneer u deze postzegel in han
den krijgt, loop er dan niet on-
middelijk mee naar een postzegel
handelaar in de overtuiging, dat
u een zeldzaamheid hebt ontdekt.
De overdruk staat zeker onderste
boven maar dat is een curieus
voorbeeld van een opzettelijke fout.
Een of twee vellen zegels die
een schip, varend door het Kanaal
van Corinthe tonen hadden in
derdaad bij vergissing een verkeer
de opdruk gekregen. Dat was in
1937 en de zegels werden aan het
publiek verkocht, voordat men de
fout had opgemerkt.
De ontdekking veroorzaakte on
der de postzegelverzamelaars grote
opwinding en om een dwaze spe
culatie tegen te gaan, besloten de
Griekse autoriteiten een groot aan
tal zegels mét dezelfde fout te druk
ken. Het resultaat daarvan is, dat
een postzegel met de fout maar
weinig zeldzamer is dan de nor
male zegel: gebruikt is de waarde
slechts ongeveer vijftien cent!
De overdruk, met het rode kruis,
was bedoeld om de normale zegel in
een zogenaamde liefdadighcidsbe-
lasting-zegel te veranderen. In
sommige tijden van het jaar, was
het voorschrift om dergelijke ze
gels te gebruiken teneinde aan de
nodige fondsen voor liefdadige doel
einden te komen. Griekenland gaf
de eerste liefdadigheidsbelastingze-
gel uit in aprtl 1914, toen vele
slachtoffers van de Balkan-oorlo
gen moesten worden geholpen. La
ter hielpen dergelijke zegels de mid
delen te verschaffen voor andere
doeleinden by voorbeeld voor hulp
verlening aan d* in 1Q53 door een
aardbeving geteisterde Ionische
eilanden.
En wat meer is: de Griekse pos
terijen menen kennelijk, dat lief
dadigheid in eigen huis moet begin
nen. Er is tenminste een serie wel
dadigheidszegels verschenen ten ba
te van het fonds tot hulpverlening
aan behoeftige personeelsleden van
de posteryen A