VS willen alles vergoeden
wat er vergoed kan worden
Verontwaardiging over
kritiek van dr. Herschel
Nederland rouwt om doden
Zoeken naar bij ramp
betrokken Brits gezin
Kansen voor toekomst
vordert ook berekend
Nu reeds voorschotten in directe noodgevallen
OnkiesOnbetamelijk.Onverantwoord
Het verbleef
bij familie.
Nog maar weinig vooruitgang
in Europees landhouwoverleg
)pgericht 1 maart 1860
Woensdag 10 januari 1962
Derde blad no. 30549
I&n onze Utrechtse correspondent)
Mogelijk nog deze week, maar
aders in elk geval volgende
•eek, zullen vertegenwoordigers
3n de directie van de Neder-
indsche Spoorwegen familie
den van de slachtoffers en ge
bonden bezoeken, om een begin
maken met de regeling van de
nanciele gevolgen van de trein-
imp bij Harmeien.
Zo nodig zullen thans reeds
jorschotten worden uitgekeerd.
Een globale schatting van het
>drag, dat met de schadever-
oeding gemoeid kan zijn komt
p zes tot zeven miljoen gulden.
De Spoorwegen erkennen ech-
tr volledig hun aansprakelijk-
eid in dit opzidht, zoals ir. Loh-
ann, president van de N.S., al
ort na het ongeval nadrukkelijk
eeft gezegd. Bij de juridische
fdeling zijn al de nodige voor-
ereidingen getroffen.
De aansprakelijkheid voor de
inanciële gevolgen van een trein-
tigeluk is vastgelegd in artikel 1
an de Spoorwegivet. De o m-
\ang van de uitkeringen is ge-
tonden aan de normen van de
tchtspraak op dat gebied. De
uridische afdeling maakt zich
\verigens meer gereed inhoud te
\even aan de opvatting van de di-
(ecfie: „waar mogelijk, dienen de
\goorwegen te zorgen voor een
lolledige vergoeding"dan dat zij
Iich voorbereidt de rechter uit
toraak te laten doen over de
pns tot waar haar verplichtin
gen reiken.
Met andere woorden: de Spoorwe
gen erkennen, naast hun juridische
«nsprakelijkheid, ook hun morele
lansprakelijkheid en zullen niet
'achten op het indienen van claims,
kaar zelf het initiatief nemen. Daar-
-jj zal een van de eerste vragen zijn:
"Hebt u direct geld nodig?" In dat
eval kunnen voorschotten worden
•egeven, zodat in geen geval gezin-
en in directe financiële moeilijkhe-
ien behoeven te komen door het
fegvallen van inkomsten en door ex-
ra uitgaven, die met het ongeluk
<erband houden.
Gewonden
Voor de gewonden worden alle kos-
jen, die nodig zijn voor genezing,
jventuele revalidatie en kunstmidde
vergoed, evenals vervoerskosten
familieleden, loonderving en
jelijke. Daarnaast hebben zij in
jinsel recht op smartegeld. Dat
uiteraard sterk variëren, al naar
:lang het gaat om een vrij onbe-
:kenend litteken, of om het missen
ledematen. Bedragen van hon-
gulden zijn denkbaar, maar ook
in tienduizend.
„wy plegen deze zaken royaal af
te doen", aldus mr. L. C. H. Veger,
van de juridische afdeling van NS
„En als er in het verleden al eens
geen overeenstemming bereikt is in
een enkel geval en het tot een pro
cedure kwam, bleek by de rechterlij
ke uitspraak, dat onze aanvankelijke
maatstaf te goed geweest was".
Doden
Wat de doden betreft, houdt de er
kenning van de morele verantwoor-
delykheid in, dat büvoorbeeld de be
grafeniskosten voor rekening van de
Spoorwegen komen. Voorzover de na
bestaanden niet. de uitdrukkelijke
wens van het tegendeel te kennen
geven, wordt elke teraardebestelling
van een slachtoffer by gewoond door
een N.S.-vertegenwoordiger. wat in
vele gevallen al gelegenheid vormt
een brug te slaan tussen nabestaan
den en de juridische afdeling.
Uitgangspunt bij het bepalen van
de vergoeding, die de Spoorwegen
uitkeren aan de achtergebleven ge
zinnen, is het weggevallen consump
tieve inkomen. Norm is het bedrag,
dat in een gezin besteed werd en
dus ook in de toekomst besteed moet
kunnen worden aan het levenson
derhoud.
Het wegvallen van een gezinslid
betekent, dat er iets minder nodig
zal zün dan totnutoe en ook wordt
er gekeken naar wat er voor het
weggevallen inkomen in de plaats
komt (bijvoorbeeld pensioenaanspra
ken). Die worden in eerste instantie
afgetrokken, omdat zij anders dubbel
betaald zouden worden. De pensioen
verzekeraar zal zich waarschijnlijk
op zyn beurt. tot. de Spoorwegen wen
den en van hen het pensioen terug
vorderen.
Gewond bij botsing
na overleefde ramp
Mejuffrouw J. C. de Vries uit
de Detmerstraat in Alphen aan
den Ryn behoorde tot de geluk- i
1 kigen, die zonder enig letsel i
1 maandagmorgen uit de onge-
1 lukstrein naar Amsterdam kon
i stappen.
i Met andere eveneens hevig ge-
I schrokken en geschokte reizigers 1
begaf zy zich naar de Rijks-
straatweg, waar een welwillende 1
automobilist aanbood haar en
1 enkele andere reizigers naar het i
1 station Woerden te brengen,
i Dankbaar werd van de aanbie-
i ding gebruik gemaakt en inge-
i stapt.
Maar het was nog niet genoeg 1
geweest voor één dag. Op weg 1
naar het station kwam de auto
in botsing met een brandweer- i
1 wagen van de Nederlandse i
Spoorwegen. Doden vielen er ge-
i lukkig niet by dit ongeluk, maar l
mej. De Vries brak een arm en
enkele ribben en zij liep een her- 1
senschudding op. Zij moest wor- 1
den opgenomen in het r.-k. zie- 1
kenhuis „Ope Dei" in Woerden.
Mej. De Vries is o.a. presidente i
1 van de Ned. Chr. Vrouwenbond,
adf. Noord.
Ook toekomst
Over het algemeen zijn nog jonge
beoefenaars van vrije beroepen dege
nen, voor wie de grootste bedragen
nodig zijn, als vaststaat, dat zy hun
beroep niet meer zullen kunnen uit
oefenen, of als zij omgekomen zijn.
Zy hebben vaak weinig aan hun pen
sioenvoorziening gedaan en het ge
zin heeft er recht op, dat het hoger
inkomen dat anders na een aantal
jaren ter beschikking zou zijn geko
men, gecompenseerd wordt.
Over het algemeen geven de
Spoorwegen de voorkeur aan jaar
lijkse uitkeringen boven uitkeringen
ineens, waarbij dan verder gestreefd
wordt naar een zekere waardevast
heid door de uitkering te koppelen
aan een index, bijvoorbeeld van de
NS-pensioenen of van de AOW-uit-
kering. De totale afwikkeling van de
financiële gevolgen kan in de moei-
lyke gevallen een jaar of langer du
ren, ook al doordat soms medisch
pas na lange tijd een eindtoestand is
bereikt. De voorschotregeling zorgt in
zo'n geval voor overbrugging.
De uitkeringen komen maar voor
een klein deel voor rekening van het
fonds, dat de Spoorwegen voor deze
soort risico's gevormd hebben: het
grootste deel valt onder de verzeke
ring, die de NS bij een aantal ver
zekeringsmaatschappijen heeft lopen.
Nog meer namen
In het ziekenhuis te Woerden is
gisteren aan zijn verwondingen over
leden sergeant eersteklas J. Roland,
Eigendomstraat 34 in Soest. In dit
zelfde ziekenhuis verkeerden toen nog
drie gewonden in levensgevaar.
De identificatiedienst van het Cen
traal Militair Hospitaal in Utrecht
heeft ook nog de volgende slachtof
fers van de ramp geïdentificeerd:
Hendrika Cornelia Buitelaar, Waal
singel 4, Krimpen ad. IJssel (26).
Pater Steven F. Roes, huize De
Breul te Zeist (39).
Antoinnette Gautier, Kerkweg, Ber-
kenwoude (35).
Mej. H. Hollander, Roemer Visser-
straat 11, Dordrecht (28).
W. Wierda, Brouwerstraat 13, Deven
ter (30).
Mej. Johanna van Alphen, Rönt-
genstr., Hilversum (40)
Twee slachtoffers, een man en een
vrouw, zijn nog niet geïdentificeerd.
De gisteren door het Militair Hos
pitaal verstrekte rectificatie op de
naam van het slachtoffer Plomp
heeft men thans weer ingetrokken.
Het slachtoffer heet P. J. Plomp en
woonde Koekoekstraat 67 in Gouda.
De chef van de medische dienst
van de Nederlandsche Spoor
wegen, dr. P. J. E. Hovingh,
heeft de persconferentie, die
maandagavond in het Militair
Hospitaal ,,Oog in Al" te
Utrecht is gehouden ,,een on
kiese zaak" genoemd. Tijdens
deze persconferentie heeft zo
als gemeld de commandant
van de Utrechtse Rode Kruis-
colonne, tevens internist van het
hospitaal, dr. J. G. Herschel, kri
tiek geleverd op de organisatie
van de medische hulpverlening
na de treinramp bij Harmeien en
op het uitblijven van een waar
schuwing aan het Rode Kruis.
Dr. Hovingh vertelde, dat hy
Utrechts burgemeester, jhr. mr. C. J.
A. de Ranitz, heeft bedankt voor de
voortreffelijke hulp, die de Utrechtse
G.G.D. op het rampterrein heeft ge
boden. Met name ook heeft hy zijn
bewondering uitgesproken voor de
correcte en actieve houding van de
G.G.D.-directeur, dr. A. A. Koopal.
Regeling
Om even over half tien maandag
ochtend werd de Utrechtse G.G.D.
door de politie op de hoogte gesteld
van de ramp en omstreeks tien uur
arriveerden de eerste mensen en am
bulances al in Harmeien. Inmiddels
waren daar ook al huisartsen en chi
rurgen uit de omgeving aangekomen.
Dr. Hovingh trof met dr. Koopal de
regeling, dat eerst de gewonden af
gevoerd moesten worden en wel zo
snel mogelijk. De verdeling over de
diverse ziekenhuizen heeft dr. Ho
vingh aan dr. Koopal overgelaten. In
verband met de opmerkingen van dr.
Herschel over het ontbreken van een
administratieve organisatie op het
rampterrein, merkte dr. Hovingh op,
dat hij mensen belangrijker vindt
dan papier. Bovendien hebben de zie
kenhuizen alle een zo goede admini
stratie, dat de namen van de ge
wonden in minder dan ,geen tijd ver
zameld konden worden.
„In mijn langdurige spoorwegtijd
heb ik altijd goede ervaringen opge
daan met de G.GD.'s", aldus dr.
Hovingh, „Zij werken met ervaren
medici en hulpkrachten mensen uit
de praktijk die dagelijks bij ongeluk
ken assisteren".
Correcter
Toen maandag eenmaal de
Utrechtse G.G.D. was gewaarschuwd,
vond hy het correcter ook de G.G.D.'s
uit de omliggende plaatsen hulp te
vragen, omdat deze dezelfde routine
hebben en dezelfde discipline kennen,
hetgeen de organisatie van het werk
vereenvoudigde. Het bezwaar van dr.
Hovingh tegen het Rode Kruis, naast
alle positieve eigenschappen, die het
heeft, is, dat het over te weinig prak
tische ervaring beschikt, zeker op
spoorweggebied, waar een ramp een
speciale benadering vereist, zowel op
technisch als op organisatorisch en
medisch gebied. Bij voorgaande onge
lukken in dezelfde streek, heeft dr.
Hovingh bovendien buitengewoon
goede ervaringen opgedaan wat de
medewerking van de ziekenhuizen in
de omgeving betreft.
Niet verplicht
Het Rode Kruis komt inderdaad op
de waarschuwingslij sten van de
Spoorwegen voor. maar er bestaat,
volgens dr. Hovingh, geen enkele
verplichting, het Rode Kruis bij een
ramp in te schakelen. Ook de aan
wijzingen van het ministerie van
Binnenlandse Zaken gelden niet voor
spoorwegrampen.
„We hebben in een concrete si
tuatie te maken met de lokaal aan
wezige hulpkrachten", aldus dr. Ho
vingh. „Maandagmorgen waren er al
vroeg voldoende transportmogelijk
heden voor doden en gewonden. Er
zou pas werkelijk een chaos zyn ont
staan, als ook de Rode Kruiskolonne
nog met overbodig materieel was ver
schenen".
Dr. Hovingh zei nogmaals, dat hij
de uitlatingen van dokter Herschel
op de persconferentie ten zeerste be
treurt. Hy acht het niet betamelijk,
een collega publiekelijk aan te vallen
of te bekritiseren. Dit had, naar
Enkele duizenden hebben
gisteravond in Utrecht in sobere
bijeenkomsten de doden van de
bij Harmeien her
dacht. Zij hebben, ieder op zijn
eigen manier, gebeden voor en
gedacht aan hen, die op de
vroege maandagochtend door
de dood werden overvallen.
Onder hen waren ministers,
bisschoppen, burgemeesters en
militaire autoriteiten, maar ook
gewone mensen, die de behoefte
gevoelen, te getuigen van hun
diep medeleven.
In Utrecht, waar de spoor
wegen gevestigd zijn en de
doden liggen opgebaard, wer
den de slachtoffers in drie
bijeenkomsten herdacht.
In de Domkerk woonden byna vijf
tienhonderd mensen een interkerke-
Hjke gebedssamenkomst bij. Velen
moesten genoegen nemen met een
staanplaats. Hare Majesteit de Ko
ningin liet zich vertegenwoordigen
door haar kamerheer in buitenge
wone dienst, J. H. E. baron van Na-
gell. Minister drs. H. A. Korthals was
er namens de regering, terwijl de
directeur van de Nederlandse Spoor
wegen, drs. D. J. Wansink, eveneens
aanwezig was. Daarnaast waren er
tal van burgerlijke en militaire auto
riteiten.
Massaal
Massaal klonk in deze kerk het ge
bed. Men smeekte om troost voor de
nabestaanden, om bijstand voor de
gewonden, maar ook voor de ontsnap
ten, die naar ziel en geest gekwetst
zijn. Men bad voor hen, die dagelijks
aan de gevaren van het snelverkeer
blootstaan en in het bijzonder voor
de machinisten. Uit honderden kelen
klonk tenslotte het zesde vers van
zijn oordeel, achteraf dienen te ge
schieden.
Onderscheid
Verontwaardigd is ook de heer A.
Speelman Azn, arts in Harmeien.
Dokter Speelman was maandag al
om vijf voor half tien op het ramp
terrein aanwezig voor het verlenen
van eerste hulp en hij is er geble
ven tot de laatste gewonden was ver
trokken.
Zijn bezwaar tegen de uitlatingen
van dr. Herschel is, dat deze er geen
rekening mee heeft gehouden, dat het
grote publiek geen onderscheid
maakt tussen het Rode Kruis en de
eerste hulpverlening. Het publiek
denkt nu, volgens hem, dat de eerste
hulp te laat is gekomen, hetgeen
volstrekt niet het geval was. Dokter
Herschel heeft alle mensen die wel
direct ter plaatse waren hiermee te
kort gedaan, aldus dokter Speelman,
die hierbij met name dacht aan de
Utrechtse G.G.D. en aan de Woer-
dense ziekenauto's, die zeer snel op
het terrein van de ramp arriveerden.
Dr. J. Dijkstra, chirurg van het
Woerdense ziekenhuis, noemde de op
merkingen van dr. Herschel „onver
antwoord". Hy neemt het hem voor
al kwalijk, dat hy op de persconfe
rentie heeft gezegd, dat de toestand
van de gewonden zeer redelijk was.
„Op dat momtnt lagen er in mijn
ziekenhuis nog drie van de twintig
gewonden op sterven", aldus dr. Dijk
stra, die hieraan toevoegde, dat de
heer Herschel zich totaal niet op de
hoogte heeft gesteld van de toestand
van de gewonden.
Rotle Kruis zegt..
Het hoofdbestuur van het Rode
Kruis heeft nu weer stelling ge
nomen tegen de opvatting, als zouden
de colonnes van het Rode Kruis, b.v.
die van Utrecht, by een ramp als
maandag is geschied, minder in aan
merking komen om gelijkwaardige
en doeltreffende hulp te verlenen.
Het wijst er in dit verband op dat
de Rode Kruiscolonne Utrecht een
volkomen gemechaniseerde eenheid
vormt, opgeleid en geoefend juist
voor massale hulp en is uitgerust met
personeel en materiaal voor de vor
ming van een volledige verzamel
plaats van gewonden. Deze bestaat
o.m. uit een afdeling, waar de urgen
tie voor de behandeling en afvoer
wordt vastgesteld, een shock-afdeling
met bloedtransfusiematerialen, ge
luidsinstallatie, verbindingsdienst en
registratie-afdeling.
Dit laatste betekent uiteraard niet
dat, zoals gesuggereerd, aan registra
tie meer waarde wordt gehecht dan
aan de behandeling van gewonden,
daar registratie geen vertragende
factor vormt, doch het voordeel heeft
dat geheel los van de behande
ling tegelijkertijd snelle informa
ties kunnen worden gegeven.
Het hoofdbestuur, de mening de
lend van de overste Herschel, dat het
bijzonder te betreuren valt dat het
Rode Kruis door de verantwoorde
lijke autoriteiten niet gewaarschuwd
is, zou er echter bepaald de voorkeur
aan hebben gegeven indien deze
zienswijze in de omstandigheden w.o.
zy geuit is, achterwege was gebleven.
Na een koortsachtige speurtocht
heeft de Britse ambassade gisteren
mevrouw Powell gevonden, die met
haar beide kinderen Marcia en Fre-
derik betrokken was bij de trein
ramp bij Woerden.
De kinderen werden slechts licht
gewond, maar zij wisten niet, waar
hun moeder was. Iedereen vreesde
het ergste. Inderhaast overgekomen
Engelse journalisten zochten zieken
huizen in en rond Utrecht af om
de moeder en de inmiddels ook ver
dwenen kinderen te vinden. Men te
lefoneerde met scheepvaart- en lucht
vaartmaatschappijen, maar van het
drietal was geen spoor te ontdekken.
De politie werd ook nergens wijzer
en de informatiedienst van het Rode
Kruis stond al evenzeer voor een
raadsel. In een speciaal oproepbe
richt voor de radio werd de Britse
Ambassade verzocht bekend te worden
gemaakt met de verblijfplaats van
het gezin. Door een toeval kreeg het
Rode Kruis contact met mevrouw Po
well, met haar kinderen was zy bij
familie in een woning aan de
Utrechtse Dickenslaan
Wonder
„Het is een wonder", zo vertelde
ons mevrouw Powell temidden van
haar overgelukkige familieleden, „dat
mijn kinderen en ik, maar ook mijn
broer en nicht, die ons vergezelden,
nog leven. Opeens, ik zat ongeveer
negen minuten in de trein en was op
weg naar Engeland, begon de coupé
hevig te schokken. Een oorverdoven
de klap volgde hierop. Toen was het
even stil, heel kort maar, want wat
we toen hoorden zal ik nooit meer
vergeten.
Ik kan het niet beschrijven. Mijn
dochtertje werd enkele meters van
mij vandaan gesleurd. Zelf kon ik
me niet bewegen, omdat twee vrou
wen over me heen lagen. Mijn zoon
tje zag ik niet meer. De coupé was
gedeeltelijk gekanteld.
Mijn broer probeerde een paniek
te voorkomen. Hij schreeuwde de
mensen toe, hun kalmte te bewaren,
klom over stukken staal heen en gooi
de ons vanuit een opening in de trein
naar buiten, waar we werden opge
vangen door militairen. Myn zoontje
Frederick was het eerst op de been.
Voor hem heb ik de grootste zorg,
omdat hy juist herstellende is van
een zenuwinstorting. Myn dochtertje
liep, zoals later in het ziekenhuis
bleek, een lichte shock op en kneu
zingen aan het bovenbeen".
Hoogste woord
De beide kinderen hadden overi
gens gisteren in de woning aan
de Dickenslaan alweer het hoogste
woord. Vandaag zou het gezin via
Ostende en Dover naar Canterbury
terug gaan. De heer Powell, die in
Wembley werkt, was direct telegra
fisch op de hoogte gesteld van de
wonderbaarlijke redding van zyn ge
zin. Er is evenwel een kans, dat hij
dit telegram niet ontvangen heeft,
want men heeft van hem nog niets
gehoord. Dit zal ook de reden zijn,
dat men op de Britse ambassade in
Den Haag ongerust was over het lot
van de familie Powell. Deze ongerust
heid nam toe, doordat een buiten
lands persbureau de dood van de
beide kinderen Powell reeds had ge
meld en de Londense kranten allerlei
instanties in Nederland opbelden om
het gezin te zoeken.
Kerkelijk Leven
Liturgische formulieren
der Geref. Kerk
De generale synode van de Geref.
Kerken heeft in haar dinsdag te
Apeldoorn gehouden vergadering zich
langdurig bezig gehouden met de ver
scheidene liturgische formulieren
Voor de formulieren voor de bedie
ning van de sacramenten, de plaats
van de voorgestelde gebeden voor de
eredienst, de dekaloog en het credo,
besloot de synode voor verdere bezin
ning op de haar voorgelegde vra
gen vyf deputaten te benoemen met
nader omschreven opdracht. Voorts
besloot zy de door de deputaten ont
worpen gebeden te aanvaarden en de
ze de kerken ten gebruike aan te
bieden, met dien verstande dat zy
de vaststelling van een geheel her
zien kerkboek door een volgende sy
node rekening zal worden gehouden
met eventuele opmerkingen of voor
stellen, over de nu aangeboden on
derdelen, en met de resultaten van
het overleg met de Raad voor de
eredienst van de Ned. Herv. Kerk.
Deputaten werden ontheven van
hun opdracht een gebed te ontwer
pen voor tijden van nationale rouw.
De vraag, op welke wijze aan voor
gestelde gebeden een verantwoorde
plaats in de eredienst kan worden
gegeven, zal in handen worden ge
steld van deputaten, die de synode
zullen adviseren omtrent de gehele
orde van de eredienst.
De commissie voor de herziening
van het concept-doopformulier heeft
volledige overeenstemming bereikt. De
amendementen werden voor deputa
ten gedeeltelijk overgenomen. De sy
node besloot de diverse suggesties en
voorgestelde redactiewijzingen aan
deputaten over te laten, maar over de
in geding zijn de principiële punten
zittende deze synode een beslissing
te nemen.
NED. HERV. KERK
Bedankt voor Oudorp (toez.) P. W.
B. Haseloop te Tolbert.
psalm 48: „Want deze God is onze
God, Hij is ons deel, ons zalig lot,
door tijd noch eeuwigheid te schei
den: t;r dood toe zal Hy ons ge
leiden".
Zelfs buiten
Zelfs tot buiten op de straat ston
den zij, die avond in de rooms-katho-
lieke Sint-Willibrordkerk een plech
tige mis van Requiem bijwoonden.
Een plechtigheid, waarbij o.m. aan
wezig waren kardinaal B. J. Alfrink,
minister dr. M. A. M. Klompé, de
president van de Nederlandsche
Spoorwegen, ir. J. Lohmann. de pre
sident van de raad van commissaris
sen van de N.S., prof. dr. ir. H. C. J.
Gelissen, alsook de burgemeester van
Harmeien, drs. Jos. G. C. J. Timmer
mans. Het was een indrukwekkend
gebeuren, dat geaccentueerd werd
door de Requiemgezangen van 't pa
rochiële koor. De mis werd opgedra
gen door de pastoor H. Th. Mets van
de parochie.
Hoiulerd
Ongeveer honderd personen woon
den een herdenkingsplechtigheid bij,
die het humanistisch Verbond in het
Erasmushuis organiseerde. Onder hen
In de Buurkerk in Utrechtdie
ingericht is als chapelle ardente.
staan de rijen van tientallen kis
ten met stoffelijke resten van de
slachtoffers van de spoorweg
ramp opgesteld.
bevonden zich mr. P. R. Leopold,
secretaris van de N.V. Nederlandsche
Spoorwegen en de heren B. J. Max
en Th. O. W. Polet, hoofdbestuurs
leden van het Humanistisch Verbond.
Prof. dr. J. C. Brandt Corstius, hoog
leraar aan de Rijksuniversiteit in
Utrecht, sprak een korte herden
kingsrede uit.
(Van onze Brusselse correspondent)
Dood tij gisteren in de minister
raad van de E.E.G. die nog steeds
beraadslaagt over het landbouwbeleid.
Zoals men weet zal men voor het
einde van de week tot overeenstem
ming moeten komen om het moge
lijk te maken de tweede fase te la
ten ingaan.
Gisteren is men het over enige
punten van ondergeschikt belang in
principe wel eens geworden, zoals o.a.
over het instellen van contingenten
voor wijnen, over de financiële ver
antwoordelijkheid en over het con-
currerentiebeding.
Er zijn, zo zei minister Marynen
gisteravond na afloop van de ver
gadering, weer een paar bouwstenen
klaar. Doch hij legde er daarbij de
nadruk op, dat de laatste loodjes in
derdaad het zwaarst zullen wegen.
Met name geldt dat voor het vraag
stuk van de tuinbouwprodukten, dat
voor ons land als een uiterst be
langrijke kwestie worden beschouwd.
Het Nederlandse standpunt zal men
wellicht het best kunnen samenvatten
met: liever geen regeling dan een
slechte regeling.
Daarbij zal dan nog enige dagen
in het midden moeten blijven of men
dan voorlopig maar van een slechte
regeling zal afzien en toch zal over
gaan naar de tweede etappe, dan wel
dat men het tot stand komen van
een voor alle partijen bevredigen
de regeling als voorwaarde zal stel
len voor het al of niet doen van de
volgende stap.
De algemene stemming scheen gis
teren in het Brusselse Congrespaleis
aan de weinig optimistische kant.
Van Belgisch* zyde werd zelfs ge
suggereerd en dit plan wordt ge
acht afkomstig te zyn van Fayat, de
adjunct-minister van Buitenlandse
Zaken dat, indien de ministers
deze week niet uit de moeilijkheden
mochten kunnen komen, volgende
week de zes premiers elkander rond
om de groene rafel zouden vinden
om de gordiaanse landbouwknopen
door te hakken.
„DAG VAN EUROPA"
Op 7 maart zal naar de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten mee
deelt, op haar initiatief opnieuw de
Dag van Europa worden gevierd.
Deze viering is het gevolg van een
aanbeveling van het in 1959 in Ber
lijn gehouden internationaal ge
meentencongres, waarin aan de ge
meentebesturen wordt gevraagd, met
name voor de jonge generatie, op de
eerste woensdag in maart in en bui
ten schoolverband bijzondere aan
dacht te doen schenken aan de Euro
pese samenwerking en eenwording.
Evenals vorig jaar, wordt bij de
voorbereiding voor deze viering sa
mengewerkt met de Europese bewe
ging in Nederland. De Vereniging
van Nederlandse Gemeenten heeft,
in overleg met de Europese Beweging,
een folder uitgegeven voor versprei
ding op de scholen.
FRANKEERZEGELS
VAN NED. NIEUW-GUINEA
De postadministratie van Ned.
Nieuw-Guinea zal binnenkort een
serie van twee bijzondere frankeer
zegels zonder toeslag uitgeven.
De waarden, voorstellingen en
kleuren zijn als volgt;
25 c. oversteekplaats voor school
kinderen, verkeersbord (rode drie
hoek). verkeersagent en groep kinde
ren (beeld in blauw). 30 c. volwasse
nen bij hetzelfde bord (rode drie
hoek), beeld in groen. De ontwerpen
voor deze zegels zyn vervaardigd
door de kunstenaar P. M. van Lien-
den te Bennebroek aan de hand van
foto's, genomen in Ned. Nieuw-Gui
nea door de heer A. Vos te Hollandia
De zegels zullen van 16 maart tot
en met 15 juni 1962 verkrijgbaar zijn.
Voor frankering blijven zij geldig tot
en met ultimo 1963.
VOETGANGERS:
Wilt U oversteken op een zebra
pad? U heeft daar voorrang, maar
sta eerst stil op het trottoir en kijk
uit of het rij verkeer U die voorrang
nog geven kan, dus tijdig kan rem
men zonder ongelukken te veroor
zaken.
Nieuwe uitgaven
Brasilia, door Frank Arnau, uitg.
Nijgh en Van Ditmar Rotterdam-
Den Haag. Het is alweer anderhalf
jaar geeleden, dat president Kubit-
schek van Brazilië 's lands nieuwe
hoofdstad Brasilia door het hijsen
van de vlag in gebruik stelde. Dit on
gewone staal van „moed tot experi
ment" want dat is toch het bou
wen van een nieuwe hoofdstad in
een allang gevestigde staat is in
zijn geschiedenis door Arnau vastge
legd, compleet met de meningsver
schillen van voor- en tegenstanders.
Een zeer belangrijk onderdeel van dit
aardige boekje wordt gevormd door
de 48 pagina's foto's op kunstdruk,
waardoor men enigszins een indruk
krygt van deze geweldige onder
neming.
Opstand in het paradijs, door James
Mossman, uitg. J. H. Gottmer, Haar
lem De reizende verslaggever van
de BBC-televisie Mossman heeft zijn
ervaringen in Indonesië neergelegd in
dit boek van ongeveer 250 bladzijden.
Mossman, die vóór zijn tegenwoordige
functie by de BBC als journalist (in
dienst van de "Daily Mail" in Lon
den) het Verre Oosten doorkruiste,
heeft in de afgelopen jaren heel watt
gesprekken gehad zowel met de offi
ciële leiders van Indonesië als met
hen, die het niet met Soekarno eens
zyn. In dit vlotte boek vertelt hij op
levendige wyze van zijn ontmoetin
gen, zowel in Indonesië als op Nieuw
Guina. Ook als men het niet met
hem eens is, moet toch de deskundig
heid erkend worden van deze Brit,
die de kunst verstaat de meningen
van allerlei uiteenlopende figuren op
heldere wijze weer te geven. Moss
man gaat zo min mogelijk op hin
derlijke wijze als commentator tussen
de geïnterviewden en de lezers van
zijn boek staan. Als zijn voornaamste
taak voelt hij kennelijk datgene door
te geven wat hy heeft gezien en watt
hem ter ore kwam. Het spreekt van
zelf, dat sommige gegevens voor ons
Nederlanders, niet nieuw zijn, maar
ook als dat het geval is verrast de
auteur nog door zyn onderhoudende
trant van schrijven. Trouwens, daar
naast is er nog genoeg, wat de be
langstellende lezer uit de mond van
deze buitenstaander wil vernemen
omdat het kan bijdragen tot zijn oor
deelsvorming.
De NAVO, handboekje 1961-1962,
uitg. Atlantische Commissie, Den
Haag. Deze nieuwe druk van het
handboekje over de Noordatlantische
Verdragsorganisatie (120 bladzijden)
is een welkome uitgave in deze tyd,
waarin de NAVO als verdedigings
organisatie van de Westelijke wereld
zo sterk de aandacht trekt. Daarbij
komt, dat menig landgenoot wel eens
zal willen weten welke taak mr. D.
U. Stikker, secretaris-generaal van
de NAVO. eigenlijk op zich heeft ge
nomen. Dit werkje uitgegeven
door de Atlantische Commissie. Nas
sau Zuilensteinstraat 9. Den Haag -
geeft op heel veel vragen antwoord.
De zes hoofdstukken behandelen ach
tereenvolgens: waarom het verdrag
werd aangegaan, wat het verdrag in
houdt. de geschiedenis van de NAVO
van 1949 tot 1961, de huidige struc
tuur van de organisatie, wat de
NAVO deed en bereikte en tenslotte
de vooruitzichten voor de toekomst.
Daarachter volgen nog bijlagen en
schema's, zodat niemand in het on
zekere behoeft te blijven over aard,
samenstelling en nut van het Wester
se bondgenootschap.