VS willen alles vergoeden wat er vergoed kan worden Verontwaardiging over kritiek van dr. Herschel Nederland rouwt om doden Zoeken naar bij ramp betrokken Brits gezin Kansen voor toekomst vordert ook berekend Nu reeds voorschotten in directe noodgevallen OnkiesOnbetamelijk.Onverantwoord Het verbleef bij familie. Nog maar weinig vooruitgang in Europees landhouwoverleg )pgericht 1 maart 1860 Woensdag 10 januari 1962 Derde blad no. 30549 I&n onze Utrechtse correspondent) Mogelijk nog deze week, maar aders in elk geval volgende •eek, zullen vertegenwoordigers 3n de directie van de Neder- indsche Spoorwegen familie den van de slachtoffers en ge bonden bezoeken, om een begin maken met de regeling van de nanciele gevolgen van de trein- imp bij Harmeien. Zo nodig zullen thans reeds jorschotten worden uitgekeerd. Een globale schatting van het >drag, dat met de schadever- oeding gemoeid kan zijn komt p zes tot zeven miljoen gulden. De Spoorwegen erkennen ech- tr volledig hun aansprakelijk- eid in dit opzidht, zoals ir. Loh- ann, president van de N.S., al ort na het ongeval nadrukkelijk eeft gezegd. Bij de juridische fdeling zijn al de nodige voor- ereidingen getroffen. De aansprakelijkheid voor de inanciële gevolgen van een trein- tigeluk is vastgelegd in artikel 1 an de Spoorwegivet. De o m- \ang van de uitkeringen is ge- tonden aan de normen van de tchtspraak op dat gebied. De uridische afdeling maakt zich \verigens meer gereed inhoud te \even aan de opvatting van de di- (ecfie: „waar mogelijk, dienen de \goorwegen te zorgen voor een lolledige vergoeding"dan dat zij Iich voorbereidt de rechter uit toraak te laten doen over de pns tot waar haar verplichtin gen reiken. Met andere woorden: de Spoorwe gen erkennen, naast hun juridische «nsprakelijkheid, ook hun morele lansprakelijkheid en zullen niet 'achten op het indienen van claims, kaar zelf het initiatief nemen. Daar- -jj zal een van de eerste vragen zijn: "Hebt u direct geld nodig?" In dat eval kunnen voorschotten worden •egeven, zodat in geen geval gezin- en in directe financiële moeilijkhe- ien behoeven te komen door het fegvallen van inkomsten en door ex- ra uitgaven, die met het ongeluk <erband houden. Gewonden Voor de gewonden worden alle kos- jen, die nodig zijn voor genezing, jventuele revalidatie en kunstmidde vergoed, evenals vervoerskosten familieleden, loonderving en jelijke. Daarnaast hebben zij in jinsel recht op smartegeld. Dat uiteraard sterk variëren, al naar :lang het gaat om een vrij onbe- :kenend litteken, of om het missen ledematen. Bedragen van hon- gulden zijn denkbaar, maar ook in tienduizend. „wy plegen deze zaken royaal af te doen", aldus mr. L. C. H. Veger, van de juridische afdeling van NS „En als er in het verleden al eens geen overeenstemming bereikt is in een enkel geval en het tot een pro cedure kwam, bleek by de rechterlij ke uitspraak, dat onze aanvankelijke maatstaf te goed geweest was". Doden Wat de doden betreft, houdt de er kenning van de morele verantwoor- delykheid in, dat büvoorbeeld de be grafeniskosten voor rekening van de Spoorwegen komen. Voorzover de na bestaanden niet. de uitdrukkelijke wens van het tegendeel te kennen geven, wordt elke teraardebestelling van een slachtoffer by gewoond door een N.S.-vertegenwoordiger. wat in vele gevallen al gelegenheid vormt een brug te slaan tussen nabestaan den en de juridische afdeling. Uitgangspunt bij het bepalen van de vergoeding, die de Spoorwegen uitkeren aan de achtergebleven ge zinnen, is het weggevallen consump tieve inkomen. Norm is het bedrag, dat in een gezin besteed werd en dus ook in de toekomst besteed moet kunnen worden aan het levenson derhoud. Het wegvallen van een gezinslid betekent, dat er iets minder nodig zal zün dan totnutoe en ook wordt er gekeken naar wat er voor het weggevallen inkomen in de plaats komt (bijvoorbeeld pensioenaanspra ken). Die worden in eerste instantie afgetrokken, omdat zij anders dubbel betaald zouden worden. De pensioen verzekeraar zal zich waarschijnlijk op zyn beurt. tot. de Spoorwegen wen den en van hen het pensioen terug vorderen. Gewond bij botsing na overleefde ramp Mejuffrouw J. C. de Vries uit de Detmerstraat in Alphen aan den Ryn behoorde tot de geluk- i 1 kigen, die zonder enig letsel i 1 maandagmorgen uit de onge- 1 lukstrein naar Amsterdam kon i stappen. i Met andere eveneens hevig ge- I schrokken en geschokte reizigers 1 begaf zy zich naar de Rijks- straatweg, waar een welwillende 1 automobilist aanbood haar en 1 enkele andere reizigers naar het i 1 station Woerden te brengen, i Dankbaar werd van de aanbie- i ding gebruik gemaakt en inge- i stapt. Maar het was nog niet genoeg 1 geweest voor één dag. Op weg 1 naar het station kwam de auto in botsing met een brandweer- i 1 wagen van de Nederlandse i Spoorwegen. Doden vielen er ge- i lukkig niet by dit ongeluk, maar l mej. De Vries brak een arm en enkele ribben en zij liep een her- 1 senschudding op. Zij moest wor- 1 den opgenomen in het r.-k. zie- 1 kenhuis „Ope Dei" in Woerden. Mej. De Vries is o.a. presidente i 1 van de Ned. Chr. Vrouwenbond, adf. Noord. Ook toekomst Over het algemeen zijn nog jonge beoefenaars van vrije beroepen dege nen, voor wie de grootste bedragen nodig zijn, als vaststaat, dat zy hun beroep niet meer zullen kunnen uit oefenen, of als zij omgekomen zijn. Zy hebben vaak weinig aan hun pen sioenvoorziening gedaan en het ge zin heeft er recht op, dat het hoger inkomen dat anders na een aantal jaren ter beschikking zou zijn geko men, gecompenseerd wordt. Over het algemeen geven de Spoorwegen de voorkeur aan jaar lijkse uitkeringen boven uitkeringen ineens, waarbij dan verder gestreefd wordt naar een zekere waardevast heid door de uitkering te koppelen aan een index, bijvoorbeeld van de NS-pensioenen of van de AOW-uit- kering. De totale afwikkeling van de financiële gevolgen kan in de moei- lyke gevallen een jaar of langer du ren, ook al doordat soms medisch pas na lange tijd een eindtoestand is bereikt. De voorschotregeling zorgt in zo'n geval voor overbrugging. De uitkeringen komen maar voor een klein deel voor rekening van het fonds, dat de Spoorwegen voor deze soort risico's gevormd hebben: het grootste deel valt onder de verzeke ring, die de NS bij een aantal ver zekeringsmaatschappijen heeft lopen. Nog meer namen In het ziekenhuis te Woerden is gisteren aan zijn verwondingen over leden sergeant eersteklas J. Roland, Eigendomstraat 34 in Soest. In dit zelfde ziekenhuis verkeerden toen nog drie gewonden in levensgevaar. De identificatiedienst van het Cen traal Militair Hospitaal in Utrecht heeft ook nog de volgende slachtof fers van de ramp geïdentificeerd: Hendrika Cornelia Buitelaar, Waal singel 4, Krimpen ad. IJssel (26). Pater Steven F. Roes, huize De Breul te Zeist (39). Antoinnette Gautier, Kerkweg, Ber- kenwoude (35). Mej. H. Hollander, Roemer Visser- straat 11, Dordrecht (28). W. Wierda, Brouwerstraat 13, Deven ter (30). Mej. Johanna van Alphen, Rönt- genstr., Hilversum (40) Twee slachtoffers, een man en een vrouw, zijn nog niet geïdentificeerd. De gisteren door het Militair Hos pitaal verstrekte rectificatie op de naam van het slachtoffer Plomp heeft men thans weer ingetrokken. Het slachtoffer heet P. J. Plomp en woonde Koekoekstraat 67 in Gouda. De chef van de medische dienst van de Nederlandsche Spoor wegen, dr. P. J. E. Hovingh, heeft de persconferentie, die maandagavond in het Militair Hospitaal ,,Oog in Al" te Utrecht is gehouden ,,een on kiese zaak" genoemd. Tijdens deze persconferentie heeft zo als gemeld de commandant van de Utrechtse Rode Kruis- colonne, tevens internist van het hospitaal, dr. J. G. Herschel, kri tiek geleverd op de organisatie van de medische hulpverlening na de treinramp bij Harmeien en op het uitblijven van een waar schuwing aan het Rode Kruis. Dr. Hovingh vertelde, dat hy Utrechts burgemeester, jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, heeft bedankt voor de voortreffelijke hulp, die de Utrechtse G.G.D. op het rampterrein heeft ge boden. Met name ook heeft hy zijn bewondering uitgesproken voor de correcte en actieve houding van de G.G.D.-directeur, dr. A. A. Koopal. Regeling Om even over half tien maandag ochtend werd de Utrechtse G.G.D. door de politie op de hoogte gesteld van de ramp en omstreeks tien uur arriveerden de eerste mensen en am bulances al in Harmeien. Inmiddels waren daar ook al huisartsen en chi rurgen uit de omgeving aangekomen. Dr. Hovingh trof met dr. Koopal de regeling, dat eerst de gewonden af gevoerd moesten worden en wel zo snel mogelijk. De verdeling over de diverse ziekenhuizen heeft dr. Ho vingh aan dr. Koopal overgelaten. In verband met de opmerkingen van dr. Herschel over het ontbreken van een administratieve organisatie op het rampterrein, merkte dr. Hovingh op, dat hij mensen belangrijker vindt dan papier. Bovendien hebben de zie kenhuizen alle een zo goede admini stratie, dat de namen van de ge wonden in minder dan ,geen tijd ver zameld konden worden. „In mijn langdurige spoorwegtijd heb ik altijd goede ervaringen opge daan met de G.GD.'s", aldus dr. Hovingh, „Zij werken met ervaren medici en hulpkrachten mensen uit de praktijk die dagelijks bij ongeluk ken assisteren". Correcter Toen maandag eenmaal de Utrechtse G.G.D. was gewaarschuwd, vond hy het correcter ook de G.G.D.'s uit de omliggende plaatsen hulp te vragen, omdat deze dezelfde routine hebben en dezelfde discipline kennen, hetgeen de organisatie van het werk vereenvoudigde. Het bezwaar van dr. Hovingh tegen het Rode Kruis, naast alle positieve eigenschappen, die het heeft, is, dat het over te weinig prak tische ervaring beschikt, zeker op spoorweggebied, waar een ramp een speciale benadering vereist, zowel op technisch als op organisatorisch en medisch gebied. Bij voorgaande onge lukken in dezelfde streek, heeft dr. Hovingh bovendien buitengewoon goede ervaringen opgedaan wat de medewerking van de ziekenhuizen in de omgeving betreft. Niet verplicht Het Rode Kruis komt inderdaad op de waarschuwingslij sten van de Spoorwegen voor. maar er bestaat, volgens dr. Hovingh, geen enkele verplichting, het Rode Kruis bij een ramp in te schakelen. Ook de aan wijzingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken gelden niet voor spoorwegrampen. „We hebben in een concrete si tuatie te maken met de lokaal aan wezige hulpkrachten", aldus dr. Ho vingh. „Maandagmorgen waren er al vroeg voldoende transportmogelijk heden voor doden en gewonden. Er zou pas werkelijk een chaos zyn ont staan, als ook de Rode Kruiskolonne nog met overbodig materieel was ver schenen". Dr. Hovingh zei nogmaals, dat hij de uitlatingen van dokter Herschel op de persconferentie ten zeerste be treurt. Hy acht het niet betamelijk, een collega publiekelijk aan te vallen of te bekritiseren. Dit had, naar Enkele duizenden hebben gisteravond in Utrecht in sobere bijeenkomsten de doden van de bij Harmeien her dacht. Zij hebben, ieder op zijn eigen manier, gebeden voor en gedacht aan hen, die op de vroege maandagochtend door de dood werden overvallen. Onder hen waren ministers, bisschoppen, burgemeesters en militaire autoriteiten, maar ook gewone mensen, die de behoefte gevoelen, te getuigen van hun diep medeleven. In Utrecht, waar de spoor wegen gevestigd zijn en de doden liggen opgebaard, wer den de slachtoffers in drie bijeenkomsten herdacht. In de Domkerk woonden byna vijf tienhonderd mensen een interkerke- Hjke gebedssamenkomst bij. Velen moesten genoegen nemen met een staanplaats. Hare Majesteit de Ko ningin liet zich vertegenwoordigen door haar kamerheer in buitenge wone dienst, J. H. E. baron van Na- gell. Minister drs. H. A. Korthals was er namens de regering, terwijl de directeur van de Nederlandse Spoor wegen, drs. D. J. Wansink, eveneens aanwezig was. Daarnaast waren er tal van burgerlijke en militaire auto riteiten. Massaal Massaal klonk in deze kerk het ge bed. Men smeekte om troost voor de nabestaanden, om bijstand voor de gewonden, maar ook voor de ontsnap ten, die naar ziel en geest gekwetst zijn. Men bad voor hen, die dagelijks aan de gevaren van het snelverkeer blootstaan en in het bijzonder voor de machinisten. Uit honderden kelen klonk tenslotte het zesde vers van zijn oordeel, achteraf dienen te ge schieden. Onderscheid Verontwaardigd is ook de heer A. Speelman Azn, arts in Harmeien. Dokter Speelman was maandag al om vijf voor half tien op het ramp terrein aanwezig voor het verlenen van eerste hulp en hij is er geble ven tot de laatste gewonden was ver trokken. Zijn bezwaar tegen de uitlatingen van dr. Herschel is, dat deze er geen rekening mee heeft gehouden, dat het grote publiek geen onderscheid maakt tussen het Rode Kruis en de eerste hulpverlening. Het publiek denkt nu, volgens hem, dat de eerste hulp te laat is gekomen, hetgeen volstrekt niet het geval was. Dokter Herschel heeft alle mensen die wel direct ter plaatse waren hiermee te kort gedaan, aldus dokter Speelman, die hierbij met name dacht aan de Utrechtse G.G.D. en aan de Woer- dense ziekenauto's, die zeer snel op het terrein van de ramp arriveerden. Dr. J. Dijkstra, chirurg van het Woerdense ziekenhuis, noemde de op merkingen van dr. Herschel „onver antwoord". Hy neemt het hem voor al kwalijk, dat hy op de persconfe rentie heeft gezegd, dat de toestand van de gewonden zeer redelijk was. „Op dat momtnt lagen er in mijn ziekenhuis nog drie van de twintig gewonden op sterven", aldus dr. Dijk stra, die hieraan toevoegde, dat de heer Herschel zich totaal niet op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de gewonden. Rotle Kruis zegt.. Het hoofdbestuur van het Rode Kruis heeft nu weer stelling ge nomen tegen de opvatting, als zouden de colonnes van het Rode Kruis, b.v. die van Utrecht, by een ramp als maandag is geschied, minder in aan merking komen om gelijkwaardige en doeltreffende hulp te verlenen. Het wijst er in dit verband op dat de Rode Kruiscolonne Utrecht een volkomen gemechaniseerde eenheid vormt, opgeleid en geoefend juist voor massale hulp en is uitgerust met personeel en materiaal voor de vor ming van een volledige verzamel plaats van gewonden. Deze bestaat o.m. uit een afdeling, waar de urgen tie voor de behandeling en afvoer wordt vastgesteld, een shock-afdeling met bloedtransfusiematerialen, ge luidsinstallatie, verbindingsdienst en registratie-afdeling. Dit laatste betekent uiteraard niet dat, zoals gesuggereerd, aan registra tie meer waarde wordt gehecht dan aan de behandeling van gewonden, daar registratie geen vertragende factor vormt, doch het voordeel heeft dat geheel los van de behande ling tegelijkertijd snelle informa ties kunnen worden gegeven. Het hoofdbestuur, de mening de lend van de overste Herschel, dat het bijzonder te betreuren valt dat het Rode Kruis door de verantwoorde lijke autoriteiten niet gewaarschuwd is, zou er echter bepaald de voorkeur aan hebben gegeven indien deze zienswijze in de omstandigheden w.o. zy geuit is, achterwege was gebleven. Na een koortsachtige speurtocht heeft de Britse ambassade gisteren mevrouw Powell gevonden, die met haar beide kinderen Marcia en Fre- derik betrokken was bij de trein ramp bij Woerden. De kinderen werden slechts licht gewond, maar zij wisten niet, waar hun moeder was. Iedereen vreesde het ergste. Inderhaast overgekomen Engelse journalisten zochten zieken huizen in en rond Utrecht af om de moeder en de inmiddels ook ver dwenen kinderen te vinden. Men te lefoneerde met scheepvaart- en lucht vaartmaatschappijen, maar van het drietal was geen spoor te ontdekken. De politie werd ook nergens wijzer en de informatiedienst van het Rode Kruis stond al evenzeer voor een raadsel. In een speciaal oproepbe richt voor de radio werd de Britse Ambassade verzocht bekend te worden gemaakt met de verblijfplaats van het gezin. Door een toeval kreeg het Rode Kruis contact met mevrouw Po well, met haar kinderen was zy bij familie in een woning aan de Utrechtse Dickenslaan Wonder „Het is een wonder", zo vertelde ons mevrouw Powell temidden van haar overgelukkige familieleden, „dat mijn kinderen en ik, maar ook mijn broer en nicht, die ons vergezelden, nog leven. Opeens, ik zat ongeveer negen minuten in de trein en was op weg naar Engeland, begon de coupé hevig te schokken. Een oorverdoven de klap volgde hierop. Toen was het even stil, heel kort maar, want wat we toen hoorden zal ik nooit meer vergeten. Ik kan het niet beschrijven. Mijn dochtertje werd enkele meters van mij vandaan gesleurd. Zelf kon ik me niet bewegen, omdat twee vrou wen over me heen lagen. Mijn zoon tje zag ik niet meer. De coupé was gedeeltelijk gekanteld. Mijn broer probeerde een paniek te voorkomen. Hij schreeuwde de mensen toe, hun kalmte te bewaren, klom over stukken staal heen en gooi de ons vanuit een opening in de trein naar buiten, waar we werden opge vangen door militairen. Myn zoontje Frederick was het eerst op de been. Voor hem heb ik de grootste zorg, omdat hy juist herstellende is van een zenuwinstorting. Myn dochtertje liep, zoals later in het ziekenhuis bleek, een lichte shock op en kneu zingen aan het bovenbeen". Hoogste woord De beide kinderen hadden overi gens gisteren in de woning aan de Dickenslaan alweer het hoogste woord. Vandaag zou het gezin via Ostende en Dover naar Canterbury terug gaan. De heer Powell, die in Wembley werkt, was direct telegra fisch op de hoogte gesteld van de wonderbaarlijke redding van zyn ge zin. Er is evenwel een kans, dat hij dit telegram niet ontvangen heeft, want men heeft van hem nog niets gehoord. Dit zal ook de reden zijn, dat men op de Britse ambassade in Den Haag ongerust was over het lot van de familie Powell. Deze ongerust heid nam toe, doordat een buiten lands persbureau de dood van de beide kinderen Powell reeds had ge meld en de Londense kranten allerlei instanties in Nederland opbelden om het gezin te zoeken. Kerkelijk Leven Liturgische formulieren der Geref. Kerk De generale synode van de Geref. Kerken heeft in haar dinsdag te Apeldoorn gehouden vergadering zich langdurig bezig gehouden met de ver scheidene liturgische formulieren Voor de formulieren voor de bedie ning van de sacramenten, de plaats van de voorgestelde gebeden voor de eredienst, de dekaloog en het credo, besloot de synode voor verdere bezin ning op de haar voorgelegde vra gen vyf deputaten te benoemen met nader omschreven opdracht. Voorts besloot zy de door de deputaten ont worpen gebeden te aanvaarden en de ze de kerken ten gebruike aan te bieden, met dien verstande dat zy de vaststelling van een geheel her zien kerkboek door een volgende sy node rekening zal worden gehouden met eventuele opmerkingen of voor stellen, over de nu aangeboden on derdelen, en met de resultaten van het overleg met de Raad voor de eredienst van de Ned. Herv. Kerk. Deputaten werden ontheven van hun opdracht een gebed te ontwer pen voor tijden van nationale rouw. De vraag, op welke wijze aan voor gestelde gebeden een verantwoorde plaats in de eredienst kan worden gegeven, zal in handen worden ge steld van deputaten, die de synode zullen adviseren omtrent de gehele orde van de eredienst. De commissie voor de herziening van het concept-doopformulier heeft volledige overeenstemming bereikt. De amendementen werden voor deputa ten gedeeltelijk overgenomen. De sy node besloot de diverse suggesties en voorgestelde redactiewijzingen aan deputaten over te laten, maar over de in geding zijn de principiële punten zittende deze synode een beslissing te nemen. NED. HERV. KERK Bedankt voor Oudorp (toez.) P. W. B. Haseloop te Tolbert. psalm 48: „Want deze God is onze God, Hij is ons deel, ons zalig lot, door tijd noch eeuwigheid te schei den: t;r dood toe zal Hy ons ge leiden". Zelfs buiten Zelfs tot buiten op de straat ston den zij, die avond in de rooms-katho- lieke Sint-Willibrordkerk een plech tige mis van Requiem bijwoonden. Een plechtigheid, waarbij o.m. aan wezig waren kardinaal B. J. Alfrink, minister dr. M. A. M. Klompé, de president van de Nederlandsche Spoorwegen, ir. J. Lohmann. de pre sident van de raad van commissaris sen van de N.S., prof. dr. ir. H. C. J. Gelissen, alsook de burgemeester van Harmeien, drs. Jos. G. C. J. Timmer mans. Het was een indrukwekkend gebeuren, dat geaccentueerd werd door de Requiemgezangen van 't pa rochiële koor. De mis werd opgedra gen door de pastoor H. Th. Mets van de parochie. Hoiulerd Ongeveer honderd personen woon den een herdenkingsplechtigheid bij, die het humanistisch Verbond in het Erasmushuis organiseerde. Onder hen In de Buurkerk in Utrechtdie ingericht is als chapelle ardente. staan de rijen van tientallen kis ten met stoffelijke resten van de slachtoffers van de spoorweg ramp opgesteld. bevonden zich mr. P. R. Leopold, secretaris van de N.V. Nederlandsche Spoorwegen en de heren B. J. Max en Th. O. W. Polet, hoofdbestuurs leden van het Humanistisch Verbond. Prof. dr. J. C. Brandt Corstius, hoog leraar aan de Rijksuniversiteit in Utrecht, sprak een korte herden kingsrede uit. (Van onze Brusselse correspondent) Dood tij gisteren in de minister raad van de E.E.G. die nog steeds beraadslaagt over het landbouwbeleid. Zoals men weet zal men voor het einde van de week tot overeenstem ming moeten komen om het moge lijk te maken de tweede fase te la ten ingaan. Gisteren is men het over enige punten van ondergeschikt belang in principe wel eens geworden, zoals o.a. over het instellen van contingenten voor wijnen, over de financiële ver antwoordelijkheid en over het con- currerentiebeding. Er zijn, zo zei minister Marynen gisteravond na afloop van de ver gadering, weer een paar bouwstenen klaar. Doch hij legde er daarbij de nadruk op, dat de laatste loodjes in derdaad het zwaarst zullen wegen. Met name geldt dat voor het vraag stuk van de tuinbouwprodukten, dat voor ons land als een uiterst be langrijke kwestie worden beschouwd. Het Nederlandse standpunt zal men wellicht het best kunnen samenvatten met: liever geen regeling dan een slechte regeling. Daarbij zal dan nog enige dagen in het midden moeten blijven of men dan voorlopig maar van een slechte regeling zal afzien en toch zal over gaan naar de tweede etappe, dan wel dat men het tot stand komen van een voor alle partijen bevredigen de regeling als voorwaarde zal stel len voor het al of niet doen van de volgende stap. De algemene stemming scheen gis teren in het Brusselse Congrespaleis aan de weinig optimistische kant. Van Belgisch* zyde werd zelfs ge suggereerd en dit plan wordt ge acht afkomstig te zyn van Fayat, de adjunct-minister van Buitenlandse Zaken dat, indien de ministers deze week niet uit de moeilijkheden mochten kunnen komen, volgende week de zes premiers elkander rond om de groene rafel zouden vinden om de gordiaanse landbouwknopen door te hakken. „DAG VAN EUROPA" Op 7 maart zal naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mee deelt, op haar initiatief opnieuw de Dag van Europa worden gevierd. Deze viering is het gevolg van een aanbeveling van het in 1959 in Ber lijn gehouden internationaal ge meentencongres, waarin aan de ge meentebesturen wordt gevraagd, met name voor de jonge generatie, op de eerste woensdag in maart in en bui ten schoolverband bijzondere aan dacht te doen schenken aan de Euro pese samenwerking en eenwording. Evenals vorig jaar, wordt bij de voorbereiding voor deze viering sa mengewerkt met de Europese bewe ging in Nederland. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft, in overleg met de Europese Beweging, een folder uitgegeven voor versprei ding op de scholen. FRANKEERZEGELS VAN NED. NIEUW-GUINEA De postadministratie van Ned. Nieuw-Guinea zal binnenkort een serie van twee bijzondere frankeer zegels zonder toeslag uitgeven. De waarden, voorstellingen en kleuren zijn als volgt; 25 c. oversteekplaats voor school kinderen, verkeersbord (rode drie hoek). verkeersagent en groep kinde ren (beeld in blauw). 30 c. volwasse nen bij hetzelfde bord (rode drie hoek), beeld in groen. De ontwerpen voor deze zegels zyn vervaardigd door de kunstenaar P. M. van Lien- den te Bennebroek aan de hand van foto's, genomen in Ned. Nieuw-Gui nea door de heer A. Vos te Hollandia De zegels zullen van 16 maart tot en met 15 juni 1962 verkrijgbaar zijn. Voor frankering blijven zij geldig tot en met ultimo 1963. VOETGANGERS: Wilt U oversteken op een zebra pad? U heeft daar voorrang, maar sta eerst stil op het trottoir en kijk uit of het rij verkeer U die voorrang nog geven kan, dus tijdig kan rem men zonder ongelukken te veroor zaken. Nieuwe uitgaven Brasilia, door Frank Arnau, uitg. Nijgh en Van Ditmar Rotterdam- Den Haag. Het is alweer anderhalf jaar geeleden, dat president Kubit- schek van Brazilië 's lands nieuwe hoofdstad Brasilia door het hijsen van de vlag in gebruik stelde. Dit on gewone staal van „moed tot experi ment" want dat is toch het bou wen van een nieuwe hoofdstad in een allang gevestigde staat is in zijn geschiedenis door Arnau vastge legd, compleet met de meningsver schillen van voor- en tegenstanders. Een zeer belangrijk onderdeel van dit aardige boekje wordt gevormd door de 48 pagina's foto's op kunstdruk, waardoor men enigszins een indruk krygt van deze geweldige onder neming. Opstand in het paradijs, door James Mossman, uitg. J. H. Gottmer, Haar lem De reizende verslaggever van de BBC-televisie Mossman heeft zijn ervaringen in Indonesië neergelegd in dit boek van ongeveer 250 bladzijden. Mossman, die vóór zijn tegenwoordige functie by de BBC als journalist (in dienst van de "Daily Mail" in Lon den) het Verre Oosten doorkruiste, heeft in de afgelopen jaren heel watt gesprekken gehad zowel met de offi ciële leiders van Indonesië als met hen, die het niet met Soekarno eens zyn. In dit vlotte boek vertelt hij op levendige wyze van zijn ontmoetin gen, zowel in Indonesië als op Nieuw Guina. Ook als men het niet met hem eens is, moet toch de deskundig heid erkend worden van deze Brit, die de kunst verstaat de meningen van allerlei uiteenlopende figuren op heldere wijze weer te geven. Moss man gaat zo min mogelijk op hin derlijke wijze als commentator tussen de geïnterviewden en de lezers van zijn boek staan. Als zijn voornaamste taak voelt hij kennelijk datgene door te geven wat hy heeft gezien en watt hem ter ore kwam. Het spreekt van zelf, dat sommige gegevens voor ons Nederlanders, niet nieuw zijn, maar ook als dat het geval is verrast de auteur nog door zyn onderhoudende trant van schrijven. Trouwens, daar naast is er nog genoeg, wat de be langstellende lezer uit de mond van deze buitenstaander wil vernemen omdat het kan bijdragen tot zijn oor deelsvorming. De NAVO, handboekje 1961-1962, uitg. Atlantische Commissie, Den Haag. Deze nieuwe druk van het handboekje over de Noordatlantische Verdragsorganisatie (120 bladzijden) is een welkome uitgave in deze tyd, waarin de NAVO als verdedigings organisatie van de Westelijke wereld zo sterk de aandacht trekt. Daarbij komt, dat menig landgenoot wel eens zal willen weten welke taak mr. D. U. Stikker, secretaris-generaal van de NAVO. eigenlijk op zich heeft ge nomen. Dit werkje uitgegeven door de Atlantische Commissie. Nas sau Zuilensteinstraat 9. Den Haag - geeft op heel veel vragen antwoord. De zes hoofdstukken behandelen ach tereenvolgens: waarom het verdrag werd aangegaan, wat het verdrag in houdt. de geschiedenis van de NAVO van 1949 tot 1961, de huidige struc tuur van de organisatie, wat de NAVO deed en bereikte en tenslotte de vooruitzichten voor de toekomst. Daarachter volgen nog bijlagen en schema's, zodat niemand in het on zekere behoeft te blijven over aard, samenstelling en nut van het Wester se bondgenootschap.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 5