Nederlandse Joden in ISRAEL zeer geacht Dr. Otto John niet aan landverraad schuldig? 5IKKEN5 FACTURISTI Meineed van W ittig (hoofdgetuige) zou nagenoeg vaststaan VAN VLIET'S GARAGEBEDRIJFf Brinker s Margarinefabrieken NJ 2 MONTEURS-BANKWERKERS 2 aank. MONTEURS-BANKWERKEIC 2 JONGENS TER OPLEIDING BANKWERKER JONGE VROUW WERKSTER 1 SCHILDER Loyaliteit jegens Nederland bleef „Aktuell" helpt zaak uitzoeken EEN CHAUFFEUR STSNO-TYPISTÊ TYPEN STENO W.SN BOËKHOUDEN MIDDENSTAND INSTITUUT PONT Leiden - Tel. 23757 PRETTIGE WERKKRING Olièverversen Doorsmeren VERTEGENWOORDIGER LEIDSCH DAGBLAD WOENSDAG 10 JANUARI 1962 (Van onze Israëlische correspondent) Een grappenmaker moet eens gezegd hebben, dat Israël een land is, waar men met weinig moeite een klein fortuin kan maken. Hoe? Door met een groot fortuin te beginnen? Een „bon mot" als dit tekent de moeilijkheden, die er de immigrant belagen. Die moeilijkheden zijn vele en velerlei. En ze zijn niet van vandaag of gisteren. De tijden, waarin Palestina overvloeide van melk en honing, zijn lang verstreken. De joodse emigrant uit het Westen en dat geldt zeer zeker ook voor de emigrant uit Nederland heeft er, naar Westerse begrippen althans, nooit een gemakkelijk, onbezorgd leven geleid. Sinds de stichting van de staat Israël is daarop vaak de nadruk gelegd door autoriteiten en leden van de oude garde, als de „newcomer" soms de neiging vertoonde de vleespotten van het Westen te vergelijken met de situatie in dit land, dat niet alleen nog piepjorfg is, maar ook te worstelen had en heeft met proble men op bijna elk gebied. Wat bewoog hen het comfortabele Nederland, -waar het de meesten eco nomisch goed ging, voor een pas be ginnende en dus met grote moeilijk heden worstelende staat te verwisse len? Wat leidde hen er toe min of meer een sprong in het duister te doen? De gevolgen van de oorlog. Inderdaad, de weeën der immigra tie, hoe pijnlijk ook voor sommige nieuwelingen, staan in geen verhou ding tot de ontberingen, waarmee zij, die in het land zfjn gekomen in de eerste decennia van de zionistische kolonisatie, te kampen hebben gehad. Deze kolonisatie-arbeid begon aan hei eind van de jaren-'80. Onder de Nederlandse zionisten echter teken de zich eerst in de jaren dadelijk na de eerste wereldoorlog zin tot prak tisch werk af. In 1918 begon in Ne derland de georganiseerde opleiding voorlopig alleen op het gebied van de landbouw van Palestina-pio- niers- In 1920 en '21 arriveerden de eerste groepen in Palestina. Zij wer den gevolgd door steeds grotere en eind 1939 leefden op bijbelse bodem ongeveer zestienhonderd Nederland se Joden of elders geborenen, die in Nederland hun vakopleiding hadden ontvangen. Deze mensen, afkomstig uit de meest uiteenlopende kringen, hadden een ding gemeen: hun idealisme. Zij telden geen gevaren. Nood en ontbe ring hadden zij graag over voor het verwerkelijken van hun droom: met terdaad mee te helpen aan de op bouw van een nationaal tehuis voor hun volk, in de zin van de bekende verklaring van Balfour van novem ber 1917. Zij slaagden zonder uitzon dering. Niet alleen in dit opzicht, dat zij een belangrijke bijdrage leverden tot de stichting van de latere staat Israël, maar ook in die zin, dat zij het individueel economisch, sociaal en cultureel bolwerkten, en dat zij zich een bestaan schiepen en een leven, dat hun volledige bevrediging schonk. Anders ging het toe bij de Palesti- na-emigratie uit Nederland in de ja ren na de jongste wereldoorlog. Die emigratie droeg weliswaar geen mas saal karakter, zoals die van de Duit se joden na het aan de macht komen van Hitier, maar overtrof numeriek toch de „trek" van de vooroorlogse periode. Door welke motieven werden deze mensen gedreven? Ontwortelden De jaren van de Duitse bezetting van Nederland met hun systematisch georganiseerd en in praktijk ge bracht antisemitisme, de massamoord op honderdduizend Nederlandse Jo den en op zes miljoen joden van andere nationaliteit, hebben meer dan iets anders de Joodse bevolking van 1945, die er het leven had afge bracht, het gevoel gegeven van in de lucht te hangen, ontworteld te zijn. Een groot deel van hen wenste niet meer te leven in een omgeving, die hen dag in dag uit herinnerde aan hun familieleden en vrienden, die in de gaskamers der concentratiekam pen waren omgekomen. De Joodse staat werd gesticht en zegevierde in de onmiddellijk na zijn geboorte uit gebroken strijd op leven en dood, door een tienvoudige Arabische over macht in het leven geroepen. Er ont stond geestdrift in de rijen der over gebleven joodse Nederlanders en een trek naar het nieuwe land begon. Zonder enige twijfel werd een deel van hen ook door idealistische mo tieven gedreven. Sommigen waren reeds sinds jaar en dag zionist, maar hadden door allerlei omstandigheden liefde tot hun geboortegrond in de eerste plaats de weg naar het oude land niet gevonden. Maar bij anderen en zeker niet bij het kleinste deel was niet meer aan wezig dan een verlangen het oude achter zich te laten, af te rekenen met het verleden. Zij werden geleid door een vage, onberedeneerde drang tot een nieuw leven te midden van gelijkgezinden en stelden zich daar van gouden bergen voor. Eén ding zagen sommigen daarbij over het hoofd: dat emigratie altijd een min of meer riskante aangele genheid is en dat het avontuur te groter wordt naarmate het land van bestemming economisch en sociaal minder ontwikkeld is dan dat van herkomst. Goede voorbereiding Op nog een ander verschijnsel moet hier de aandacht worden ge vestigd. De „oude" zionisten van Ne derlandse afkomst hadden er nooit ook maar een ogenblik over gedacht in geestelijke zin „op de bonnefooi" te emigreren. Zij bereidden zich op him nieuw bestaan ideologisch voor, verdiepten zich in de zionistische theorie, leerden het moderne He breeuws, vermeerderden hun kennis van het land, lazen de bijbel en be studeerden ijverig ook andere bron nen van Joodse cultuur. Daarnaast breidden zij hun vak kennis uit. waarbij zij vóór alles het oog gericht hielden op de behoef ten van hun nieuwe vaderland. En als zij daar dan arriveerden, beschik ten zij over een meer of minder uit gebreide geestelijke bagage, een be zit, dat van onschatbaar nut- bleek bij het opbouwen van een nieuw be staan en een nieuwe samenleving op oude grondslagen. De „newcomers" misten voor het merendeel althans deze hechte basis. jEen werkelijk ideologische onder grond bezaten zü evenmin als kennis jvan het Hebreeuws en van Joodse cultuur. Velen beoefenden een vak, dat in een staat als Israël, nog jong en ongeconsolideerd, geen uitzicht op een redelijk bestaan bood. Pioniers- zin was meestal ver te zoeken. Gees telijk, en soms ook materieel, onvol doende voorbereid arriveerden zij in een land, dat hen van ganser harte welkom heette, maar dat nog aan het begin van zijn bestaan stond en hon derdduizenden uit alle windstreken economisch, sociaal en cultureel moest absorberen. Irgoen Olei Holland In weerwil van dit alles kan ge zegd worden, dat de Nederlandse im migrant, de voor- zowel als de na oorlogse, is geslaagd. Zeker, er wa ren gevallen van lieden, wie het lot parten speelde of die geen voldoende fut konden opbrengen om vol te hou den en aan de moeilijkheden van het begin het hoofd te bieden. Maar het is niet overdreven te zeggen, dat negentig procent van hen, die uit Nederland naar Israël trokken om zich daar te vestigen, er hun weg hebben weten te vinden. Er zijn thans vijf- of zesduizend Nederlanders in Israël woonachtig. De Organisatie van Nederlandse im migranten. of, zoals zij in het He breeuws heet, de Irgoen Olei Hol land, staat hén, waar nodig, met raad en daad ter zijde. Men vindt hen over het hele land verspreid, als landbouwers, handwerkers, indu striëlen, bankiers, medici, sociaal werkers, ingenieurs, accountants, eco nomen, journalisten, en juristen. In de kringen der staatsambtena ren bekleden verscheidene Nederlan ders hoge functies. Nederlanders zijn als hoogleraar vei bonden aan de He breeuwse universiteit in Jeruzalem, aan de technische hogeschool in i Haifa en aan het Weizmann-instituut (Van onze correspondent in Bonn) Is Otto John, de oud-president van het Westduitse „Bundesamt für Verfassungsschutz" onschul dig aan het landverraad, waar voor hij op 22 december 1956 tot 4 jaar tuchthuis werd ver oordeeld? Die vraag stelt men zich in de Bondsrepubliek sinds Een uit Nederland afkom stige Israëliër aan het werk in de koestal van een Kibboets (collectieve nederzetting). in Rehobot. Men vindt hier Neder landers in de stad en op het land. En overal worden zij gewaardeerd om hun vakkennis, hun betrouwbaar heid, hun gevoel voor orde. Er zijn er, die hun naam verhebraiseerd hebben. Er zijn er ook, op wier voor deur nog dezelfde naam prjjkt als in Amsterdam of Groningen, Almelo of Den Bosch. Zij voelen zich ook gees telijk met hun nieuwe vaderland ver bonden. Maar wat er ook veranderd moge zijn, één ding is gebleven: de liefde tot hun geboorteland. Zij blij ven belangstellen in al wat er voor valt in het lage landje aan de zee. Zij zijn dragers van een dubbele loyaliteit: jegens Nederland en je gens Israël. Is het, omdat, naar het woord van Vondel, de liefde tot zijn vaderland een ieder aangeboren is? Of speelt hier ook een rol het feit, dat de Nederlandse Jood van de zijde van zijn landslieden nooit daadwer kelijk antisemitisme heeft onder vonden? Mij schijnt het, dat hier ee-n combinatie van beide factoren in het spel is. En zo is het goed. Want deze twee krachten hebben de Ne derlandse Israèlir of Israëlische Ne derlander de evenwichtigheid ge geven, die men hier zo waardeert. Deze evenwichtigheid gegeven, die men hier zo waardeert. Deze even wichtigheid en de sympathie, die Ne derlandse Israëliër of Israëlische Ne- Deze evenwichtigheid en de sympa thie, die Nederland steeds jegens de Joodse staat aan de dag heeft gelegd, hebben de Nederlander hier een re putatie bezorgd, die geen enkele an dere bevolkingsgroep geniet. De „Hollandi" is hier populair in de beste zin van het woord. En meer nog dan populair: geacht. het weekblad „Aktuell" uit de doeken heeft gedaan, dat er ernstige twijfel moet bestaan aan de betrouwbaarheid van de kroongetuige tegen John, de nu 61-jarige publicist Karl Wittig.' Deze zaak deed destijds veel stof opwaaien. Op 20 juli 1954 verdween John, wiens werk ter bescherming van de. grondwet veel op contraspio nage leek, naar Oost-Berlyn. Vol gens Johns lezing later, werd hij daarheen ontvoerd door de Westber- lijnse vrouwenarts Wohlgemuth, die hem eerst een bedwelmend middel in zijn koffie zou hebben gedaan. Na Johns verdwijning zocht ook deze i Wohlgemuth zijn toevlucht in Oost- 1 Berlijn, naar zijn zeggen omdat hij vreesde, dat men hem in het Westen I van ontvoering zou beschuldigen. Daarvan was echter geen sprake, volgens de arts, John zou uit over tuiging naar de communisten zijn overgelopen. Steun kreeg deze lezing door een persconferentie in Oost-Berlijn op 1 augustus 1954, waarop Otto John verklaarde, dat hij uit vrije wil was overgelopen en dat er geen sprake was van ontvoering. Nadat hij weer naar het Westen was teruggekeerd, hield John echter het tegendeel vol. Volgens hem was hij ontvoerd en was hij gedwongen geweest lippendienst te bewijzen aan de communisten, die hem in hun macht hadden. Hij zei zich daartoe geleend te hebben om de kans te krijgen naar het Westen te ontvluchten zonder al te veel ge gevens over zijn werk uitgeleverd te hebben. Exclusief interview De rechters in 1956, die over Johns zaak moesten beslissen, accepteer den deze lezing evenwel niet. Zij- hechtten meer geloof aan kroonge tuige Karl Wittig, die beweerde op i 13 mei 1955, ter gelegenheid van de Schiller-herdenking in Weimar, een exclusief interview te hebben gehad met John. waarbij deze zou hebben beweerd vrijwillig naar het Oosten te zijn gegaan. John zou bij die gele genheid zeer openhartig hebben ge sproken en zijn teleurstelling hebben kenbaar gemaakt over zijn commu nistische vrienden. Maar hij was vrij en kon zich vrij bewegen in Oost-Duitsland, aldus getuige Wittig, die het hele verhaal ook publiceerde in het blad „Abendpost". John noem de Wittigs getuigenis tijdens zijn proces van a tot z verzonnen. De rechters dachten daar echter an ders over en veroordeelden John. Consequent spraken zij later de arts Wohlgemuth vrij van de aanklacht wegens ontvoering. John zat twee jaar en ruim zeven maanden en werd toen bU een am nestie vrijgelaten. Vanaf dat moment heeft hij half Europa rondgereisd om bewijzen te vinden voor zijn on schuld. In elk geva I meineed Het weekblad „Aktuell" heeft zich nu beijverd hem daarbij te helpen. Het heeft ontdekt, dat bovengenoem de Karl Wittig in elk geval meineed pleegde in het proces, toen hij onder ede verklaarde nimmer werkzaam te zijn voor een buitenlandse of bin nenlandse inlichtingendienst, ook niet voor Johns Amt für Verfas sungsschutz. „Aktuell" heeft nu de man opgespoord, die getuigen kan dat Wittig wèl voor Johns afdeling werkte. Deze man namelijk betaalde Wittig het honorarium uit, dat hij voor zijn inlichtingen kreeg. De werkzaamheden van de publi cist vonden plaats in 1952/53. Daar na kreeg men verdenking tegen hem omdat hij al te gretig aanbood „hoogst explosief" materiaal uit Oost- Duitsland te halen. Men vreesde toen dat Witting dubbel spel speelde en in feite onder één hoedje met de communisten speelde. Indien men hem werkelijk opdracht zou geven tot het halen van hoogst explosief materiaal, zou hij zich eens kunnen laten arresteren door de communisten, waarna een hoogst pijnlijk incident voor de Bondsrepubliek zou kunnen ontstaan, zo redeneerde men destijds en men distantieerde zich van Wittig. Sterke bewijzen Door de aanwijzingen van „Aktu ell' 'nu loopt er sinds 20 juni van 1960 een aanklacht tegen Karl Wittig wegens meineed. Volgens het blad ztfn de gewijzen overweldigend en is het büna zeker, dat de publicist zal worden veroordeeld. In dat geval komt de hele zaak-John weer aan het rollen en het zou best kunnen blijken, dat Wittig in opdracht van de communisten zijn belastende ge tuigenis voor John afgaf om zo de Oostduitsers en de Russen van een gewelddadige ontvoering vrij te plei ten en alle mooie propagandastunts met John in Oost-Duitsland niet achteraf in het water te laten val len. De mogelijkheid bestaat zeker dat de hele zaak nog eens eindigt met een eerherstel van Otto John, in wiens onschuld de toenmalige minis ter van Binnenlandse Zaken dr. Er- hard Schroder, nu Westduits minis ter van Buitenlandse Zaken, steeds onwrikbaar heeft geloofd. Bij (le STEDELIJKE FABRIEKEN VAN GAS EN ELEC- TRICITEIT te Leiden is plaats voor ERSONEEL in de MACHINEKAMER en KETELHUIS van de ELEKTRISCHE CENTRALE. Schriftelijke sollicitaties te richten aan de afdeling Perso neelszaken van voornoemde Fabrieken, Langegracht 70, Leiden. GEMEENTE RIJNSBURG Bij de dienst van gemeentewerken kan worden geplaatst: Vereist is het bezit van het rijbewijs B-C-E, terwijl sollicitanten genegen moeten zijn alle voorkomende werkzaamheden te verrióhten. Het maximum weekloon bedraagt bruto f. 89.28. Boven dit loon kan wegens verdienstebeloning een premie worden toegekend tot maximaal 12%. Bovendien wordt jaarlijks een vakantietoelage van 4% verleend. Er wordt van gemeentewege werkkleding verstrekt. Benoeming zal voorlopig geschieden in tijdelijke dienst, bij gebleken geschiktheid volgt na een jaar benoeming in vaste dienst. Schriftelijke sollicitaties binnen een week na het verschijnen van dit blad te richten aan de burgemeester van Rijnsburg. NIEUWE CURSUSSEN DAG- of AVONDLESSEN AANVANG HALF JANUARI In kleine clubs nog enkele plaatsen beschikbaar. Inschrijving dagelijks 1012. 24, 7- 9 uur. Uitsluitend Breestraat 89a VEURSESTRAATWEG 4 - LEIDSCHENDAM ,e TELEFOON 0 1761—3334 igt een (ei POMPBEDIENDE, 2c MONTEUR en een HULPMONTEUR Boven 18 jaar. vast werk z O Q. D O U Ik zou gaarne uw uitgebreide gegeven» ontvangen over werktijden, loon, vakantietoeslag, winstdeling, reis kostenvergoeding, sociale voorzieningen, personeels vereniging enz. naam i adres: plaacsr Asn Sikkens Lakfabrieken N.V.. afdeling Perso neelszaken. Sassenheim in een modern bedrijl Deze advertentie is een uitnodiging aan u. Een uitnodiging van een modern bedrijf. Van Sikkens Lak fabrieken N.V. te Sassenheim. Een fabriek, modern van uiterlijk, ruim en licht binnen de muren en óók met moderne arbeidsvoorwaarden. Sinds een jaar deelt het personeel, dat een volledig kalender jaar in dienst is b.v. ook in de winst van het bedrijf. Het is daarom prettig werken bij Sikkens. Wat ook prettig is, u kunt rekenen op een goed loon en er is de mogelijkheid van een vaste aan stelling. Ook deze zekerheid is veel waard Wanneer u, overdag of 's avonds, In de buurt van Sikkens Lakfabrieken komt, dan ziet u al van ver de Sikkens toren. Die toren is kenmerkend voor de Sikkens fabriek. Ook de produkten van Sikkens worden van ver gezien. Over de hele wereld. U kent nu de Sikkens voordelen: vast werk en een vast loon; een ruim, licht en modern bedrijf; de mogelijkheid om een vak te leren. Indien üvan aanpakken weet, dan is er bij Sikkens plaats voor u. Neem uw kans waar! Interesseert u dit en wilt u meer weten, vul dan nevenstaande coupon in en stuur die aan Sikkens- Sassenheim, afd. Personeelszaken. Wilt u liever zelf komen praten? Dat kan ook. De personeelsafdeling kan u ontvangen van maandag t/m vrijdag van 9-12 uur en van 13-16 uur. Op zaterdag niet want dan is het bedrijf gesloten. aangeb. als verpleeghulp in bejaardentehuis. Intern of extern. Aanbiedingen: Herengracht 3335, tel. 26916 B.Cf - i Schrijvers Service Slation Hogewoerd 56-58 Telef. 20206 ZOETERMEER Gevraagd voor onze technische dienst bekend met onderhoudswerkzaamheden. in bezit diploma L.T.S. 22 jaar, in bezit van rijbewijs en eigen wagen, zoekt een baan als VERTEGENWOOR DIGSTER of iets dergelijks. Brieven bureau van dit blad onder no. 39663. goed ingevoerd in de levens middelenbranche, die nog ouderwets wil werken, wil van betrekking veranderen. Eventueel ook andere functie. Brieven bureau van dit blad onder no. 7046a. Gevraagd voor enkele ochtenden per week. Aanmelden: Fa. VAN BERGE HENEGOUWEN Aalmarkt 12 - Leiden moet vakbekwaam zijn. Alle inlichtingen omtrent loon, oververdiensteregeling, prf vrij pensioen, sociale voorziening, gepremieerde spaarreg enz. worden u dagelijks van 8.3012 uur en van 13.30—1 uur verstrekt op de afdeling personeelszaken DORPSSTRAAT - ZOETERMEER. INDUSTRIËLE ONDERNEMING in Leiden vraagt t) spoedige indiensttreding een kennis van steno gewenst. Schriftelijke sollicitaties met vermelding van uitvoef gegevens worden gaarne ingewacht onder no. 39738- van dit blad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 4