Leidse verkeersonveiligheid
bleef in 1961 op hetzelfde peil
„HAKKENBAR" UITGEBRAND
Pifmanschool
2649 ongevallenwaarvan
53 7 met gewonden en 6 doden
Adempauze
Ruim 200 paar schoenen ging
eveneens verloren
SINDS 1 DAN. 1946:
23657 ONGEVALLEN
5956 GEWONDEN
102 DODEN
AANTAL DODEN
Op de Rijnsburgericeg
BROMFIETSERS VAN HET
RIJWIELPAD!
Ongericht 1 maart 1860
Dinsdag 2 januari 1962
Tweede blad no. 30542
- JAN. FEBR MRT APR. MEI JUNI JULI AUG. SEPT. OKT. NOV DEC.
(Van een onzer redacteuren)
Het aantal verkeersongevallen in Leiden is in het achter ons
liggende jaar „meegevallen". Het is nog altijd schrikbarend hoog,
maar het is vrijwel gelijk aan dat van I960, zelfs één ongeval
minder, namelijk 2649 tegenover 2650. Van die 2649 ongevallen
waren er 543 waarbij gewonden en doden vielen. Dit aantal is
eveneens iets lager dan dat van 1960, toen het 557 bedroeg. Het
aantal doden in het Leidse verkeer bedroeg in 1961 nog 6 tegen
over 8 in 1960.
Zeer verheugend is, dat het aantal gewonden en doden het
afgelopen jaar relatief, dus naar verhouding van het totaal aantal
ongevallen, gedaald is tot het na de oorlog nog niet voorgekomen
percentage van 20.5. Daarmee heeft zich een ontwikkeling voort
gezet, die in 1956 is begonnen.
Overigens is het aantal gewonden aantallen met gewonden, terwijl de
Wij mogen uit het stationair blij
ven van het aantal ongevallen ver
geleken bij 1960 niet de conclusie
trekken, dat we in Leiden op de goe
de weg zijn, hoewel het jaarresultaat
(hoe hoog het in absolute zin ook
is) tot tevredenheid mag stemmen.
Er zUn namelijk in de naoorlogse
jat en enkele jaren geweest, waarin
bet ongelukkencijfer daalde of vrij
wel gelijk bleef, waarna het daar
opvolgende jaar of de volgende jaren
deze „achterstand" tuimschoots in
haalden. In een van de twee bij
gaande grafieken hebben wij dit uit
gebeeld. U ziet in die grafiek bij
19514. 1955 en 1957 een vermindering
van het jaartotaal, maar desondanks
blijft de algemene lijn sterk stijgen:
van 489 in 1946 tot 2649 in 1961.
Duidelijk verbond
Wanneer wij in aanmerking ne
men, dat het aantal motorvoertui
gen voortdurend sterk toeneemt, dan
mag ook een toeneming van het aan
tal verkeersongevallen verwacht wor
den. Uit deze opmerking mag niet
werden geconcludeerd, dat de motor
voertuigen de boosdoeners in het
verkeer zijn. Het is echter zo, dat er
tussen voetgangers nu eenmaal zel
den botsingen voorkomen van zo
ernstige aard, dat zij onder een ver
keersongeval geschaard kunnen wor
den. Ook tussen voetgangers en wiel
rijders of tussen wielrijders onder
ling komen nauwelijks meer botsin
gen voor dan een aantal jaren ge
leden, terwijl het aantal voetgangers
en wielrijders vrijwel gelijk blijft
door de jaren heen.
Er is echter een duidelijke relatie i
tussen de stijging van aantal motor
voertuigen en aantal ongelukken.
Een voetganger of een wielrijder
heeft nu eenmaal meer kans door
een eigen stommiteit door een auto,
motor of bromfietser te worden aan
gereden. naarmate die voertuigen
meer op de weg voorkomen, terwijl
verkeersfouten van „gemotoriseerde"
zijde meer ito verwachten zijn wan
neer er meer motorvoertuigen zijn.
Deze samenhang blijkt ook duide
lijk uit de cijfers. Het aantal motor
voertuigen, dat de Leidse straten be
rijdt, 4s naar schatting van 1946 tot
1961 met een factor 5,3 vermenigvul
digd. Dit is een gemiddelde tussen
de „Leidse" factor en de landelijke.
Wij hebben dit gemiddelde genomen
omdat in Leiden nu eenmaal niet al
leen Leidse auto's en motoren maar
cok wagens van elders rijden. Tegen
over deze factor 5,3 staat de factor
5,4 waarmee het aantal ongelukken
in Leiden over diezelfde periode van
1946 tot en met 1961 is toegenomen.
Toch zorgwekkend
Wanneer wij alleen op deze cijfers
afgaan, zouden wij niet mogen kla
gen over het aantal ongevallen in
Leiden, maar wanneer men zich even
realiseert, dat er na 1 januari 1946
in de Sleutelstad 23.657 verkeerson
gevallen plaats vonden waarvan 5956
met gewonden, terwijl er in Leiden
in het verkeer 102 doden vielen, dan
zi;n deze cijfers toch wel zorgwek
kend. Maar zij zijn niet zorgwekken
der dan elders, al is dit een wel bij
zonder schrale troost.
en doden relatief minder sterk ge
stegen dan het aantal ongevallen in
totaal. De stijging van dit totaal be
liep sinds 1946 een factor 5,4, die van
het aantal ongevallen met gewonden
en doden „slechts" 3.8.
Minder ernstig
In de jaren 1946 tot en met 1955,
een periode van tien jaar derhalve,
vielen bij 29,3 procent van het totaal
aantal ongevallen gewonden en do
den. In 1956 was dit percentage 23,1
in 1957 was het 24,4, het steeg in
1958 weer tot 25,0 maar daalde in
1959 tot 24,0, in 1960 tot 21,0 en in
1961 zelfs tot 20,5. Daaruit blijkt, dat
de ongevallen over het algemeen
minder ernstig van aard worden.
Ook dit verschijnsel is niet iets
vooi de Leidenaar om trots op te
zijn, want het is vermoedelijk het
gevolg van een steeds grotere ver
stopping in de stad, waardoor er dik
wijls noodgedwongen zo langzaam
gereden wordt, dat het gemakkelij
ker wordt groter onheil dan deuken
en scherven te voorkomen, wanneer
er eenmaal een ongeluk voorvalt.
Waardoor deze ontwikkeling zich nu
juist in 1956 heeft ingezet is niet
duidelijk.
Beter na april
De slotconclusie moet luiden, dat
de cijfers over 1961 bepaald meeval
len, maar dat de verkeersveiligheid
in Leiden (zomin als elders in het
land) nog zeer, zeer veel te wensen
overlaat. Wij hebben daar jaar in,
jaar uit op gewezen. Wij moeten dat
helaas ook thans doen, zonder dat
wij de hoop koesteren, dat het enig
nuttig effect heeft. En vooralsnog
koesteren wij bepaald evenmin de
ken bij 1960. In deze grafiek staan hoop, dat de relatief gunstige cijfers
voor elke maand twee kolommen ge- van het achter ons liggende jaar een
tekend, waarvan de linker betrek- ommekeer zouden betekenen. Wij
king heeft op de ongevallen in I960 herinneren ons daarvoor tegoed de
en de rechter op de ongevallen van J ontgoochelingen na de gunstige jaren
1961. Het zwarte gedeelte geeft de 1952, 1955 en 1957. Wie die herinne-
top boven de honderd van de onge- ring niet heeft, behoeft slechts een
vallen met alleen materiële schade blik op die ene verbijsterende grafiek
weer, het gearceerde topgedeelte de te slaan, die wij hierbij publiceren.
In de tweede hierbij gepubliceerde
grafiek is nog een merkwaardige bij
zonderheid te zien van 1961 vergele-
aantallen dodelijke slachtoffers met
kruisjes in het zwarte gedeelte staan
aangegeven. De cijfers boven de ko
lommen geven de totalen in die
maand van het aantal ongevallen
weer, de cijfers in de gearceerde ge
deelten de aantallen ongevallen met
gewonden.
Uit deze grafiek blijkt, dat aan
vankelijk de maandcijfers aanleiding
gaven tot de verwachting, dat het
aantal ongevallen in 1961 weer aan
zienlijk zou stijgen vergeleken bij
1960. In mei zette echter een kente
ring in. Sindsdien bleven de maand
cijfers van 1961 onder die van 1960
(wet uitzondering van juli toen deze
aantallen gelijk waren). Over het al
gemeen waren ook de aantallen on
gevallen met gewonden van mei af
lager dan in 1960. Ook voor deze
verbetering in het ongevallenbeeld is
niet een duidelijke oorzaak aan te
geven.
Ontgoocheling
Advertentie
Zoekt U een GOED ANKER
HORLOGE voor f30.- en f40.-
of het allerbeste van f 200.- en
f 300.-.
v. d. WATER, Haarl.straat 207,
heeft het. Grote keuze in alle
prijzen en merken.
Officiële publikatie
Burgemeester en Wethouders van
Lelden brengen ter openbare kennis,
dat bij wijze van proef gedurende zes
maanden op de rijwielpaden langs de
Rynsburgerweg verkeer met rijwielen
met ingeschakelde hulpmotor zal zijn
verboden.
Dit verbod zal worden kenbaar ge
maakt door borden volgens model 41
van het Wegenverkeersreglement en
treedt in werking op de dag waarop
deze borden worden geplaatst.
Hedenmorgen om circa half acht woedde een korte, felle brand in het
perceel Kort Rapenburg 13, waarin de „Hakkenbar" van de heer Leugering
was gevestigd. De brand, welke was uitgebroken in de achter de winkel
gelegen schoenmakerswerkplaats, breidde zich spoedig uit over het gehele
pand, waarvan de eerste etage werd bewoond door mevr. J. M. Loen, lerares
te Den Haag.
De brandweer, die met uitgebreid
materiaal spoedig ter plaatse was,
pakte de brand energiek aan, doch
kon niet voorkomen, dat winkel en
werkplaats en de daarboven gelegen
verdieping vrijwel geheel uitbrand
den. Ruim tweehonderd paren schoe
nen, welke voor reparatie gereed la
gen, gingen eveneens verloren.
De oorzaak van de brand is te wij
ten aan het feit, dat bij het ver
richten van werkzaamheden, waarbij
een warmtebron was ingeschakeld,
licht ontvlambare stoffen (aceton)
Een gedeelte van de werk
plaats, welke evenals de winkel,
geheel uitbrandde.
(Foto LD/Holvast)
met vuur in aanraking kwamen. De
aanwezigheid van zeer veel brand
baar materiaal, deed het vuur fel op
laaien. Spoedig hadden de vlammen,
via het houten plafond, een uitweg
naar de eerste verdieping gevonden.
De eigenaar, die wel, doch volgens
zijn oordeel te laag verzekerd was en
door deze brand ernstig gedupeerd is,
stelt zich echter op het standpunt,
dat in de allereerste plaats zijn klan
ten schadeloos moeten worden ge
steld. De bewoonster van de eerste
verdieping was niet verzekerd.
2700n
2510
2000
1500
IOOO
500
400
aoo
200
I0Q
26501
Kerkbouwactie
Baptisten
De Bouwstichting van de Unie van
Baptistengemeenten in Nederland
ïeeft 1962 uitgeroepen als kerkbouw-
jaar. Er wordt onder de lidmaten en
vrienden een actie gevoerd om dit
jaar één procent van hun inkomen
af te staan voor de kerkbouw.
Zondag zijn bij de administrateur
van de stichting, ds. T. Jansma te
Arnhem de eerste telefonische toe
zeggingen binnengekomen van 39 ge
meenten tot een bedrag van totaal
f. 70.500. Deze toezeggingen ztfn het
resultaat van een huisbezoekactie in
de beide laatste maanden van 1961.
Waar noe slechts ruim de helft van
het aantal gemeenten de voorlopige
opgaven heeft ingezonden en de ac
tie nog krachtig wordt voortgezet,
heeft het stichtingsbestuur goede
hoop het begrote totaalbedrag van
f 120.000,— te halen. Het hoogste
totaalbedrag kwam van de baptisten
gemeente te Hengelo (O)f5700 en
het hoogste gemiddelde per lidmaat
werd bereikt door Dokkum, de Jong
ste baptistengemeentef. 44,
De bedoeling is dat de kerken voor
al verrijzen in jonge gemeenten,
nieuwe wijken en industrieplaatsen.
Ds. J. Jellema overleden
Vandaag vond op de begraafplaats
te Jutryp bij Sneek de begrafenis
plaats van ds. J. Jellema, in leven
emeritus predikant van de Ned. Herv.
Kerk en wonende te Sneek, die vrij
dag 29 december jJ. op ruim ruim
vijfentachtig jarige leeftijd is over
leden. Nadat de heer Jellema op 8
november 1900 door het provinciaal
kerkbestuur van Zeeland was toege
laten tot de evangeliebediening in
de Ned. Herv. Kerk werd hij op 3
maart van het daaropvolgend jaar
door zijn oudere broer. ds. A. Jellema
uit Opperhuizen—Uitwellingerga be
vestigd als predikant van de her
vormde gemeente van Sebaldeburen.
Daarna diende de thans overledene
verder nog de hervormde gemeenten
van Losdorp in de burgerlijke ge
meente Bierum en in de classis Ap-
pingedam 1904 tot 1909; Wagenin-
gen 1909 tot 1925; St.-Pancras in de
classis Alkmaar 1925 tot 1932; Wou-
brugge in de classis Leiden 1932 tot
1934 en tenslotte nog bijna acht jaar
die van Welsrijp en Baijum in de
classis Franeker. waar hem met in
gang van 1 november 1942 na ruim
éénenveertig volbrachte dienstjaren
op ruim zesenzestig jarige leeftijd
emeritaat werd verleend.
i i i i i i i
73 67938 12 39 10 64 I 86
-iiiiiiH
H11111
'46 '47 '48 '49 '50 '51 '52. '53 '54 '55'56 57 '58 '59 '60 '61
PLANTSOEN 65 - TEL. 26558-k 1710
TYPEN
STENO in 4 talen
DUITS - ENGELS
FRANS - NEDERLANDS
MIDDENST. OPL.
CORRESPONDENTIE
A. J. K. te O.
reeds de
Dezelfde vraag is
vorige week van redactie-
we ge in dit Blad gesteld. Een oproep
tot straatschenderij kunnen wij be
zwaarlijk plaatsen.
Ko van den Bosch
zaterdag overleden
In zijn wening te Blaricum is za
terdagmiddag ten gevolge van een
hartaanval overleden de acteur Ko
van den Bosch, sinds 1960 produk-
tieleider van de VPRO-televisie. De
heer Van den Bosch was 53 jaar.
Hij maakte vóór zijn benoeming bij
de VPRO deel uit van de hoorspel
kern van de Nederlandse Radio Unie
en heeft voor de VARA ook meege
speeld ln hoorspelen. Als opvolger
van wijlen Jan Musch voerde hij de
regie over het Goois amateurtoneel
gezelschap „De Papegaai". Ko van
den Bosch kreeg zijn opleiding van
Albert van Dalsum. Hij is verbonden
geweest aan de groep „De jonge spe
lers". Als cabaretier werkte hij o.a.
bij Buziau, de gezelschappen van
Martie VerdeniUs, het cabaret van
Wim lbo en by Willy van Hemert.
Hy was gehuwd met VPRO-regis-
seuse mevrouw Coos Mulder.
Kerkelijk Leven
NED. HERV. KERK
Beroepen te Sint Annaland P. J. Bos
te Sorang.
GEREF. KERKEN
Aangenomen de benoeming tot hulp
prediker te Voorburg E. zyistra, woon
achtig te Aerdenhout.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Hllversum-Oost H. W.
Herland te Amersfoort.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor Corsica (U.S.A.) A.
Ver gunst te Rotterdam-Centrum.
Zendingscentrum
bouwt kapel
Het Zendingscenbrum van de Geref.
Kerken in Baarn gaat bij het reeds
bestaande gebouwencomplex een ka
pel bouwen. Hierop is van verschei
dene zijden aangedrongen, omdat de
behoefte aan geestelijke bezinning en
concentratie op het werk steeds
■roter wordt. Het ligt in de bedoeling.
Je bouw voor het grootste gedeelte
uit giften te financieren. Tot nog toe
is een bedrag van ongeveer f. 25.000
ontvangen er ontbreekt nu nog on
geveer f. 20.000. De ruimte onder de
kapel zal worden gebruikt om de ac
commodatie van het conferentieoord
uit te breiden.
Met de bouw van de kapel zal half
februari warden begonnen.
Mgr. A. E. Rientjes
overleden
In het zusterhuis „Cunerastich-
ting" te Utrecht Is zaterdagmiddag
overleden de tachtigjarige mgr. A. E.
Rientjes. kanunnik van het Utrechts
kapittel.
Mgr. Rientjes werd gebaren te
Heino (O) en studeerde te Culem-
barg en Rijsenburg. Hy werd in 1906
tot priester gewyd. Mgr. Rientjes was
gedurende dertig jaren deken van het
„Sint-Bernulphusgilde". Als pastoor
was de thans overledene werkzaam te
Hellendoarn en te
B. en W. hebben besloten op de Rijnsburgerweg een proef te
nemen met het afsluiten van de rijwielpaden voor bromfietsen.
B. en W. NEMEN
EEN PROEF
Hiertoe zullen over enige dagen
de bekende ronde blauwe borden
worden vervangen door rechthoe
kige zwarte bordjes met in witte
letters het opschrift rijwielpad"
Dit bordje duidt aan, dat op het pad
verkeer met rijwielen met inge
schakelde hulpmotor is verboden,
zoals trouwens op een onderbord ter
verduidelijking zal worden aange
geven. De bromfietsen zullen dus op
de rijbaan moeten rijden.
Deze maatregel is genomen om een
einde te maken aan de bestaande
ongewenste toestand op de rywiel-
Een beeld, dat spoedig tot het
verleden behoort: een bromfiet
ser op het rijwielpad van de
Rijnsburgerweg.
(Foto LD/Holvast)
paaen. waarop de gewone fietsers en
de bromfietsers verplicht zyn te
ryden. Het verschil in snelheid van
deze beide categorieën weggebruikers
op de zeer snelle paden schept
voortdurend gevaren.
Vanzelfsprekend hebben B. en W.
zich er rekenschap van gegeven, dat
ook aan het ryden met bromfietsen
op de rybaan risico's zyn verbonden.
Het zal echter zowel van het gedrag
van het snelverkeer als dat van de
bromfietsers afhangen, of met de
proef het gewenste resultaat wordt
bereikt.