Ons dorp ligt te centraal tussen te grote plaatsen ,Boskoop\ gaat (is) dood' Instuiven zonde dansen) zijn keer op keer mislukt in Boskoop Wat er wel en wat er niet is N' BOSKOOP TE KLEIN VOOR BIOSCOOP' 4P§.w T> OSKOOP, een vrijdag- avond Het is koop avond maar er zijn kijkers noch kopers. Het helle licht dat de etalages uit stralen, accentueert alleen maar de verlatenheid van het centrum„Ja, wat wil je na sinterklaas, de men sen hebben geen geld meer", geeft een 15-jarig ver koopstertje uit een kledingmagazijn als verklaring. Maar kijken kost toch geen geld? Het meisje haalt haar schouders op. „Het is hier altijd stil", zegt zij dan. „Ontzettend stil", voegt haar collegaatje er som ber aan toe. Koopavond in Boskoop. Hier en daar een klant. Een paar mensen die op de bus wachten. Wat jongens en meisjes die op weg zijn naar een feestje. Enkele opti misten die na het nuttigen van *n zakje patates of een kop koffie in een van de cafetaria*s toch weer gauw vertrokken zijn. En daarmee heb je het wel gehad Waar zit de jeugd van Boskoop dan, op deze avond, op andere avonden? In de bioscoop? Die is er niet, tot veler verdriet trouwens. Bij een vereniging? „De jeugd komt niet meer", is de algemene klacht van verenigingsbestuurders. Dansen? Dat kan alleen op zaterdagavond in het R.-K. Verenigingsgebouw en dan alleen nog de r.-k. jeugd. Als de jeugd van Boskoop niet thuis zit, zoekt zij haar vertier voornamelijk buiten het dorp. Ze gaat: ..dansen in Gouda of Leiden" ..naar Gouda, Leiden of Den Haag" .dansen in Alphen" „met bussen en brommers naar Gouda of Leiden"Het citeren van nog meer uitspra ken zou alleen maar tot her halingen leiden. Gouda, Leiden, Den Haag, Alphen. „Boskoop ligt tè centraal tussen tè grote plaatsen", zegt een oudere Boskoper, die meent dat dit de reden is waarom er in zijn woonplaats zo weinig wordt ge organiseerd. Het is immers een veel kleinere moeite om in een bus of trein of op de brommer te stappen dan zelf iets op touw te zettenf Er stopt een bus. De mensen die by de halte de wacht hadden be trokken, stappen in. De reizigers die uitstappen, verdwijnen schielijk in zijstraten. En als de bus richting Gouda (bioscoop, dancing, enz.) is vertrokken, ligt Boskoops cen trum er nog verlatener bij dan daar net. Totdat er weer mensen komen die op de volgende bus wachten. Hier wonen en je zo nodig elders vermaken. Er zijn jongeren ,Jioskoop gaat dood!" Een strijdkreet van de Spirit- club, bestaande uit v.l.n.r. Louis en Charles Mar- chant en Lou den Hengst, die U hier bezig ziet aan een mili tant spelletje stratego. Organiseren is hun voornaam ste hobby. senreparatrices Tilly van der Stam (22) en Maatje Verbeek (17) bij voorbeeld. Want al zegt Tilly: „Er is hier nooit iets te doen" en verzucht Maatje: „Was hier maar wat te doen!", diezelfde Tilly zegt ook: „Ik heb het hier best naar mijn zin", terwijl diezelfde Maatje er enthou siast aan toevoegt: „Ja, ik zou hier ook niet meer weg willen", die daar vrede mee hebben. De kou- Kreet Tja, waarom zou je hier iets or ganiseren, wat je makkelijk elders kunt vinden? „Omdat Boskoop an ders doodgaat!" Het is een kreet van de Spiritclub, bestaande uit drie ondernemende jongens: Char les (17) en Louis (16) Marchant en Lou den Hengst (16). Ze hebben al een Spirittour (met 25 deelnemers en vier korte etappes verdeeld over evenzoveel dagen), een geslaagde balavond in het R.-K. Verenigings- CORA KLUIS en A. BAKHUYZEN .op weg naar feestje gebouw en een aantal feestavonden voor scholieren op hun organisato risch debet staan. Ze hebben het initiatief genomen tot de oprichting van een VVV-commissie en ver scheidene notabelen bereid gevon den er zitting in te nemen. En zij stellen nu, op uitnodiging van het gemeentebestuur, hun „spirit" in dienst van de anti-hongeractie „10 x 10", waarvoor zij in Florida een showavond en een bal willen orga niseren. „Er is veel te weinig te doen hier", zeggen ze alle drie. Louis: „Er is hier nog niet eens een bioscoop, dus Charles: „Het ontbreekt hier aan organisaties die niet aan een be paalde richting zijn gebonden. Het ontbreekt ook aan animo". Lou„Ze zijn er eenvoudig niet aan gewend. Als er in Boskoop iets te doen is, komen de jongeren niet". „Luilakken" „Boskoop gaat dood", zeggen ze (en schreven ze in het plaatselijk advertentieblad). „Er is niks te doen.. Wat er gebeurt, wordt de kop ingedrukt. Neem het „luilakken" eens. Dat mag hier pas om zes uur beginnen. Niet dat we er ons aan storen, hoor.Maar zes uur is toch veel te laat, de meeste mensen zijn dan al naar hun werk". Meer leven in de Boskoopse brouwerij brengen, dat ivïl de Spiritclub. En de drie leden heb ben plannen en ideeën genoeg. Ze zouden een jeugdsociëteit willen beginnen. „Maar waar?" „En wie moet het ding behe ren?" Ze denken zelfs aan een carnaval of een feestweek. Ze hebben plannen voor dit en voor dat. „Maar we kunnen niet elke week wat organiseren, we zitten nog op school", zegt Charles dan nuchter. „In het afgelopen schooljaar zijn we erg actief ge weest, maar toen zijn we ook alle drie blijven zitten of gezakt" FOTO'S DIJKMAN R1A VAN RAVENHORST en ANNE-MARIE VAN WIJNGAARDEN ontzettend stil Uitgestorven Zijn de gebroeders Marchant en Lou den Hengst bang dat Boskoop „Instuiven voor de protestant se jeugd zijn hier steeds mis lukt", vertelt ds. A. de Leeuw (hervormd). „Eerst heeft de CJMV het geprobeerd en dat rolde niet en later is het in in terkerkelijk verband geprobeerd en dat wilde ook niet. De eerste twee, drie avonden loopt het aardig en dan is er plotseling geen animo meer". „Een instuif met dansen? Nee, dat hebben we nooit geprobeerd. De leidinggevende figuren uit de Hervormde en Gereformeerde Kerk hier zouden er nooit hun medewerking aan willen geven". Ds. De Leeuw schudt bedacht- saam het hoofd. „We zouden een hom in de gemeente gooien. We souden er in Boskoop meer kwaad dan goed meedoen, afge- sien van de vraag of het experi ment verstandig is". „Het dansen is een heel pro bleem", puzzelt de dominee ver ier. „Er bestaan twee meningen aver. De ene groep vindt, dat dansen onder toezicht van de kerk net een stap te ver is. An deren vinden, dat de jeugd juist moet leren dansen in een ge schikt klimaat. Let wel, mijn standpunt is het niet. Ik geloof fog niet eens, dat de kerkelijke ieugd het zelf wel zou waarde ren. Zij zou het vreemd vinden fan de kerk, ze zou zeggen: daarom doen jullie dit nu?". Dominee De Leeuw glimlacht. Mou moet U niet denken, dat ik tegen experimenten ben. Ik hen niet een man, die zonder nadenken al het nieuwe ver werpt. Maar een instuif met dansennee, daar voel ik niet voor". Overigens wil ds. De Leeuw het probleem van de vrijetijds besteding in Boskoop niet over schatten. „Het is een beetje bij zondere gemeente"vertelt hij. Over het algemeen is het pro bleem van de vrijetijdsbesteding het nijpendst in de maanden van september tot april, maar in die tijd valt hier juist het kwekers seizoen. Daar zijn ook heel wat jongens druk mee. Het probleem is daarom voor Boskoop tot al leen de zaterdag- en zondag avond terug te brengen". Ds. DE LEEUW bom En van de hak op de tak springend merkt hij op: „En dat ivil ik er wel bij zeggen de jeugd hier ivil nogal naar de kerk, de jeugddiensten worden goed be zocht". „De jeugd in Boskoop studeert veel in de avonduren"redeneert hij verder. „En er zijn genoeg activiteiten hier waaraan de jeugd in geordend verband natuurlijk! kan deelnemen. Er zijn verenigingen We knikken, we komen net bij de burgemeester vandaan: er zijn 130 verenigingen. En de jeugd doet dat ook, aldus ds. De Leeuw. „Het prot. chr. jeugdwerk hier blijft tot mijn eigen stomme ver bazing goed rollen, erg goed zelfs in vergelijking met andere plaatsen". Tenslotte komt ds. De Leeuw tot de conclusie, dat het hele probleem „staat of valt met het gezin". En om dit te illustreren voegt hij er aan toe: „Mijn kin deren vermaken zich thuis best", daarmee tevens zijn oplossing gevend voor het gehele vraag stuk: als de ouders ervoor zor gen, dat de kinderen het thuis gezellig hebben, dan hoeven dezen niet buitenshuis hun ver tier te zoeken. doodgaat, andere jongeren menen dat het dorp al dood(s) is. Zoals de verkoopstertjes Ria van Ravenhorst en Anne-Marie van Wijngaarden, beiden 15 jaar. Ria smüt met ter men als „waardeloos", „een gat" en „uitgestorven". Anne-Marie zegt: „Er is beslist niet genoeg te doen. Het is ontzettend stil". Anne-Marie leert, speelt piano en doet aan ballet in haar vrije tijd. Ria brengt haar avonden door met „ballet, slapen, beetje schilderen en rustig zitten nietsdoen". In het weekeinde gaat ze dansen in Gouda of Leiden. „Er is hier geen gelegen heid waar je op zaterdagavond kunt dansen. Er is zelfs geen bioscoop!" „Ik dans veel" Cora Kluis (19>, leerling-loket- tiste bij de PTT, leert 's avonds meestal. „En ik dans veel, bijvoor beeld in Alphen. Er zou hier een dansgelegenheid moeten komen. Dansen is het liefste wat ik doe". A. Bakhuyzen (20), leerling aan de Rijks Middelbare Tuinbouw school, met wie Cora op weg is naar 'n feestavond je, heeft meer wensen: een dansgelegenheid, een bioscoop en „een café-restaurant dat gezellie en sfeervol en toch niet duur is". Hij studeert 's avonds, volleybalt (in Waddinxveen) en kijkt naar de televisie. „Het vermaak valt hier tegen", aldus Ton Verkade (18), van beroep verwarmjngsmonteur. In het week einde gaat hij weieens uit. maar doordeweeks werkt hij 's avonds of knutselt hij aan zijn bromfiets en zijn motor. Verder is hij lid van een muziekvereniging. Maar met dat al vermaakt hij zich nog niet genoeg. „Ze zouden eens vaker dansavond jes moeten houden. En er is geen bioscoop hier". „Er is geen bioscoop". Dat is een steeds terugkerende klacht. Eens had Boskoop een „bioscoop", dat wil zeggen, op zaterdagavond kwam een ondernemende jongeman uit Al phen een film vertonen in het R.-K. Verenigingsgebouw. Anderhalf jaar TRUUS KLEIJN EE." Burgemeester dr. E. P. Verkerk aarzelt geen moment. „Nee, er is hier 's avonds niet genoeg vertier." Dan moet hijzelf glim lachen om deze „beken tenis." „Natuurlijk wilt U weten waarom ik nee zeg, maar daarover straks. Eerst wil ik de positieve punten van Boskoop opsommen." Eerste positieve punt: het verenigingsleven. „Kernge zond", aldus de burgemeester en hij strooit kwistig met cij fers. Meer dan duizend jonge Boskopers zijn bij sportver enigingen aangesloten. Er zijn ruim een dozijn kerkelijke jeugdverenigingen met pak weg 400 tot 450 leden. De padvinderij heeft ongeveer 150 aanhangers. Bij „Brom- moto" zyn honderd bromfiet sers en motorrijders aange sloten. Er zijn twee jeugd- korpsen. Agricultural de leerlingenvereniging van de Rijks Middelbare Tuinbouw school die een sociëteit heeft in de kelder van Florida, heeft zo'n 150 leden. Dan zijn er nog zang- en toneelvereni gingen enzovoort. In totaal zijn er in Boskoop 130 ver enigingen Punt twee: de zaalaccom modatie. „Uniek voor zo'n kleine gemeente", zegt dr. Verkerk. „Voor de oorlog hadden we alleen het R.-K. Verenigingsgebouw met 500 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zitplaatsen. Na de oorlog zyn er bij gekomen: Florida (met 1000 zitplaatsen), het Herv. Verenigingsgebouw (400), Het (150) en Neuf Nu is de CFA de enige die maan delijks een film vertoont in het Ver enigingsgebouw. Maar de jongeren zijn niet zo erg enthousiast over die CFA-voorstelIingen. „De films bre- ken of de lampen springen", is hun snijdend commentaar. Verenigingen Is er dan in Boskoop met z'n 9.500 inwoners werkelijk zo weinig te beleven? Niet zo weinig in ieder geval als totnutoe is vermeld. Er zijn verenigingen voor voetbal, ta feltennis, biljart, atletiek, dammen, schaken en tafelvoetbal. Een volley balclub is in oprichting. Er zijn drie toneel-, vijf zang- en twee muziek- Zij teel Wel zou het volgens hem aanbeveling verdienen om eens in de week in Florida „de directie geeft al haar medewerking" een film voorstelling te geven. „Daar zou een of andere maat- schappü voor geïnteresseerd moeten worden". KEIHARD VOOR" Het tweede ding dat ont breekt is: een instuif voor protestantse jongeren. „De rooms-katholieken hebben een instuif in hun Vereni gingsgebouw, maar de protes tanten hebben zoiets niet. Zo'n instuif als de katholie ken hebben voor de protes tantse jeugd, daar ben ik kei hard voor!". Jeugdhuis (150)". „PRACHTWERK" Punt drie: Stichting Het Jeugdhuis. „Deze stichting doet prachtwerk", vindt de burgemeester. De waardering van het gemeentebestuur voor dit werk blijkt uit een subsidie van tienduizend gulr den. In Het Jeugdhuis krij gen 180 jongens (tot 15 Jaar) enkele avonden in de week les in houtsneden, boetseren en dergelijke van tien ouderen, die daarvoor hun vrije tyd opofferen. „Voor driekwart zit het goed wat de mogelijkheden tot vrijetijdsbesteding in Bos koop betreft", zegt dr. Ver kerk na deze opsomming. „Maar er zijn een paar din gen die ontbreken". Het eerste „ding" is: een bioscoop. „Let wel", zegt bur gemeester Verkerk, „ik spreek hier voor de gehele gemeen te", m.a.w. niet namens de partij waartoe hij behoort. Hü vertelt, dat er vroeger wel eens „bioscoop"-voorstellin- gen zijn gegeven in het R.-K. Verenigingsgebouw. Er waren toen twee redenen voor de man die dit deed om ermee te stoppen: de zaal was niet geschikt voor „bioscoop" en de voorstellingen waren nauwelijks rendabel. „Er zijn 500 bioscopen in Nederland", vertelt de burgemeester, „en rekent U maar uit: Boskoop is met z'n 9.500 inwoners te klein voor een bioscoop". verenigingen met jeugdkorpsen. Maar met name de ontspannings verenigingen hebben reden tot kla gen: de uitvoeringen worden steeds slechter bezocht en het aantal le den wordt steeds kleiner, doordat de jeugd wegblyft. Zalen om iets in te organiseren, zijn er ook wel. Noemen we alleen maar de grote zaal van Florida, waar men desnoods duizend perso nen kan bergen. Er zijn een paar cafetaria's. Enen dan ben je toch echt wel uitgepraat. Goed, er komt een open zwembad, er komt een gymnastiekzaal en de Gerefor meerde Kerk wil een eigen jeugd- gebouw stichten. Er wordt dus aan gewerkt, jawel, en er wordt in Bos koop wel het een en ander voor de jeugd gedaan o.m. door de Stich ting Het Jeugdhuis (voor jongelui tot 15 jaar) en kerkelüke jeugdver enigingen maar de vraag is al leen, of dit voldoende is. Burgemeester VERKERK paar dingen ontbreken Een derde manco Is dat het uitleenfiliaal van de Goudse openbare bibliotheek per 1 januari wordt opgeheven Weliswaar zijn er nog een prot. chr. en een r.-k. biblio theek, maar dr. Verkerk meent dat de opheffing van de openbare bibliotheek met name voor de „neutralen" in Boskoop een ernstige tegen valler is. „U ziet", zegt de burge meester, als hij heeft opge noemd wat er wel en wat er niet is, „mogelijkheden zijn er in Boskoop wel, kyk alleen maar naar onze zalen, maar het initiatief ontbreekt wel eens. Weet U, de uitstraling van de grote steden is te groot. Het is te gemakkelijk voor de Boskopers om naar de film en andere evenemen ten in Den Haag, Leiden en Gouda te gaan". En dat is een bekend geluid. Want we hebben op onze „verken ning" in het boomkwekers- dorp al eerder gehoord, dat Boskoop „te centraal tussen te grote plaatsen ligt". genoeg met studie, gymnastiek en andere hobby's. Tevreden geleden zijn die voorstellingen ech- ter stoptgezet. r.-k.jeugd kan dansen De rooms-katholieke jongeren hebben het nog het best getroffen, als we de 17-jarige kantoorbediende Truus Kleijn mogen geloven. Be halve dat er geen bioscoop is „ont breekt er niets. Voor de katholieken is er dansgelegenheid en zo". In het R.-K. Verenigingsgebouw worden namelijk geregeld instuiven voor r.-k. jongeren georganiseerd. Maar van Elly van den Nieuwen- dijk (17 jaar, aspirant-schrijver) horen we de oude klacht: „Er is niet genoeg te doen". En zij voegt er aan toe: „Voor de protestanten is er helemaal niets". Overigens hebben beiden het 's avonds druk De 20-jarige Rineke Bouwman „ik doe eigenlijk van alles" (in het expeditiebedrijf) tenslotte is de enige van alle geïnterviewde jonge ren die geen klachten heeft, hoog stens één wens: „een eigen gebouw voor de jongelui". Zelf heeft zy er geen behoefte aan, want zü bespeelt „allerlei' 'instrumenten, maakt mo zaïeken, snijdt hout en is voor het overige best tevreden over haar dorp: „Er zijn echt wel mogelijk heden in Boskoop. Waar een wil is is een weg". Maar zij is toch echt wel de enige van al de jongeren die we op deze lange vrijdagavond in Boskoops centrum kunnen vin den, die zo optimistisch rede neert. Al weten we natuurlijk niet, hoe de zes anderen er over denken. Die twee meisjes die reageren met: „Dat komt toch niet in de krant zeker? Nee hoor, dat willen we niet, dan gaan we er vandoor". Die andere twee meisjes die hevig geschrok ken wegbenen. De slagerszoon die weifelt, waarna zijn vader de knoop doorhakt: „Geen publici teit". En dat verkoopstertje in een banketbakkerswinkel dat zegt: „Ik in de krant? Daar voel ik niks voor". Bedoelen de leden van de Spiritclub misschien dit, als zij spreken over „gebrek aan animo"? Zaterdag 23 december 1961

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 5