OUDEZIJDS 100: experiment
in gemeenschaps-ontwikkelling
HEIL EN
ONHEIL
KERSTNUMMER LEIDSCH DAGBLAD
J)oor arbeid van open service-station
kan de mens zijn medemens hervinden
Luisterend naar het kerstverhaal.
(Van een onzer redacteuren)
Een experiment in gemeenschapsvor
ming, een service-station voor gemeen
schapszin, een open en onverzuild tref
punt waarin mensen elkaar kunnen
ontmoeten zonder etiket, elkaar leren
kennen en waarderen als gelijken, open
oog krijgen voor wederzijdse problemen
en de bereidheid Ieren opbrengen en
uiten om elkander te helpen.
Zo zou men het doel van het merk
waardige centrum kunnen noemen, dat
nu zes jaar werkt in het hart van die ten
onrechte veel besproken Amsterdamse
binnenstad: Oudezijds 100.
Zes jaar geleden begonnen een jonge
theoloog en zijn echtgenote in dit huis
Oudezijds Achterburgwal 100 een voor
ons land uniek experiment, midden in
de „rode zone". In een bouwval, met
slechts vage contacten met de bevolking
en een eigenlijk volkomen ongegronde
hoop dat er nog ooit iets goeds uit deze
onderneming zou voortkomen.
Twee dingen bleven in zes jaar gelijk;
enthousiasme en financiële zorgen
f Nu, in de tijd dat het kerstfeest wordt gevierd in een stem
ming die altijd iets van dankbaarheid en inkeer meebrengt, kun
nen ds. Boiten en zijn echtgenote, die met vrijwel niets dit
merkwaardige centrum begonnen, dankbaar zijn voor de vruchten
van hun werk: een aantrekkelijke ontmoetingsplaats, zóveel
contacten dat de nadruk meer op verdieping dan op verbreding
moet komen te liggen, en de vage hoop op succes omgezet in de
zekerheid, dat zegenrijk werk is gedaan en gedaan kan worden,
al kan dit nimmer kwalitatief noch kwantitatief worden getabel-
leerd.
Er zijn in deze zes jaren twee dingen gelijkgebleven: het
enthousiasme van hen die het centrum op- en uitbouwden, en het
bijzonder penibele vraagstuk van de financiering.
een voor ons land uniek experiment,
dat in enigszins overeenkomstige
vorm ook in Frankrijk en België
reeds succesvol was gelanceerd.
Veelkleurige wijk
De wijk van de oostelijke oude
Amsterdamse binnenstad met de
„walletjes" als centrum heeft ten
onrechte overal dé laatste jaren een
erg eenzijdig-ongunstige naam ver
worven. Het is een wijk met een
zeer gevarieerde bevolking, naar
welke maatstaf men ook zou meten.
De beoefenaarsters van het „oudste
beroep ter wereld" zijn hier slechts
als een numeriek zeer geringe min
derheid neergestreken en vormen
overigens een wereldje apart dat
eigenlijk buiten de buurt als zoda
nig staat. Het werk van Oudezijds
100 richt zich dan ook bepaald niet
op deze kleine groep.
Men vindt in deze wijk studenten,
arbeiders, intellectuelen, zeelieden,
kunstenaars, middenstanders en
welke andere maatschappelijke
groep men ook maar bedenken wilt.
Men vindt er mensen van allerlei
ras, van allerlei geloofsovertuiging
en onkerkelijken, gezinnen en al
leen-wonenden, armen en rijken,
jongeren en ouderen.
Maar men vindt er óók, en daar
gaat het om, de geestelijke proble
men die men overal kent. Misschien
spreken die problemen hier duide
lijker, omdat de sfeer meer open is.
Men kan die sfeer (enigszins ten
onrechte) rauw noemen. Dat neemt
niet weg dat de problemen het
zelfde zijn, al worden zij elders dik
wijls beter (of liever gezegd: meer)
verbloemd.
Massificatie
bron van problemen
De geestelijke problemen (dikwijls
vermomd in materieel gewaad of
uit materiële omstandigheden
voortkomend) zijn vooral de massi
ficatie, waardoor het moeilijker
wordt zichzelf te vinden, en daar
naast juist het schijnbaar tegen
overgestelde maar in de grond
zelfde aspect van de massificatie:
verbrokkeling van de gemeenschap,
verlies van onderling contact, indi
viduele vereenzaming en onvol
doende aanpassing in gedrag aan de
eisen van de omgeving.
Het is niet de bedoeling van de
Stichting Oudezijds 100, met het
werk in deze wijk in het voetspoor
te treden van velerlei organisaties
op het gebied van socaal werk of
maatschappelijke steun of kerke
lijke zorg die reeds vruchtbaar werk
hebben gedaan, dag aan dag en
jaar in jaar uit. Integendeel, Oude
zijds 100 beoogde van meet af aan
Trefpunt
Oudezijds 100 wil een trefpunt zijn,
waardoor intensiever menselijk con
tact dan in de gemassificeerde
maatschappij mogelijk is de mensen
leren elkaar te ontmoeten en
waar nodig tot steun te zijn. De
opzet is dan ook niet een centrum
van maatschappelijke zorg maar
een service-station voor gemeen
schapszin.
Een van de typerende kenmer
ken van de gemeenschap Oudezijds
100 is, dat men over het algemeen
in principe geen onderscheid maakt
tussen helpers en geholpenen, om
dat dit onderscheid hier niet hoort
te bestaan. Men wil zich zoveel mo
gelijk op het standpunt stellen dat
„helpen als beroep of ambacht"
veelal grote bezwaren heeft omdat
het gevaar bestaat, dat de gehol
pene zich gedegradeerd acht van
medemens tot object, van wezen tot
ding. Wil men voorkomen, dat een
verhouding beter-slechter ontstaat,
dan verdient het voorkeur de hulp
als mens-zonder-meer te geven en
ook als mens-zonder-meer te willen
ontvangen. Hetgeen overigens niet
uitsluit, dat specialistische hulp ge
geven wordt, waar dit ook nodig is.
Maar ook dat kan veelal in een
sfeer van gelijkheid waarin gever
en ontvanger niet wezenlijk van
positie verschillen.
Samen zijn
Hulp, steun zoals hier bedoeld
hoeft niet altijd van geestelijke
aard te zijn, maar kan ook zuivere
materiële zin hebben, zoals het hel
pen schilderen van een kamer, het
even opletten op kinderen, een goed
woordje doen bij een ander, of
stomweg vriendelijk zijn als iemand
vriendelijkheid nodig heeft, of een
hard woord zeggen dat onder ge
lijken zoveel meer betekenis kan
hebben dan over een kloof tussen
ongelijke posities in.
Wellicht is het zo kort en bon
dig mogelijk te formuleren, zoals in
een geschrift van de stichting zelf
eens werd gesteld: Een van de
meest essentiële kenmerken van het
menselijk bestaan is het niet alleen
maar het samen in de wereld zijn.
Onverzuild
Een tweede kenmerk van Oude
zijds 100 is, dat de gemeenschap
in geen enkel pozicht verzuild is.
Het is een open gemeenschap voor
allen uit alle maatschappelijke krin
gen, van ieder ras en van elke of
geen geloofsovertuiging.
Het samenzijn behoort niet alleen
betrekking te hebben op mensen van
één bepaalde groep, naar welke
norm ook samengesteld, maar ook
een samenzijn van groepen zonder
etiketten.
Van bouwval naar
centrum
Oudezijds 100 was enkele jaren
geleden nog een bouwval. De echt
genote van de directeur van de
stichting Oudezijds 100, ds. R. G. H.
Boiten, die onlangs als Waals pre
dikant is bevestigd, heeft in haar
studietijd in dit huis gewoond en
heeft in deze buurt contacten ge
legd, die reeds toen het denkbeeld
deden rijpen om hier te gaan wer
ken. Ds. Boiten en echtgenote heb
ben het initiatief genomen tot de
vorming van de stichting, en dooi
de vervallen staat waarin het huis
verkeerde kon het betrekkelijk
goedkoop als centrum worden aan
gekocht.
Men begon met een enkel eenvou
dig ingericht vertrek, de Kajuit,
maar al spoedig bleek, dat het ge
hele pand in gebruik moest worden
genomen na grondige restauratie.
Door vereende krachten van allen,
die hier geleidelijk aan een trefpunt
gingen vinden, werd de bouwval om
getoverd in wat het nu is een cen
trum met enkele lokaliteiten voor
groepsbijeenkomsten, met een kapel
die aan alle religies gelegenheid
biedt tot Godsdienstoefeningen dus
ten volle oecumenisch, kantoor- en
woonruimten en ook ruimten voor
tijdelijk onderdak van gasten. In
deze restauratie van het typische
Amsterdamse grachtenhuis uit het
begin van de zeventiende eeuw heeft
de Amsterdamse architect B. B.
Westerhuis een bijzonder groot aan
deel gehad. Het is werkelijk bewon
derenswaardig wat in een merk
waardig harmoniërende moderne
stijl van dit grachtenhuis is ge
maakt.
Verkenning
Voordat er met het eigenlijke
werk van het centrum begonnen
kon worden, moesten de oude con
tacten van de heer en mevrouw
Boiten, die gelegd waren tijdens hun
studietijd, weer worden aange
knoopt en uitgebreid. De wijk moegt
„verkend" worden.
By deze verkenning bleek reeds
spoedig, dat vooral preventief werk
zeer vruchtbaar zou kunnen zijn, zo
wel voor de jeugdige fabrieks- en
ateliermeisjes als voor de manne
lijke jeugd. Maar ook was duidelijk,
dat men zich niet specifiek op
jeugdwerk moest oriënteren, maar
op gezinscontact, aangezien zeer
vele moeilijkheden voort blijken te
vloeien uit gezinsproblemen.
Massificatie en vereenzaming
beide leiden er dikwijls toe, dat
mensen, die door allerlei waarlijk
niet alleen materiële omstandighe
den juist op het randje tussen goed
en kwaad komen te lopen, dat klei
ne steuntje ontberen waardoor een
ontsporing voorkomen kan worden
of een terugkeer naar de goede zijde
van de grens mogelijk maakt. Zulk
een steuntje behoeft veelal alleen
maar te bestaan in het besef, niet
alleen te leven maar deel te zijn van
een gemeenschap.
Een alleenstaande boom in een
open veld loopt meer kans te sneu
velen bij harde wind dan een boom
in een bos. Dat heeft er niets mee
te maken dat die boom in een bos
tegen sterkere zou leunen, maar al
leen met het feit, dat er een hele
boel (desnoods allemaal geljjke) bo
men samen zjjn.
Activiteiten
Dit samenbrengen van mensen
was derhalve de belangrijkste taak,
waarop het werk gericht zou wor
den. Het geschiedt in Oudezijds 100
op velerlei manieren. Er zijn kan
tine-bijeenkomsten van jongeren
die hier hun middagboterham kun
nen nuttigen, er zijn clubs voor
jongeren en ouderen die des avonds
hun aandacht op allerlei activitei
ten (ook desgewenst cathechisatie)
richten, er is een club voor de jong
ste contacten, onder de naam Dolle-
bloem, er is filmclub, en er is zo
Een detail-opname van de toestand, zoals het pand Oudezijds Achter
burgwal 100 er uit zag, toen de stichting het aankocht met het plan, er
een bewoonbaar open ontmoetingscentrum van te maken. In niets is
thans nog deze desolate toestand van zes jaar geleden te herinneren.
Ook dat is een van de vele vruchten van het werk van deze merkwaar
dige en hartverwarmende gemeenschap. Niet dit resultaat van de
gemeenschap zelf is van belang, maar de geest waarin het residtaat
iverd bereikt: samen werken omdat wij samen moeten leven, samen
mens moeten zijn.
maar het binnenvallen voor een
praatje, een kopje koffie of het be
spreken van een probleem. Verheu
gend is de grote medewerking van
vele kunstenaars (niet alleen uit de
buurt maar ook bekenden als Wim
lbo en andere algemeen bekende
figuren)
Kadervorming
Men hoopt uit de actieve leden
van de jeugdclubs een kader te
kunnen vormen voor voortzetting
van het werk in een latere periode
in dezelfde geest van vrijwillige
en ongehonoreerde! medewer
king. Zulk een kader is niet alleen
van belang voor het directe werk
dat onder handen is, maar ook voor
de uitbreiding van de contacten in
de buurt, die nu eenmaal het beste
door de buurtbewoners zelf gelegd
en onderhouden kunnen worden.
Het is hartverwarmend te horen,
op welke wijze uit dergelijke onder
linge inspanning geboren samen
werking hulp heeft kunnen bieden
in gevallen van kleinere moeilijk
heden en ook schrijnende ellende.
De aard van het werk en mense
lijke bescheidenheid verbieden, wat
dit betreft in detail te treden.
Het is voorts moeilijk de invloed
van de gemeenschap Oudezijds 100
ten volle te peilen.
Het visite-kaartjevan de Stichting Oudezijds 100 toont dit charmante
schetsje van het oude Amsterdamse grachtenhuis dat dateert van 1621.
Het nu gerestaureerde pand heeft een van de vele bijzonder mooie
gevels, ^die in wisselwerking met de, lanzamerhand in binnensteden
schaars wordende, bomenrijen dit stukje van de hoofdstad tot een schil
derachtig miniatuur maken. In deze pittoreske omgeving vindt men het
openhartige, volle leven, dat voor het hart van Amsterdam kenmerkend
is. Hier staat ook het hart open voor allen, die de medemens willen
ontmoeten.
JN een gistende wereld gaat een deel der mensheid het
kerstfeest vieren.
Wonderlijke tegenstelling: het „vrede op aardeenerzijds,
het geweld, de knagende onrust anderzijds.
Moeilijk, steeds moeilijker wordt het te blijven geloven in de
„Boodschap des Heilsin een tijd, die dag na dag „boodschap
pen des onheïls" brengt.
drie vrije dagen, die voor ons liggen, kunnen veel tijd
I tot nadenken geven.
Nadenken, waartoe men anders nauwelijks komt.
Of zullen er tallozen zijn, die in 't geheel niet nadenken?
Die slechts leven bij het „gezellig eten", bij kalkoen, kip,
haas en konijn
Zij zullen ervan smullen!
Een heerlijk wijntje zullen ze erbij drinken.
En zeggen: wat is 't toch „goed leven" op aarde!
Maar denken zij één ogenblik aan de verschrikkingen
elders?
ZO dikwijls horen wij door de radio vlak na het commen
taar op die verschrikkingen het „Ik wens U smakelijk
eten".
En dan gaat 't weer: een boutje hier, een boutje daar.
Zo zal het ook in de komende drie dagen zijn.
Ik wil U het genoegen in die dagen zeker niet bederven.
Maar wilt U vooral niet vergeten, dat Kerstmis ook nog iets
einders betekentf
GE zoudt 't misschien hadst vergeten: er zou ook nog een
plaatsje ingeruimd kunnen worden voor de „ernst".
Voor het aandachtig luisteren naar het „Woord", waar
't in feite om gaat.
Het beluisteren van het „Kerstverhaal"
Belangrijk, zowel voor oud als voor jong.
Niet alleen de weldadige geuren uit de keuken, het lekkere,
zware eten, het gevlieg en geren naar dit of naar dat, zullen
in ons land waar alles „nog" zo goed gaat, hoofd en hart
moeten beheersen.
Méér dan ooit zal het er in deze chaotische tijd op aan
komen U in de voor U liggende rustdagen ook gééstelijk
weerbaar te maken.
Opdat ge, wanneer het éénmaal noodzaak zal zijn, sterk
staat tegen het onheil, dat door de eeuwen heen tracht het heil
te vermorzelen.
Moge ons allen daartoe de kracht gegeven worden.
En wij bereid zijn haar te ontvangen!
FANTASIO
Foto Will Eiselin, Rijswijk.
Men kan niet nagaan, welke moei
lijkheden er voorkomen zijn, en men
kan slechts zelden definitief vast
stellen welk effect door deze arbeid
is bereikt, maar de enkele gevallen
waarin dit wel kan tonen aan, dat
het werk beslist vruchtdragend is.
Zo zelfs, dat de gedachten voor een
verdere toekomst reeds uitgaan
naar dergelijke centra elders: maar
voorlopig is daar nog^ geen sprake
van want het is zelfs 'zeer moeilijk,
het huidige werk op gang te hou
den.
Geld-zorgen
Ds. Boiten heeft wat dat laatste
betreft voortdurend met de groot
ste zorgen te kampen gehad op fi
nancieel terrein. De eerste vijf ja
ren heeft het werk twintigduizend
gulden gekost. Onbegrijpelijk weinig
wanneer men zich realiseert, hoe
veel de maatschappij bespaard
wordt door het voorkomen van
slechts enkele ontsporingen of het
in het rechte spoor brengen van
slechts weinige ohtspoorden. Het is
nu wel duidelijk, dat het werk niet
meer geheel op basis van onbe
taalde vrijwilligheid kan worden
voortgezet, want ds. Boiten heeft
moeten besluiten zijn de laatste
Jaren toch reeds slechts vrijwel for
mele positie bij de Amsterdamse
Universiteit op te geven. Het werk
van Oudezijds 100 gaat zozeer de
volle aandacht vragen, dat het niet
mogelijk is een functie daarnaast
uit te oefenen.
Een grote moeilijkheid is, dat voor
experimentele ondernemingen als
deze moeilijk subsidies te krijgen
zijn, terwijl bovendien aan subsidies
dikwijls zo stringente voorwaarden
verbonden zijn, dat men de vrijheid
van handelen verliest die zulk een
experiment nu eenmaal dringend
nodig heeft. Dit geldt ook enigszins
voor kerkelijke steun.
Particuliere giften
vormen basis
Het werk moet het hebben van
particuliere bijdragen, van mensen
die het belang van het werk inzien,
die de waarde van gemeenschapszin
in de wereld begrijpen, en die hart
hebben voor het lot van de mede-
Nu het werk zich geleidelijk aan
verbreedt en vooral verdiept, moe
ten de inkomstenbronnen rijkelijker
gaan vloeien. Natuurlijk wordt ge
hoopt, dat in deze kersttijd, wan
neer men nu eenmaal meer tot ge
ven geneigd is dan in welke tyd
ook, de girorekening van de Stich
ting Oudezijds 100 (nummer 640700)
weer aardig zal oplopen, maar van
zulk een enkele opleving kan de
stichting niet rondkomen. Er moet
uitgezien worden naar vaste perio
dieke bijdragen of naar werkelijk
royale giften, wil men in de toe
komst kunnen werken zoals men dit
beoogt, en zoals de omstandigheden
het nodig maken.
Uniek experiment
Vaststaat, dat Oudezijds 100 ze
genrijk werk doet. Vast staat ook,
dat sbeun van velen nodig is om het
werk voort te zetten en uit te bou
wen. Wij zouden wensen dat even
vast stond de offerbereidheid van
velen, om deze arbeid te steunen.
Maar het is nu eenmaal altijd zo in
deze wereld, dat achter dat laatste
een vraagteken geplaatst moet
worden.
Oudezijds 100 is een uniek
experiment, dat de belangstel
ling heeft getrokken van vele
maatschappelijke en kerkelijke
instanties, die geboeid zijn
door de resultaten. Misschien
zal in de toekomst een derge
lijk „apostolaat als open ge
meenschap" een zeer belang
rijke functie in de maatschap
pij gaan vervullen. Daarmee
zou een hartewens van ds.
Boiten en zijn vele medewer
kers in vervulling gaan, en
wat bovenal van belang is
de gemeenschap in hoge mate
zijn gediend.