eruzalem: Berlijn Midden-Oosten Krachtige expansiedrang van de Italianen uit zuiden des lands "au FRIEDRICHSTADT, noordduits symbool van verdraagzaamheid \i\ichter niemandsland ligt allemansland „Mediterrane ras" overspoelt noordelijk-gelegen gebieden Nog altijd herinneringen aan de Nederlandse remonstranten Rome nog meer dan voorheen de smeltkroes van de natie richt 1 maart 1860 Donderdag 30 november 1961 Derde blad no. 30517 (Van onze correspondent in Jeruzalem) oden ie ki Jeruzalem is geen stad om rond te dwalen. Wie er vreemd is, doet er goed aan zich van een gids te voorzien of tenminste van ten duidelijke kaart. Want in dit Berlijn van het Midden-Oosten men de grens over voor men het weet. En wie in het niemands land, als een bufferstrook tussen Israël en Jordanië bedoeld, be landt, zou wel eens van een koude kermis kunnen thuiskomen. De gemeenteraad van Jeruza lem heeft kort geleden besloten tot sanering en herstel van de armzalige, door de oorlogshan delingen zwaar getroffen woon wijken langs de demarcatielijn met Jordanië. Onze Israëlische correspondent geeft in boven staand artikel een reportage van het leven, zoals zich dat af speelt langs de bufferstrook, die niemandsland is van armoede en heilige ingetogen heid waarin voor wereldse dingen als politiek, gezondheidszorg en al gemene cultuur nauwelijks plaats is een voorbereiding op het le ven in de komende wereld, waar de mens loon naar daden onvangt, zich onbekommerd kan wijden aan de studie van Gods leer en... waar geen zondigheid heerst van een staat, waarvan de overheid, zoals zij zich met voorliefde uitdrukken, de wet van Mozes met voeten treedt. Berg Zion nbf De soldaten van het Arabische sy'i legioen hanteren namelijk hun war pens een enkele maal wat al te ras, en in de loop van de jaren heeft meer dan een argeloze wandelaar elii (ff*1 gebrek aan topografische kennis 0 met de dood moeten bekopen. Her- B|et' haaldelijk ook zijn Israëli's en bui- lenlandse toeristen die van de prins geen kwaad wisten, in Jordaanse ha gevangenschap geraakt, wat welis- <oaar niet levensgevaarlijk is, maar jm toch ook niet veel genoegen oplevert. Er is eigenlijk in dit niemandsland liet zo heel veel te zien. Weinig meer I lan wat muren zonder dak en wat aaken zonder muur. En verder ver smallen, armoedige, dichtbevolkte hui- in, indrukwekkende stapels puin, ongeregelde vuilnisbelten dorado voor loslopende honden, katten en kippen en hier en daar wat bomen ^of struiken, die vereenzaamd staan te mijmeren over betere dagen. Langs dat niemandsland voltrekt zich het leven van de armsten on der Jeruzalems bewoners. Wie het even doen kan, trekt weg van deze I stadsrand, waar men er altijd zeker .1 van kan zijn het vuur uit de eerste hand te krijgen, als er zich eens, ls men dat in VN-taal noemt, een .incident" voordoet. Ruïnes Nauwelyks hebt u het hoofdkan toor van Barclay's bank achter u liggen, of u staat voor „Hotel Fast", eens een Duits hotel, daarna een bureau van de Royal Air Force en thans reeds sinds jaren een conglo meraat van kamers, gangen en trap pen, die in de lucht schijnen te han gen. Hoe komt het dat het niet in stort? Welke beschermengel zorgt er dagelijks weer voor. dat al deze spe lenden en stoeiende kinderen niet honderd maal en meer in de gapen- Ie kelderruimten storten? Hier bent u in allemansland be- ind. In „Hotel Fast" vindt u joden Jt Bagdad en Boekarest, uit Praag in Sofia, uit Warschau en Boedapest, •oederlijk tussen stutbalken en ruï-1 les verenigd. „De strever naar vre- e" staat op een bord boven een deur. Een merkwaardig opschrift, hier. tussen al deze gruwelijke sou venirs van Israëls bevrijdingskrijg. Het is de naam van een kleine, arm tierige synagoge, een bedehuis van hen, die uit Turkije hierheen emi greerden. Sociale zorg Als u doorloopt komt u aanstonds in Musrara. Daar krijgt u iets te zien van de Israëlische staatsbemoei ing op het gebied van de sociale zorg. Kinderen en volwassenen verdringen zich in de polikliniek van „Kupat Choliem", het ziekenfonds van de arbeidersbeweging. Er is ook een jeugdclub van „Tikwateinu" („Onze hoop"), die voortreffelijk werk doet. En dan hebben natuurlijk de poli tieke partijen hier hun lokalen. De kinderen spelen op straat of op het speelterrein, dat van gemeente wege is aangelegd een oase in een woestijn van geschonden steen. Zy letten al lang niet meer op de Jor daanse autobussen en auto's vlak bij hen. Trouwens, wie slaat er nog acht op de prachtige, moderne gebouwen van de Hebreeuwse universiteit, de nationale bibliotheek en het Hadas- sa-ziekenhuis, die op luttele kilome ters afstand, op de Scopus-berg, on gebruikt staan te verweren, omdat de regering in Amman er geen door tocht heen gedoogt voor anderen dan het om de twee weken afgeloste con tingent joodse politiemannen. Niemandsland in Jeruzalem: gezicht van de Israëlische nieuwe stad op de berg Zion met de abdij (op Israëlisch grondgebied) en de muur van de Jordaanseoude stad. op het bleke gezicht en de blik van de godsdienstige fanaticus in de ogen. En dan zijn er de kinderen kleine jongetjes met zwarte kapjes op het hoofd en in een broek met schou derbandjes gestoken. Twee zwarte of blonde lokken bengelen langs de oren naar beneden. De meisjes, ootmoe dig en ingetogen, dragen zwarte kou sen en jurkjes, die aan de hals nauw gesloten zijn, met mouwen, die tot aan de handen reiken. Meisjes tel len hier nauwelyks mee, in „Meah Sheariem" Spreek de mensen hier niet van Zionisme of -van de staat Israël. Een groot deel van hen erkent deze staat niet. Zij dromen van het koninkrijk der hemelen, van een leven van ge lukzaligheid in het hiernamaals, van loon naar de mate van hun vasthou dendheid aan de zeshonderddertien geboden en verboden van het tradi tionele jodendom. Hun dagen, en een groot deel van hun nachten, brengen zy door in hun leerscholen en synagoges en zij reciteren er zangerig hun talmoed of bidden extatisch en beweeglijk, met rytmisch rukken van het bovenlijf. Hun taal is het Jiddisch. Zeker, vele van hen kennen ook het moderne Hebreeuws. Maar zou men de heilige taal mogen gebruiken voor wereldse zaken? Arbeid, enkele uitzonderingen daargelaten, is hun vreemd. Zij leven van gaven en giften uit Amerika. Hun bestaan is er een Van dit onwezenlijke getto van dromers verder naar de berg Zion, vlak onder de muur van de oude stad met een strook niemandsland van niet meer dan ekele tientallen meters breedte. Vanuit de nieuwe stad met haar flatgebouwen, haar brede straten en druk verkeer leidt een geasfalteerde zigzag-weg naar de afgeplatte top. In een labyrint van verweerde, sombere gebouwen, die vele eeuwen aan zich zagen voorbijgaan, bevindt zich de graf tombe, die een hardnekkige tradi tie aan Koning David toeschrijft, ofschoon in werkelijkheid een an dere joodse Koning hier zijn laatste rustplaats schijnt te hebben gevon den. Er zijn hier ook synagogen en vertrekken voor wetsstudie en me ditatie. En als u huiveren wilt kunt u dat doen in de „kelder der ca tastrofe" met zijn half verbrande wetsrollen en zeep, uit mensenvet vervaardigd, gruwelijke getuigen uit de dagen van Hitler. U kunt er ook uw geld kwijt aan suppoosten van het departement van religieuze aangelegenheden, die op uw naam en kosten, een letter in een wetsrol schrijven. Het doet alles wat museumachtig aan, maar steeds wemelt het op de Zionsberg van Israëli's en toeristen, die hier komen om te kijken en te bidden en vooral om te staren in de rich ting van de onbereikbare klaagmuur in de oude stad met haar wirwar van straten en stegen, hoven en binnenplaatsen, kerken en mos keeën. Uitzicht Ook even voorbij het station, in Dir Abu Tor, ligt het niemandsland vlak voor uw voeten. De toeristen- dienst van de regering heeft letter lijk op de grenslijn een observatie punt ingericht, dat u niet alleen een prachtig uitzicht geeft op een deel van het Jordaanse Jeruzalem, maar ook op de Arabische legio nairs met hun rode „keffia's" (Ara bische hoofddoeken - red.), die op het dak van hun vooruitgeschoven post achter een barricade van zand zakken op wacht staan en u door hun verrekijker begluren. Op een steenworp afstand wonen de Is raëlische gezinnen. Een strook grond met bomen, struiken en lage distels scheidt twee werelden, die hun stempels op Jeruzalem drukken: West en Oost. Want niemandsland is méér dan een politieke scheidslijn. Het is ook de grens van tweeërlei cultuur. WEER AMBONEZEN NAAR INDONESIË Met het Italiaanse s.s. Fair Sea is gistermiddag een derde groep van 287 Ambonezen naar Indonesië vertrok ken. Bij hen is de leider van de Saa- mi-party, de heer Siwaletta, die via overleg met de Indonesische presi dent Soekarno de basis heeft gelegd voor de terugkeer naar Indonesië van de Ambonezen, die dit wensen. Het gaat hier om een minderheid. Bij het vertrek werd niemand toe gelaten. Dit geschiedde, zo deelde het ministerie van Maatschappelijk Werk mee, om te vermijden dat Indonesië repatriëring van verdere groepen zou afwijzen. Er wordt daarom ook zo min mogelijk ruchtbaarheid aan het ver trek der groepen gegeven. De repa triëring is volledig een zaak van de Indonesische regering, die in deze door haar ambassade in Brussel wordt vertegenwoordigd. De groepen worden dan ook door de Indonesische auto riteiten samengesteld. KANDIDATEN VOOR DE HOGE RAAD De Hoge Raad heeft aan de Twee de Kamer doen toekomen een lijst van aanbeveling van zes kandidaten, ten einde daarop te kunnen acht slaan bij het maken der nominatie voor de vacature van een raadsheers plaats, ontstaan door het verlenen van eervol ontslag aan prof. mr. I. Kisch als raadsheer in de Hoge Raad met ingang van 1 december 1961. De lijst luidt als volgt: 1. mr. J. Peters, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam: 2. mr. O. W. van Ewyk, raadsadviseur in alge mene dienst bij het ministerie van Justitie: 3. prof. mr. P. J. Verdam, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en raadsheer-plaats vervanger in het Gerechtshof te Am sterdam: 4. prof. mr. Ch. J. Ensche de, hoogleraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam en raads heer-plaatsvervanger in het Ge rechtshof te Amsterdam: 5. mr. J. Hollander, advocaat te 's-Gravenhage 6. mr. F. B. Dozy, vice-president in de Arrondissementsrechtbank te Am sterdam. Wapenleveranties aan Somalië Ethiopië heeft bij Engeland gepro testeerd tegen een gezamenlijk En gels-Italiaans aanbod aan Somalië, aan dit land wapens ter waarde van 300.000 pond sterling (driemiljoen gulden) te leveren, zo is gisteren uit gewoonlijk goed ingelichte kringen in Londen vernomen. De Engelsen en Italianen zouden verontrust zijn door berichten volgens welke Somalië aan biedingen voor militaire hulp van de zijde der communistische landen had aanvaard en daarom dit aanbod ge daan hebben. Somalië is de unie van de voor malige Britse kolonie Somaliland en het vroeger door Italië beheerde ge bied Somali. Tussen de Ethiopiërs en Somali's bestaat reeds lange tyd een grensge schil, dat zo nu èn dan tot schermut selingen heeft geleid. Zweden en Italië over Zuidwest-Afrika Zweden en Italië hebben gisteren bij de behandeling van het apart- heidsvraagstuk in Zuidwest-Afrika in de beheerschapscommissie van de Verenigde Naties, aangedrongen op onmiddellijke aanvaarding van een aanbod van Zuid-Afrika, drie voor malige voorzitters van de Algemene Vergadering het mandaatgebied te laten onderzoeken om de toestand al daar te bestuderen. Hun rapport zou dan echter eerst aan de Ver. Naties moeten worden overhandigd en niet eerst aan de Zuidafrikaanse regering, zoals was voorgesteld. De Italiaan Livio Theodeli zei dat zyn land de Zuidafrikaanse rassen discriminatie „volledig veroordeelt". Dr. Britta Skotsberg-Ahman (Zwe den) noemde he Zuidafrikaanse aan bod „een stap terug". De keuze van het voorgestelde driemanschap kan volgens hem niet aan Zuid-Afrika zelf worden overgelaten. „Dappere mensen voelen zich overai thuis''' Op zondagmorgen luiden in het kleine Noordduitse stadje Friedrichstadt de klokken van vier kanten over het brede marktplein en de dromerige straten. Een stad met nauwelijks 3000 inwoners heeft ruimte voor vier christelijke geloofsrichtin gen: voor remonstranten en Lu theranen, voor mennonieten en rooms-katholieken. Er zijn tij den geweest, dat er hierzelfs zeven confessies waren. Sedert de stichting is Friedrichstadt namelijk een toevluchtsoord ge weest voor al degenen, die om hun geloof vervolgd werden. De inwoners van Friedrichstadt ble ven trouw aan de eis van de re monstrantse prediker Episco- pius, één van de stichters van Dromers Van Musrara naar „Meah Shea riem" is nauwelijks een stap. Hier bent u in een wereld, die niet van deze aarde is. Een wereld van baar dige mannen, de lange lokken af hangend van de slapen, dromers met zwarte ronde hoeden op het hoofd en een groezelige kaftan om het ma gere lichaam. Sommige van hen be horen tot een of andere Chassidische sekte, waar de patriarchale „rebbe" (de rabbi) wordt vereerd met een eerbied die slaafsheid dicht nabij komt. U kunt er ook opgeschoten jon gens tegenkomen met vlassig haar De oude marktbron van Friedrichstadt der stad, dat men iedere chris ten dezelfde vrijheid moet laten, die men voor zichzelf opeist. Wat verdraagzaamheid betekent, le ren de kinderen op school. In de 17-de eeuw de stad werd in 1621 gesticht was het nog zeer ongewoon, dat een vorst, met name hertog Frederik III van Sleeswijk-Holstein-Gottdorf, de burgers van een stad het recht gaf hun geloof vrij te belijden. De eer zuchtige hertog Frederik nam de gunstige gelegenheid te baat om de bekwame Nederlandse kooplieden naar zijn land te halen. Friedrich stadt, de nieuw gestichte stad, zou een wereldhaven worden en zelfs Hamburg en Amsterdam in het niet doen verzinken! Vele remonstrant se families gaven gehoor aan zijn oproep om naar het noordelijkste Duitsland te komen. De grootse plannen van de her tog gingen echter niet door. Frie drichstadt werd een dode kleine stad aan de kust van de Noordzee, waarvan omstreeks 1800 een schrij ver vermeldde, dat zy op hem de indruk maakte van „een groot klooster". De dromen van de han delsmetropool aan de Eider, waar in de haven de kostbare kruiden en specerijen van het morgenland (Van onze Romeinse correspondent) Begin oktober hebben de Italianen een volkstelling gehad. Al zijn natuurlijk nog lang niet alle gegevens bekend, toch is er al wel een en ander doorgesijpeld. Genoeg zelfs om zeer interessante gevolgtrekkingen te maken. Natuurlijk bevestigen de uitslagen van die volkstelling bepaalde dingen, die we reeds wisten en die sterk de aandacht trekken. Er is vooral in de laatste jaren een toenemende „trek naar de stad" en de daarmee gepaard gaande ontvolking van het platte land, al is dat laatste woord voor de Italiaanse toestanden niet erg geschikt, want het zijn juist de hooggelegen gebieden, de berg hellingen en het heuvelland, die door de mens worden verlaten. Veelzeggend cijfermateriaal En dan is er de neiging der Ita lianen in het zuiden om hun geboor tegrond te verlaten en zich hetzij in den vreemde, hetzij in de noorde lijker gewesten van hun land een nieuw bestaan te scheppen. Dat al les was bekend, maar de cyfers to nen aan, dat beide bewegingen veel belangrijker zijn dan men had ge dacht. Turijn had tien jaar geleden 719.000 inwoners, thans 1.019.230! meer, een toename van veel meer dan veertig percent. Natuurlijk wor den er ook in Turijn kinderen ge boren, maar sinds enkel decennia is het aantal sterfgevallen in die stad en in heel het gewest Piemonte ho ger dan dat der geboorten. De be volking zou afnemen als er niet een gestage stroom was uit andere ge westen, en dat zijn het Venetiaan- se en vooral het zuiden, de stre ken ten zuiden van Napels. Van de huidige inwoners van Tu rijn woonden er dus tien jaar gele den meer dan veertig procent elders, voornamelijk in het zuiden. Het zal wel niet overdreven zyn te zeggen, dat ongeveer de helft van alle „Tori- Venetianen zijn. Het is de grote industriestad, die de mensen naar zich toe zuigt. De stad en niet de toch ook welvarende provincie. Heel Piemonte is een rijk en vruchtbaar land en toch zien we, dat de zeven provinciale hoofdsteden van het ge west hun zielental met bijna 35 pro cent zagen toenemen en alle overige gemeenten met slechts 0.9 procent. Een provincie als Cuneo, met veel bergland, zag het zielental zelfs met 8 procent afnemen. Elders zelfde beeld Piemonte is een zeer kenmerkend geval, maar in ietwat mindere mate hebben we overal hetzelfde beeld. De bevolking van Milaan neemt met 25 procent toe, die van Rome al is dit geen fabrieksstad maar een stad van ambtenaren, met 30 procent. En het zijn de arme gewesten, de streken waar landbouw nog altijd hoofdzaak is, die ondanks een door gaans veel hoger geboortecijfer, hun bevolking zien teruglopen. Het Vene- tiaanse, dat is het hele gebied ten oosten van het Gardameer, heeft thans minder inwoners dan in 1951. En toch heeft juist het Venetiaanse van heel noord-Italië het hoogste geboorte-overschot. In midden-Ita- lië neemt het aantal inwoners af in Umbrië en ook daar is de oorzaak emigratie, een zo sterke emigratie dat het toch zeer behoorlijke geboor te-overschot daar door te niet wordt gedaan. Dat zyn er dus driehonderdduizend nezen" van huis uit Zuiditalianen of tekent, dat zeker één op elke acht Abruzzesen zijn geboortestreek ver liet om naar het noorden, of vooral naar Rome te gaan. Hoe zuidelijker wij komen des te groter wordt de uittocht. In Calabrië, Basilicata en Apulië neemt de bevolking nog wel toe, maar het gaat om onbeduidende getallen en dat zijn streken met een bijzonder hoog geboortecijfer <23 per duizend tegen een sterftecijfer van 8 per duizend). Dit betekent dat in tien jaren meer dan een miljoen Zuiditalianen noordwaarts zijn getrokken. Een der grootste volksverhuizingen van alle tijden! Dit alles heeft een sterke invloed op de etnische samenstelling van het Italiaanse volk. De Italianen ten noorden van Napels behoren (men mag nu wel zeggen behoorden) hoe vreemd dat ook moge klinken, tot de „noordelijke rassen". We vinden daar stammen als de Kelten, de Galliërs, de Longobarden, Wenden (Venetië), de Liguriërs (ver want aan onze Zeeuwen). Al deze Noorditalianen hebben de langwerpi ge hoofdvorm, die ook in onze stre ken overheerst. Maar de Zuiditaliaan, doorgaan klein, met zeer donker haar en don kerbruine ogen. ziet er heel anders uit. In Napels, Calabrië. Apulie", Ba silicata en voor een groot deel ook op Sicilië en Sardinië heeft men te doen met het mediterrane ras, waar toe ook het overgrote deel der Span jaarden en verder de Berbers van Noord-Afrika behoren. Sterke medi terrane invloeden vindt men voorts in Ierland en in het westelijk deel van Groot-Brittannië( Wales). Ken merkend voor het mediterrane ras is naast het donkere voorkomen de ron de vorm van het hoofd. Nieuw type Natuurlijk hebben de Italianen zich altyd vermengd en zelfs beho ren zij in verband met hun bewogen Meer dan een miljoen Geschiedenis en de talloze invasies 1 tnf. rip mPPüf. ppmpncrHe vnllrprpr» van Dat wordt nu steeds minder het geval en geen wonder. De buitenwij ken van steden als Turijn en Mi laan doen, wat het slag mensen dat men er ontmoet betreft, veeleer aan Apulië of Sicilië denken dan aan Lombardye. En Rome is zozeer de smeltkroes der natie geworden, dat hier naast de moderne Italiaanse taal (film en radio hebben zoveel invloed, dat het „beschaafd-Romeins" steeds meer in de plaats treedt van het Toskaans, eenmaal als de zuivere Italiaanse taal beschouwd, óók de „Italiaan van heden", (een meng sel van noordelijke en zuidelijke trek ken) is ontstaan. Maar het zuiden overheerst daarbij. Door een zeer hoog geboortecijfer en een nooit af latende drang om de arme geboorte streek te verlaten, zullen de zuidelijke Italianen steeds meer geheel Italië verzuidelyken. Emigratie En als we wat verder vooruit kij ken, is het zeer waarschijnlijk, dat de rassen van de Middellandse Zee, Italianen -uit het zuiden en Span jaarden, op den duur ook voorko men en het karakter van de mensen in Noord-Europa zullen beinvloeden In steeds groter aantal emigreren zij naar Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, België, Nederland en de Scandinavische landen, in wat min dere mate ook naar Engeland. Die emigranten zijn geen Milanezen of Piemontezen. Die zijn zelfs in Italië al schaars. Het zyn mensen uit het zuiden, van de eilanden of uit het Venetiaanse. De betekenis van deze massa-verplaatsing moet men niet onderschatten. In Amerika b.v. vindt men miljoenen Italianen of afstammelingen van Italianen en het zijn vrijwel zonder uitzondering zuiderlingen. Het gehele beeld, dat men zich in Amerika maakt van Italië (men denke eens aan een schrijver als Tennessee Williams) wordt daardoor beinvloed. De Italia nen zoals Amerikaanse schrijvers die ten tonele voeren, zyn volkomen le venswaar, maar in het cen trum van Milaan zal men ze vergeefs zouden worden overgeladen, met handelsbetrekkingen in het westen tot aan Spanje en Portugal waren uit. De rijkste kolonisten waren naar hun vaderland teruggekeerd en niemand wekte de kleine stad, het stille leven tussen de prachtige oude burgerhuizen, uit een diepe toverslaap. De stad Is echter tot op heden een kleine Nederlandse kolonie ge bleven. Reeds het landschap, dat de emigranten voor hun nieuwe va derland uitzochten, heeft een Ne derlands karakter. Ver en vlak strekt het land zich uit, zilverach tige vaarten doorsnijden de vette weiden. Welk een mogelijkheid om een stad te bouwen, die het water als element zou hebben! De stra ten zijn rechthoekig met elkaar verbonden en komen op de grote markt uit. Elegante boogbruggen overkoepelen de kunstig aangelegde grachten en prachtige lanen dro men onder grote lindebomen als het werk van een Nederlandse schilder, gecomponeerd binnen de natuurlijke lijst van de rivieren en sluizen. De trapgevels op de markt ver tegenwoordigen de mooiste Neder landse renaissance. Elk burgerhuis heeft zijn geschiedenis, zou kunnen vertellen over al de lotgevallen van bereisde kooplieden, en ook over Paludanus. de remonstrantse predi ker, die tevens wijnhandelaar was, of over Jurgen Ovens, een leerling van Rembrandt, aan wie de stad een schitterend altaarbeeld te dan ken heeft. „Dappere mensen voelen zich overal thuis", dat zijn de woor den van Ovidius, die men op de „Oude Munt" kan lezen, een krach tige, eigenzinnige bekentenis van zeer gelovige remonstranten. Dat zij ondanks dat heimwee hadden, be wijzen de leeuwen en wapens van het Hollandse vaderland, die zij uit zandsteen lieten houwen en in de baksteenmuren metselden. Nog in 1774 had het Hoogge rechtshof in Gottdorf de verorde ning uitgevaardigd, dat „degene, die om een verklaring in de Neder landse taal verzoekt, deze zal ont vangen". Tegenwoordig spreken de nakomelingen van de remonstran ten „plat". Zij zijn opgegaan in de vele vluchtelingen uit alle delen van Duitsland, hun naam werd verduitst. Net als vroeger preekt er echter voor de remonstrantse ge meente met haar 80 zielen een Ne derlandse dominee. En op bijzon dere kerkelijke feestdagen wordt het Onze Vader nog altijd gebeden in de-Nederlandse taal. Nieuwe uitgaven Een nieuwe serie: Natuur en cultuur Bij de Leldse uitgeverij A. W. Sijthoff verschijnt sinds kort een nieuwe serie zeer instructieve boeken onder de verzameltitel „Natuur en Cultuur". Totnutoe zagen achtereen volgens het licht: Moderne kunst, kijken en begrijpen, door dr. H. van Guldener; De medemens en wij (con tact met de medemens, met onszelf en met de wereld als geheel*, door dr. C. J. Schuurman: Van haardvuur tot beeldscherm: vijf eeuwen interi eur en meubelkunst in Nederland, door Th. H. Lunsingh Scheurleer. Zoals men ziet omvat deze serie zeer uiteenlopende onderwerpen. De uit geefster is ervan uitgegaan, dat on ze tijd naar specialisering stuwt, on danks veler heimwee naar het klas sieke ideaal van veelzijdige kennis en ontwikkeling. Toch is het moge lijk de steeds groeiende groep der „ontwikkelden" in te lichten over de nieuwste verworvenheden, zo nodig met de daarachter weer oprijzende nieuwe problemen en vragen. Tegen deze achtergrond dient het verschij nen van deze eerste drie deeltjes van „Natuur en Cultuur" gezien te wor den. Wie van deze boekjes (resp. van 60, 160 en 110 pagina's* kennisneemt, constateert, dat hier heel wat ken nis bijeengebracht is, geschreven in bevattelijke vorm en bovendien ver lucht met tal van reprodukties op kunstdrukpapier (resp. 70. 6 en 78 afbeeldingen!). Wat opvalt is dat de auteurs niet zyn blijven steken in min of meer klassieke schema's, maar hun persoonlijke. doorleefde visie aan hun werk hebben meegegeven. Wanneer de uitgeefster erin slaagt hetzelfde populair-wetenschappelijke niveau als in deze drie werkjes te handhaven, kan men haar gelukwen sen met deze opzet, die, naar het ons voorkomt, tegemoetkomt aan een steeds ruimer wordende behoefte. Daar komen ze! door Paul Carell, uitg. „West-Friesland", Hoorn. Van zelfsprekend hebben de Duitsers zich afgevraagd hoe het toch mogelijk was. dat hun „superieure' 'lucht macht en pantserdivisies niet in staat zyn geweest de Geallieerde aanval op de Franse kust af te slaan of in elk geval tot staan te bren gen. In deze „Duitse reportage van de invasie", vertaald door H. F. W. Stokkermans, geeft Paul Careli op deskundige wijze het antwoord. Op boeiende en gevarieerde wijze (nu eens in de vorm van een feitelijk verslag, dan weer in de vorm van de ervaringen van de Duitse verde digers) vertelt hij het verhaal van de invasie, zoals de Duitsers die on dergingen. HU heeft krachtig weer stand weten te bieden aan de ver leiding om de verloren slagen te ne geren of zich druk te maken over de schuldvraag. Dank zij de hulp van een paar honderd vrijwillige mede werkers van gewoon soldaat tot legercommandant beschrijft hij de glasharde feiten over deze Duitse nederlaag, waarbij hy zich steeds heeft laten leiden door de vraag hoe het wérkelijk was. Aan het slot van dit boek van 275 bladzijden (met zestien pagina's foto's op kunstdruk) concludeert hij dan tenslotte: „De betere strategie, de superioriteit der luchtmacht, de voortreffelijke tech niek, de onuitputtelijke kracht der produktie en divisies dat heeft de overwinning bewerkt. De Duitse Wehrmacht was in de afmattende materiaalslagen in 't Westen en tij dens de moordende veldtochten in Rus land tot op 't merg uitgebeend. Daar door was de nederlaag onafwend baar". Naast de talryke boeken van tot de meest gemengde volkeren van .zoeken. De Italiaanse wijken in New UWn,c«. .0«i In zuid-Italië ging de bevolking Europa. Maar het verschil tussen I York of Chicago doen. trots wolken- Geallieerde zyde is deze Duitse visie van de Abruzzen met niet minder noord en zuid was toch nog heel krabbers en modern comfort, aan Na- I de moeite van het kennisnemen meer dan zes percent achteruit en dit be- Isterk merkbaar. 'pels denken en niet aan Turijn. |dan waard 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 5