eruzalem: Berlijn
Midden-Oosten
Krachtige expansiedrang van de
Italianen uit zuiden des lands
"au
FRIEDRICHSTADT, noordduits
symbool van verdraagzaamheid
\i\ichter niemandsland
ligt allemansland
„Mediterrane ras" overspoelt
noordelijk-gelegen gebieden
Nog altijd herinneringen aan
de Nederlandse remonstranten
Rome nog meer dan voorheen
de smeltkroes van de natie
richt 1 maart 1860
Donderdag 30 november 1961
Derde blad no. 30517
(Van onze correspondent in Jeruzalem)
oden
ie ki
Jeruzalem is geen stad om rond te dwalen. Wie er vreemd is,
doet er goed aan zich van een gids te voorzien of tenminste van
ten duidelijke kaart. Want in dit Berlijn van het Midden-Oosten
men de grens over voor men het weet. En wie in het niemands
land, als een bufferstrook tussen Israël en Jordanië bedoeld, be
landt, zou wel eens van een koude kermis kunnen thuiskomen.
De gemeenteraad van Jeruza
lem heeft kort geleden besloten
tot sanering en herstel van de
armzalige, door de oorlogshan
delingen zwaar getroffen woon
wijken langs de demarcatielijn
met Jordanië. Onze Israëlische
correspondent geeft in boven
staand artikel een reportage van
het leven, zoals zich dat af
speelt langs de bufferstrook, die
niemandsland is
van armoede en heilige ingetogen
heid waarin voor wereldse dingen
als politiek, gezondheidszorg en al
gemene cultuur nauwelijks plaats
is een voorbereiding op het le
ven in de komende wereld, waar de
mens loon naar daden onvangt, zich
onbekommerd kan wijden aan de
studie van Gods leer en... waar
geen zondigheid heerst van een
staat, waarvan de overheid, zoals
zij zich met voorliefde uitdrukken,
de wet van Mozes met voeten
treedt.
Berg Zion
nbf De soldaten van het Arabische
sy'i legioen hanteren namelijk hun war
pens een enkele maal wat al te ras,
en in de loop van de jaren heeft
meer dan een argeloze wandelaar
elii (ff*1 gebrek aan topografische kennis
0 met de dood moeten bekopen. Her-
B|et' haaldelijk ook zijn Israëli's en bui-
lenlandse toeristen die van de prins
geen kwaad wisten, in Jordaanse
ha gevangenschap geraakt, wat welis-
<oaar niet levensgevaarlijk is, maar
jm toch ook niet veel genoegen oplevert.
Er is eigenlijk in dit niemandsland
liet zo heel veel te zien. Weinig meer
I lan wat muren zonder dak en wat
aaken zonder muur. En verder ver
smallen, armoedige, dichtbevolkte hui-
in, indrukwekkende stapels puin,
ongeregelde vuilnisbelten dorado
voor loslopende honden, katten en
kippen en hier en daar wat bomen
^of struiken, die vereenzaamd staan
te mijmeren over betere dagen.
Langs dat niemandsland voltrekt
zich het leven van de armsten on
der Jeruzalems bewoners. Wie het
even doen kan, trekt weg van deze
I stadsrand, waar men er altijd zeker
.1 van kan zijn het vuur uit de eerste
hand te krijgen, als er zich eens,
ls men dat in VN-taal noemt, een
.incident" voordoet.
Ruïnes
Nauwelyks hebt u het hoofdkan
toor van Barclay's bank achter u
liggen, of u staat voor „Hotel Fast",
eens een Duits hotel, daarna een
bureau van de Royal Air Force en
thans reeds sinds jaren een conglo
meraat van kamers, gangen en trap
pen, die in de lucht schijnen te han
gen. Hoe komt het dat het niet in
stort? Welke beschermengel zorgt er
dagelijks weer voor. dat al deze spe
lenden en stoeiende kinderen niet
honderd maal en meer in de gapen-
Ie kelderruimten storten?
Hier bent u in allemansland be-
ind. In „Hotel Fast" vindt u joden
Jt Bagdad en Boekarest, uit Praag
in Sofia, uit Warschau en Boedapest,
•oederlijk tussen stutbalken en ruï-1
les verenigd. „De strever naar vre-
e" staat op een bord boven een
deur. Een merkwaardig opschrift,
hier. tussen al deze gruwelijke sou
venirs van Israëls bevrijdingskrijg.
Het is de naam van een kleine, arm
tierige synagoge, een bedehuis van
hen, die uit Turkije hierheen emi
greerden.
Sociale zorg
Als u doorloopt komt u aanstonds
in Musrara. Daar krijgt u iets te
zien van de Israëlische staatsbemoei
ing op het gebied van de sociale zorg.
Kinderen en volwassenen verdringen
zich in de polikliniek van „Kupat
Choliem", het ziekenfonds van de
arbeidersbeweging. Er is ook een
jeugdclub van „Tikwateinu" („Onze
hoop"), die voortreffelijk werk doet.
En dan hebben natuurlijk de poli
tieke partijen hier hun lokalen.
De kinderen spelen op straat of op
het speelterrein, dat van gemeente
wege is aangelegd een oase in een
woestijn van geschonden steen. Zy
letten al lang niet meer op de Jor
daanse autobussen en auto's vlak bij
hen. Trouwens, wie slaat er nog acht
op de prachtige, moderne gebouwen
van de Hebreeuwse universiteit, de
nationale bibliotheek en het Hadas-
sa-ziekenhuis, die op luttele kilome
ters afstand, op de Scopus-berg, on
gebruikt staan te verweren, omdat
de regering in Amman er geen door
tocht heen gedoogt voor anderen dan
het om de twee weken afgeloste con
tingent joodse politiemannen.
Niemandsland in Jeruzalem:
gezicht van de Israëlische
nieuwe stad op de berg Zion
met de abdij (op Israëlisch
grondgebied) en de muur van
de Jordaanseoude stad.
op het bleke gezicht en de blik van
de godsdienstige fanaticus in de ogen.
En dan zijn er de kinderen kleine
jongetjes met zwarte kapjes op het
hoofd en in een broek met schou
derbandjes gestoken. Twee zwarte of
blonde lokken bengelen langs de oren
naar beneden. De meisjes, ootmoe
dig en ingetogen, dragen zwarte kou
sen en jurkjes, die aan de hals nauw
gesloten zijn, met mouwen, die tot
aan de handen reiken. Meisjes tel
len hier nauwelyks mee, in „Meah
Sheariem"
Spreek de mensen hier niet van
Zionisme of -van de staat Israël. Een
groot deel van hen erkent deze staat
niet. Zij dromen van het koninkrijk
der hemelen, van een leven van ge
lukzaligheid in het hiernamaals, van
loon naar de mate van hun vasthou
dendheid aan de zeshonderddertien
geboden en verboden van het tradi
tionele jodendom.
Hun dagen, en een groot deel van
hun nachten, brengen zy door in
hun leerscholen en synagoges en zij
reciteren er zangerig hun talmoed of
bidden extatisch en beweeglijk, met
rytmisch rukken van het bovenlijf.
Hun taal is het Jiddisch. Zeker, vele
van hen kennen ook het moderne
Hebreeuws. Maar zou men de heilige
taal mogen gebruiken voor wereldse
zaken? Arbeid, enkele uitzonderingen
daargelaten, is hun vreemd.
Zij leven van gaven en giften uit
Amerika. Hun bestaan is er een
Van dit onwezenlijke getto van
dromers verder naar de berg Zion,
vlak onder de muur van de oude
stad met een strook niemandsland
van niet meer dan ekele tientallen
meters breedte. Vanuit de nieuwe
stad met haar flatgebouwen, haar
brede straten en druk verkeer leidt
een geasfalteerde zigzag-weg naar
de afgeplatte top. In een labyrint
van verweerde, sombere gebouwen,
die vele eeuwen aan zich zagen
voorbijgaan, bevindt zich de graf
tombe, die een hardnekkige tradi
tie aan Koning David toeschrijft,
ofschoon in werkelijkheid een an
dere joodse Koning hier zijn laatste
rustplaats schijnt te hebben gevon
den.
Er zijn hier ook synagogen en
vertrekken voor wetsstudie en me
ditatie. En als u huiveren wilt kunt
u dat doen in de „kelder der ca
tastrofe" met zijn half verbrande
wetsrollen en zeep, uit mensenvet
vervaardigd, gruwelijke getuigen
uit de dagen van Hitler.
U kunt er ook uw geld kwijt aan
suppoosten van het departement
van religieuze aangelegenheden, die
op uw naam en kosten, een letter
in een wetsrol schrijven. Het doet
alles wat museumachtig aan, maar
steeds wemelt het op de Zionsberg
van Israëli's en toeristen, die hier
komen om te kijken en te bidden
en vooral om te staren in de rich
ting van de onbereikbare klaagmuur
in de oude stad met haar wirwar
van straten en stegen, hoven en
binnenplaatsen, kerken en mos
keeën.
Uitzicht
Ook even voorbij het station, in
Dir Abu Tor, ligt het niemandsland
vlak voor uw voeten. De toeristen-
dienst van de regering heeft letter
lijk op de grenslijn een observatie
punt ingericht, dat u niet alleen
een prachtig uitzicht geeft op een
deel van het Jordaanse Jeruzalem,
maar ook op de Arabische legio
nairs met hun rode „keffia's" (Ara
bische hoofddoeken - red.), die op
het dak van hun vooruitgeschoven
post achter een barricade van zand
zakken op wacht staan en u door
hun verrekijker begluren. Op een
steenworp afstand wonen de Is
raëlische gezinnen.
Een strook grond met bomen,
struiken en lage distels scheidt
twee werelden, die hun stempels op
Jeruzalem drukken: West en Oost.
Want niemandsland is méér dan
een politieke scheidslijn. Het is ook
de grens van tweeërlei cultuur.
WEER AMBONEZEN
NAAR INDONESIË
Met het Italiaanse s.s. Fair Sea is
gistermiddag een derde groep van 287
Ambonezen naar Indonesië vertrok
ken. Bij hen is de leider van de Saa-
mi-party, de heer Siwaletta, die via
overleg met de Indonesische presi
dent Soekarno de basis heeft gelegd
voor de terugkeer naar Indonesië van
de Ambonezen, die dit wensen. Het
gaat hier om een minderheid.
Bij het vertrek werd niemand toe
gelaten. Dit geschiedde, zo deelde het
ministerie van Maatschappelijk Werk
mee, om te vermijden dat Indonesië
repatriëring van verdere groepen zou
afwijzen. Er wordt daarom ook zo min
mogelijk ruchtbaarheid aan het ver
trek der groepen gegeven. De repa
triëring is volledig een zaak van de
Indonesische regering, die in deze
door haar ambassade in Brussel wordt
vertegenwoordigd. De groepen worden
dan ook door de Indonesische auto
riteiten samengesteld.
KANDIDATEN VOOR
DE HOGE RAAD
De Hoge Raad heeft aan de Twee
de Kamer doen toekomen een lijst
van aanbeveling van zes kandidaten,
ten einde daarop te kunnen acht
slaan bij het maken der nominatie
voor de vacature van een raadsheers
plaats, ontstaan door het verlenen
van eervol ontslag aan prof. mr. I.
Kisch als raadsheer in de Hoge Raad
met ingang van 1 december 1961.
De lijst luidt als volgt:
1. mr. J. Peters, raadsheer in het
gerechtshof te Amsterdam: 2. mr. O.
W. van Ewyk, raadsadviseur in alge
mene dienst bij het ministerie van
Justitie: 3. prof. mr. P. J. Verdam,
hoogleraar aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam en raadsheer-plaats
vervanger in het Gerechtshof te Am
sterdam: 4. prof. mr. Ch. J. Ensche
de, hoogleraar aan de Gemeentelijke
Universiteit te Amsterdam en raads
heer-plaatsvervanger in het Ge
rechtshof te Amsterdam: 5. mr. J.
Hollander, advocaat te 's-Gravenhage
6. mr. F. B. Dozy, vice-president in
de Arrondissementsrechtbank te Am
sterdam.
Wapenleveranties
aan Somalië
Ethiopië heeft bij Engeland gepro
testeerd tegen een gezamenlijk En
gels-Italiaans aanbod aan Somalië,
aan dit land wapens ter waarde van
300.000 pond sterling (driemiljoen
gulden) te leveren, zo is gisteren uit
gewoonlijk goed ingelichte kringen in
Londen vernomen. De Engelsen en
Italianen zouden verontrust zijn door
berichten volgens welke Somalië aan
biedingen voor militaire hulp van de
zijde der communistische landen had
aanvaard en daarom dit aanbod ge
daan hebben.
Somalië is de unie van de voor
malige Britse kolonie Somaliland en
het vroeger door Italië beheerde ge
bied Somali.
Tussen de Ethiopiërs en Somali's
bestaat reeds lange tyd een grensge
schil, dat zo nu èn dan tot schermut
selingen heeft geleid.
Zweden en Italië over
Zuidwest-Afrika
Zweden en Italië hebben gisteren
bij de behandeling van het apart-
heidsvraagstuk in Zuidwest-Afrika in
de beheerschapscommissie van de
Verenigde Naties, aangedrongen op
onmiddellijke aanvaarding van een
aanbod van Zuid-Afrika, drie voor
malige voorzitters van de Algemene
Vergadering het mandaatgebied te
laten onderzoeken om de toestand al
daar te bestuderen. Hun rapport zou
dan echter eerst aan de Ver. Naties
moeten worden overhandigd en niet
eerst aan de Zuidafrikaanse regering,
zoals was voorgesteld.
De Italiaan Livio Theodeli zei dat
zyn land de Zuidafrikaanse rassen
discriminatie „volledig veroordeelt".
Dr. Britta Skotsberg-Ahman (Zwe
den) noemde he Zuidafrikaanse aan
bod „een stap terug". De keuze van
het voorgestelde driemanschap kan
volgens hem niet aan Zuid-Afrika
zelf worden overgelaten.
„Dappere mensen
voelen zich overai
thuis'''
Op zondagmorgen luiden in
het kleine Noordduitse stadje
Friedrichstadt de klokken van
vier kanten over het brede
marktplein en de dromerige
straten. Een stad met nauwelijks
3000 inwoners heeft ruimte voor
vier christelijke geloofsrichtin
gen: voor remonstranten en Lu
theranen, voor mennonieten en
rooms-katholieken. Er zijn tij
den geweest, dat er hierzelfs
zeven confessies waren. Sedert
de stichting is Friedrichstadt
namelijk een toevluchtsoord ge
weest voor al degenen, die om
hun geloof vervolgd werden. De
inwoners van Friedrichstadt ble
ven trouw aan de eis van de re
monstrantse prediker Episco-
pius, één van de stichters van
Dromers
Van Musrara naar „Meah Shea
riem" is nauwelijks een stap. Hier
bent u in een wereld, die niet van
deze aarde is. Een wereld van baar
dige mannen, de lange lokken af
hangend van de slapen, dromers met
zwarte ronde hoeden op het hoofd
en een groezelige kaftan om het ma
gere lichaam. Sommige van hen be
horen tot een of andere Chassidische
sekte, waar de patriarchale „rebbe"
(de rabbi) wordt vereerd met een
eerbied die slaafsheid dicht nabij
komt.
U kunt er ook opgeschoten jon
gens tegenkomen met vlassig haar
De oude marktbron van
Friedrichstadt
der stad, dat men iedere chris
ten dezelfde vrijheid moet laten,
die men voor zichzelf opeist. Wat
verdraagzaamheid betekent, le
ren de kinderen op school.
In de 17-de eeuw de stad werd
in 1621 gesticht was het nog
zeer ongewoon, dat een vorst,
met name hertog Frederik III
van Sleeswijk-Holstein-Gottdorf, de
burgers van een stad het recht gaf
hun geloof vrij te belijden. De eer
zuchtige hertog Frederik nam de
gunstige gelegenheid te baat om de
bekwame Nederlandse kooplieden
naar zijn land te halen. Friedrich
stadt, de nieuw gestichte stad, zou
een wereldhaven worden en zelfs
Hamburg en Amsterdam in het niet
doen verzinken! Vele remonstrant
se families gaven gehoor aan zijn
oproep om naar het noordelijkste
Duitsland te komen.
De grootse plannen van de her
tog gingen echter niet door. Frie
drichstadt werd een dode kleine
stad aan de kust van de Noordzee,
waarvan omstreeks 1800 een schrij
ver vermeldde, dat zy op hem de
indruk maakte van „een groot
klooster". De dromen van de han
delsmetropool aan de Eider, waar
in de haven de kostbare kruiden
en specerijen van het morgenland
(Van onze Romeinse correspondent)
Begin oktober hebben de Italianen een volkstelling gehad. Al
zijn natuurlijk nog lang niet alle gegevens bekend, toch is er al wel
een en ander doorgesijpeld. Genoeg zelfs om zeer interessante
gevolgtrekkingen te maken.
Natuurlijk bevestigen de uitslagen van die volkstelling bepaalde
dingen, die we reeds wisten en die sterk de aandacht trekken. Er
is vooral in de laatste jaren een toenemende „trek naar de
stad" en de daarmee gepaard gaande ontvolking van het platte
land, al is dat laatste woord voor de Italiaanse toestanden niet erg
geschikt, want het zijn juist de hooggelegen gebieden, de berg
hellingen en het heuvelland, die door de mens worden verlaten.
Veelzeggend
cijfermateriaal
En dan is er de neiging der Ita
lianen in het zuiden om hun geboor
tegrond te verlaten en zich hetzij
in den vreemde, hetzij in de noorde
lijker gewesten van hun land een
nieuw bestaan te scheppen. Dat al
les was bekend, maar de cyfers to
nen aan, dat beide bewegingen veel
belangrijker zijn dan men had ge
dacht.
Turijn had tien jaar geleden
719.000 inwoners, thans 1.019.230!
meer, een toename van veel meer
dan veertig percent. Natuurlijk wor
den er ook in Turijn kinderen ge
boren, maar sinds enkel decennia is
het aantal sterfgevallen in die stad
en in heel het gewest Piemonte ho
ger dan dat der geboorten. De be
volking zou afnemen als er niet een
gestage stroom was uit andere ge
westen, en dat zijn het Venetiaan-
se en vooral het zuiden, de stre
ken ten zuiden van Napels.
Van de huidige inwoners van Tu
rijn woonden er dus tien jaar gele
den meer dan veertig procent elders,
voornamelijk in het zuiden. Het zal
wel niet overdreven zyn te zeggen,
dat ongeveer de helft van alle „Tori-
Venetianen zijn. Het is de grote
industriestad, die de mensen naar
zich toe zuigt. De stad en niet de
toch ook welvarende provincie. Heel
Piemonte is een rijk en vruchtbaar
land en toch zien we, dat de zeven
provinciale hoofdsteden van het ge
west hun zielental met bijna 35 pro
cent zagen toenemen en alle overige
gemeenten met slechts 0.9 procent.
Een provincie als Cuneo, met veel
bergland, zag het zielental zelfs met
8 procent afnemen.
Elders zelfde beeld
Piemonte is een zeer kenmerkend
geval, maar in ietwat mindere mate
hebben we overal hetzelfde beeld. De
bevolking van Milaan neemt met 25
procent toe, die van Rome al is dit
geen fabrieksstad maar een stad van
ambtenaren, met 30 procent.
En het zijn de arme gewesten, de
streken waar landbouw nog altijd
hoofdzaak is, die ondanks een door
gaans veel hoger geboortecijfer, hun
bevolking zien teruglopen. Het Vene-
tiaanse, dat is het hele gebied ten
oosten van het Gardameer, heeft
thans minder inwoners dan in 1951.
En toch heeft juist het Venetiaanse
van heel noord-Italië het hoogste
geboorte-overschot. In midden-Ita-
lië neemt het aantal inwoners af in
Umbrië en ook daar is de oorzaak
emigratie, een zo sterke emigratie
dat het toch zeer behoorlijke geboor
te-overschot daar door te niet wordt
gedaan.
Dat zyn er dus driehonderdduizend nezen" van huis uit Zuiditalianen of
tekent, dat zeker één op elke acht
Abruzzesen zijn geboortestreek ver
liet om naar het noorden, of vooral
naar Rome te gaan. Hoe zuidelijker
wij komen des te groter wordt de
uittocht. In Calabrië, Basilicata en
Apulië neemt de bevolking nog wel
toe, maar het gaat om onbeduidende
getallen en dat zijn streken met
een bijzonder hoog geboortecijfer <23
per duizend tegen een sterftecijfer
van 8 per duizend). Dit betekent
dat in tien jaren meer dan een
miljoen Zuiditalianen noordwaarts
zijn getrokken. Een der grootste
volksverhuizingen van alle tijden!
Dit alles heeft een sterke invloed
op de etnische samenstelling van het
Italiaanse volk. De Italianen ten
noorden van Napels behoren (men
mag nu wel zeggen behoorden) hoe
vreemd dat ook moge klinken, tot de
„noordelijke rassen".
We vinden daar stammen als de
Kelten, de Galliërs, de Longobarden,
Wenden (Venetië), de Liguriërs (ver
want aan onze Zeeuwen). Al deze
Noorditalianen hebben de langwerpi
ge hoofdvorm, die ook in onze stre
ken overheerst.
Maar de Zuiditaliaan, doorgaan
klein, met zeer donker haar en don
kerbruine ogen. ziet er heel anders
uit. In Napels, Calabrië. Apulie", Ba
silicata en voor een groot deel ook
op Sicilië en Sardinië heeft men te
doen met het mediterrane ras, waar
toe ook het overgrote deel der Span
jaarden en verder de Berbers van
Noord-Afrika behoren. Sterke medi
terrane invloeden vindt men voorts
in Ierland en in het westelijk deel
van Groot-Brittannië( Wales). Ken
merkend voor het mediterrane ras is
naast het donkere voorkomen de ron
de vorm van het hoofd.
Nieuw type
Natuurlijk hebben de Italianen
zich altyd vermengd en zelfs beho
ren zij in verband met hun bewogen
Meer dan een miljoen Geschiedenis en de talloze invasies
1 tnf. rip mPPüf. ppmpncrHe vnllrprpr» van
Dat wordt nu steeds minder het
geval en geen wonder. De buitenwij
ken van steden als Turijn en Mi
laan doen, wat het slag mensen dat
men er ontmoet betreft, veeleer aan
Apulië of Sicilië denken dan aan
Lombardye. En Rome is zozeer de
smeltkroes der natie geworden, dat
hier naast de moderne Italiaanse
taal (film en radio hebben zoveel
invloed, dat het „beschaafd-Romeins"
steeds meer in de plaats treedt van
het Toskaans, eenmaal als de zuivere
Italiaanse taal beschouwd, óók de
„Italiaan van heden", (een meng
sel van noordelijke en zuidelijke trek
ken) is ontstaan. Maar het zuiden
overheerst daarbij. Door een zeer
hoog geboortecijfer en een nooit af
latende drang om de arme geboorte
streek te verlaten, zullen de zuidelijke
Italianen steeds meer geheel Italië
verzuidelyken.
Emigratie
En als we wat verder vooruit kij
ken, is het zeer waarschijnlijk, dat
de rassen van de Middellandse Zee,
Italianen -uit het zuiden en Span
jaarden, op den duur ook voorko
men en het karakter van de mensen
in Noord-Europa zullen beinvloeden
In steeds groter aantal emigreren
zij naar Frankrijk, Zwitserland,
Duitsland, België, Nederland en de
Scandinavische landen, in wat min
dere mate ook naar Engeland. Die
emigranten zijn geen Milanezen of
Piemontezen. Die zijn zelfs in Italië
al schaars. Het zyn mensen uit het
zuiden, van de eilanden of uit het
Venetiaanse. De betekenis van deze
massa-verplaatsing moet men niet
onderschatten. In Amerika b.v.
vindt men miljoenen Italianen of
afstammelingen van Italianen en
het zijn vrijwel zonder uitzondering
zuiderlingen. Het gehele beeld, dat
men zich in Amerika maakt van
Italië (men denke eens aan een
schrijver als Tennessee Williams)
wordt daardoor beinvloed. De Italia
nen zoals Amerikaanse schrijvers die
ten tonele voeren, zyn volkomen le
venswaar, maar in het cen
trum van Milaan zal men ze vergeefs
zouden worden overgeladen, met
handelsbetrekkingen in het westen
tot aan Spanje en Portugal waren
uit. De rijkste kolonisten waren
naar hun vaderland teruggekeerd
en niemand wekte de kleine stad,
het stille leven tussen de prachtige
oude burgerhuizen, uit een diepe
toverslaap.
De stad Is echter tot op heden
een kleine Nederlandse kolonie ge
bleven. Reeds het landschap, dat de
emigranten voor hun nieuwe va
derland uitzochten, heeft een Ne
derlands karakter. Ver en vlak
strekt het land zich uit, zilverach
tige vaarten doorsnijden de vette
weiden. Welk een mogelijkheid om
een stad te bouwen, die het water
als element zou hebben! De stra
ten zijn rechthoekig met elkaar
verbonden en komen op de grote
markt uit. Elegante boogbruggen
overkoepelen de kunstig aangelegde
grachten en prachtige lanen dro
men onder grote lindebomen als
het werk van een Nederlandse
schilder, gecomponeerd binnen de
natuurlijke lijst van de rivieren en
sluizen.
De trapgevels op de markt ver
tegenwoordigen de mooiste Neder
landse renaissance. Elk burgerhuis
heeft zijn geschiedenis, zou kunnen
vertellen over al de lotgevallen van
bereisde kooplieden, en ook over
Paludanus. de remonstrantse predi
ker, die tevens wijnhandelaar was,
of over Jurgen Ovens, een leerling
van Rembrandt, aan wie de stad
een schitterend altaarbeeld te dan
ken heeft. „Dappere mensen voelen
zich overal thuis", dat zijn de woor
den van Ovidius, die men op de
„Oude Munt" kan lezen, een krach
tige, eigenzinnige bekentenis van
zeer gelovige remonstranten. Dat zij
ondanks dat heimwee hadden, be
wijzen de leeuwen en wapens van
het Hollandse vaderland, die zij uit
zandsteen lieten houwen en in de
baksteenmuren metselden.
Nog in 1774 had het Hoogge
rechtshof in Gottdorf de verorde
ning uitgevaardigd, dat „degene,
die om een verklaring in de Neder
landse taal verzoekt, deze zal ont
vangen". Tegenwoordig spreken de
nakomelingen van de remonstran
ten „plat". Zij zijn opgegaan in de
vele vluchtelingen uit alle delen
van Duitsland, hun naam werd
verduitst. Net als vroeger preekt er
echter voor de remonstrantse ge
meente met haar 80 zielen een Ne
derlandse dominee. En op bijzon
dere kerkelijke feestdagen wordt
het Onze Vader nog altijd gebeden
in de-Nederlandse taal.
Nieuwe uitgaven
Een nieuwe serie:
Natuur en cultuur
Bij de Leldse uitgeverij A. W.
Sijthoff verschijnt sinds kort een
nieuwe serie zeer instructieve boeken
onder de verzameltitel „Natuur en
Cultuur". Totnutoe zagen achtereen
volgens het licht: Moderne kunst,
kijken en begrijpen, door dr. H. van
Guldener; De medemens en wij (con
tact met de medemens, met onszelf
en met de wereld als geheel*, door
dr. C. J. Schuurman: Van haardvuur
tot beeldscherm: vijf eeuwen interi
eur en meubelkunst in Nederland,
door Th. H. Lunsingh Scheurleer.
Zoals men ziet omvat deze serie zeer
uiteenlopende onderwerpen. De uit
geefster is ervan uitgegaan, dat on
ze tijd naar specialisering stuwt, on
danks veler heimwee naar het klas
sieke ideaal van veelzijdige kennis
en ontwikkeling. Toch is het moge
lijk de steeds groeiende groep der
„ontwikkelden" in te lichten over de
nieuwste verworvenheden, zo nodig
met de daarachter weer oprijzende
nieuwe problemen en vragen. Tegen
deze achtergrond dient het verschij
nen van deze eerste drie deeltjes van
„Natuur en Cultuur" gezien te wor
den. Wie van deze boekjes (resp. van
60, 160 en 110 pagina's* kennisneemt,
constateert, dat hier heel wat ken
nis bijeengebracht is, geschreven in
bevattelijke vorm en bovendien ver
lucht met tal van reprodukties op
kunstdrukpapier (resp. 70. 6 en 78
afbeeldingen!). Wat opvalt is dat de
auteurs niet zyn blijven steken in
min of meer klassieke schema's, maar
hun persoonlijke. doorleefde visie
aan hun werk hebben meegegeven.
Wanneer de uitgeefster erin slaagt
hetzelfde populair-wetenschappelijke
niveau als in deze drie werkjes te
handhaven, kan men haar gelukwen
sen met deze opzet, die, naar het
ons voorkomt, tegemoetkomt aan een
steeds ruimer wordende behoefte.
Daar komen ze! door Paul Carell,
uitg. „West-Friesland", Hoorn. Van
zelfsprekend hebben de Duitsers zich
afgevraagd hoe het toch mogelijk
was. dat hun „superieure' 'lucht
macht en pantserdivisies niet in
staat zyn geweest de Geallieerde
aanval op de Franse kust af te slaan
of in elk geval tot staan te bren
gen. In deze „Duitse reportage van
de invasie", vertaald door H. F. W.
Stokkermans, geeft Paul Careli op
deskundige wijze het antwoord. Op
boeiende en gevarieerde wijze (nu
eens in de vorm van een feitelijk
verslag, dan weer in de vorm van
de ervaringen van de Duitse verde
digers) vertelt hij het verhaal van
de invasie, zoals de Duitsers die on
dergingen. HU heeft krachtig weer
stand weten te bieden aan de ver
leiding om de verloren slagen te ne
geren of zich druk te maken over
de schuldvraag. Dank zij de hulp van
een paar honderd vrijwillige mede
werkers van gewoon soldaat tot
legercommandant beschrijft hij
de glasharde feiten over deze Duitse
nederlaag, waarbij hy zich steeds
heeft laten leiden door de vraag hoe
het wérkelijk was. Aan het slot van
dit boek van 275 bladzijden (met
zestien pagina's foto's op kunstdruk)
concludeert hij dan tenslotte: „De
betere strategie, de superioriteit der
luchtmacht, de voortreffelijke tech
niek, de onuitputtelijke kracht der
produktie en divisies dat heeft de
overwinning bewerkt. De Duitse
Wehrmacht was in de afmattende
materiaalslagen in 't Westen en tij
dens de moordende veldtochten in Rus
land tot op 't merg uitgebeend. Daar
door was de nederlaag onafwend
baar". Naast de talryke boeken van
tot de meest gemengde volkeren van .zoeken. De Italiaanse wijken in New UWn,c«. .0«i
In zuid-Italië ging de bevolking Europa. Maar het verschil tussen I York of Chicago doen. trots wolken- Geallieerde zyde is deze Duitse visie
van de Abruzzen met niet minder noord en zuid was toch nog heel krabbers en modern comfort, aan Na- I de moeite van het kennisnemen meer
dan zes percent achteruit en dit be- Isterk merkbaar. 'pels denken en niet aan Turijn. |dan waard 1