m KAMER en TUIN
HALF HOLLYWOOD
FILMT IN EUROPA
AMERIKAANSE PLAATJES UIT ROME
Ondanks stijgende kosten nog altijd veel goedkoper
Doe - het - zelf - cursus
Wanneer we de "bovenste foto zien is het moeilijk te begrijpen
dat het filmen in Europa voor de Amerikanen nog altijd goed
koper is. Deze plaat werd gemaakt in Romewaar een legertje
filmers en artiesten wekenlang vertoefd heeft voor het maken
van de film „The pigeon that took Rome". Met de reis- en ver
blijfkosten van mensen en materiaal zal toch ook een kapitaal
gemoeid zijn.
Op de middelste foto zien we regisseur Melville Shavelson in
gesprek met zijn hoofdvertolkers Elsa Martinelli en Charlton
Heston. Deze laatste eindelijk weer een in een wat vrolijker
verhaaltjeal is het dan een oorlogsgeschiedenis uit het Rome
van Maar wanneer twee wél hafde, maar onervaren
Amerikanen de door de Duitsers bezette Eeuwige Stad worden
ingestuurd om te zien of er wellicht straten ondermijnd zijn en
dit tweetal komt terecht in een Italiaans gezin met enkele char
mante huwbare dochters, dan ligt het voor de hand, dat bij
hen Amor het wint van Mars. Donald Downes heeft over deze
amoureuze avonturen een boek geschreven en daar heeft Mel
ville Shavelson zijn film op gebaseerd.
Op de onderste foto een scène uit een andere film, die thans in
de Cinecitta studio's in Rome voltooid wordt. Het is de door de
ziekte van Elizabeth Taylor zo buitensporig duur geworden
kapitale rolprent „Cleopatra"Liz is nu haar ziekte weer hele
maal te boven en werkt hard in de Italiaanse hoofdstad. We zien
haar hier met Rex Harrison in de scène, waarin zij verborgen
in een tapijt de tent van Ceasar wordt binnengesmokkeld.
Plumbago capensis in bloei
Plumbago capensis is een wei
nig bekende kamerplant; in fei
te is het een soort tropische
klimmer, doch door middel van
snoeien kan mén ze wel als ka
merplant kweken. Plumbago ca
pensis kan enorm rijk bloeien;
de lila kleurige bloemen doen
sterk aan die van de phloxen
denken. Er komt trouwens ook
een soort voor met witte bloe
men, doch die kweekt men niet
zo veel.
Lang niet elke bloemist zal u
aan de plant kunnen helpen,
doch ze zijn in ieder geval wel
in ons land te koop. Men moet
dan bij de bloemist-winkelier
zijn en die kan wel een exem
plar voor u bestellen. Het is nu
overigens ook niet de meest ge
schikte tijd er een aan te schaf
fen; dat kan men veel beter
volgend voorjaar doen. Maar de
winkelier heeft dan de tijd een
exemplaar te bestellen en dan
kan men die zelfde zomer nog
volop bloemen verwachten.
Plumbago capensis moet wel
een lichte standplaats hebben,
doch men moet ze 's zomers
tegen de felle zon beschermen.
Ze kan tamelijk veel water heb
ben. Het is dus nuttig de pot
grond normaal vochtig te hou
den; ook is het nuttig ze van
het voorjaar tot de herfst elke
week of om de twee weken een
lichte overbemesting te geven.
Voor dit doel kan men gebruik
maken van de bekende kamer-
plantenmest.
Tegen de winTer zal de plant
wat blad verliezen; dat is niet
zo erg. Ze heeft dan ook minder
water nodig en men mag ook
niet meer bemesten. Als ze in de
winter in een matig verwarmde
kamer wordt over gehouden,
kan men dat als voldoende be
schouwen. Vroeg m het voorjaar
dient men te lange scheuten
wat terug te snoeien en zal men
eventueel ook kunnen verpotten.
Dat dient men dan in bloemis-
tengrcnd te doen.
Voortkweken door middel van
stekken is ook heel goed moge-
lijg; jonge scheuten ter lengte
van ongeveer zeven centimeter
zullen in een potje met zande
rige grond vrij gemakkelijk
wortels vormen.
G. Kromdijk
Zaterdag 18 november 1961 Pagina 2
(Van een onzer redacteuren)
De kolossale films zijn favo
riet in Hollywood.
In Leiden hebben we tot nu
toe nog slechts met twee van
dergelijke enorme produkties
kunnen kennismaken: eerst
„Ben-Hur" en daarna ,,Porgy
and Bess".
In andere steden draaien
„Exodus", „The guns of Na-
varone", „Spartacus", „Pepe"
en anderen. Het zijn nog
slechts de voorlopers van een
groot offensief, waarmede de
Amerikanen de gunst van het
bioscooppubliek weer wil win
nen.
We zullen de artistieke
waarde van groots opgezette
films voorlopig buiten beschou
wing laten, maar de grote be
langstelling, die zij over de
gehele wereld trekken, recht
vaardigen de verwachting, dat
zij althans commercieel een
succes worden.
Maar het duurt veelal heel lang
voor de geïnvesteerde bedragen
weer naar de producent zijn terug
gevloeid. Daardoor hebben de film
maatschappijen vaak grote moei
lijkheden met de financiering van
zulke projecten. Zelfs de grootste
filmproducenten zien dan ook geen
kans meer dan één of twee van
deze films per jaar in hun prod uk -
tieplannein op te nemen.
Voor het komende jaar zijn de
plannen opnieuw omvangrijk. Alle
Amerikaanse filmgrootheden wer
ken voor 1962 met budgetten, die
tussen de vijftig en zestig miljoen
dollar liggen. Er liggen plannen ge
reed voor films, die acht tot twaalf
miljoen dollar moeten gaan kosten.
Trouwens al die grote films vragen
meer dan drie miljoen dollar.
Het is dan ook niet voor niets,
dat de Amerikanen zoveel in het
buitenland filmen. Dan liggen de
produktiekosten vaak aanzienlijk
lager. Nu is men in Europa inmid
dels ook wijzer geworden. De lonen
gingen omhoog en ook andere kos
ten stegen. Maar desondanks, de
verfilming van monumentale films
in landen als Italië en Spanje is
nog altijd heel wat goedkoper dan
in de Verenigde Staten zelf.
Dat verklaart, waarom er van de
34 Amerikaanse films, die zich
thans in produktie bevinden, niet
minder dan zeventien (de helft
dus) in het buitenland worden ge
draaid, voornamelijk in Engeland,
Frankrijk, West-Duitsland en Ita
lië.
Iedere amateur, die gedurende een wat langere periode zjjn films zelf
ontwikkelt, heeft één bepaald foto-leed vast al eens meegemaakt. Met
alle zorg heeft hjj de behandelingen van ontwikkelen, fixeren en spoelen
uitgevoerd en wanneer dan de film droog is ziet hjj opeens: er mankeert
wat aan! Bjj de ene amateur zjjn het raadselachtige vlekken, die zich over
de hele lengte van de film vertonen, by een ander schynt een grauwe mist
over alle opnamen te hangen. Soms ïykt het ook wel eens alsof de lange
celluloidstrook vol met fyne speldeprikjes zit.
De eerste reactie van iedere „zelf-ontwikkelaar" is natuuriyk: „hoe
kan dat nou?"
Hij gaat na, wat hij mogelijk ver
keerd heeft gedaan en piekert over
slechte en uitgeputte baden. Zoekt
het soms ook bij de füm, hoewel hij
dat merk al jaren gebruikt en nooit
last van enig onverklaarbaar ver
schijnsel heeft gehad.
Mogen we in de eerste plaats
echter vooropstellen, dat de huidige
merken films en chemicaliën
van een dergelijke kwaliteit zijn, dat
alleen in sporadische gevallen van
schuld bij het materiaal gesproken
kan worden. Voor vrijwel iedere af
wijking is de oorzaak te vinden in
een onjuiste behandeling van de
film of verkeerde samenstelling
eventueel uitputting van de ba-
Een enkele maal is de fout zelfs
terug te brengen tot de camera!
Een fotoboek, stellig geschreven
door iemand met een verzamelwoe
de voor foto-fouten, bevat een
hoofdstuk van om en nabij hon
derd dichtbedrukte pagina's alléén
over de afwijkingen bij de nega
tief-ontwikkeling. In z'n voorwoord
.van dit boek vertelt hij er nog by,
dat uiteraard niet alle fouten ver
meld zyn!
U begrypt dus dat wU in dit ar
tikel stellig geen schyn van kans
op volledigheid zouden kunnen ma
ken. Troost u: een complete opspo
ringsdienst voor eventuele ontwik-
kelgebreken is hoogstens theore
tisch interessant.
In het enkele geval dat u eens de
minder prettige gewaarwording
mocht hebben, dat de negatieven
niet zó zyn, als u ze wenste, helpt
in de allermeeste gevallen een
nauwkeurig nagaan van de ver
schillende factoren uitstekend. Dan
komt u bUvoorbeeld tot de ontdek
king dat u een tè belegen flesje
ontwikkelaar of een al te slap
fixeertje hebt gebruikt. Maar om
u toch een beetje te helpen geven
we hier een kort uittreksel van wat
er zoal kan gebeuren en wat de
eventuele remedie is.
1) uw film Is flauwgrijs, hoewel de
schaduwpartyen toch wel een
fyne doortekening laten zien:
de film is te kort ontwikkeld,
de ontwikkeltemperatuur te laag,
0fde ontwikkelaar was by-
na uitgeput.
De remedie is duidehjk: in het
eerste geval langer ontwikkelen,
in het tweede geval een goede
thermometer gebruiken en in het
derde geval eindeiyk uitvoeren
wat u allang had moeten doen:
de ontwikkelaar veggooien!
2) de negatieven zyn sterk gezwart
en contrastrijk:
korter ontwikkelen of zorgen,
dat de temperatuur niet zo hoog
is. En wat ook wel eens zou kun
nen zyn: de ontwikkelaar is te
sterk geconcentreerd.
Verdunnen dus!
3) de film is helemaal ook aan de
randen een beetje gesluierd en
geeft de Indruk of er een gryze
laag over heen zit:
het kan een film zyn, die
zoals men dat uitdrukt over
datum is. M.a.w. de film is te oud
en de lichtgevoelige laag is „be
dorven". Misschien was u ook een
beetje bang, dat de film te kort
belicht was en hebt u hem eens
een extra poosje in het ontwik-
kelbad gelaten. Maar de vakman
zegt altyd: je moet een film niet
helemaal „uitmelken".
Tenslotte kan het ook een „lek
ke" lamp zyn. Daarmee bedoelt
men dat de donkere kamerver-
lichting niet deugt en by het in
zetten van de film in tank of
spoel licht op de film terecht is
gekomen. De donkere kamerlamp
laat dus licht doorsieperen, waar
voor de emulsie gevoelig is en
dan ontstaat die grauwe sluier.
4) op het oog ziet de film er licht
beslagen uit, alsof er een fyn
laagje poedersuiker op gestoven
ls:
dat fyne laagje is kalkneerslag,
veroorzaakt door kalkhoudend
water. De film moet om die aan
slag te verwy deren éven door een
azynbad gehaald worden. Gewo
ne keukenazyn of verdund azyn-
zuur doet die wittigheid verdwy-
nen. Na het azynbad niet meer
spoelen, maar de film te drogen
hangen.
Voor we in een volgend babbeltje
nog enkele praktische tips geven
nog één opmerking.
Laten pas-beginnende amateurs
nu vooral niet de indruk krijgen
alsof er duizend-en-een fouten ont
staan by het zelf-ontwikkelen van
een film. Of dat men de grootst
mogeiyke moeite heeft om aan de
listen en lagen van ontwikkelaars
en andere chemische baden te ont
komen.
Onthoud maar dat fouten wel
eens kunnen voorkomen en dat het
gemakkeiyk is wanneer u de reme
die tegen enkele daarvan kent.