ONS DORP IS NIETS WAARD ■»e||pp| avonden MET MEER FRIV OLITEIT IS DE JEUGD NIET GEDIEND Jongeren vellen hard oordeel: Burgemeester Bruins Slot meent: in Alphen Zaterdag 11 november 1961 Wat doen de jongeren 's avonds in hun vrije tijd? Welke mogelijkheden tot ontspanning en vertier biedt de gemeente waarin zij wo nen? Vinden zij dat in hun eigen dorp (of stad) genoeg te be leven valt? En zo neen, wat missen zij dan in hun woonplaats? Zijn hun verlangens - want die zullen de meesten onge twijfeld hebben, waar zij ook mogen wonen - reëel? Zijn er gemeenten waar ongewenste toestanden heer sen omdat er voor de jeugd de mogelijkheden ontbreken zich op een normale manier te vermaken? En zo ja, welke maatregelen zouden in een dergelijke situatie verbete ring kunnen brengen? Vragen, vragen en nog eens vragen, waarop we in de komen de maanden de antwoorden zul len proberen te geven. Onder andere door middel van gesprek ken met vooral jongeren en ook terwille van de objectiviteit enkele ouderen. Eens in de veer tien dagen zullen wij op deze wijze een bezoek brengen aan telkens weer een andere gemeen te in ons verschyningsgebied. Vandaag beginnen we onze „avonden"-serie met een repor tage over Alphen, een gemeente van ruwweg 26.000 zielen. Alphen is op het ogenblik erg in trek als vestigingsplaats voor de indus trie en als woongemeente, zodat men verwacht dat de bevolking zich binnen enkele jaren met duizend tot tweeduizend zielen per jaar zal uitbreiden. En hoe staat in het in deze betrekkelijk snel groeiende gemeente met de ontspanning en het vermaak in de avonduren? Een afdoend ant woord zult U op deze pagina niet vinden, wel een reeks opinies van vele jongeren en ook van enkele oudere Alphenaren: bur gemeester Z. Bruins Slot, secr.- penningmeester P. Hoogendijk van de Nutsspaarbank (en het -gebouw) en G. Sampiemon, voorzitter van het bijzondere jeugdwerk van de Hervormde Jeugdraad. A LPHEN, eert vrijdagavond Als een lichtbaken ligt het centrum in het donkere dorp. Het is koopavond. De middenstand rekent er kennelijk op, dat de brandende gloeilampen en t.l.- buizen kandidaat-kopers als muggen zullen aantrekken. Een misrekening is dat overigens niet: in de Van Man- dersloo- en Hooftstraat is het deze avond tussen zeven en negen uur bijna zo licht en zeker zo druk als op een zaterdagmiddag. Vrouwen die winkelen. Mannen die kopen. En minder doelbewuste jongelui, die meer kijken dan kopen en trou wens in de meeste gevallen kijken naar wat er in Alphens centrum in figuurlijke zin te koop is. EN WAT is er 's avonds in Alphen te koop? Wie zich een teleurstelling wil besparen, kan dat beter aan de burge meester dan aan zijn jeugdige .onderdanen" vragen. Want de jongeren althans het gros van de door ons geïnterviewde tieners en twintigers in de beide winkelstraten -zijn allerminst geestdriftig over de mogelijkheden tot vertier die Alphen in de avonduren biedt. Een volkomen willekeurig bijeen gezochte „jury" van jonge mensen geeft haar oordeel over Alphen. En dat oordeel is, zoals men van jon geren mag verwachten mild noch Ook een vorm van ontspan ning: patates eten in een cafe taria. voorzichtig. „Een waardeloos dorp". Dat zegt een meisje, dat we op deze ietwat kille herfstavond aantreffen in een cafetaria, waar zy zich te goed doet aan een enorme yssorbet. Een ander meisje, dat overigens niet naar het centrum gekomen is om vertier te zoeken maar om heel degelijk een truitje te ko pen, zoekt het in dezelfde termino logie: „Het dorp is niets waard". Dit zijn de meest krasse uitspra ken. Er is slechts één jongeman die een volkomen tegengestelde mening verkondigt: „Er wordt voldoende georganiseerd voor de jeugd in Alphen". Wie heelt er gelijk? De meer derheid? Is Alphen dan zo „waardeloos"? Is er 's avonds - zoals ons herhaaldelijk werd verzekerd - „niets te doen?" „Niets" is te veel gezegd! Om te beginnen bezit Alphen een bioscoop (Luxor), die weliswaar doordeweeks zoek is, maar op vrijdagavond en in het weekeinde in het Nutsge- bouw opereert. Vijf voorstellingen in totaal. Het houdt niet over. maar er wordt wel gretig gebruik van gemaakt. Vooral door de jeugd. Toneel, zang, schaken, dammen, bridge, muziek, tafeltennis enz. op zowat elk terrein is er wel een jeugdclub of een vereniging met een jeugdafdeling. Instuiven Van kerkelijke zijde worden ge regeld op zaterdagavonden instui ven georganiseerd. Bijzonder popu lair zijn volgens de heer G. Sam piemon de instuiven van de Her vormde Kerk in Nabij, waar de jeugd kan sjoelen, biljarten, tafel tennissen en (de grote attrac tie) dansen. Elke zaterdagavond komen zo'n 150 tot 200 jongens en meisjes naar Nabij, vertelt de heer Sampiemon, die jeugd-ouderling van de Herv. Gemeente en voor zitter van het bijzondere jeugdwerk van de Herv. Jeugdraad is. Eens in de maand wordt in Nabij een „grote avond" (meestal met film) gegeven en dan komen er wel 300 tieners. Alphen telt vyf zalen, waarvan de laatste tijd weliswaar minder ge bruik wordt gemaakt dan vroeger („tv-angst", aldus burgemeester Bruins Slot), maar ze zijn er. En „Gemiddeld zeventig procent van het bezoek bestaat uit jongeren", vertelt bioscoop-directeur G. J. Ponsioen, .en op zaterdagavond en zondagmiddag zit er vrijwel uitslui tend jeugd in de zaal". Vier dagen van de week moet de jeugd het echter zonder film stellen. Daarentegen zijn er meer mo gelijkheden tot minder passief ver maak. Alphen zit nogal dik in zijn verenigingen. Burgemeester Bruins Slot: „Het wemelt er hier van". „Ik weet niet wat de jeugd bedoelt als zij zegt: er is hier niets te doen. Wat wil zij dan? Moet er meer frivoliteit zijn?" Burgemeester Z. Bruins Slot fronst zijn borstelige wenk brauwen. „Nee, daar is de jeugd beslist niet mee gediend." En op besliste toon vervolgt hij: „Als de jeugd iets anders wil dan dingen nastreven die aan de buitenkant van het leven liggen, dan zijn er hier vele mogelijkheden tot ontspan ning". En als het aan de burgemeester, zelf een verwoed beoefenaar van de watersport, lag, zouden alle Al phense Jongeren hun ontspanning .n de sport zoeken. Sportvereni gingen zijn er eerder teveel dan te weinig in Alphen. Van het aantal sportvelden kan niet hetzelfde wor den gezegd (al is er evenmin spra ke van een fnuikend tekort), maar dat is een kwestie van tijd: in de uitbreidingsplannen die de eerstko mende jaren worden gerealiseerd, zijn tientallen hectares uitgetrok ken voor de aanleg van sportvel den. Maar goed, men kan moeilijk verwachten, dat de jeugd avond aan avond aan het sporten is. Onze „enquête" in de Van Man- dersloo- en Hooftstraat heeft uit gewezen, dat de jongeren graag een dancing in Alphen zouden zien. Maar de burgemeester schudt het hoofd. „Nee, ik ben niet bereid hier een openbare dansgelegenheid toe te laten". Htf wyst er op, dat als de jeugd wil dansen daartoe toch wel de gelegenheid bestaat. Na af loop van toneel- en zangavonden is er vaak bal, de Hervormde Kerk organiseert geregeld instuiven waarop ook niet-aangesloten tie ners welkom zijn en bovendien zijn besloten dansclubs toegestaan. Niet krenterig „We zijn niet krenterig in Al phen", betoogt burgemeester Bruins Slot. „We zeggen niet: dit mag niet en dat mag niet. Maar in bepaalde opzichten moeten we er rekening mee houden in wat voor gemeente we leven. We hebben wat de jeugd betreft onze verantwoor delijkheid tegenover de ouders. We verbieden het dansen niet, maar we willen het wel onder controle houden". De Alphense jongeren kunnen sporten. Ze kunnen in be scheidener mate dansen. „Hoe komen zij er dan bij dat er hier niets te doen is? Wat willen zij dan?", verwondert burgemeester Bruins Slot zich nog eens. Niet Burgemeester BRUINS SLOT verwoed beoefenaar van de watersport alleen dat Alphen dik in zijn sportclubs zit „je kunt geen enkel ander gebied noemen ivaarop hier geen vereniging te vinden is", „Willen ze soms alle dagen ker mis?" vraagt de burgemeester goed moedig spottend. „Dat zou trou wens ook gauw gaan vervelen". Bioscoop „Er zijn natuurlijk dingen die we hier ontberen. Een schouwburg? Ach, dat is meteen weer wat. hoog gegrepen. Er zou hier een vaste bioscoop moeten zijn, maar dat heeft de gemeente niet voor het zeggen. Wij ontberen ook een goede zaalaccommodatie. Want de Nuts- zaal is, hoe aardig ook, toch eigen lijk een dorpszaaltje. Als je eens een goed toneelgezelschap hierheen zou halen, dat heb je ook een zaal nodig met een accommodatie die aan de eisen voldoet-. Ik heb weieens artiesten gesproken en die zeiden: We komen hier niet tot ons recht". „Een combinatie van bioscoop en toneelzaal, waar niet gedanst zou worden, zodat je een schuin oplo pende vloer kon hebben (in de Nutszaal is de vloer waterpas-red.) zoiets zou Alphen toch eigenlijk wel moeten hebben. Daar zou niet al leen de jeugd, maar de hele ge meenschap mee gediend zijn. Maar ja, dat is niet iets dat de gemeen te voor elkaar behoort te brengen, dat moet particulier initiatief zijn. Dit is een taak voor alle organisa ties, verenigingen en het Nuts- departement". T.v.-angst „Ik geloof trouwens", vervolgt de burgemeester, „dat deze zaak van de zaalaccommodatie waarschijnlijk op dit moment in heel ander sta dium zou zijn, als er geen televie was. Maar de meeste verenigings mensen hebben televisie-angst". De heer P. Hoogendijk, secre taris-penningmeester van de Nuts spaarbank en van het Nutsgebouw, weet daarover mee te praten. Vol gens hem kan door de televisie geen enkele vereniging enig peil meer trekken op het bezoek. Niet alleen dat de verenigingen per seizoen minder bijeenkomsten organiseren dan in vroeger jaren, ook op de avonden zelf loopt het bezoek te rug. Het Alphense verenigingsleven wordt door een crisis bedreigd, al dus de heer Hoogendyk. Hij ver telt, hoe vorig jaar in Avifauna ge probeerd werd een mannenkoor op te richten. De initiatiefnemers meenden, dat men toch met ten minste 32 leden moest beginnen. Maar er meldden zich nauwelijks twintig zangers Burgemeester Bruins Slot is ech ter minder pessimistisch. De tele visie zal niet een permanente be dreiging voor het verenigingsleven vormen. „Dat verandert wel", aldus Alphens eerste burger, „de televi sie zal een eigen plaats in elk ge zin krijgen". Met andere woorden: de tiran moet nog dienaar wor den. De burgemeester vergelijkt de tv-angst van nu met de radio angst van vroeger. Hij is ervan overtuigd, dat de tyd komt dat de mensen er genoeg van hebben om avond aan avond naar het beeld scherm te turen. En dan zyn de verenigingen weer goed genoeg, om de gewezen tv-aanbidders weer een wat minder passieve ontspanning te bieden. Concrete wensen Maar ondanks die veelheid van verenigingen die nu nog bestaat, vindt blijkens onze „enquête" de jeugd dat in Alphen te wei nig te doen is. „Maar wat willen zij dan?" herhaalt de burgemees ter, „laten ze dan concrete wensen doen". „Een sporthal bijvoorbeeld. We zouden graag hier een sporthal hebben. Maar vergeet u niet, we zitten als gemeente nog tussen ser vet en tafellaken in. Voor een sporthal zijn we nog te klein. Maar misschien doen zich nog mogelijk heden voor, die we nu niet zien". „Een overdekt zwembad zouden we moeten hebben. Maar het is nu eenmaal een feit, dat in een ge meente van minder dan 50.000 zie len een overdekt zwembad onmo gelijk rendabel is te maken. Mis schien is het wel mogelijk een in- structiebad hier te krijgen. Mis schien En de burgemeester benadrukt nog eens: „Heus, we zijn niet krenterig. Het hele college van B. en W. zou deze dingen voor de jeugd graag voor elkaar wil len krijgen. Een overdekt zwem bad. Een sporthal. En een jacht haven bijvoorbeeld. Maar dat zijn projecten die miljoenen kosten. En waar moet de ge meente Alphen zoveel geld van daan halen?" Naar Leiden Ja, dat horen we nogal eens: er is hier niets te doen. Leendert de Kruijff (23>. die we samen met zijn vroegere klasgenoot Nico Spruyt uit Woubrugge op de hoek van de Van Mandersloostraat aantreffen, denkt er al niet anders over. Leen dert, die als onderhoudsmonteur zijn brood verdient, studeert 's avonds elektriciteitsleer en de om het beeld compleet te maken: voor wie eens een avondje minder degelijk wil doorbrengen, zijn er de patatkraampjes, de automatieken en de cafetaria's waar de juke boxes met dubbeltjes en kwartjes worden volgestopt. Er zijn scholie ren die met twee kwartjes op zak „uitgaan": ze eten een zakje pata tes en draaien drie plaatjes. Niet genoeg Is dat alles bij elkaar genoeg om de Alphense jeugd 's avonds bezig te houden? Leendert vindt van niet. Freek, Bertha, Nico, Tinie, Géke en noem maar op denken er net zo over. Maar als er in het dorp niet voldoende te beleven is. hoe bren gen zy dan hun avonden door? „Televisie kijken", luidt in vele ge vallen het antwoord. TINIE DEN HARTOG dansen Wie zich aldus blijft ontspan nen, ziet misschien mettertijd een plaatsgenoot je op de beeld buis: de 14-jarige Bertha van Leeuwen („dorp is niets waard") die na een dag van haar was sen, permanenten en watergol ven in haar vrije tijd een fiets- nummer instudeert, dat - zo vertelt zij heel trots - ivaar- schijnlijk voor de televisie komt. Maar niet alle tieners en twin tigers turen bij gebrek aan ander vertier avond aan avond naar het beeldscherm. Freek Gerlag (15), van beroep uitdeuker, studeert bij voorbeeld trompet en speelt in een bandje 's avonds. Zijn oordeel over zijn woonplaats: „Er is hier toch niks te doen". f<EES VISSER liever in Nieuwveen weekeinden brengt hij bij zijn meisje door; daarmee is zijn vrije tijd zo goed als gevuld. „Er is te weinig te doen in Alphen, zeker voor de jongelui", vindt hij. „Voor een goede film bij voorbeeld moet je niet in Alphen zijn. Als ik een keer echt wil uitgaan, dan ga ik naar Leiden". Nico zoekt het „maar ik heb een autootje" verder: Amsterdam. Tot voor twee jaar woonde hy in Alphen. Wat hem naar zyn vroe gere woonplaats trekt? „Niets eigenlijk. Ik ben toevallig hier. Als ik eens een weekeinde vrij ben, dan zeg ik niet: tjonge, tjonge, nu ga ik eens fijn naar Alphen. Weet u, er is hier bitter weinig te doen. Er moest 's een dansgelegenheid ko men". Nico, als de meeste vertegenwoor digers goed van de tongriem ge sneden, kritiseert uitvoerig: „Er wordt in Alphen wat industrie be treft flink uitgebreid, maar ver tier ho maar! Velen trekken daarom naar Leiden en Gouda. Nee, ik verlang echt niet naar Alphen terug. U treft het nu, dat het vrijdagavond is. De koopavond geeft hier wat vertier. Maar als je woensdag- of donderdagavond hier in de buurt komt, kun je een ka nonskogel afschieten zonder dat je iemand raakt". Dansen Ijskoud BERTHA VAN LEEUWEN en FREEK GERLAG fietsnummer en trompet een hele waslijst: driemaal per week naar les (typen en admi nistratie, want Géke werkt op 't gemeentehuis)platen draai en (Chopin en moderne jazz), televisie kijken films en toneel) en zelf musiceren (gitaar en orgel). Zij is het meisje dat, ter wijl zij haar ijssorbet met wel behagen consumeert, ijskoud verkondigt dat Alphen „een waardeloos dorp" is. Het zijn overigens niet uitslui tend jongeren die menen dat er in Alphen te weinig vertier te vinden is. De door ons eerder geciteerde heer Sampiemon die daarmee beslist niet de krasse uitspraken van zyn jonge plaatsgenoten wil onderschrijven vindt dat er met name op zaterdagavond te weinig te doen is. Doordeweeks zijn er clubbijeenkomsten en toneeluitvoe ringen e.d. Doordeweeks ook moe ten vele jongeren 's avonds leren en studeren. „Maar daarom juist willen zy op zaterdagavond wel wat anders dan studie en clubwerk. Daarom ook hebben we indertyd de instuif ingesteld. Maar voor de ry- pere jeugd, die te oud is voor deze instuifavonden, is toch nog steeds te weinig te doen en die loopt op zaterdagavond met de ziel onder haar arm". Slechts één lid van de „jongeren- Jury" komt tot een gunstig oordeel: de 18-jarige Marinus van Zwieten, die bij zijn vader op de boerdery werkt. Hij heeft er geen moeite mee zijn vrije uren zoek te brengen. „Er wordt voldoende georganiseerd voor de jeugd in Alphen", zegt hy op besliste toon. En als we hem vragen wat er dan zoal wordt ge organiseerd. antwoordt hij: .Er zijn toch CJV-avonden". Hij voegt er aan toe: „Als zij zich vervelen, ligt dat aan de jongelui zelf". Janet Gils (15) en Tinie Stooker (16) sommen op wat ze 's avonds doen: 'szaterdags naar de instuif in NabU, 's zondags dansen in Gou da en voor de rest van de week omdat „in Alphen niets is te doen" gaan zij bij elkaar op bezoek en kijken ze naar de televisie. Televisie, ook Tinie de Hartog (18), van beroep serveuse, is er nog niet op uitgekeken. „Als ik 's avonds niet werk, zit ik thuis naar de televisie te kijken. Ik doe eigenlijk niet veel bijzonders 's avonds", vertelt zij eerlijk. ,£r is weinig te doen hier. Ze moes ten meer dansen geven, de rest kan me dan niet schelen". En alsof zij zelf geschrokken is van deze wel wat negatieve uit spraak, voegt ze er haastig aan toe: „Of een overdekt zwem bad Kees Visser (16), die in de derde klas van het Alphense lyceum zit, maar in Nieuwveen woont, bekijkt de zaak van een geheel andere kant. Alphen zegt hem niet zoveel. Hij geeft de voorkeur aan Nieuw veen. „Daar kun je tenminste vis sen in de zomer en schaatsen in de de winter". Het platteland trekt hem trouwens toch meer dan de drukte van een groot dorp of een stad. Televisie kijken is evenmin een hobby van hem, h(J schaakt en knutselt liever. M. VAN ZWIETEN genoeg te doen Géke van Wijk („bijna 18") tre/jen we aan in een cafetaria die druk door de jeugd wordt bezocht. „Wat ik 's avonds doe?" Zij denkt even na en dan volgt CEKE VAN WIJK achter sorbet Vraagtekens Ligt het misschien aan de jonge ren zelf? De heer P. Hoogendijk, secretaris-penningmeester van de wonderlijke Nut-combinatie spaar bank-feestzaal, vertelt hoe vorig jaar speciaal voor de jeugd In het Nutsgebouw een rock 'n roll-avond werd georganiseerd. In totaal kwa men er.veertig jongens en meisjes. „De zaal had toch vol moe ten zijn. Op die manier krijg je de indruk, dat er aan dergelyke avonden geen behoefte bestaat. Je staat hier weieens voor vraagtekens. De Alphense jeugd is, geloof ik, moeilyk te vangen". Ligt het misschien aan de Jon geren zelf? „De jongeren zelf or ganiseren niets", vervolgt de heer Hoogendijk. „Als de jongelui iets in deze zaal zouden willen organise ren, zouden we de deur beslist wel openhouden. Als het tenminste maar redelijk blyft, zodat we geen kinderjuffrouw hoeven te spelen". Er is hier niets te doen, zegt (een deel van) Alphens jeugd. Maar doet zij daar zelf wel iets aan?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 17