Bartok-Lisztfestival in de hoofdstad van Hongarije WAT MOEILIJK SAMEN GAAT! Hier is de muziek een wezenlijk bestanddeel van de gemeenschap Ul'im ZATERDAG 21 OKTOBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Drievoudig festijn ter ere van twee beroemde componisten HOE WERKT HET? kunsthoofd STUDIO antenne ontvanger Bij opname met een micro foon en overdracht direct per draad of radio of In- direct via grammofoonplaat, geluidsband of film gaat de ze ruimtelijkheid verloren- HUISKAMER luidspreker achter het doek TECH-VDIJK dubbel spoor f[ luidspreker niet-stereofonisch naald geluid- sporen Voor een stereofonische grammofoonplaat maakt men twee sporen in één groef: één horizontaal en één verticaal. Maar dat ge beurt zo, dat de plaat ook met een gewone pick-up afgedraaid kan worden. Alleen is de muziek dan niet stereofonlsch. Stereofonisch vastleggen met een bandrecorder is niet moeilijk: met twee kop pen worden twee geluids sporen op één band geregis treerd (en weergegeven). luidsprekers ^j^j] j stereofonisch Bij niet-stereofonische weergave bij de film komen alle geluiden uit één richting. De fimbnnd heeft-één ge luidsspoor. Bij de stereofonische geluidsfilm komt elk geluid uit de juiste rich ting. De filmband heeft drie (soms zelfs vijf) geluidssporen «et de steeds voortschrij- l\/ dende ontwikkeling van 1V de moderne tijd veran deren veler levensgewoonten. Het wordt de mens in eiK op zicht gemakkelijk gemaakt. Als hy nu maar genoeg inkomen heeft om daarvan te profiteren, loopt alles op rolletjes! Het „dienstboden'-probleem heeft aanvankelijk vele huis vrouwen de moeilijkste compli- naties bezorgd „Hoe nu? dachten zij. Zonder nulp is met géén moge lijkheid een huishouden te be sturen. Alles leek in diggelen te vallen. Voor degenen eenter, die zich wisten „aan-te-passen", viel 't mee. Er zijn tegenwoordig zoveel machientjes en apparaten in de handel om a lies te veraangena men dat wat vroeger uren werk kostte, nu in een handomdraai gebeuren kan. Oók al weer als U er de nodige ?entjes voor kunt op brengen! Nu het eten. Och: er zijn zoveel broodjes-, frieten-, cro- quetten-, worstjes- en slaatjes- kramen als paddestoelen uit de grond gerezen, dat ook dit pro bleem is opgelost, als de honger werkelijk schrijnt. Nu is 't we! zó, dat ge Uw maag niet iedere dag met frie ten, croquet-ten, worstjes en slaatjes vullen kunt, maar voor de variatie en om de huisvrouw eens respijt te geven van de vermoeiende dagelijkse kokerij, gaan al deze spijzen er best in. Opnieuw: als ge ze maar beta len kunt! Ik zou willen weten hoeveel duizenden stuks per dag de ma gen der consumenten binnenrol len en no^veel mannen en vrou we er dagelijks mee bezig zijn om ze te smeren, te bakken, te koken of te „bereiden". Er is nog een andere vraag die me bezighoudt. Hoe heeft de mensheid 't vroeger toch zonder dit alles waarbij dan nog de duizen den „kippen aan 't spit" komen heeft kunnen stellen. Het moet een vreemde tijd ge weest zijn, toen de „keuken nog niet aan de openbare straat stond en er nergens lege frieten zakjes aanleiding hoefden te ge ven tot het „opgeruimd staat netjes". Toen iedereen zijn keu ken binnenshuis hield en de een niet van de ander wist, wat hij ging verorberen We zijn langzamerhand ge- wend aan de braad- en bak- geuren, waaraan de reukorga nen zich allerwegen kunnen ver zadigen en degenen, die er ge voelig voor zyn tot ware smul papen maken. De overdadigheid aan sma kelijke etenswaren, die voor het grijpen liggen staat in schril contrast tot de jaren, toen wij voor een beetje soep uit de gaar keuken in een lange rij moesten staan. De dames, die daar zo dapper aan de snijtafel staan, hebben aan het klaarma ken van de schat aan etenswa ren, waarop de in ons land ze ker niet ondervoede mens zijn begerig oog laat rusten, zeker een volle dagtaak! De mode van het-even-bin- nenwippen in de „snackbar" om er haastig een hapje op te pik ken, heeft zienderogen om zich heen gegrepen. Er is niemand, die op z'n beurt er aan ontkomt, omdat 't zo „gemakkelijk" is. Maar of 't de huiselijke gezel ligheid bevordert, is weer een andere kwestie. Eeuwige haast en rustige ge zelligheid gaan moeilijk ,-:amen. FANTASIO Zoltan Kodaly als ere-president (Van onze bijzondere medewerker) In restaurant ..Hungaria" aan de Lenin-ring in Boedapest speelt een zigeunerkapel weemoedige en soms meeslepende wijzen. Het Hongaarse publiek hoort het niet meer, het beschouwt dat spel als een achtergrond van de tafelge sprekken. In het nieuw-gebouwde hotel Royal aan diezelfde weg klinkt ook het spel van cimbaal en violen, slechts des middags onderbroken door wat moderne klanken bij de dagelijks te hou den modeshow. En in de oude, schemerige en intieme Matyas- pince (Mathias-kelder), dicht aan de Donau-oever, vraagt de bui tenlander naar zigeunermuziek aan de kapelmeester en de Hon gaar naar Engelse, Amerikaanse en Franse songs. Men eet er de Szegeder vissoep met paprika en porkolt (gesmoord vlees met paprika) en drinkt een Hongaarse wijn. En in een volkscafé op de hoek van een kleine straat achter de Staats- opera speelt een pianist wat tragisch- klinkende Hongaarse melodieën. Hoe meer de wijn of het bier heeft ge stroomd, hoe harder er door de ar beiders wordt meegezongen. Hier is de muziek niet alleen maar „entertain ment", maar een wezenlijk bestanddeel van het bij elkaar zijn, van het samen zijn van een groep Magyaren. Het is er vol, zoals het in alle café's en restaurants in Boedapest vol is. Het leven beweegt zich niet binnen de schaarse ruimte van de woning, niet binnen de één-kamer-bewoningen in de grote donkere en oude woonblok ken. Het leven voltrekt zich op de straat en in de café's zodra de arbeid op fabriek of kantoor beëindigd is. Wie om vier of vijf uur in de namid dag over de Leninring in het Pester- gedeelte van Boedapest loopt, denkt in een groot druk warenhuis te lopen, waar de passanten elkaar verdringen. Hij heeft zo uiterlijk euet het gevoel in een tragische stad te lopen, waar eerst de Duitse nazi's hun offer eisten en waar in november 1956 de Russen een rechtmatige vrijheidsdrang ge welddadig onderdrukten. In deze oude wonderschone stad, die doorkliefd wordt door de snel- stromende Donau. heerst een heel sterk lokaal -patriottisme. De Hon garen zijn verliefd op hun stad, op haar gratie, op haar veelzijdigheid, op haar geheimen, op haar straten, op haar hengen, op haar Donau, op haar winkels en espresso's, op haar bruggen en op haar mooie jonge meisjes. Ze houden ook van de drukte en de beweging, van de mo derne elegance van charmante mannequins, van de bekoring der ontelbare oude taxi's. En ze min nen bovenal de cultuur, uitgestald in de theatersde concertzalen, de musea en de boekwinkels. Het onbekende tegemoet En tel deze stad wordt thans dat merkwaardige festival gehouden, dat tegelijk twee beroemde componisten wil eren: Franz Liszt en Bartók. Het is immers 22 oktober a.s. 150 jaar ge leden, dat Franz Liszt in het thans aan Oostenrijk behorende Raiding (Hongaars Doborjan) geboren werd. En op 25 maart j.l. was het 80 jaar geleden, dat Béla Bartók in het dorp Nagyszentmiklos in de provincie To- rontal (thans Roemenië) het levens licht aanschouwde. Twee in Hongarije geboren componisten, die echter buiten Hongarije zouden sterven: Liszt in 1886 te Bayreuth in Duitsland. Bartók in 1945 te New York in Amerika, Liszt Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli was een kosmopoliet, die zich in vele landen thuis voelde. Bartók bleef een echte Hongaar, die tot zijn dood toe bleef hunkeren naar zijn vaderland, dat hij in oktober 1940 voorgoed verliet. „Misschien gaan wjj het onbekende tegemoet, maar wü kunnen niet anders. Voor hoe lang dit alles? God alleen weet het", schreef hij aan zijn vriend de Zwitserse diri gent Paul Sacher. Aan zün in Bazel wonende volgelinge prof. dr. Oscar Müller-Widmann had hü op 2 april 1940 nog vanuit Napels geschreven: „Het gaat met ons allen snel bergaf waarts, met grote zekerheid". Geen terugkeer Voor de duur van de oorlog zou Bar tók in Amerika bleven. Toen de oorlog in 1945 eenmaal voorbij was, waren niet alleen Bartóks krachten zodanig verzwakt, dat van een terugkeer geen sprake kon zijn, maar voelde hij ook niets voor een terugkeer. In juli 1945 schreef hy aan de in Amerika levende Hongaarse componist Jenó Zadór: „Uit Hongarije komen bijzonder verplette rende berichten: een schrikbarende verwoesting, een grote nood, een drei gende chaos. Zoals ik de dingen zie is voorlopig aan terugkeer niet te den ken. Er is ook geen mogelijkheid toe: transportmiddel noch Russische toe stemming. Maar zelfs al er een mo gelijkheid was, zou ik het toch raad zamer vinden, de ontwikkeling verder af te wachten. God weet hoe lang het nog kan duren voor het land zich enigszins kan herstellen (Voorzover het dat überhaupt kan) Groots opgezet In ai-moede en als banneling is Béla Bartók in Amerika gestorven, in het bijzijn van zijn zoon uit het tweede huwelijk, Peter Bartók, en zyn tweede vrouw, de pianiste Ditta Pastory. Ver van zijn vaderland, ver van de bron- y»ic ui ccii t_vi i<_<ri uuui hoort de muziek ruimtelijk: sommige instrumenten meer met het linker, andere met het rechteroor. Met twee microfoons, ter plaatse van de oren in een „kunsthoofd", is de ruimtelijkheid (de stereofonie) te herstellen. Maar dan moet men zenden op twee golflengten en luisteren op twee ontvangtoestellen (stereofonische uitzen ding). Een onzer medewerkers heeft in Boedapest het daar gehouden Bartók-Liszt-festi val bijgewoond, dat is geor ganiseerd ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van Liszt en de 80ste geboortedag van Bartók, de twee in Hon garije geboren componisten. Dit festival bestond uit een muziekwetenschappelijk con- res over beider werkenuit een internationaal pianocon cours en uit een serie feest concerten met werken van beide componisten en van moderne Hongaren. Onze medewerker geeft een beeld van dit festival, vermengd met een blik in het gewone leven en enige mededelingen over de ontwikkeling van het kunstleven in Hongarije. Het trotse in Nieuw-Gotische stijl gebouwde parlement aan de Pest-zijde van de Donau in Boe dapest. tussen 1884 en 1904 ge bouwd door de Hongaarse archi tect Imre Steindl, met een lengte van 265 meter. UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH nen van zijn kunst, de volksliederen en volksdansen, ver ook van zijn vriend, de componist Zoltan Kodaly, die thans nog in Boedapest leeft en die eens met Bartók uitgebreide speur tochten maakte op het gebied van de volksmuziek. Liszt en Bartók, overal in Boedapest vindt men afbeeldingen van deze com ponisten. Een speciaal comité, bestaan de uit. tal van bekende musici uit Hon garije met als ere-president Zoltan Kodaly, heeft een drievoudig festival georganiseerd. Het ene deel bestaat uit een internationaal muziekweten schappelijk Liszt-Bartók-congres, waar tal van lezingen zijn gehouden over de betekenis van beide componisten. Pianoconcours Het andere deel omvatte een inmid dels beëindigd pianoconcours voor pia nisten tussen 15 en 32 jaar uit vele delen van de wereld (Frankrijk. Bel gië, Nederland, Engeland. V.S., Canada, Italië, Argentinië, Japan, Por tugal, Turkye, Ceylon. China, Australië Oost- en West-Duitsland. Urugay, Rusland, Bulgarije, Roemenië en Hon garije). De jury bestond uit de Honga ren Paul Kadosa, Istvan Antal. Annie Fischer. Lajos Hernadi, Peter Slymos, Imre Ungar, de Frangaise Nadja Bou- langer, de Oostenrijkse Edith Farnadi, de Tsjech Vaclav Holzknecht, de Rus sen N. P. Jelemnajowa en A. A. Nyiko- lajew, de Italianen Guido Agosti en Carlo Zecchi, de Oostduitsers Juliane Lerche en Amadeus Webersinke, de Pool Wladislaw Kedra, de Roemeen Florica Musicescu, de Bulgaar Ljubo- mir Pipkow en de Amerikaan György Sandor (van Hongaarse afkomst en oud-leerling van Bartók). Als toe schouwers zaten hierbij Henri Gagne- bin uit Genève, Cao-Goen uit China en Marquis de Gontaut Biron uit Frankrijk. Het derde deel tenslotte werd ge vormd door een muziekfestival, waar tal van werken van Bartók en Liszt, alsmede vele moderne Hongaarse wer ken, werden uitgevoerd onder leiding van Ernest Ansermet, John Barbirolli, Janos Ferencsik, Gennady Rosgyeszt venszky en György Lhel, alsook door het Engelse Amadeus strijkkwartet. Niet minder dan 100 buitenlandse gas ten waren bij het congres en het fes tival aanwezig, terwijl er in totaal 60 jonge pianisten aan het concours deel nemen. Een byzonder groots opgezette organisatie dus. waarvoor men veel be wondering kan hebben. De meeste manifestaties hadden plaats in de muziekhogeschool, waar van Franz Liszt de eerste president was, waar Bartók van 1907 tot 1939 les gaf en waarvan Zoltan Kodaly nog steeds als leraar verbonden is. Maar ook in het Erkel-theater en in de Staatsopera kon men opera's zien. Veel uitvoeringen Om een klein voorbeeld te geven van de culturele bedrijvigheid in Boe dapest gedurende deze herdenking, ver melden we dat er in één week tyds, naast de concerten in het kader van het Liszt-Bartók-festival, opvoeringen waren van de drie theaterwerken van Bartók (De wonderbaarlijke manda rijn, De houten prins en De burcht van hertog Blauwbaard), de opera's „Turandot" van Puccini, „La Bohème" van Puccini, Wagners „Meistersinger ovn Nürnberg", Albert Herring" van Benjamin Britten, „Carmen" van Bi- zet, „Lucia di Lammermoor" van Doni zetti. „Othello", van Verdi, „Hunyadi Laszlo" van Ferenc Erkel, „Janos Vi- téz" van Pongrae Kacsón, „Macbeth" van Verdi, de balletten „Coppélia" van Delibes en „De notenkraker" van Een blik in het in 1886 voltooide en in neo-Renaissancestijl opge trokken gebouw van de Staats opera aan de Népköztarsasag Ut- ja (Straat van de Volksrepubliek) te Boedapest. De voorgevel wordt getooid met twee standbeelden van de componisten Erkel en Liszt Tschaikowsky en de operette „Die Fle- dermaus" van Johan Strauss. En nu noemen we nog niet eens de verschil lende toneelstukken in die week, o.a. van Shakespeare, Tolstoi, Molière, Tennessee Williams, Goethe, Arthur Miller en Bertolt Brecht, alsook de „Lysistrata" van Aristophanes. Werkelijk er is wel wat te doen in Boedapest en men wil aan dit leven in theater en concertzaal ook graag meedoen. De toegangsprijzen zijn niet hoog, het peil is goed en bovendien: „Het geld moet rollen, waarom zouden we sparen, morgen komt er misschien weer een nieuwe ramp". In deze uit spraak, die we van een Hongaarse fa milie hoorden, ligt een grote tragiek, zelfs al weet men dat de Hongaren ook in de perioden van werkelijke vrij heid (die meestal maar erg kort zijn geweest) graag en veel geld uitgaven voor uitgaan en theater. In dit opzicht is het leven dus niet veranderd, maar het heeft een andere ondertoon gekre gen. Foto Will Eiselin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 20