Het huis aan het water
ONS MENU
MAÏZENA
DU RYEA
EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HEI
ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERIOK
Naaisterhaal er de breiwol bij!
ZATERDAG 21 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
VAN DE WEEK
beauty
products
WONDEREN DER
KIJKJES IN DE NATUUR
NATUUR
door
Sjouke van der Zee
PAGINA 3
weps, die met nun allen door deze on
gekende herfstdagen nog tot ongeken
de activiteit worden geprikkeld.
Het kille raam heb ik toch maar
weer verwisseld voor de warme
dekens. Er komt een melkwagen
voorbij, ik hoor de rustige stap van het
paard en het bommelen van de lege
bussen. En, merkwaardig als het, nu
eenmaal gaat met gedachten, die hun
grillige vrije loop mogen hebben, nu
moet ik weer denken aan dat slapende
paard in dat weiland en springen mijn
gedachten over op de vele prachtige
paarden, die we op onze rondreis door
ons land nog hebben gezien. Van
Zeeuws-Vlaanderen met zijn indruk
wekkende Zeeuwse paarden tot en met
de noordelijke provincies, waar het
fraaie Friese paard nog zo'n voorname
plaats inneemt. Ondanks het pessi
misme in mijn vorig artikel over de
gemechaniseerde landbouw in onze
moderne polders!
Geen wonder, dat Je ten opzichte
van het Nederlandse paard pessimis
tisch wordt, wanneer je verzeild raakt
in de slagorde van een leger combines!
Gelukkig, ze zijn er nog, onze paar
den, altijd mooi, altijd boeiend, waar
en onder welke omstandigheden je ze
ook ziet.
Weer een gedachtensprong. Er is pas
een boek uitgegeven (Uitg. Ploegsma,
A'dam) getiteld „Het Friese paard".
Nu, paardenliefhebbers, dierenvrien
den, nu kunt u te gast gaan aan een
verzameling foto's over dat bijzonder
fraaie paardenras, nu kimt u zelf con
stateren, wat er tot stand is gekomen
door 'n goed gerichte en enthousiaste
samenwerking van mensen, die een
bijna verdwijnend ras tot nieuwe bloei
hebben weten te brengen. Ze kunnen
er daar in t noorden trots op zijn. De
samenstellers van dit mooie boek, ken
ners van het paard en van het Friese
land, niet minder!
En de lezers runnen heel wat Dtjzon-
derheden over het Friese stamboek-
paard aan de weet komen. En dat nog
wel in zes talen. Ook dat is een presta
tie!
Kaas is een bijzonder gemakkelijk
hulpmiddel bij de bereiding van al
lerlei gerechten. In dit weekmenu zijn
dat b.v. een warm voorgerecht (op
zondag), een hoofdschotel (op donder
dag) en een voedzame soep (op za
terdag), maar uit de recepten hiervoor
blijkt al direct dat er niet dezelfde
kaassoorten voor worden gebruikt.
Voor het kaassneetje is een jonge kaas
nodig die gemakkelijk uitvloeit, de pa
prikaschotel daarentegen, die een vul
ling van kaasdobbeltjes krijgt, vraagt
een belegen kaas, terwijl de soep met
geraspte dus oude kaas wordt
afgemaakt.
MAANDAG:
aardappelpureerand met kaasragoüt,
bloemkool; broodschotel met appel
moes.
DINSDAG:
kruidenomelet, spinazie, aardappe
len, botersaus; (bonen in de week
zetten), hangop.
WOENSDAG:
stamppot snijbonen met witte bonen
en rookworst; yoghurt met chocola
devla en banaan.
DONDERDAG:
paprikarijstschotel; vruchtensla.
VRIJDAG:
gebakken visfilets, rode kool, aard
appelbeignets of rolpens met gebak
ken appelschijven, rode kool;
sneeuwpudding.
ZATERDAG:
mexicaanse maissoep; fruit.
ZONDAG:
Zwitsers sneetje; kalfskoteletten
aardappelen, brussels lof; koffievla
met hazelnoten en slagroom.
ZWITSERS SNEETJE
4 sneetjes brood roosteren, met mos
terd bestrijken, een laagje geraspte
ramenas erop doen, een plak jonge
kaas erover leggen en in de hete oven
goudbruin laten worden. Voor het op
dienen met gehakte bieslook of peter
selie bestrooien.
PAPRIKARIJST MET KAAS
50 gr. boter smelten, 1 fijn gesneden
ui erin fruiten, 200 gr. rijst erbij doen
en meefruiten tot de korrels goudbruin
zijn gekleurd. Ys liter water toevoegen
en de rijst hierin ongeveer 15 min.
zachtjes laten koken, 2 heel fijn gesne
den paprika's, 1 gesneden tomaat en
100 gr fijn verdeelde ham erbij doen
en de rijst op een heel zacht vuur ver
der gaar en droog laten worden. Van
het vuur af 75 gr in dobbelsteentjes
gesneden belegen kaas erdoor roeren,
de paprikarijst in een vuurvaste scho
tel doen, met 25 gr geraspte kaas en
paneermeel bestrooien, een paar
klontjes boter erop leggen en in de
oven bruin maken. Voor het opdoen
met plakjes tomaat garneren.
NB. De geraspte kaas kan ook door
de rijst worden geroerd waarna het
gerecht meteen wordt opgediend. In
dit geval is dus geen oven nodig.
MEXICAANSE MAÏSSOEP
De bladeren, haren en de stronk van
2 maiskolven verwijderen, de korrels
er met een scherp mes afsnijden en
deze in een bodempje water met iets
zout in 20—30 minuten gaar koken.
Ondertussen een paprika in plakken
snijden en deze even bakken of enkele
minuten in wat water koken. Van 40
gr. boter, 40 gr. bloem, 2 theelepels
kerriepoeder en 3/4 liter bouillon een
mooi glad gebonden soep maken en er
tot slot 1/4 liter melk en de maiskorrels
doorroeren. Alle goed heet maken en
daarna van het vuur af 100 gr geraspte
kaas in de soep strooien en er goed
doorkloppen. Zo nodig de soep met wat
zout op smaak afmaken en garneren
met de plakjes paprika.
Advertentie
maakt Uw gr
De beestachtige wijze, waarop de bekende acteur Paul Manoretti ver
moord was, had alom grote ontsteltenis veroorzaakt. Met vette letters stond
het bericht op de voorpagina's van de ochtendbladen.
Inspecteur Herlok was de vorige avond laat door commissaris Berenga
van de moord op de hoogte gebracht en hij was zo snel hij kon naar de
reante villa gereden, die de heer Manoretti kortgeleden had laten bouwen.
Het huis zat reeds vol politiefunctionarissen. In een hoek van de hall
trof inspecteur Herlok commissaris Berenga met naast zich een bleek
vrouwtje, dat de weduwe van het slachtoffer bleek te zijn.
Even later hoorde de inspecteur haar bevindingen. Ze was ruim een
week naar haar ouders geweest in het buitenland; ze was die avond met
het vliegtuig teruggekeerd en had zich met een taxi van het vliegveld naar
huis laten rijden, al verbaasd, dat haar man haar niet was komen afhalen;
hij had de laatste drie weken geen voorstellingenthuisgekomen trof
haar direct de enorme ravage in de zitkamer toen ze de slaapkamer
betrad, wachtte haar een afgrijselijk schouwspelhaar man lag op de
grond, het gezicht onherkenbaar verminkt, badend in het bloedAlle
kasten bleken te zijn geforceerd en was een aanzienlijk bedrag uit de
brandkast verdwenen, evenals een aantal kostbare sieraden
Terwijl de vrouw het verhaal deed, barstte ze in snikken uit.
„Het is beestenwerk geweest," bromde Berenga, „we hebben nog geen
spoor kunnen ontdekken; Herlok, zou jij je speurneus eens willen in
schakelen?"
een laken afgedekte brancard de hall in. „Arme kerel", zei Berenga, „ze
een laken afgedekte branmard de hall in. „Arme kerel", zei Berenga, „ze
hebben niet veel meer van hem overgelaten enfin, ze brengen hem naar
't ziekenhuis voor onderzoek".
Na de kamers van het slachtoffer nauwkeurig geïnspecteerd te hebben
ging inspecteur Herlok terug naar huis; hy had geen spoor kunnen ont
dekken.
Toen hij de volgende morgen zijn ochtendblad openvouwde, viel zijn
blik direct op de vetgedrukte letters, waarmee de moord op Manoretti
bekend werd gemaakt. Een foto van de populaire acteur prijkte ernaast.
Vijf minuten later nam commissaris Berenga de hoorn van de telefoon-
haak.
„Goedemorgen", klonk de stem van inspecteur Herlok, „commissaris
ik' heb groot nieuws voor U de man die vermoord is aangetroffen en
nu in 't ziekenhuis ligt, is NIET de heer Paul Manoretti, maar iemand
anders; ik raad U aan, de diepbedroefde echtgenote zo snel mogelijk te
arresteren, ik heb zo'n idee, dat die
Vraag: WAAROM MEENDE INSPECTEUR HERLOK DAT DE VER
MOORDE ACTEUR NIET DE ACTEUR MANORETTI WAS?
j^Uld }3UI U3UI3U
-jeem puBqjs^uq suaip ^frppinp 5jo[japj uo^ 'uaÖBJp
-3663AV pJ3AV pJEDUEjq 3p do J3}qD3 J3JJO}l{DE[S }3q
U30J, '^uid 3P Tu 'ls!m J36uia U33 pueqi3>[ui[ 3p ubb
1M3JOUBIAJ Jn3pB 3p }Ep 'jqfqq 010J3JUEJ5J 3p lift :pJOOi*JUY
Advertentie
Eén van de grootste wonderen der natuur en lange tijd
ook één van de grootste raadselen, is het verschijnsel van
eb en vloed.
Hoe groot het verschil tussen hoog en laag water Is,
hangt af van de plaats en de kuststreek. We weten nu
waardoor dit verschijnsel veroorzaakt wordt.
Het is in de eerste plaats de aantrekkingskracht van de
maan. In de illustraties hebben wij voor de duidelijkheid
de gehele aarde door water omgeven.
Door de maan wordt op een bepaalde plaats (A) een
grotere aantrekkingskracht uitgeoefend dan op een
andere (B). Hierdoor wordt het water in de len terichting
uitgerekt, zodat het bij A vloed is en bij B eb. Ooi: de
zon oefent een aantrekkingskracht uit, zij het in mindere
mate.
Staan maan en zon ieder aan een kant van de aarde,
dan is het verschil in eb en vloed klein en spreken we
van „dood tij". Staan zij echter in één lijn met de aarde
en oefenen zij dus beide een kracht uit op dezelfde plaats,
dan is het verschil groot en is het „springtij". Door het
draaien van de aarde verplaatst zich de vloedgolf geregeld
en zo is, door het achterlaten van aanspoelsel, op het
strand het aantal dagen na springtij tellen.
Verkrijgbaar bij:
Parfumerie Suringar
BREESTKAAT 108 - LEIDEN
TELEFOON 23401
Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand
Londen, oktober 1961.
De gebreide kraag op een stoffen mantel hebben we al enkele seizoenen gezien
en we hebben geconstateerd dat het effect maar wat geslaagd was. Die ge«
breide mantelkraag is ook dit seizoen nog in de mode en massa's andere gebreide
details zijn dat eveneens. Stof (of leer) en breiwerk worden alom gecombineerd
enniet alleen in het sportieve genre. Wie naaien kan èn breien, doet
natuurlijk onverwijld mee aan de mode. En wie slechts één van beide kunsten
machtig is, kan misschien de hulp inroepen van een ander, hetzij de naaister,
die haar een deel van het patroon geeft om na te bbreien, hetzij een moeder,
die handig is met de haaknaald of een zuster, die zich met de breimachine beter
weet te redden dan met de naaimachine. Er is in de meeste gevallen wel een
mouw aan te passen, al hoeft het dan ook niet noodzakelijk een gebreide mouw
te zijn, zoals in het eerste van onze modellen.
1. Overigens is die gebreide mouw
van het eerste model gehaakt, in los
sen, en van dikke, zwarte vierdraads-
wol. De rest van het korte jasje is
van leer (of plastic of vingyl imitatie
leer). De bijbehorende rechte rok is
gehaakt, net als de mouwen, en even
eens gehaakt is de sjaal, die in de
ronde halsopening van het jasje over
elkaar geslagen wordt. De sjaal is
schuin gehaakt (de laatste steek van
het werk wordt niet gehaakt, voor de
eerste wordt telkens een nieuwe steek
opgezet) en rondom afgewerkt met een
rand vasten. Bij de rok hoort 'n truitje
in tricotsteek gebreid van fijne zwarte
wol en diepglanzende zwarte splitzijde,
die samen zijn gebreid. Halsopening en
zoom van dit mouwloze truitje zijn af
gewerkt met een rand vasten, met het
zijden garen gehaakt, De voering van
het jasje kan van gewone voeringzijde
of gewatteerde zijde worden gemaakt,
ofwel gebreid met blauwe mohairwol.
Wie een gebreide voering kiest, bepale
zich tot het jasje zelve en voert de
mouwen liever met stof.
2. De sjaal is een hypermodern mo
deattribuut. Hij hoort deze winter bij
alle mogelijke kledingstukken als losse
accessoire of aangeknipt ver
lengstuk van blouse, jasje of hoofd
deksel. Losse accessoire is hij in het
model van de tweede schets, een pakje
of deux-pièces van effen of gepatro
neerde wol. De sjaal is gebreid in pa
tentsteek of gerstekorrel, ofwel gehaakt
Bij een effen oak je is hij van dezelfde
tint als de stof, bij tweede of een
ruitstof kan nij van contrasterende
kleur zijn. Hij is rondom gebiesd met
de stof van het pakje. Wie oen con-
fectiepakje met een dergelijke sjaal
wil completeren of moderniseren en
niet over bijpassende stof beschikt,
kan de sjaal if werken met een boord
sel van wollen tres of met een bies
van satijn of grosgrain in de tint
van het pakje (deze beide laatste ko
men alleen in aanmerking indien het
pakje van effen stof is).
3. Het derde model is een japonnetje
van bruine jersey, waarop de gebreide
garnering een driehoekige, ingezet vest
is met ruime, opstaande boordhals, het
geheel in ribbel of patentsteek gebreid.
Het breiwerk, dat op de rug parallel
aan de halsopening loopt, is wit.
4. Als vierde combinatie van stof
en breiwerk een deux-pièces van wol
len twee, gegarneerd met haakwerk
van donkere, contrasterende wol. De
vrij brede, gehaakte rand garneert in
dit model de driekwart mouwen als
de zoom van de rechte blouse.
5. Het laatste model is een gezellige
sportief geheel, bestaande uit een pan
talon van flesgroene corduroy en een
rechte jakblouse van dezelfde stof in
goudkleur; deze laatste is gegarneerd
met een teruggeslagen kraag (om een
brede, ondiepe halsopening) die ge
breid is in twee kleuren: flesgroen voor
de onderste helft, blauw voor het ïeste-
rende deel. Ook de manchetten van de
driekwart mouwen zijn in twee Kleu
ren en, gelijk* de kraag, in ribbel ge
breid.
J.V.
Zachtjes duwt de nachtwind tegen
mijn raam en voert van ver en
dichtbij de geluiden mijn kamer
binnen. Een stille kamer in een
vreemd huis, dat slaapt aan het don
kere water.
Toen ik in de voornacht insliep, was
er alleen het ononderbroken ruisen
van de regen als achtergrond voor die
geluiden. Daar was het carillon, dat
zijn zilveren klanken strooide over de
oude huizen en de straatjes van de
kleine stad. Daar was het stampen
van 'n motortjalk, die uit het buiten
water, de meren en de vaarten, kwam
koersen en naar de grachten zijn weg
zocht. Naar het water, dat deze
eeuwenoude stad beheerst. Water met
rijen bomen, die overdag het herst-
licht dragen op hun reeds verkleuren
de blad en in de namiddag lange
schaduwen leggen op het prachtige
groen der bolwerkers.
Nu ls het volkomen stil. De regen
is opgehouden, door het open
raam zie ik een zwart schijnsel;
het schemerlicht, dat aarzelt cp de
drempel van de nieuwe dag. Het is nog
erg vroeg, werkelijk veel te vroeg voor
iemand, die als gast zekere wetten in
acht heeft te nemen Want, zo over
denk ik, terwijl ik de vage omtrekken
van de dingen om me heen met een
slaperig oog bezie, ik kan nu toch be
zwaarlijk gaan opstaan, om eens een
kijkje te nemen aan dat water.
Het zou trouwens de eerste keer niet
zijn, dat ik midden in de nacht uit de
nauwe kooi van een zeilboot kroop, on
danks het zwakke protest van een „sla
pie", om op een nat en koel weiland wat
rond te kuieren. Om met een slapend
paard een fluisterend praatje te ma
ken en vooral, om de weldadige stilte
van een zomernacht eens rustig op me
te laten inwerken. Ik kan me best in
denken, dat er mensen zijn, die, om te
ontkomen aan de plaag van het la
waai, de nacht kiezen om te werken.
Om te denken of te schrijven.
Hier, in mijn logeerkamer, ln dat
merkwaardige ouderwetse, maar
gezellige huis, dat helemaal ver
stopt ligt achter huizen en water, hier
is geen enkel lawaai. Nauwelijks het
geluid van een waaiend gordijntje. En
wat ik van ver opvang, het accen
tueert slechts de stilte.
Daar zijn in de nacht altijd de roe
pende vogels. Waar staan ze nu in het
donkere weiland, de scholeksters, die ik
zo duidelijk „te piet te piet" hoor
roepen? Of vliegen ze rondjes boven
het brede water? En dat zachte en
zeer melodieuze tjeluu tjeluu!" dat
moet van de tureluurtjes zijn!" Het
zal er nu nat zijn in de weilanden en
een zware damp moet er nu wel han
gen boven de rietranden, die de sla
pende vogels herbergen, spreeuwen in
rijen op doorbuigende riethalmen. En
zwaluwtjes bij honderden.
Mist op het land, dat betekent voor
morgen eerst een grijze ochtend en
dan opnieuw een stralende dag m de
lange reeks glanzende herfstdagen,
waarmee september zoveel zomerna-
righeid heeft goedmaakt.
Weer klinkt het carillon en breekt
de stilte. Ik herken moeizaam een heel
oud kinderliedje, maar de strofen ver
waaien en verbrokkelen ln de nacht.
Dan, plotseling! breekt er van vlak
by een heftig spektakel los, een kwa
ken en bruisen en een pledderen van
vleugels en poten. Dat zijn de stads
eenden, de half wilde herrieschoppers
uit de grachten. Die hebben hun
slaapje er dus ook opzitten! In ge
dachten zie ik ze komen aanvliegen
met snelle vleugels. Dan een afrem
men, een strekken van de zwemvlies
benen en met uitwaaierende staart
balanceren, om volgens de regels van
de kunst een waterrug voor zich uit te
duwen, als ze zich spetterend en
staartschuddend mengen tussen de op
gewonden troep onder de hoge wilgen
bomen.
Gezellige dieren, die stadseenden.
Ze zijn van niemand, maar nie
mand legt ze een strobreed in de
weg, behalve dan de jochies, die in de
broedtijd azen op hun eieren. De
schippersvrouw van de tjalk aan de
overzij voert ze iedere morgen
iedereen heeft schik in de levenslus
tige vogels, die huD dagen doorbren
gen met uitgebreide inspectietochten
naar allerlei hoeken en gaten van hun
uitgestrekt waterdomein, met luid
ruchtig rondzwieren of vredig
maar wat dobberen op het kleurige
spiegelende water.
Hoog in de wilgen zitten hun nesten,
de eendekorven, waarin vroeg in het
voorjaar de eieren liggen op het zacht
ste dons, dat een vogelbroed maar kan
wensen. Van die hoge wieg uit onder
nemen de gele donskuikens hun eerste
duik recht op het water af, dat voor
taan hun eendenbestaan zal beheer
sen.
Zal ik toch even uit het raam kijken
over het water? Hoor, dat zijn
fluitende talingen. Die moeten wel
zeer hoog overkruisen. Uit de roef van
de tjalk schijnt een licht, het water
knipoogt met een vurig lijntje terug.
De dag is in aantocht. Beneden mij
ligt het grasveld mer. de stoeltjes en
een tafel. Daar hebben we gisteren
thee gedronken in de heerlijke zonne
warmte. Alles is nu grijs en kil, de
grote bossen herfstasters zijn slechts
matte vlekken naast het al even kleur
loze gazon. Maar over een paar uren
zullen ze weer vlammen als felgekleur
de boeketten rood, paars en wit. Dan
zijn ze weer stralende voedselbronnen
voor de bijen, voor prachtige zweef
vliegen en ook nog voor een enkele