„Ik ben op geen enkel gebied een deskundige" VPRO-bestuur: „Wij zijn bestraft wegens kritiek" Ramp was krachtproef Student mishandelde een opperwachtmeester „Erg verontwaardigd over moreel onrecht" Ir. A. G. Maris verlaat Rijksivaterstaal Hier is streng optreden nodig Premier De Quay beantwoordt vragen over Scliiphol-incident iOSRAM Felle discussies rond praatverbod RADIO TELEVISIE Vice-president van India drie dagen op bezoek Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 18 oktober 1961 Derde blad no. 30480 (Van onze speciale verslaggever) „De moeilijkste periode van mijn carrière Dat zijn zonder twijfel de eerste maanden na de watersnood van 1953 geweest. Het hele Neder landse volk keek naar ons en wilde weten wanneer wij het water weer bedwongen zouden hebben, wan- naar het overstroomde land weer droog zou vallen. „Ik herinner me nog goed hoe tij dens een vliegtocht hoven het ramp gebied journalisten me een antwoord op die vraag wilden afpersen. En ik kon toch niet verder gaan dan de verklaring, dat ik bijzonder geluk kig zou zijn wanneer de gaten voor het volgende seizoen zouden zijn ge dicht, want we hadden immers nog niet voldoende gegevens, zelfs al werkte ons laboratorium in tomeloze vaart. Maar je voelde en hoorde het wan trouwen van het publiek, dat dacht: Rijkswaterstaat is één van de oud ste diensten van het land en dat kan je wel merken ook". Dat heeft ons in die tijd wél eens gedepri meerd." Van die zwartgallige stemming is thans bij de van Rijkswaterstaat schei dende directeur-generaal, ir. August Godfried Maris, niets meer te merken, als dat voor de buitenwereld al ooit het geval is geweest. De zelfbeheersing van deze in veertig jaar tot de hoogste lunc- tie van Rijkswaterstaat opgeklommen civielingenieur, wie men de pensioenge rechtigde leeftijd verre van aanziet is algemeen bekend. In het gesprek dat wij, zijn overvolle agenda ten spijt met hem mochten hebben ervoeren wij echter dat deze zelfbeheersing niet voortkomt uit onbe wogenheid, integendeel. Ir. Maris rea geert levendig en prompt op opmerkin gen welke hem aanvechtbaar lijken en hij schuwt in zijn weerwoord de humor noch de zelfspot. Innerlijke rust „Goed, toen eenmaal de moeilijke ga ten bij Schelphoek en Kruiningen wa ren gedicht, nam niemand ons de aan vankelijke mislukking van Ouwerkerk kwalijk. En toen ons op die gedenk waardige nacht van 6 november 1953 de plaatsing van dat laatste caisson toch nog gelukte, heb ik inderdaad het mooiste moment uit mijn loopbaan be leefd. Daarna konden we bij het publiek geen kwaad meer doen en ook dat was natuurlijk helemaal ten onrechte" En men voelt de uitzonderlijke In nerlijke rust, welke achter deze consta tering schuil gaat, dezelfde kalmte wel ke die Amerikaanse kolonel zo heeft ge- imponeerd waarmee ir. Maris de middag voor de sluiting op de caissons in het gat van Ouwerkerk stond, terwijl ze be neden zich de zee hoorden grommen te gen de basaltkeien, welke nauwelijks weerstand tegen het geweld der golven boden. Produktiviteit De watersnood van 1953 en het Delta plan hebben het ambtelijk patroon van de directeur-generaal ingrijpend gewij zigd. „Daar was ik in 1951 niet voor ge huurd!" zegt hij en noemt de verdrie voudiging van zijn budget tussen 1954 en 1961 thans 768 miljoen d>e beste illustratie van de toegenomen activiteit van zijn 8.000 man omvattende dienst, waarvan op de kop af 229 ingenieurs, duizend h.t.s.-ers en achthonderd lagere technici. „Als men van gestegen produk tiviteit wil spreken, dan moet men maar naar Rijkswaterstaat kijken, want ons personeel heeft bij lange na geen gelijke tred gehouden met onze gestegen om zet!" Deltaplan of niet, de ander activitei ten van Rijkswaterstaat gingen en gaan ook door. De aanleg van rijkswegen bij voorbeeld, waarvan er tijdens de ambts periode van ir. Maris ter lengte van 250 kilometer aan het bestaande net werden toegevoegd. Een derde rijkswe genplan is in de maak en zal in 1962 verschijnen. De uitvoering zal wel weer twee miljard vergen, net als de beide vorige plannen. Toch gelooft ir. Maris, dat er dan een eind in zicht is, wat. de grote autosnelwegen betreft. Ons land zal dan door zes oost-west- en zes noord-zuidverbindingen worden door sneden. Het zal daarna zaak zijn goede aansluitingen te geven van de secon daire wegen op de autosnelwegen. „De korte afstanden vormen één van onze schaarse natuurlijke grondstoffen en die moeten wij uitbuiten". Ook winst Ir. Maris zegt. dat naar aanleiding van de vaak gehoorde opmerking dat de vertraging der Zuiderzeewerken ten gevolge van het Deltaplan niet zo'n groot kwaad is. „Ik opponeer", antwoordt hij zonder bedenken. „Natuurlijk staat de landaan winning uit agrarische overwegingen niet langer op de voorgrond. Maar de stedenbouwkundige winst van het nieu we land, dus de kortere verbindingen en de mogelijkheden van nieuwe bevol kingscentra. is tenminste zo groot. Nog afgezien van de voordelen voor onze wa terhuishouding. De Afsluitdijk is immers al betaald door de betere zoetwatervoor ziening van de omringende provincies". Een gesprek met ir. Maris dreigt letterlijk „oeverloos" te worden, want in zijn veertigjarige dienst aan Rijkswaterstaat is hij met de meest uit eenlopende opdrachten belast geweest. We praten nog even over zijn werk zaamheid in het arrondissement Noord zeekanaal. Omtrent de dertiger jaren bouwde hij daar een complete onder- houdswerkplaats voor de sluizen en nieuwe havenhoofden, dezelfde die nu weer worden verlengd en gewijzigd. De oude blies hij zelf op met munitie, die hy voor een appel en een ei van de Hembrug kocht, Jr. Maris was een der weinige Nederlanders, die dat als oud-genie-officier mocht. Moeilijke vragen Bij zo'n verhaal proeft men de all round vakman. De directeur-generaal drukt het zelf enigszins anders uit: „Ik Schrik om liet hart Jj 1 l Hoewel het gebruik is, dat de I directeur-generaal van Rykswa- terstaat wordt benoemd uit de 23 hoofdingenieur-directeuren der provinciale en functionele directies had ir. Maris in 1951 l geen flauw benul, dat men hem l de meest geschikte figuur voor i die post vond. „Toen ik bij mijn voorganger werd geroepen, dacht ik dat het hem om de een of andere weg aansluiting ging. Maar ir. Harmsen vroeg mij of ik zijn opvolger wilde worden. De schrik sloeg me om het hart", aldus ir. Maris. ben geen deskundige op welk gebied dan ook". En hij voegt eraan toe: „Daarom heb ik mijzelf ook nooit als specialist naar een ander land uitgestuurd". Hoe hjj dan uitvloeisel van zyn functie geschillen tussen deskundigen oplost? ,Als de heren discussiëren kan ik ze soms nauwelyks bijbenen. Maar ik stel wel moeilyke vragen, ten minste ik hoop, dat zy ze moeilijk vinden. En dan: 't komt er in de waterbouw vooral op- aan de natuurwetten te kennen. Op die basis kom je altyd tot overeenstemming, komt! Als er maar geen politiek bij te pas De tyd voor het gesprek is om. We hadden nog even iets willen horen over de macht van Rijkswaterstaat. Maar ir. Maris besluit diplomatiek: „Men kan ons een staat in de staat noemen of een re publiek in een koninkrijk. Maar we zijn geen Camarilla" (op staats zaken invloed uitoefenende, krui pende hofkliek). Vlilj oenenbeclragvoor de onderontwikkelde gebieden Mr. C. W. A. Schürmann, hoofd van de Nederlandse permanente vertegen woordiging bij de V.N., heeft namens de Nederlandse regering voor 1962 een bij drage van f 5.600.000 aan het uitgebreide V.N.-programma voor technische bij stand toegezegd, alsmede een bedrag van f 9.272.400 voor het speciale fonds. Deze bedragen zullen in volledig converteer bare valuta beschikbaar worden gesteld. Mr. Schürmann herhaalde, dat Neder land krachtige steun zal blijven geven aan multilaterale hulp in het algemeen en aan de programma's der V.N. in het bijzonder. West-Europa staat op zijn rechten De groep afgevaardigden van de West- europese landen bü de V.N. heeft gis teren verklaard geen enkele regeling te zullen aanvaarden bij de reorganisatie van het secretariaat der V.N.waarbij West-Europa niet de plaats krijgt die het toekomt. Zij weigerden uitsluiting van een ver tegenwoordiger van hun groep uit de voornaamste adviseurs van een funge rende secretaris-generaal te aanvaar den. Zij verwierpen tevens elke regeling waarbij West-Europa met de commu nistische Oosteuropese landen gelykge- steld wordt. De groep heeft dinsdag met spoed achter gesloten deuren beraadslaagd na een gezaghebbend bericht dat de Ver enigde Staten van mening zyn dat over toevoeging van een Westeuropese ad viseur kan worden onderhandeld. Een hoge Amerikaanse bron zou gezegd heb ben dat Washington de mogelijkheid niet heeft uitgesloten „West-Europa er buiten te laten" by een mogelijke over eenkomst met de Sowjet-Unie over het secretariaat. West-Europa baseert zyn standpunt voornamelijk op het feit dat de groep meer dan een vierde deel van het budget der V.N. fourneert, op een tydstip waar op de wereldorganisatie in financiële moeiiykheden is. Joop de Leur jubileert Zondag 22 oktober zal de componist pianist Joop de Leur zyn gouden jubi leum vieren. Ter gelegenheid hiervan zal de jubilaris die dag van 1 tot 5 uur een feestmiddag worden bereid in de grote zaal van „Bellevue" te Amsterdam. Eis: iveek gevangenisstraf (Van onze correspondent) In z.g. snelrecht Is gistermorgen een 18-jarlge student uit Haarlem door de Bredase politierechter, mr. J. P. P. Willekens, wegens mishandeling van een opperwachtmeester van de Rijkspolitie veroordeeld tot een week gevangenisstraf met aftrek van 3 dagen voorarrest en met het bevel tot onmiddellijke gevangen houding, conform de eis van mr. E. C. G. Bauwens. De mishandeling vond plaats te Etten (N.-B.) op 8 oktober op het feestterrein van een tentoonstelling. Ver dachte had daar geprobeerd een amusementshal binnen te komen. Een opper wachtmeester ontzegde hem en anderen de toegang, omdat de hal al bordevol was. Verdachte had daarmee geen genoegen genomen. Blijkbaar was het bier hem naar het hoofd gestegen, want plotseling dook hij op uit een kluwen van op dringende mensen en sloeg de poli tieman op het gezicht. Later is hij na een vechtpartij overmeesterd en inge sloten op het politiebureau, waarna hij werd overgebracht naar het Huis van Bewaring te Breda. De student gaf toe de politieman geslagen te hebben. Een verklaring voor zijn onbezonnen gedrag kon hij niet geven. „Ik had bier op", was alles wat hij naar voren kon bren gen. „En daar zit nu net de fout", zei de politierechter. „Wij hebben vrede gesloten", voegde de student er bedeesd aan toe, waarmee hy bedoelde dat er De minister-president prof. De Quay heeft geantwoord op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid de heer Goedhart (P. v. d. A.) in verband met de gebeurtenissen op het vliegveld Schiphol by de aankomst van mevrouw Goloeba op 9 oktober 1961. „By aankomst van mevrouw Goloeba op 9 oktober 1961 op Schiphol waren de nodige maatregelen getroffen om het hoofd te kunnen bieden aan alle voorzien bare omstandigheden", aldus dit antwoord. Gewelddadig optreden van de diplo maten, nog wel in tegenwoordigheid en zelfs onder leiding van een ambassadeur op het grondgebied van de staat, waar zil geaccrediteerd zyn, tegen ambte naren in de rechtmatige uitoefening van hun functie, is dermate in strijd met hetgeen betamelijk is, dat dit redeiyker- wyze niet kon worden verwacht. De regering wenste, dat mevrouw Go loeba zich vrijelijk kon uiten omtrent haar wil Nederland al dan niet te ver laten. Zij wenste daarenboven tegenover de Sow jet-Russische autoriteiten buiten elke twijfel te stellen, dat van Neder landse zijde geen druk op haar werd uitgeoefend. Derhalve heeft de regering goedgevonden, dat de Sowjet-Russische ambassadeur by het onderhoud met me vrouw Goloeba aanwezig was. Daarby is er zorgvuldig op toegezien, dat de am bassadeur geen invloed op mevrouw Go loeba en later op de heer Goloeb uit oefende. Onmiddellijk na ontvangst en bestu dering van een officieel rapport over het voorgevallene is op 12 oktober 1961 aan de Sowjet-Russische ambassade aanzeg ging gedaan, dat de heren Chibaew en Popow het land voor zaterdag 14 oktober te middernacht had te verlaten. Daar aan werd toegevoegd, dat de regering ernstige redenen tot beklag had over het optreden van de ambassadeur en dat daarop te Moskou by de Sowjet- regering nader zou worden teruggeko men. Dit is vervolgens geschied in een nota van de Nederlandse ambassade te Mos kou aan het ministerie van Buitenland se Zaken aldaar, waarby de ambassa deur van de USSR persona non grata werd verklaard, aldus het antwoord. (Van een onzer redacteuren) Hoewel de V.P.R.O. een plan voor reclame in de televisie ter discussie voorlegde, spitste het ge sprek zich tijdens de persconferen tie van deze omroepvereniging gisteren in Amsterdam voor namelijk toe op wat kortheidshalve het „praatverbod" wordt genoemd. In deze uitdrukking schuilt veel overdrijving, maar de V.P.R.O. had over zo'n categorisch verbod nauwelijks bozer kunnen zijn dan hij thans al is, nu hij van de Programma Coördinatie Commis sie van de Nederlandse Radio Unie te verstaan heeft gekregen, dat hij zijn 5 uur radiozendtijd per week nog maar voor de helft mag vullen met gesproken woord en voor het overige muziek zal moe ten brengen. „Dit betekent een aantasting van onze wezenlijke taak Het is een moreel onrecht Wy zijn over de gang van zaken hoogst verontwaardigd Wij zien dit als een soort bestraffing voor door ons geleverde kritiek". In alle toonaarden gaf het V.F.R.O.-bestuur gis teren van zijn ontstemming blijk. Een scherp woord, dat reeds bij voorbaat een wederwoord heeft uitgelokt. Want de Nederlandse Radio Unie heeft voor vanmiddag de pers uitgenodigd. Om haar lezing over deze scherpe controver se te kunnen geven. Buitenbeentje Gisteren was het de beurt aan de V.P.R.O. om zijn verhaal te doen. Ver schillende leden van het bestuur droegen de stenen aan, waaruit wy de volgende toedracht konden opbouwen. Veertien jaar lang reeds beschouwt de y.P.R.0. zich een getolereerd buiten beentje. Hij ziet zichzelf als een buiten gewone omroep en acht zich dus niet gebonden aan de algemene norm, die in de Programma-Coördinatie-Commis sie van de Ned. Radio Unie wordt ge hanteerd, n.l. dertig procent gesproken woord in de radio tegen zeventig procent muziek. Omdat de V-P.RO. echter meer dan 60 uur zendtijd per jaar heeft, maakt hij deel uit van deze Commissie, al heeft men zich daarin nooit veel ge legen laten liggen aan wat de V.P.R.O. deed. Die ging zyn eigen gang en nie mand nam er aanstoot aan. Tot de V.P.R.O. met zijn plan voor een nationale radio-omroep ter tafel kwam. Daaruit bleek, dat deze omroep vereniging helemaal niet gelukkig was met de wijze, waarop die Programma Coördinatie Commissie (P.C.C.) werk te. „Een negatieve na-coördinatie", zo kwalificeerde de V.P.R.O. haar arbeid. „Iedere omroepvereniging stelt zelf standig haar programma samen. On der het genot van een prettig drankje komt men daarna tezamen om te kij ken of er misschien tydstippen zyn, waarop op beide zenders muziekjes klinken of sprekers het woord voeren. In alle gemoedelykheid wordt er dan wat geschoven en de zaak is zo ge zond". Positieven „Dat is te negatief", stelde de V.P.R.O. En in zyn plan voor een nationale omroep stelde hij een positieve vóór coördinatie voor. Waarby dus alle par tyen tevoren rond de tafel gaan zit ten om in onderling overleg te trachten tot een harmonischer programma-op bouw te komen. Volgens de V.P.R.O. is deze kritiek op de bestaande situatie echter niet in goede aarde gevallen by de andere om roepverenigingen. Dat is volgens hem het sterkst naar voren gekomen op de vergadering van de Coördinatie-Com missie op 23 juni j.l. Deze vergadering werd gepresideerd door VARA-bestuurder J. Broeksz, uit hoofde van zijn functie ook voorzitter van de P.C.C. Hoewel het niet op de agenda stond bracht hij volkomen on verwacht het natioale omroepplan van de aan de orde, Vanzelfspre kend protesteerde de V.P.R.O.-afgevaar digde. Hy had niet eens het plan by zichMaar voorzitter Broeksz zette door en geheel onvoorbereid moest de V.P.R.O. zich verdedigen tegen vele heftige aanvallen. En toen werd er met een maar gesteld: „Gezien de princi piële bezwaren, die u hebt tegen de vorm van de huidige coördinatie is het maar beter dat u in het vervolg vol ledig daarin meedraait Bestraffing De daad is met de „na"-coördinatie van de winterprogramma's by dit woord gevoegd. Om de klap niet al te hard te laten aankomen, mocht de V.P.R.O. zich tot de helft muziek bepalen, maar desondanks was de slag heel, heel hard. En de V.P.R.O. besefte maar al te goed, dat er formeel aan dit besluit niet te tornen viel. Reglementair is het geheel in orde. Een beroep op een gegroeide traditie hielp niet. „Tradities zijn er om gebroken te worden", meende de heer Broeksz. De V.P.R.O. vond ook geen begrip voor zyn argumentatie, dat zijn taak hierdoor onmogelyk werd en dat het bestuur zoiets niet tegenover zyn leden- luisteraars kon verantwoorden. „Wy zien dit als een bestraffing", zei de V.P.R.O.-afgevaardigde, maar het baat te hem niet. Nu wil men by de V.P.R.O. graag tot uitbreiding van de muzikale zend uren overgaan, maar niet ten koste van het voor zyn taak essentiële gesproken woord. Men heeft ook niet voor niets in maart reeds in Den Haag gepleit voor een verruiming van de zendtijd. De V.P.R.O. radio beschikt tot nu toe over slechts 1/10 deel van de zendtyd van elk der grote omroepverenigmgen. Voor de televisie was dat aanvankelijk ook zo, maar enige jaren geleden is op dit punt recht gedaan door de tv-zend- tijd van de V.PJt.O. op 1/3 van de zendtijd van de andere omroepvereni gingen te brengen. Dit geheel in ver houding met het ledental. Waarom dan toch aan de radio onthouden, wat aan de televisie is gegeven? Protest Die vraag stelt het V.PR.O.-bestuur ook in een fel artikel in het omroepor- gaan „Vrye geluiden", waarin het tevens protest aantekent tegen de gang van za ken. En het protesteerde bovendien „verontwaardigd" bij staatssecretaris, mr Y. Scholten. In antwoord daarop besloot het be stuur van de Nederlandse Radio Unie ook oen persconferentie te beleggen. De Geen maatregelen tegen Delftse studenten Tegen de R.-K. studenten vereniging Sanctus Virgilius te Delft die vrijdag jl. de Delftse politie te lijf ging met brandende fakkels en glasscherven, waarby twee agenten werden gewond, zullen geen bijzondere maatregelen wor den genomen. De gemeentelijke voor lichtingsdienst, die maandag berichtte, dat de burgemeester de heer D. de Loor zich beraadde op nadere maatregelen, heeft meegedeeld dat geen maatregelen zullen worden genomen. Het bestuur van de vereniging heeft zijn excuus aangeboden aan de com missaris van politie er een onderhoud aangevraagd by de burgemeester om dit ook tegenover hem te doen. Aange zien de burgemeester met vakantie is gegaan zal het na zijn terxagkeer door hem worden ontvangen. In vvrband met deze bereidheid tot excuus aullen ver dere maatregelen achterwege blyven, aldus de voorlichtingsdienst der gemeen te. Ook de door de commissaris toegezeg de maatregel (voorlopig geen vei^un- ning meer naar buiten op te treden) zal achterwege blijven. Elke aanvraag zal voortaan afzonderlijk worden beoor deeld. Advertentie. GANGEN VJL CE/DEN- TEL.Z'm'bj tussen hem en de opperwachtmeester nu geen vete meer bestond. „Dat is tenminste een lichtpunt in deze trieste zaak", vond mr. Willekens. „Op een vlegelachtige manier heeft verdachte zich gedragen", zei de officier van justitie in zyn requisitoir. „De po litie had het die dag al druk genoeg. Ze zit heus niet te wachten op types zo als verdachte, die het haar nog eens extra moeilijk maken". De raadsman, mr. A. F. M. de Kok, probeerde het gedrag van zijn cliënt te vergoelyken door op te merken dat er feest was geweest en dat het dus ver dachte niet al te kwalijk was te ne men, dat hy bier had gedronken. „Als men weet dat verdachte een toegangs- bewys had, doet deze gang van zaken toch iets anders aan", vond de raads man, die vroeg verdachte de schande van een onvoorwaardelijke gevangenis straf te besparen en hem te veroor delen tot een lange voorwaardelijke straf. De politierechter voelde niets voor dit voorstel. „Met dit euvel van verzet tegen de politie krygen we de laatste tijd steeds meer te maken", was zijn oor deel. „Ik ben het met de officier eens, dat er streng opgetreden dient te wor den". V.P.R.O. ook lid had geen bezwaar. Men wilde er zelfs graag bij zijn. Dat kon, maar dan moest de V.P.R.O. „als goed democraat" het meerderheids standpunt verdedigen. Begrijpelijk, dat de V.P.R.O. daar niets voor voelde. Overigens, ter vergadering werd geen delegatie voor deze persconferentie sa mengesteld. Daarna kwam men niet meer bijeen. Toch zcu er vanmiddag in Amsterdam een gesprek met de pers zyn Geen wonder, dat in al dat rumoer de plannen voor reclame in de televisie wat in het vergeetboek geraakten. Trou wens, in deze V.P.R.O.-plannen die wy vorige week publiceerden school bar weinig nieuws. Terecht werd opge merkt, dat ze in grote lijnen overeen komen met de consessie-aanvraag, zoals die destijds door de N.T.S. is gedaan. De V.P.R.O. bestuurders, die deze bij drage tot het gesprek over dit belang wekkende onderwerp nader toelichtten, konden het niet ontkennen. „Alleen wat verder uitgewerkt", zei men. Hetgeen in dit stadium nog wat pre matuur is (Van onze Amsterdamse correspondent) In een gure herfststorm en neer kletterende regen had gisteravond op het platform van Schiphol de be groeting plaats van de uit Boeda pest aangekomen vice-president van India, dr. Sarvepalli Radhakrishnan, die op uitnodiging van het Neder lands Tagore-comité 1961 een drie daags bezoek aan ons land brengt. De hoge gast werd bij het vliegtuig welkom geheten door vice-admiraal N. A. Rost van Tonningen namens de Koningin en door prof. dr. J. E. de Quay namens de Nederlandse rege ring, waarna hij een erewacht van een in ceremonieel tenue gestoken detachement van de Koninklijke Marechaussee inspecteerde. Dr. Radhakrishnana, die onder meer voorzitter van de Unesco en ambassadeur in Moskou is geweest, is één van de grote wijsgeren van zyn land en heeft zich zijn leven lang ingespannen om de kloof tussen het oosterse en het wes terse denken te overbruggen. Hij dankt de uitnodiging voor een bezoek aan Ne derland aan zijn verdiensten als filosoof en meer in het bijzonder als groot ken ner van de 100 jaar geleden geboren dichter en wijsgeer Tagore, over wie hij in Den Haag een voordracht zal houden. Morgen brengt dr. Radhakrishnan een bezoek aan Amsterdam, om het Instituut voor Zuid-Aziatische Archeologie van de Universiteit van Amsterdam namens zyn regering een uit boeken bestaand geschenk aan te bieden. Deze aanbie ding heeft plaats in het Instituut voor de Tropen, waar Nel Oosthout zal voor dragen uit „Chandalika van Tagore". De Indische vice-president wordt van daag te Soestdijk ontvangen. Anne Frank-proces Beklaagden geven ongelijk toe Het proces dat door de vader van Anne Frank, Otto Frank, aanhangig is gemaakt tegen twee Duit-sers die de echtheid van het Dagboek van Anne Frank in twyfel trokken, is vrywel be ëindigd. De twee beklaagden, de onderwijzer Lothar Stielau en de herbergier Hein- rich Buddeberg, hebben verklaard Otto Frank noch de uitgever van het Dag boek te willen beledigen, of de nage dachtenis van Anne Frank te willen be kladden. Stielau schreef in september 1958 in een schoolblad dat „de vervalste dag boeken van Eva Braun en van de Ko ningin van Engeland, evenals het niet veel meer echte van Anne Frank, de profiteurs van de nederlaag van Duits land wel enkele miljoenen hebben opge bracht". Buddeberg had met dit artikel zijn adhesie betuigd. Beide mannen verklaren thans van de onjuistheid van deze uitlating over tuigd te zyn. Otto Frank heeft zich be reid getoond op grond van deze ver klaring de aanklacht in te trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 5