Bonte bondige optocht met een oneindigheid van figuren Muzikale AANWINST: 3 OCTOBERCANTATE Kleurige hutspot uit de rijke historie van de Sleutelstad Originaliteit grote verdienste Heerlijk zingbare compositie als verrijking der viering rj LTIJD is het de optocht, waar de Leidse burgers zich het meest op spitsen Ze weten in hun hart precies wat er komen zal, maar tóch blijft het ieder jaar nieuw. De optocht is om een modewoord te gebruiken een „spectaculair" evene ment van-je-welste en speciaal in dit lustrumjaar had het bestuur der 3 October- Vereeniging er iets buitengewoons van willen maken. Driedubbel zonde dus, dat het weer zo weinig meewerkte, want precies op het moment van de aftocht op de Burggraven- laan, brak er een fikse bui los. Met een stralende zon zou alles er zoveel feeste lijker uit gezien hebben! Dit neemt niet weg, dat de duizenden en duizenden toeschouwers tóch hun ogen konden uitkijken naar de stoet, welke onder de titel „Landjuweel van 1C~6" als een hutspot uit de geschiedenis voorbij trok. Een hutspot was 't! Van alles had men erbij gesleept, om de variatie zo groot mogelijk te maken. Daarin is men ge slaagd, want alle levensfacetten, van liefde tot wreedheid toe, kwamen eraan te pas, in één bonte wemeling van kleurige taferelen. DE toeschouwer moest héél wat van de geschiedenis afweten, om het geheel te kunnen „vatten". Nu. dat hadden de organisatoren zélf ook begrepen. Vandaar, dat mr. Annie J. Versprille de goegemeente met haar inleiding al een heel eind op dreef geholpen had, waarbij dan nog in de Feestwijzer de nodige toelichtingen gegeven waren. Dat was wel nodig, want iemand die zó maar met z'n neus in de boter viel en zich op niets geprepareerd had, moest wel een zware dobber hebben, om de zin van het geheel te ontcijferen. Wij slaan echter de studiezin van het publiek niet zó hoog aan, dat er méér dan vijf procent van de toeschouwers is geweest, die inderdaad begrepen, wat de verschillende groepen voorstelden Hier en daar is de historie wel eens geweld aangedaan, maar wie zich daar aan stoort, is een kiesoor. En op 3 okto ber kunnen we kniesoren missen als kiespijn Wat komt 't er eigenlijk op aan? Men trekt er in eerste plaats uit om praalwagens, karossen en kostelijke kledij te zien. Dat is de hoofdzaak en in dit opzicht is de Leidenaar ook dit jaar niet tekort gekomen. In tegendeel! ZO vlot ats andere jaren kwam de op tocht ditmaal niet op gang. Behalve dat de regen even roet in het opge diende hutspotmaal kwam gooien, had den ook diverse malen de paarden het met hun benen te kwaad. Er was er zelfs één, die halsstarrig weigerde zijn lange tocht te beginnen, totdat men op het lumineuze idee kwam de wagen van achteren op te duwen, waarop er einde lijk vaart in kwam. Elders was het weer een trekboom, die op hoogst ongelegen die gepasseerd waren. De lieflijke taal van „Vrouwe Rethorica" deed dat alles weer spoedig vergeten Oneindigheid KORTOM: het was een optocht, welke in haar bondigheid 'n on eindigheid van originele figu ren uit de vergetelheid naar het heden overbracht en waarnaar men zeker, gehuld als ze waren in een wemeling van prachtige kleuren, met interesse zal hebben gekeken. Het geheel was omgeven door al datgene ivat de optocht sinds jaar en dag „eigen" is: de vigelanten met de 3 oktoberbestuurderen, de ere wachten, de commissarissen en voor al de parmantig marcherende leden van talrijke muziekkorpsen, die aan het geheel zulk een opgewekt karak ter verlenen. Ook al is de hemel niet blauw en toont de zon geen spoor van belangstelling Onvermoeid hebben de ongeveer 400 medewer kenden hun uiterste krachten ge geven om de optocht voor de zoveel ste maal tot hét glorieuze hoogte punt van de dag te maken! Wij geloven, dat mede door het goed inzicht der samenstellers en alle anderen, die bij de organisatie betrokken waren, dit „Landjuweel" in menig opzicht een „juweel der viering" is geworden, waarvoor de 3 October Vereeniging dankbaar mag zijn. Het enthousiasme der kijkers was groot en dat zegt wel iets in een stad die al zoveel optochten op zijn naam heeft staan. Veel vindingrijkheid heeft zich ook nu weer laten gelden. Wie bovendien weet wat al voorbe reiding er nodig is, om zó iets tot stand te brengen, móet voor het re sultaat zijn hoed wel afnemen. Wat wij hierbij dan ook graag doen! Even uitblazen. Dat was hard nodig want in een optocht meelopen is een vermoeiende bezigheid. Geluk kig maar, dat deze optocht in de twintigste eeuw werd gehouden, want in 1574 waren er beslist nog geen [lesjes limonade. De Zijlpoort reedook mee. tijd brak, wat ook de nodige zenuwen kostte. Maar toen dan tenslotte alle moeilijkheden overwonnen waren, kwam er beweging in het geheel en kon men gaan genieten van al hetgeen de Rede rijkerskamers te bieden hadden. Stenz en De Wilde schreven: De burgers van de goede stad de oude veste Leyden. door de Spanjool reeds afgemat opnieuw belaagdTen strijde! Zó begint de voor éénstemmig gemengd koor en kinderkoor ge schreven 3 October-cantate, op tekst van Han de Wilde en getoonzet door Herman Stenzwaarmee in de 20ste eeuw de ..burgers van de oude I veste Leyden' mochten kennismaken tijdens het programmanummer „Koraal-Muziek" in het Van der Werfpark. Deze cantate hadden wij persoonlijk reeds eerder leren kennen, toen zij ons aan de vleugel door de componist werd voorgespeeld, waarbij zijn echtgenote Tilly Stenz-Leening de .koren" zong. Reeds destijds was het ons opgevallen, hoé heerlijk zingbaar een eerste vereiste voor een werkje als dit! zij is. „populair" in de goede betekenis van het woord, met steeds „het juiste ding op de juiste plaats!" Liefde ist fondament". Wie zou het niet met deze zinvolle spreuk eens zijn? In ons werk, in ons streven, in onze vrije-tijds-be- steding. Niets is mogelijk zonder liefde. declamatorische passages voortreffelijk tot haar recht kwamen. Beide stadge noten past dan ook een woord van dank voor hetgeen zij tot stand brachten. Wij hopen, dat het bij deze éne uitvoering niet zal blijven, doch dat in volgende jaren een herhaling mag volgen. Deze écht-vaderlandse cantate is uit gegroeid tot een volledig succes. Herman Stenz heeft een belangrijke bijdrage ge leverd tot een sfeervolle beleving van het 3 oktobergebeuren, geïnspireerd als htf ongetwijfeld geweest is door de pakken de en beeldrijke tekst van Han de Wilde. Het Wilhelmus, Psalm 118 en een Hymne vormden de sfeervolle inleiding tot deze muzikale manifestatie, een der meest waardevolle episoden van deze 3 oktoberviering. Alle aanwezigen, onder wie ook de Commissaris der Koningin, mr. J. J. Klaassesz en minister drs. H. H. Kort hals bevonden, betoonden zich uiterst er kentelijk. Componist zowel als tekst dichter mochten van alle kanten com plimenten incasseren. Dat was werkelijk wèlverdiend! Onmiddellijk na afloop kwamen de Watergeuzen in levenden lijve aanroeien. Het was alsof het verleden visueel tot leven werd gebracht. Een bijzondere at tractie vormden ook voor het eerst! de klanken van het carillon der St.-Lo- dewijkskerk: een muzikale ouverture, die de sfeer extra verklankte! Het geheel was een indrukwekkend be gin van de 3-oktoberdag! Godinnen Rond de Zijlpoort had zich een aan tal lieftallige Godinnen genesteld, met rond hen vele burgemeesters en gast- huismeesters. met burgemeester Van der Werf vanzelfsprekend in de voorhoede. Dit was maar een voorproefje! De Leydse Camer ..De Witte Acoleyen" deed haar naam van goed gastheer alle eer aan! De Keizer, de Prins en de Factoor waren zich van hun waardigheid bewust en schreden indrukwekkend door de straten. Het Sint Catharijnegasthuis kwam er ook al best af. Wij hebben met genoegen gekeken naar de Gasthuismoeders, onder wie een héél oudje, dat daar zo tevreden aan haar tafeltje zat. Nu is 't zeker waar, dat zo'n gasthuis van weleer niet halen kon bij de moderne ziekenhuizen, maar zo gezien moet 't toch wel gezellig geweest zijn er ondanks de pest! een tijdje onderdak te vinden. De chirurgijn zal de verpleegden wel veel pijn gedaan hebben, maar ze liepen er nog lustig bij. Intussen: een keurig ver zorgd geheel, dat voor een gasthuis een écht gezellige indruk maakte. Vele figuren De „loterij ten bate van het Pesthuis" - waar eigenlijk alles om draaide - bood rond het bordes van het stadhuis zoveel figuren, dat ge er nauwelijks wijs uit kon worden. De Moor en de kiezentrekker als hoofdpersoon met daaromheen een me nigte lotentrekkers. speelmannen, mars kramers. kooplieden, patiënten en kin deren: het was om van te duizelen! De Goudse Camer had 't op de Parijse bloedbruiloft begrepen; een lelijke noot in de historie. Allen, die op dat festijn aanwezig waren bleken ook nu van de partij te zijn met Karei IX. Koning van Frankrijk en de lugubere Catharina de Medici in het centrum van dit angst wekkende moordgeval. De Vlaardingse Camer met het blazien „Aensiet Liefde" had weer andere ellendige pijlen op de boog. Wie aan Koning Herodes denkt, weet al genoeg! Ook al een drama van groot formaat, waar deze bijzonder veel zijdige optocht uitbeelding van gaf. De wrede Nero kwam op de proppen door de Rotterdamse Camer „De Blauwe Ako- leyen". hij en zijn trawanten werden al evenzeer realistisch ten tonele gevoerd. Een humoristisch intermezzo volgde, alle goedmoedige personages uit „De klucht van de koe" waren aanwezig om de op gewonden gemoederen wat te bedaren. In „De Cannegieterij" werden de prijzen voor het Landjuweel geboren en nog was 't einde niet in zicht: de Barm hartigheid" had 't hare te zeggen, er kwamen nog verschrikkelijke tirannen aan bod. Egypte met de trotse Pharao doemde op en tenslottte werd alles over goten door de „liefde, die het fonda ment" van héél het aardse gebeuren heet te zyn. al zou men het niet zeggen, na alle verschrikkelijke gebeurtenissen, Er is ontzaglijk veel werk verricht, om haar zó klankrijk, zó zuiver en, wat het woord betreft, zó verstaanbaar en kern achtig te doen opklinken, als dat het ge val was in het stemmingsvolle Van der Werfpark, in het centrum waarvan de „grote" burgemeester van 1574 zin- en glorievol prijkt. Zijn beeld was gesierd met fraaie kransen, o.a. van het koor. door nazaat burgemeester Van Kinschot fier omhoog gehesen. Talrijk waren de toehoorders, allen in volle spanning, hoe deze speciaal met het oog op de lustrumviering gecomponeerde cantate zou opklinken. Welnu: zij zijn niet teleurgesteld! De ferme aanpak, de discipline en vooral het speciale gevoel, dat dirigent Herman Stenz voor de koorzang, waar voor hij ook uitnemend weet te schrijven eigen is, waarborgden onmiddellijk een uitgesproken goed verloop. Het is zowel tekstdichter als com ponist gelukt in kort bestek een uit- Een van de mooiste en fantasie rijkste praalwagens. nemende illustratie te geven van hetgeen zich tijdens „Leidens Ont zet' 'afspeelde: van de sombere in leiding tot het dankbaar gestemde einde toe. Zonder zich aan diepzin nigheid over te geven, wordt hier verteld van beleg en bevrijding, van vertrouwen op God en de Prins van Oranje, van het akelig heulen der „Glippers" met de vijand, van het Wonder Gods" toen de wind keerde, waardoor het water en de Geuzen de stad konden binnenvaren. Stenz heeft dit alles met juiste expressie loeten weer te geven, waarbij hij ook het instrumentale aandeel, verzorgd door de Chr. Muziekvereniging „Con cordia" ten volle gelegenheid gaf voor een harmonische begeleiding zorg te dragen. Niet minder dan 200 ouderen en 200 kinderen (hoe fris en klaar klonk hun zang in de open lucht!) zó te laten zin gen. is een oprechte hulde waard! Het heeft ons daarbij getroffen, dat ook de Deze stoere Romein was verzekerd van een triomfale intocht in het gelukkig weer bevrijde Leiden. .i WOENSDAG 4 OKTOBER 1961

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 18