Ons „levend erfdeel
ZELDZAME ONTMOETINGEN
ZATERDAG 26 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
rf is een zware
taakmaar ook
een rijk bezit
Bijna een rijksdaalder per Nederlander
wordt jaarlijks in de „oudbouw" gestoken
(jMonumentenzorglandscliapszorg^
V.m. klooster Mariënhof (Amers foort) voor de restauratie.
(Van een speciale medewerker)
Een timmerman bedisselt oude eiken planken. Schilfer voor schilfer
vordert het werk met de kleine bijl aan de lange steel en acht
jaren zal het duren, voordat de grote of Sint Nicolaaskerk van
Monnikendam gerestaureerd is. Het gebouw van 67 bij 29 meter is
véél kerk voor de hervormden onder de 3000 inwoners van het
stadje. Zij zouden de 2 miljoen gulden, die het werk zal kosten, niet
kunnen opbrengen. Maar het verlies van dit gebouw zou Monnikendam
ontluisteren en daarom betaalt héél Nederland mee.
Bijna een rijksdaalder per Neder
lander wordt nu jaarlijks in zulke
„oudbouw" gestoken en de kerken ver
slinden het leeuwedeeL Er zijn er dan
ook. die al sinds mensenheugenis ver
waarloosd waren. In Monnikendam
groeiden flinke bomen boven op de
steunberen en de fundering was een
halve meter verzakt.
De nieuwe Monumentenwet kan geen
eigenaar tot onderhoud dwingen, maar
onwil komt niet zo dikwijls voor. En
het is een goed punt. dat voortaan al
gebouwen die pas 50 jaar oud zijn. on
der de zorg van de Rijksdienst kun
ne komen. Onderhoud kost minder dan
restauratie van een bouwval.
Verscheidene oude kerken, speciaal
in het. noorden van het land, zullen
onherroepelijk verdwijnen wegens over
tolligheid. Als de kerkgemeente zo'n ge
bouw prijsgeeft is er meestal geen red
den meer aan. In enkele gevallen kan
ook een kerk een nieuwe bestemming
vinden, die met de aard van het ge
bouw niet al te zeer in strijd is: als
museum bijvoorbeeld.
Zo niet, dan moet het aan de sloop
worden prijsgegeven. Voortbestaan kan
alleen een „levend erfdeel".
Het is een markante driebeukige
Hallekerk, die daar in Monnikendam
behouden blijft, een staal van écht
Nederlandse, onbevleugelde gotiek, fors
en zwaar op de aarde staande. Het
kerkmeubilair is bijzonder fraai. Aan
een muur zien we een gedenksteen
voor de eerste martelares voor het pro
testantisme in Nederland, Wendelmoet
Claesdochter, in Den Haag verbrand
op 10 november 1527. Een schilderijtje
toont haar marteldood als een gezellig
tafereeltje. De speeltoren nabij de in
't begin van deze eeuw gerestaureerde
De Schieringers en de Vetkopers heb
ben bij gevechten lelijk huisgehouden
in de Ned. Herv. kerk van Workum,
maar het is sedert de restauratie van
tien jaar geleden weer een imposant
gebouw, opmerkelijk helder van binnen
met geschuurde muren en met kolom
men, die naar de toen nog geldende
opvattingen ongepleisterd zijn gelaten.
Daar denkt men thans anders over.
Bij een volgende gelegenheid zullen ook
hier de bakstenen van verschillende
kleuren wel onder een pleisterlaag ko
men.
Voor de ongeveer 4.000 Workummers
staan in het stadje vijf kerken: bap
tisten, doopsgezinden, hervormden, ka
tholieken en gereformeerden hebben
elk hun eigen gebouw. Het curieuze
doperse schuurkerkje is in 1956 geres
taureerd.
Ondernemingsgeest van neringdoen
den heeft wel afbreuk gedaan aan het
totaalaspect van de markt, maar de
partij van raadhuis, kerk en Waag is
nog bijzonder aantrekkelijk. De burge
meester zou zijn van oorsprong goti
sche raadhuis niet willen ruilen voor
een modern gebouw. In de 18de eeuw is
het naar de opvattingen van die tijd
gemoderniseerd. Onder de gotische
hanebalken op zolder staat nog een
oud cachot, niet groter dan een kolen
hok. De concierge woont met zijn was
beitsmeubeltjes in een kamer met 18de
eeuws geschilderd behang en zo is dit
erfdeel onbetwistbaar levend.
Klooster Mariënhof Amersfoorna de restauratie.
Geen gedrocht
Een „wangedrocht" heeft prof. H J.
Keunlng het Friese stauje Sloten
eens genoemd, maar dat. sloeg niet
op het uiterlijk. Een gemeente van
nog geen 700 inwoners op ca. 225 ha.
is inderdaad als stad niet veel, maar
dit miniatuurtje onder de steden is bij
zonder gaaf gebleven. „Het valt niet
mee om het mooi te houden", vertelt
de burgemeester, wiens 18de eeuwse
stadhuis vol stedelijke oudheden is: pie
ken, beulszwaarden en stenen kogels,
scheepsmodellen, enorme jagersbuksen,
lotingsbriefjes van vroegere miliciens en
een fraaie weegschaal.
Met zjjn waterpoorten en zijn oude
gevels aan de Heerenwal trekt Sloten
veel toeristen aan en de Slotener mid
denstand wil zorgen voor vertier en
omzetverhoging. Maar wie Sloten ver
der „toeristisch openlegt" zoals dat
heet, slacht de kip met de gouden
eieren. Men komt niet naar Sloten voor
een moderne snackbar en de sloten bij
Waag lokt ons naar buiten. Het is een
Mechels klokkenspel en elk uur doen
houten ruitertjes de ronde. Het stad
huis is een deftige 18e eeuwse woning
en aan de Kerkstraat staan gevels uit
de gouden eeuw. Het is een stadskern,
die waard is als geheel behouden te
worden.
Beschermd stadsgezicht
Ook daar biedt de nieuwe Monu
mentenwet in beginsel de moge
lijkheid toe. Voorheen was de
monumentenzorg te vergelijken met
een landschapszorg, die wel een groep
bomen, maar geen landschap bescher
men kon. Menig dorpsplein is onher
stelbaar geschaad door een voaruit-
strevende winkelier, die zjjn pui liet
verbouwen tot een brede, grijnzende
etalagekast in grotestadstrant.
Op het kerkplein van het Twentse
Weerselo prijkt een opzichtige benzine
pomp. Voortaan echter kan een stads-
of dorpsgezicht als geheel tot monu
ment worden verklaard.
Onaandoenlijk grazende koeien luis-
steren een monument op langs de Mid
denweg in de Beemster. Daar is de
boerderij de „Eenhoorn" in volle laat-
zeventiende eeuwse luister bewaard:
een stelphoeve met opkamer. De Beem
ster, die het ook landschappelijk verre
wint van de Haarlemmermeer, is van
toenemend belang voor steeds meer
Amsterdammers, die van nieuwe wij
ken in Purmerend uit forensen. Am
sterdammers profiteren trouwens wel
in het bijzonder van de f 14 miljoen,
die op de Rijksbegroting voor de Mo
numentenzorg zijn uitgetrokken. Daar
is alleen al één miljoen bij voor de
nieuwe kerk op de Dam. Maar dat is
dan ook een nationaal monument bij
uitstek.
N.-H. Kerk te Workum
de molen zjjn juist mooi, doordat er
geen jachthaven van gemaakt is. Het
voorbeeld van Elburg, dat druk doende
is om het strandje van het Veluwe-
meer vol te bouwen met bakstenen
opstallen, verdient zeker geen aanbe
veling.
Voor zoiets als f700 per stuk heeft
de Vereniging „Hendrik de Keyser"
verscheidene zuiver Hollandse huizen
gekocht in Blokzijl, de havenplaats die
nu aan de Noordoostpolder ligt. Men
ziet achter de Sluispoort de weiden lig
gen en toch lijkt het zeegat nog nabij
als men de havenkom overziet. De
schim van de Zuiderzee wordt hier
vastgehouden, zoals op Urk, dat zijn
eilandkarakter ondanks alles behouden
heeft. Een tocht langs de oude Zui
derzeesteden blyft een van de mooiste
reizen die men maken kan en dan re
kenen wij de fraaiste buitenlandse reis
programma's mee.
In het oude kwadraat van het han-
zestadje Elburg strekt de zorg van de
Rijksdienst zich ook uit over de stoepen
van witte en zwarte keisteentjes. Men
vindt ze nergens anders zo. in eenvou
dige patronen gelegd. Ze vergen meer
onderhoud dan een gewone stoep en
verscheidene zijn al vervangen of met
een laag cement bedekt. Maar de
eigenaar die er plezier in heeft, kan
van Monumentenzorg subsidie krijgen
voor de instandhouding.
Kasteel voor f.1.
Verenigingen als die van „Vrienden
der Geldersche kasteelen" bren
gen tezamen voor de monumen
tenzorg nog eens evenveel op als het
Rijk er voor uittrekt. De Gelderse
stichting heeft al twaalf kastelen in
de provincie gekocht. Dat loopt op zich
zelf niet in de papieren. De koopsom
van de Cannenburch was f 1,maar
onderhoud en restauratie maken zo'n
bezit geldrovend. Voor de kastelen moet
90 van het geld toch van de overheid
komen. De gebouwen zijn in gebruik als
museum. Particuliere woning, een pol
derdistrict. kantoor van de heidemaat
schappij. Voor het huis te Echteld,
laatstelijk bewoond door baron Van
Verschuur, is nog geen goede bestem
ming gevonden.
Het karakter van het oude Amers
foort wordt bepaald door op zichzelf
niet zo belangrijke huizen uit de 15de
en 16de eeuw. Menig huis lijkt dus de
kosten van een restauratie niet waard,
maar een althans ten dele goed ge-
Ci Kt Wrl£4MI
Speeltoren van Monnikendam
ONZE ontmoetingen zijn ve
lerlei en uiteenlopend.
Zij kunnen ons totaal
onverschillig laten.
Zij kunnen ons-verheugen, zij
kunnen óók schrijnend-diep in
het leven kerven.
Er is, bij eerste kennismaking
reeds, een gevoel van sympathie
of antipathie.
Dét laat zich niet dwingen.
Iedereen heeft, dag in dag uit,
zijn ontmoetingen.
Men staat nu eenmaal niet
alleen in deze wereld.
En het kan levens verrijkend
zijn met de medemens in con
tact te staan.
DE eerste schuchtere pogin
gen tot „kennismaking"
worden al héél jong ge
daan.
Zoals deze jongetjes elkaar
„verkennen", zo „verkennen" wij
allen de èmder, dag in dag uit.
Dat wil beslist niet zeggen, dat
wij elkaar leren „kénnen".
Wat weet per slot, zelfs na
jarenlange omgang, de èèn van
de zieleroerselen of -problemen
van die ander?
Niemand draagt zijn innerlijk
uit.
In de grond is ieder mens een
zaam.
Hij heeft een masker, waar
achter datgene, wat hem inner
lijk bezielt, schuil gaat.
Slechts de werkelijk ongecom-
pliceerden, de oppervlakkigen
tonen zich zoals ze „zijn", be
wandelen lachend en zorgeloos
de levensweg.
Ook kan het zijn, dat hij die
door het échte leed getroffen
werd, de „vrolyke Frans" bij uit
nemendheid uithangt
DAAROM kunnen „ontmoe
tingen" zo bijzonder ver
warrend zyn.
Slechts een hoogst enkele
maal weet ge precies, wat ge aan
de ènder hebt, onherroepelijk,
onontkoombaar.
Van het éérste moment af
Dat is dan als een héél kost
baar, héél dierbaar fluïdum,
daar zijn geen raadselen, geen
vragen by.
Foto Will Eiseiin, Rijswijk.
Ge moogt dit vriendschap of
liefde noemen, maar er is plot
seling als een wonderlijk en be
genadigd mysterie de vanzelf
sprekende harmonie, ondanks
fouten en gebreken, die ge van
elkander kent.
ZULKE ontmoetingen zyn
zeldzaam.
Men moet trachten ze
vast te houden. Het ware geluk
dat geschonken wordt, is op deze
wereld immers schaars. Meestal
is het onmogelijk.
Omdat het gezegde, „dat de
mens steeds scheiden moet
van hetgeen hem het liefst op
aarde is", geen verzinsel, maai
de bitterste en verschrikkelijk
ste waarheid bevat.
Misschien maakt juist dét de
mens tot „mens"?
Dat wil zeggen gerijpt en
stérk.
Ja: als hij er tenminste de
mogelijkheid toe bezit
FANTASIO
Oudheidkundige dienst
in alarmtoestand
„We zijn niet blij met al die
verenigingen van amateurs",
zei dr. P. Glazema. „Oudheid
kunde is een ziekte en een
mode. Onze eigen publikaties
stimuleren dat. We hebben
heel veel last en weinig ge
mak van amateurs. Er zijn
aardige mensen onder, maar
véél vervelende. Die vormen
een grote bedreiging.
Dr. Glazema begon - even
als vele oudheidkundigen die
grote vondsten hebben ge
daan - als amateur".
Thans is hij directeur van
de Rijksdienst voor het Oud
heidkundig Bodem Onder
zoek.
Wij kwamen de restauratie
van de Mariënhof bewonde
ren, het klooster in Amers
foort waar deze dienst is on
dergebracht. Het gebouw is
nauwelijks groot genoeg om
de staf van Glazema werk
ruimte te bieden. Een ge
baarde geleerde liet ons zien,
hoe röntgenstralen een zil
veren gesp zichtbaar maken
in een onaanzienlijk klompje
roestkleurige aarde. Een jon
geman was bezig, potjes te
repareren die ruim duizend
jaar geleden gebroken zijn.
Er zijn nog musea, die de re
paraties onzichtbaar uitge
voerd willen hebben. De „ver
stelde" plekken worden dan
netjes bijgekleurd.
„Losse vondsten zijn niet zo
belangrijk", zei dr. Glazema.
Het gaat om een zorgvuldig
bewerken van de vindtplaats.
Er wordt onherstelbare scha
de veroorzaakt ook door men
sen, die dat héél goed besef
fen. Onlangs bekende een
psychiater me nog, dat hij
het graven niet kon laten.
Het ivas hem niet eens om de
scherven of een kruikje te
doen, maar om het graven
zélf.
We verkeren hier doorlo
pend in alarmtoestand, want
het is voor ons altijd een
wedloop om er „bij" te zijn,
voordat een vindplaats be
dorven is. Maar het is een
mooie taak! Men komt met
héél wat nieuws in aanra
king".
restaureerd geheel als de muurhuizen
bewijst dat het de moeite waard is,
voor elk oud pand te vechten. Er zijn
er overigens, in gebruik als bedrijf of
yzerpakhuis, die nog steeds verwaar
loosd worden. Ingrijpen is alleen mo
gelijk als de toestand gevaar oplevert.
Het klooster Mariënhof is voor de sloop
gered en huisvest thans de rijksdienst
voor het oudheidkundig bodemonder
zoek: een aardige bestemming voor dit
mooie bouwwerk.
Zolang een nieuwe, deskundige in
ventarisatie niet voltooid is, kan niet
bij benadering worden gezegd hoeveel
monumenten in de zin van de wet ons
land bezit. Het is een bezit, dat plaat
selijk dikwijls als een belasting wordt
gevoeld, omdat het ongemak verou*-
zaakt en belemmerend werkt. Het is
begrijpelijk, dat die offers door de di
rect betrokkenen niet altijd gaarne
worden gebracht. Anderzijds levert het
een moeilijk te becijferen, maar onmis
kenbaar zakelijk voordeel doordat het
vreemdelingen aantrekt. En vooral
voorziet het in die diepgevoelde be
hoeften aan contact met het verleden,
aan schoonheid en afwisseling. Het „le
vend erfdeel" is in onze handen en wij
moeten het bewaren voor het nage
slacht!
VARIA
Eerste bankbiljetten
werden door Zweedse
bank uitgegeven
O O
In Zweden is onlangs de 300-ste
verjaardag gevierd van het bankbiljet,
dat voor het eerst werd uitgegeven in
het jaar 1661 door Johan Palmstruch,
de stichter van Zwedens eerste bank
instelling, Stockholms Banco. Dit bank
biljet diende ter vervanging van de
destijds zo zware koperen munten, die
soms 2 kg. kond enwegen.
De Zweedse Rijksbank heeft ter ge
legenheid van dit jubileum een genk-
schrift uitgegeven, dat is geschreven
door de in Letland geboren penningkun
dige Aleksandrs Platbarzdis. Dit ge
schrift, dat is getiteld „Sveriges försia
banksedlar" (Zwedens eerste bankbiljet
ten) i verspreid onder allerlei bankin
stellingen en bankexperts over de ge
hele wereld.
Ongeveer gelijktijdig met het jubi
leum heeft de Zweedse Rijksbank een
nieuwe bankbiljettenpers in gebruik ge
nomen, die enig in haar soort is ter
wereld. De machine, die ongeveer 35
ton weeg, is ontworpen door de des
kundige van de bank zelf en gebouwd
in Darmstadt, Duitsland. Terwijl het
voorheen noodzakelyk was om de bank
biljetten te drukken in zeven verschil
lende etappes, maakt de nieuwe pers het
mogelijk om eerst de achterkant in 2
bij 2 kleuren te drukken in droge offset
en daarna de voorkant in koperplaat.
Dank zij de nieuwe pers is het nu ook
mogelijk om de druktijd van een nieuw
bankbiljetten-uitgave te reduceren van
maanden tot weken.