LEIDSE BEGROTING ZONDER TEKORT
MAAR OOK ZONDER VEEL „MUZIEK"
FOR
MU
LE
INKOMSTEN en UITGAVEN
Voordeel uit de nieuwe financiële
verhoudingswet, docli extraatjes
zijn niet zo vlot te verwachten
meubelen
VOOR HET EERST SINDS VELE JAREN SLUITEND
SUBSIDIES
Principieel voordeel 1,4 miljoen
Wat de bedrijven en diensten
in het komende jaar verwaeliten
Opgericht 1 maart 1860
Vrijdag 25 augustus 1961
Derde blad no. 30435
Bedrijven
9-7
Voor het eerst na meer dan tien jaar heeft de
gemeente Leiden een sluitende begroting. Op een
totaal van ruim 38 miljoen gulden (met de
bedrijfsbegroting mee ongeveer 80 miljoen) zijn
de ontvangsten en uitgaven met elkaar in even
wicht.
Hoe verheugend dit begrotingsbeeld ook is, er
is geen reden tot juichen. De nadelige saldi van
vorige begrotingen waren veelal het gevolg van
zeer voorzichtigen inkomstenramingen waardoor
de uiteindelijke resultaten meevielen als gevolg
van later genoten voordeeltjes. Het vorig jaar ge
raamde tekort van 2.25 miljoen was geheel uit een
lucht vol vraagtekens gegrepen, omdat het
gebaseerd was op vrij willekeurige inkomsten-
ramingen in verband met de onzekerheid over de
nieuwe financiële verhouding tussen Rijk en
gemeenten.
Nu deze verhouding definitieve wettelijke vorm
heeft gekregen, zijn nauwkeuriger (hoewel niet
geheel zuivere) inkomstenramingen mogelijk, zo
dat thans een reëler begrotingsbeeld ontstaat, dat
eigenlijk niet met vorige begrotingsbeelden mag
worden vergeleken. Een van de gevolgen van de
nieuwe financiële verhouding Rijk-gemeenten is
bijvoorbeeld, dat thans niet meer op grote mee
vallers gerekend behoeft te worden, zoals de ver
hoogde subjectieve uitkeringen die vorige jaren de
resultaten veel rooskleuriger maakten dan de ver
wachtingen. Deze verschillen waren dikwijls
aanzienlijk, zoals de ervaring over 1961 laat zien.
Tegenover een geraamd tekort van 2.25 miljoen
staat thans de verwachting van een batig saldo
van ruim twee ton over het lopende jaar!
Niettemin is het verheugend, dat de begroting
voor 1962 sluitend is op een uitgaventotaal, dat
het mogelijk maakt het voorzieningspeil te hand
haven, zo niet te verbeteren.
Het laat zich evenwel niet aanzien, dat veel van
het waarlijk niet overdreven lijstje van urgente
grote werken zal kunnen worden uitgevoerd. Dit
is niet zozeer het gevolg van financieringsmoei
lijkheden maar van de sporadische goedkeuring
van overheidswege voor het uitvoeren van grote
bouwprojecten, ondanks het feit. dat herhaaldelijk
met klem bij de regering is aangedrongen op een
ruimer en vlotter goedkeuringsbeleid.
Veel ..muziek" zit er dien ten gevolge niet in de
thans aangeboden begroting.
Het is ondoenlijk, een volledige
opsomming te geven van de vele
subsidies, waarin de begroting
voorziet Over het algemeen kan
geconstateerd worden, dat er geen
wijzigingen in het subsidiebeleid te
bespeuren zijn, en dat over het al
gemeen geen opzienbarende wijzi
gingen in de bedragen te bespeuren
vallen. Hier en daar hebben B en
W. de vrijheid gevonden, iets roya
ler te zijn, hetgeen ook alweer als
bewijs kan worden aangevoerd, dat
het voorzieningspeil niet is aange
tast ondanks de elders vermelde
moeilijkheden bij het streven, om
tot een sluitende begroting te
komen.
Een opvallende post in de subsi
die-stroom vormt de f 90.000.- voor
de Stichting Leidse Muziekschool,
samenhangend met de overname
door de gemeente van de muziek
school van de Maatschappij voor
Toonkunst en de Volksmuziekschool
Voorts verdient vermelding, dat
de subsidie voor K. en O. wordt
verhoogd tot f 78.300,- tegenover
f70.300.- in 1961 en f50.000,- in
1960. Aanzienlijk gestegen zijn ook
de subsidies ten behoeve van jeugd
beweging en jeutrzore. namelijk van
f 126.566,- tot f 154.731,-.
De nieuwe Financiële Verhoudingswet, die eerst in juli j.l. in het Staatsblad
verscheen, treedt met terugwerkende kracht reeds voor 1960 in werking. Leiden
als „limietgemeente" (d.w.z. gemeente die er op vooruitgaat door de nieuwe j
regeling in tegenstelling tot de zogenaamde „garantiegemeenten") zal er daardoor
ten opzichte van 1959 (het laatste jaar onder de oude regeling) ongeveer 1.4 i
miljoen per jaar aan inkomsten op vooruit gaan. Voor 1960 en 1961 is deze voor-
uitgang echter reeds voor een belangrUk deel geboekt in de vorm van subjectieve
verhogingen van de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds. Bovendien
zullen de verhogingen niet reeds van het begin af ten volle worden genoten, maar
geleidelijk aan over een periode van vijf jaar. De vooruitgang aan inkomsten
komt daardoor voor 1962 op ongeveer f. 300.000.Dit zijn nog slechts ramingen, j
doch aangenomen kan worden, dat zij de werkelijkheid benaderen.
Stijging in wezen
slechts één procent
Vergeleken by 1961 zal Leiden ver
moedelijk over ongeveer driekwart mil
joen meer kunnen beschikken in 1962.
Dit is de som van het verwachte saldo
over 1961, het saldo van de hogere uit
kering uit het gemeentefonds en de ho
gere raming vande rioolbelasting
(425 000 - meer i die thans over het ge
hele jaar wordt geheven in tegenstelling
met vorig jaar.
Dit cijfer is op zichzelf beschouwd
stellig niet onbelangrijk, zo constateren
B. en W. in de geleidebrief by de be
groting, :naar op het totale budget van
tachtig miljoen (met inbegrip van de be-
drüfsbegrotingen) is het echter slechts
een styging van ongeveer één procent.
In dit licht bezien is het niet verwon
derlijk, dat slechts met de grootste
moeite een sluitende begroting kon wor
den opgesteld. Temeer is dit het geval,
omdat geen hal kan worden toegeroepen
aan een stijging van de uitgaven van
een zich uitbreidende stad, wanneer het
voorzieningspeil niet zou worden ver
laagd Bij een handhaving van de kwali
teit blijft een stijgende kwantiteit om
een steeds stijgend budget vragen.
In een grafiek elders bij deze beschou
wing hebben wij de sty ging van de uit
gaven volgens de beerotingscijfers in de
laatste acht jaar voor verschillende on
derwerpen van gemeentelijke zorg weer
gegeven, waaruit de noodzaak van hoger
uitgaven by een onveranderd voorzie
ningspeil duidelyk spreekt. Een soort-
gelyke grafiek hebben B. en W. aan de
geleidebrief toegevoegd, evenals enkele
andere grafieken, die dit .aar voor het
eerst een waardevolle toelichting op de
uiteenzettingen van B. en W. geven.
Niet bevredigend
Bevredigend noemen B. en W. deze
begroting dan ook niet, mede omdat men
geen gevolg heeft kunnen geven aan het
Kom in Kempkes* Meubeltoonzalen
te AmsterdamOude Schans
73-75-77, of te Waddinxveen de
prachtige collectie Formule meubelen
bekijken. U bent er hartelijk welkom!
Op aanvrage zenden wij u graag een
folder toe en een overzicht van onze voor»
raadhoudende dealers in uw omgeving.
streven, om de helft van de opbrengst
der rioolbelasting te reserveren voor de
financiering van de aanstaande uitbrei
ding van de rioolwaterzuiveringsinrich
ting, terw-yi ook nog geen post kon wor
den opgenomen voor rente en afschry-
vlng van de nieuwe veemarkt.
Men had de hoop gekoesterd, op basis
van de nieuwe vcrhoudingsregeling enige
reserves te kunnen kweken voor grote
toekomstige investeringen, doch volgens
de thans bekende gegevens is dit niet
het geval.
Nemen de opbrengsten uit het ge
meentefonds meer toe dan wordt ver
wacht dan nemen B. en W. zich voor
deze meeropbrengsten in de eerste plaats
te reserveren voor de twee genoemde
grote werken: rioolwaterzuiveringsinstal
latie en veemarkt.
Verdeling van de koek
De grootste hap uit de beschikbare
middelen gaat ook in 1962 weer naar
volkshuisvesting en openbare werken:
f 11.917.000.-, op de voet gevolgd door
onderwys, kunsten en wetenschappen
waaraan f 10.549.000.- zal worden be
steed. Volksgezondheid, maatschappelyke
steun en voorzorg zullen als derde grote
groep een bedrag van f 6.419.000 - ver
bracht met vermelding van de percen
tages op het totaal der uitgaven.
Bronnen
Tevens is zulks in deze beeldstatistiek
gedaan met de inkomstenbronnen, die
de volgende ronde bedragen zullen op
leveren. gemeentefonds f 12.837.000,-. bij
dragen van Ryk, provincie en gemeenten
f7 408 000,-. annuïteiten en erfpachtop-
brengste etc. f5.016.000.-, batige saldi
van de nutsbedrijven f7 408.000.-. ge
meentelijke belastingen f 2.759.000,- en
overige inkomsten f 3.208.000,-, tezamen
eveneens f34.609.000.-.
Exfra voor
centrumfunctie?
Hoezeer de inkomstencijfers ook een
vaster karakter hebben dan bij de oude
financiële verhoudingsregeling, toch zyn
er ook by de nieuwe regeling nog wel
enige mogelykheden om aanvullende be
dragen te verwerven die enigszins lij
ken op de subjectieve verhogingen van
eertyds. aldus de wethouder van finan
ciën de heer S. M. Stolp in een toe
lichting, welke hij ons op de begro
ting verstrekte. In het bijzonder dacht
hy aan het tweede lid van artikel 10
van de nieuwe wet, waarin de mogelijk
heid geboden wordt het uit te keren
bedrag per inwoner (f. 50.-) te verho
gen wegens een bijzondere samenstel
ling van de bevolking, wegens een onge
woon verloop van het aantal inwoners
dan wel wegens andere bijzondere om
standigheden De regering ziet dit ar
tikel als een reële mogelijkheid om ge
meenten. die daarvoor in aanmerking
komen, uit bestaande moeilykheden te
helpen.
B. en W. verwachten dat in de toe
komst ook door Leiden een beroep op dit
artikel zal moeten worden gedaan. In
zeker opzicht kan Leiden als centrum
gemeente redelijke aanspraken op der
gelijke bijzondere verhogingen laten gel
den. Op talloos gebied heeft Leiden een
verzorgende functie voor een belang
rijke omgeving, en het is redelijk, wan
neer daarmee bij de uitkeringen reke
ning wordt gehouden.
„Vagevuur"
Een andere mogelykheid voor in moei
lijkheden verkerende gemeenten biedt
artikel 12 van de wet: aanvullende bij
dragen uit het fonds voor ten hoogste
drie jaar, waaraan door de overheid
voorwaarden kunnen worden verbonden
wat met de eerder genoemde aanvul
lingsbij dragen niet het geval is. De dan
te verwachten „voogdijschap" van de
overheid heeft dit stadium in betrok
ken kringen reeds de bijnaam „vage
vuur" geschonken, waaruit reeds blijkt
dat een beroep op een dergelyke aanvul
lende steun eerst in laatste instantie
zal worden gedaan.
Vrocqtekens omtrent
wocnplootsbelasting
Het is nog niet te voorzien, wat de
consequenties zouden zijn van de invoe
ring van een woonplaatsbelasting en
welke andere maatregelen daaraan ge
paard zouden gaan. De regering zwijgt de
laatste tyd in alle talen over deze aan
gelegenheid.
De gewone dienst van de gemeente
begroting omvat een post onvoorziene
uitgaven van ruim een half miljoen gul
den, ongeveer eenzelfde bedrag als op
de begroting 1961.
De kapitaaldienst van de gemeente
begroting toont een eindcyfer van ruim
10 miljoen.
Vergelijking is
nog onmogelijk
Aangezien Leiden vrij vroeg is met
het indienen van de begroting (evenals
dat voorgaande jaren het geval was)
kunnen nog geen vergelijkingen worden
getroffen met andere gemeenten. Het is
vanzelfsprekend de bedoeling van de
nieuwe verhoudingsregeling geweest,
thans naar een sluitende begroting te
laten streven nu aanpassing van de uit
keringen aan het begrotingsbeeld niet
meer tot de mogelijkheden behoort. Het
zou belangwekkend zijn, te zien of men
daarin ook elders zo is geslaagd als in
Leiden, doch de gegevens zijn nog
slechts over enkele gemeenten bekend.
Vlaardingen heeft eveneens een slui
tende begroting maar had dit gewoon-
lyk reeds. In de Delftse begroting zijn
uitgaven en inkomsten eveneens in even
wicht. Haarlem daarentegen raamt een
tekort van f. 1.560.000.-. hetgeen toch
wel een verbetering is ten opzichte van
vorig jaar toen er een tekort van een
bedrag van f. 6.375.000 - verwacht werd.
Verdere cijfers over enigszins met Leiden
vergelijkbare gemeenten zyn nog niet
beschikbaar.
BEHANDELING
IN NOVEMBER
De begroting komt op 25 sep- i
tember a.s. in behandeling bij
de commissie van onderzoek.
B. en W. denken op 27 oktober
de memorie van antwoord op
de door de commissie gestelde
vragen te kunnen aanbieden.
De openbare behandeling van
de begroting door de gemeente
raad vangt volgens het plan op 1
15 november a.s. aan. Met
deze behandeling is doorgaans
vier tot vijf dagen gemoeid.
WETHOUDER STOLP:
verheugd, maar niet voldaan
gen. Openb veiligheid vraagt f 2.956.000
en de overige uitgaven zullen f2.668.000
bedragen. Deze bedragen wyken niet
essentieel af van die van vorig jaar.
Tezamen belopen deze bedragen
f 34.609.000, hetgeen minder is dan het
eerder genoemde eindbedrag van de ge
wone dienst van ruim 38 miljoen. In dat
laatste bedrag zyn echter ook de ver
rekeningen tussen de diensten onderling
opgenomen, dus de bedragen die van de
ene gemeenteportemonnee naar de an
dere verhuizen. Het bedrag dat de ge
meente echter naar anderen uitgeeft
omvat by na ruim 35 miljoen.
Elders bij dit artikel hebben wy de
genoemde uitgavengroepen in beeld ge-
Minder baten uit gas
door betere kwaliteit
De Leidse Gasfabriek rekent voor
1962 op een voordelig saldo van
f241.480.- op een eindcyfer van bijna
achtmiijoen. Dit batig saldo is kleiner
dan dat der afgelopen jaren (bijna
vier ton in 1961 en volgens rekening
ruim drie ton in 1960), hetgeen voorna
melijk een gevolg is van de in 1962 te
verhogen calorische waarde van het gas
waar geen prysverhoging voor de afne
mers tegenover staat. Niet de volle voor
delen voor de afnemers van deze ver
betering van het produkt komen ten
nadele van de fabriek, omdat door de
verhoging van de calorische waarde in
sommige opzichten niet dezelfde outil
lage „meer" geleverd kan worden, zodat
de produktieprys enigszins wordt ver
laagd.
De Elektriciteitsfabrieken hebben ver
moedelijk in 1962 een batig saldo van
f 1.936.789.-, dat is ruim vier ton meer
van de raming 1961 en drieëneen
halve ton meer dan de baten volgens
de rekening van 1960.
Voor de psychiatrische inrichtingen
Endegeest etc. is geen batig maar een
nadelig saldo van f 65.500.- geraamd. De
begroting 1961 toonde de huishouding
van de inrichtingen in evenwicht, de
rekening over 1960 toonde een batig sal
do van ruim een kwart ton.
Het Openbaar Slachthuis komt in
1962 volgens de begroting net rond, te
genover een begrotingstekort van
f 13.500 - in 1961 en een voordelig reke
ningsaldo over 1960 van f 1.062.21.
Het Gemeentelyk Grondbedryf ver
wacht een exploitatietekort van f 98.466.-
iets meer dan voorgaande jaren, maar
in verband met de aard van het bedryf
geenszins een opzienbarende styging.
De gemeentelyke Reinigings- en Ont-
smettingsdienst denkt zeseneenhalve
ton tekort te komen, iets meer dan
voorgaande jaren.
Het regionaal woonwagenkamp heeft
uit de aard der zaak een relatief zeer
hoog tekort: f42.000,- op een bedrag
van f 46.000.- als eindcyfer van de be
groting.
De gemeentelyke dienst voor kasbe
heer en kredietwezen komt aardig rond
zonder winsten of verliezen.
De Gemeentelyke Werkplaats ver
wacht f 25.325 - uit de gemeentekas als
dekking van het Exploitatietekort, tegen
f20.459 - geraamd in 1961 en f 16.087,92
op rekening in 1960.
Vanzelfsprekend heeft de Gemeente
lyke Dienst voor Sociale Zaken een te
kort in het verschiet. De gemeente zal
volgens raming f3.407.964.- moeten by-
dragen.
De begroting van de Dienst van Ge
meentewerken toont een batig noch een
nadelig saldo, overeenkomende met de
situatie van vorig jaar.
Het Financieringsfonds tenslotte toont
een nadelig saldo op de begroting van
f21.182-, ruim het dubbele van het
voorgaande jaar.
Saldi-reserve ruim
een miljoen gulden
De gemeente Leiden heeft in de na
oorlogse jaren een redelyke reserve we
ten te kweken uit overschotten van jaar
rekeningen. In zeker opzicht is dit illu
stratief voor de betrekkelijke waarde
van de begrotingen-oude-styl, die zeker
het laatste decennium aanzienlyke te
korten vertoonden doordat in gepast
voorzichtigheid geen rekening kon wor
den gehouden met wel gehoopte maar
niet verzekerde extra'tjes. Geleidelijk
aan heeft Leiden in de jaren van be-
grotingen-in-mineur een potje kunnen
spekken van ruim een miljoen, ondanks
het feit dat 1959 en 1960 byna een
half miljoen van de reserve hebben af
geknabbeld. Wanneer de rekening over
1961 inderdaad, zoals de verwachting is,
enige tonnen .winst" oplevert, nadert
de saldi-reserve van Leiden weer de an
derhalf miljoen, hetgeen een geruststel
lende gedachte is met het oog op de
waarschyniyk niet uitermatig zonnige
begrotingspositie der komende Jaren,
GEM.BE1.AST.
8.0
OVERIGE.
7.7%
VEILIGHEID
SS%
OVERIGE. 9l5%
GEZONDHEID
MAAT5CH.T.ORG
ETC. tS.6%
ANNUÏTEITEN
\HS
ONDEWJS
ETC. 30.8
TvJK.TROV.,
qEHEENTEN
2.1.4
GEMEENTE
FONDS 37-1%
OPENB.WÊRKEN
HUISVESTING
34.4
-
*•- «v?*" -**?■ J7
Uit deze afbeelding kunt U een indruk krijgen
van de verdeling in procenten van de inkomsten en
uitgaven naar hun belangrijkste bronnen en doel
einden. Links de uitgaven, rechts de inkomsten.
Elke (halve) gulden stelt een r iljoen voor. Het
eindcijfer van de gewone dienst der begroting be
draagt ruim 3tf miljoen, terwijl in deze afbeelding
de kolom slechts 35 guldens telt. Het begrotings-
eindcijfer omvat echter ook bedragen die door de
gemeentediensten onderling worden uitgewisseld
en die dus niet in de reële uitgaven en inkomsten
verrekend behoren te worden.