MOESTUIN
Deventer is de geboorteplaats van
„Pothoofdplanten" aan ljsseloevers
De man met de magische handen
IN DE
Aparte flora adven tiefplanten
VAN EEN
WAT
GOEDE „ZOOM" EN
LOSSE STEKEN
ZATERDAG 22 JULI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Reizigers van heel ver!
(Sspeciale berichtgeving)
Op de ljsseloevers te Deventer komen de werelddelen bijeen.
Reizigers van héél ver uit Californië en van de La Plata, uit
Canada en Algiers, uit Polen, Hongarije, Roemenië en Rusland
hebben elkaar daar getroffen en ze kunnen het heel goed met elkaar
vinden, maar daar zijn het dan ook planten voor. Ze bloeien er elk
jaar opnieuw in grote hoeveelheden zeer tot genoegen van de
plantenliefhebbers, die regelmatig komen kijken of onder die uit
gebreide cosmopolitische familie nog wat bijzonders valt te ontdekken.
Een familie, die onder de naam „Pothoofdplanten" een begrip is
geworden, dat ver boven het lokale uitgaat en grote vermaardheid
geniet door de wijze waarop zij in ons land is verzeild geraakt.
Franse zomergerst nooit zijn, of er zit
ten wel onkruidzaden by van de ak
kers waarop die gerst is gerypt.
By het opslaan van dat graan wordt
wel eens Iets gemorst op de grote
hoeveelheden die hier worden „ver
werkt" een te verwaarlozen fractie,
maar voldoende om in de vette grond
van de ljsseloevers te ontkiemen, op
het Pothoofd en ook verder zuidwaarts,
waar een grote meelfabriek aan de
rivier ligt.
Overal in ons land, waar granen en
zaden, wol en poot aardappelen, jonge
boompjes en sojabonen worden ver
laden. kunnen ..Pothoofdplanten"
groeien, langs waterwegen, autowegen
en spoorhjnen. want uit elke lading
biyft wel eens iets achter. En niet te
vergeten de akkers, waarin uitheemse
granen worden gezaaid, of de molen
belten. die soms. na vele tientallen ja
ren nog door een byzonder flora de
plaats verraden, waar een reeds lang
vergeten molen heeft gestaan!
Zij voelt zich „kiplekker"
Pothoofdplanten -zijn adventiefplan-
ten. Onder adventiefplanten, zo leren
ons de plantkundeboeken. verstaan we
planten, die in een gebied waar ze niet
thuishoren zün terechtgekomen door
al of niet opzettelijke menselijke
hulp. Akkeronkruiden kunnen hier
over het algemeen oorspronkelijk niet
inheems zyn geweest men zal ze
doorgaans ook niet in andere planten
gemeenschappen aantreffen.
Er komen natuuriyk ook zaden mee
van andere, van tropische planten, die
het in ons klimaat niet kunnen bol
werken. Maar vele adventieven zyn
behoorlyk ingeburgerd en groeien en
bloeien en geuren jaar in. jaar uit
overal op plaatsen, waar wel eens is
„gemorst": witte en gele honingklaver,
muurpeper, huttentut. kranssalie, ab-
sintalsem. zachte wikke, wegdistel.
blaassilene. wilde reseda, sophiekruid
en gele mosterd we kunnen er ver
scheidene tientallen noemen, ook „te
water", die weer op andere wyze naar
hier zijn gekomen. Een adventief-
plant is zelfs beroemd geworden. Het
is de Teunisbloem, waarmee prof. Hu-
go de Vries zyn mutatie- en erfelyk-
heidsonderzoekingen heeft verricht. De
Teunisbloem, ook wel nachtbloem ge
heten. is afkomstig uit Noord-Ameri-
ka en is met zyn grote gele bloemen
overal langs spoorlijnen, wegen, rievie-
ren en beekjes te vinden. Zy voelt zich
hier „kiplekker", want zy heeft het
hier al sinds 1614 uitgehouden. Een
zeer byzondere vertegenwoordigster
dus van een merkwaardige groep plan
ten. die voor altijd met Deventer's
„Pothoofd" is verbonden.
0nó 6Mal}ilmkoekjé
Wie alleen maar „gezellig" wil filmen en helemaal geen aspiraties heeft om
werkstukken in 8 of 16 millimeter smalfilm in te zenden voor wedstryden, omdat
nóg groter kransen, plakken of lauwertakken hem niet in het minst interesseren,
wil toch van tijd tot tyd wel eens iets over zyn hobby lezen. Maar dan in
dezelfde geest als hy zijn filmery beschouwt. Geen artikelen, doorspekt met een
jargon, dat hij niet begrypt en ook nooit tot het zyne zal maken.
Dat is zeer begrijpelyk, maarenkele woorden die nu eenmaal ingeburgerd
zyn en algemeen gebruikt worden in het wereldje van de smalfilm zal hy wy
schreven daar vroeger al eens even over toch dienen te accepteren.
Praat me nu nooit meer over foto
compositie", zei eens een amateur-fo
tograaf in volle ernst, „want daar kryg
ik wat van. Altyd dat geleuter over hoe
het beter had gekund en welke lyntjes
Fins masseur voorkwam massa-deportatie
Heeft Hitier werkeiyk het plan gehad om het Nederlandse volk in zijn geheel
te deporteren. Vit het proces Eichmann blijkt, dat de uitroeiing van het joodse
deel van Nederland systematisch was opgezet. Hoe afschuwelyk dit plan ook
was, nog duivelser was het om Nederland geheel te ontvolken en zyn bewoners
over te brengen naar Polen. Zo mensonterend was dit plan, dat velen ook thans
nog niet willen geloven, dat dit werkeiyk in het brein van de leidende nazi's is
opgekomen. Uit feiten, onthuld door de befaamde Franse journalist en literator
Joseph Kessel in zyn boek „Les Mains du Miracle", blykt echter, dat dit plan
wel degeiyk heeft bestaan, en zelfs in vergevorderde staat van voorbereiding. Er
was zelfs al een datum bepaald, waarop met de uitvoering een begin zou worden
gemaakt: 20 april 1941, de verjaardag van Hitier. De deportatie van het Neder
landse volk moest een verjaarsgeschenk zün van de S.S. (het elitekorps) aan de
Führer.
Pothoofdplanten op de IJsseloever bij Deventer. Boven alles
uit de gele honingklaver, die soms manshoogte kan bereiken,
en op de achtergrond de silhouetten van de grote verkeersbrug
en de „Peperbus", de Lebuinestoren, als het ware oprijzend
uit het groepje kastanjebomen, dat thans nog de plaats van
het oude „Pothoofd" markeert.
f In de eerste plaats natuuriyk in
Deventer, op dat deel van de IJsselka-
de. dat sedert mensenheugenis „Pot
hoofd" wordt genoemd. Maar de bota
nici weten ook, dat ons land ontelba
re „pothoofden" kent. waar min of
meer exotisch aandoende plantenge
meenschappen „in het wild" kunnen
worden aangetroffen.
Voor het ontstaan van de naam
„Pothoofd" de oudste ons bekende
vermelding dateert van 1546 en komt
voor in de „cameraarsrekeningen" van
de stad Deventer zyn verschillende
verklaringen. Zo zegt men wel. dat op
het Pothoofd, dat. vroeger inderdaad
een „hoofd" was tussen Schipbeek en
IJssel. aan de monding van eerstge
noemde waterloop, het huls van een
pottenbakker moet hebben gestaan.
Anderen zyn van mening, dat dit het
hoofd was. waar voorheen „pot
ten" meerden dat waren platboom
de scheepjes, waarmee vroeger de
Schipbeek tot over de Duitse grens
werd bevaren.
Voor laatstgenoemde uitleg voelen
wy het meest, maar de plantenliefheb
ber is het om het even. Hy zoekt zo
spoedig mogeiyk de glooiing van de
bloeiende oevers op om nieuwe byzon-
derheden te ontdekken en soms lukt
dat nog wel eens. En hy weet ook. hoe
het komt dat daar zo n bonte menge
ling „uitheemse" planten groeit, en in
vele gevallen geheel ingeburgerd zyn
geraakt.
Oplossing van het raadsel
De oplossing van het raadsel is niet
moeilyk. Als de opschriften van de
vier en meer verdiepingen hoge graan-
pakhuizen aan het Pothoofd het al
niet hebben verraden, vertelt bedryfs-
leider Pouw van het overslagbedryf
het wel. Hy voert ons langs de silo's
en bergplaatsen, waar grote hoeveel
heden rogge, tarwe, gerst, haver, mais
en andere zaden losgestort zowel als
in zakken liggen opgeslagen. Granen
en zaden, die van heinde en verre ko
men. En zo schoon kan een zending
Kessel's boek vertelt de geschiedenis
van dr. Felix Kersten, een Fins mas
seur. die tydens de bloedige jaren van
de Tweede Wereldoorlog de beruchte
Heinrich Himmler (Duitsland's opper -
beuli behandelde. Een uitvoerige sa
menvatting van dit boek, die in het
juninummer van Het Beste uit Rea
der's Digest is gepubliceerd, laat zien
hoe Kersten een verbluffende invloed
op Himmler verwierf. Hy was de enige,
die de kwellende maagkrampen kon
verlichten. Uit het materiaal, dat Jo
seph Kessel verzameld heeft, blykt
duidelyk hoe Kersten zyn vreemde in
vloed aanwendde om tot vernietiging
gedoemde levens te redden en het lij
den van het onderdrukte Nederlandse
volk. dat hy boven alle andere liefhad,
te verzachten.
Week na week, maand na maand
ontrukte Kersten de slachtoffers van
Himmler aan concentratiekampen en
gaskamers. „Er is nauweiyks een le
vensloop denkbaar die op het eerste
gezicht zo ongeloofwaardig is", schreef
H. R. Trevor-Roper. hoogleraar te Ox
ford. voormalig officier van de Britse
Inlichtingendienst, deskundige ten
aanzien van Nazi-Duitsland en auteur
van het boek „De laatste dagen van
Hitier". Geen levensloop wekte inder
daad zoveel ongeloof en wantrouwen,
in het byzonder in Nederland, waar
rond Felix Kersten scherpe tegenstel
lingen en verhitte discussies ontston
den. Zyn eigen relaas van zyn activi
teiten in oorlogstyd werd met achter
dochtige kritiek bejegend. De Neder
landers konden nauwelijks geloven dat
zy zoveel te danken hadden aan een
man. die Duitslands opperbeul in hun
donkerste jaren had behandeld en zyn
naaste vriend was geweest.
Kersten's daden zijn onderzocht door
geleerden, rechtskundigen en vyandige
politici, en zy zijn er zegevierend uit
te voorschyn gekomen. Koningin Julia
na benoemde Kersten lot Grootofficier
in de Orde van Oranje-Nassau. Het
Joodse Wereldcongres schrijft hem de
redding van een zekere dood van meer
dan 60.000 joden toe.
Officiële onderzoekingen hebben bewe
zen dat Kersten zonder twijfel een
aanzienlyk aantal Nederlanders, Po
len, Finnen, Noren en andere slacht
offers heeft gered.
„Les Mains du Miracle", het boek
geschreven door Joseph Kessel, ver
scheen voor het eerst in de zomer van
1960 in Frankryk. Het werd onverwyld
een best-seller. In 't boek vertelt Kes
sel o.a. hoe dr. Felix Kersten zyn ge
heime contacten met correspondenten
onderhield door zijn correspondentie te
laten lopen over het zeer geheime pri
vé postbusnummer van Heinrich
Himmler. Dit ongebruikelyke provilege
werd gemakkelyk verkregen, zoals dat
zo vaak het geval is met on-
waarschijnlyke successen. Kersten
vertelde met geveinsde verlegen
heid aan Himmler dat hy in Neder
land een verhouding had met ver
scheidene vrouwen en dat het
hem pynlijk leek als de censor de lief
desbrieven las of als zijn vrouw op
de hoogte zou komen van deze affaires.
Himmler was zeer gevoelig voor dit
verzoek, daar hy zichzelf beschouwde
als het type van de Germaanse „Über
mensch" atletisch, krijgshaftig, een
groot eter en drinker én een groot
minnaar. De werkelykheid week hier
pynlijk vanaf, maar dat probeerde hy
te vergeten. Het verzoek wijzigde hun
dokter-patiënt verhouding tot een van
samenzwerende mannen onder elkaar,
medeplichtig in stoere manlijkheid. Dr.
Felix Kersten verkreeg o.a. op deze
manier een van de belangrykste sleu
tels in handen om zyn reddende acti
viteiten te ontplooien. Hoewel het na
tuurlijk onmogelijk was om in elk ge
val van lijden tussenbeide te komen,
zocht Kersten uit de lugubere lijsten
individuele gevallen die hem ontroer
den. Langzamerhand ontwikkelde hy
een hele techniek voor zyn verzoeken.
Soms speelde hij het via de behande
ling van de patiënt, soms speelde hy
het op de ijdelheids motieven, waar
voor Himmler uiterst gevoelig was.
Door dit spel met uiterste nauwgezet
heid te spelen is dr. Felix Kersten in
staat geweest om honderdduizenden
van een wisse dood te redden en om
het deportatieplan „Nederland" te ver-
ydelen. c
Het „Pothoofd" in Deventer.
Lag tussen Schipbeek en IJssel
eens een „hoofd", waar het huis
van een pottenbakker stond?
Meerden aan dit deel van de
IJsselkade eens de platboomde
scheepjes, de „potten"? De plan
tenliefhebber piekert niet lang.
maar zoekt dc „pothoofdplanten"
op langs de IJsseloever.
De eerste boontjes kunnen
geoogst worden en doe dat voor
zichtig. Doe het met beide han
den met de ene hand plukt men
de volgroeide boontjes en met de
andere kan men de tros vast
houden. Daardoor kan men het
aftrekken van nog niet vol
groeide bonen voorkomen. De
later gezaaide bonen groeien
nu flink. Om die groei er in
te houden is het nuttig ze nu
een lichte bemesting te geven.
De bekende roze korrelmestsoor-
ten kan men wel voor dit doel
gebruiken, doch tegenwoordig
zyn er ook speciale mestmeng-
sels voor de moestuin.
De komkommers groeien nu
ook goed door Als men ze onder
glas heeft, zullen de eerste wel
geoogst kunnen worden. In de
volle grond bent u nog niet zo
ver. doch zrg ervoor dat er niet
op de ranken getrapt wordt. Bit
tere vruchten en ziekte in het
gewas zullen er anders het resul
taat van zyn. Men kan het best
wat ryshout, dus bladerloze
boomtakken over de grond leg
gen en laat daar de ranken
maar overheen klauteren. Ze
kunnen dan ook niet in de mod
der komen te liggen. Dat geldt
niet alleen voor komkommers,
doch ook voor de groene augur
ken, die nu ook lekker door
groeien. Die zal men straks een
paarm aal per week moeten af
zoeken; als ze voor de inmaak
bestemd zyn, mogen ze niet te
groot worden of men moet beslist
op ..zure bommen" willen aan
sturen.
Sla kan men nog regelmatig
zaaien. Het is goed dat om de
drie weken te doen; steeds een
kleine hoeveelheid, want anders
schieten later de kroppen toch
maar door en dan zyn ze voor de
consumptie niet meer te gebrui
ken. Overigens als men te veel
heeft: ze kan ook als stoofsla
gegeten worden en dat is een
kosteiyk gerecht. Sla moet een
voedzame en goed vochtopgeven-
de grondsoort hebben. Men zal
dus oude mest moeten onderspit
ten, mits men dit in het voorjaar
al gedaan heeft. Tomaten moe
ten nu gesnoeid worden; alle
zyscheuten, die de planten in de
oksels van de bladeren vormen,
dient men weg te snoeienze
moeten op één scheut kunnen
doorgroeien.
G. KROMDIJK.
Groenten uit eigen tuin
(Foto's Turkenburg).
en vlakken weggelaten moeten wor
den!" Zyn bui is later wel afgetrokken,
maar wanneer we hier in ons smal
filmpraatje willen gaan babbelen over
de term „beeldvullend", dan zou de
kans bestaan, dat ook iemand begint
te kryten en zegt: „Schei toch uit Als
je iets leuks ziet, film je het toch! Zal
er dan wat meer of minder op dat
beeld staan. Als je de hoofdzaak maar
hebt".
Kyk, daar komen wy nu togen op,
omdat die uitspraak ons een uiting
lykt van iemand die het nu toch wel
wat al te gezellig wil maken. Waar-
schynlyk uit een soort gemakzucht, 't
Komt ons voor dat dit ongeveer het
zelfde is, als wanneer een huisvrouw
zich op het standpunt zou stellen: „Al
die onzin over grammen en maten. Als
ik een cake wil bakken heb ik eieren,
bloem, boter en suiker nodig. Dat heb
ik hier allemaal. Zal er wat meer bo
ter of wat minder suiker in komen. Als
je de hoofdzaak maar hebt".
Maar dan kon uit de oven wel eens
een taai-kleverige massa of een krui
mel-droog geval tevoorschijn komen. En
zo zou de filmer, die dit ingrediënten
recept van: je grypt maar en Je doet
maar als de juiste methode beschouwt,
zeer grote kans lopen met een taai-
traag of geeuwend-droog produkt uit
de bus te komen. We wagen het er dus
even op om die term „beeldvuilend",
die weer meer gebruikt wordt nu de
zoom-lens zijn opmars maakt, eens wat
nader te beschouwen.
Een film wordt gemaakt om later by
herhaling bekeken te worden. Die her
haling komt vanzelf als de film interes
sant is en op prettige wyze wat ver
telt. Natuuriyk ook duidelyk vertelt:
de film moet scherp zyn. Maar boven
dien „bondig": de film moet niet lang
dradig zyn.
By dat „bondig" nu naderen we al
de kwestie van de beeldvulling. Want
een juiste beeldvulling bevordert die
bondigheid. Waarom? U kent onge
twijfeld allen de uitdrukking: „hy zit
er maar wat omheen te zwammen".
Wist u, dat men dat filmisch ook vaak
doet? Dat wordt er om en naast het
eigenlyke motief nog zoveel opgenomen,
dat deze kernachtige uitdrukking niet
overdreven is.
Begrijpt u echter goed, we bedoelen
hiermee niet, dat behalve de eigenlyke
scène nog tal van andere stukjes wor
den gefilmd. Och nee, die kunnen als
het moet er makkelijk uitgeknipt wor
den. Maar elk beeldje van een scène
behoorde eigenlyk stuk voor stuk al
leen gevuld te zyn met datgene wat
voor het filmverhaal noodzakelyk is.
Zo ideaal zal de amateur het nooit
krygen en de excuserende opmerkin
gen tydens de vertoning van filmpjes
zyn vaak in de vorm van: „Ja, ik had
eigenlyk wat dichterby moeten gaan
staan, dan was die rommel opzy er
niet opgekomen". Omgekeerd wordt ook
met leedwezen geconstateerd dat een
standpunt twee of drie passen achter
uit een beter resultaat zou hebben ge
geven, omdat dan geen afgesneden de
len van een of ander motief het on
volledige ervan accentueren.
Ook voor wie alleen maar „gezellig"
wil filmen geldt dus, dat de bondigheid
van de beeldenry sterk gediend wordt
door eerst met aandacht door de zoe
ker te kyken. Niet om alleen maar te
kijken of de horizon soms schuin loopt,
gebouwen schynen „voorover te vallen"
of de voorgrond een beetje al te groot
is. Maar vooral om een voorstelling te
krygen van wat aanstonds duizend
malen groter op het witte doek komt.
Of er dus niet te veel, of er soms niet
te weinig op staat. Nu is het grote
voordeel van een zoom-lens, dat de
bezitter daarvan correcties „ter plaat
se" kan aanbrengen. Zonder namelyk
van plaats te veranderen kan hy het
motief doen groeien of krimpen. Zyn
gummi-lens veroorlooft hem alles te la
ten wegvallen, wat niet tot de scène
behoort. En op deze manier gebruikt,
is de zoom-lens een veel meer te waar
deren instrument, dan wanneer de
lens-tube onder het filmen maar steeds
in en uitgedraaid wordt, zodat de beel
den op het scherm by elke scene met
angstwekkende vaart krimpen en uit-
dyen.
En de man zonder kostbare zoom
lens?
Ook hy kan de bondigheid van zyn
beelden opvoeren, maar zal dan even
de moeite moeten nemen om een juiste
standplaats te bepalen. Dat wordt dus
'n kwestie van één of drie of vele pas
sen vooruit of achteruit.
Maar behoort juist dat zoeken naar
een zuivere vorm en weergave eigen
lyk niet tot de meest spannende en
bindende elementen van een hobby?
Resumerende: U kunt heus wel ge
zellig filmen, zonder diepgaande cine
matografische studies. Maar uw film-
verteltrant moet duidelyk en bondig
zyn, anders luistert niemand. Vul uw
beeld in de zoeker zonder tierelanty-
nen. Denk er aan dat dit kleine zoe
kerbeeld aanstonds uw grote witte pro
jectiescherm wordt. Aan de ry van
filmbeeldjes valt te knippen en te
plakken, maar aan de beelden zelf
niet.
Wie een arsenaal van diverse groot
ten van beeld wil hebben vindt in de
zoom-lens een oplossing. Maar wie zyn
ogen èn benen gebruikt, hoeft geen
enkele steek te laten vallen als hy
filmend maar denkt aan dat bondige
woord: beeldvullend!