SENSATIONELE OMMEKEER IN HET SCHEREN: Amerikanen: geen tijd om op zaterdag te luieren DOOR STRAFFEN VERDWIJNEN DE PSYCHOPATEN NIET! Vijfdaagse werkweek in VS is vermoeiend Vergelding is geen genezing het NIEUWE mesje dat u niet voelt! Blue Gillette EXTRA Zal oude Brusselse Nassaukapel naar elders worden verplaatst De vijfdaagse buiten onze grenzen (2) Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 21 juli 1961 Vierde blad no. 30405 Mensen die het masker dragen (I) Gestoorden beïnvloed door maatschappij (Van een bijzondere medewerker) MEN was in vroeger eeuwen in onze wereld beslist niet krenterig met de doodstraf. Moord en diefstal waren beide inbreuken op de normen van de beschaafde samenleving en werden dienovereen komstig gelijkelijk zwaar gestraft. Vooral in het oude Engeland stond men snel met de strop klaar en onder meer menig zakkenroller eindigde zijn leven in Londen op de heuvel van Tyburn, waar hij, terwijl de beul vakkundig het hennep over zijn hoofd liet glijden, voor de laatste maal zijn blikken kon laten gaan over de mensenmenigte, die zijn afscheid van dit aardse bestaan aangreep als een prettige afwisseling in de. sleur van alledag. De autoriteiten waren ervan overtuigd, dat een dergelijk kijkspel een afschrikwekkende werking zou hebben op toekomsige bedrijvers van euveldadenzij vergisten zich. Want Juist in die mensenmenigte kon den hele horden zakkenrollers hun slag slaan en juist zij, voor wie dan toch wel de executie een uitermate afschrik wekkende zaak zou moeten zijn, bekom merden zich bitter weinig om het wrede lot, dat daar een van hun voormalige gildebroeders onderging. Nu, de doodstraf op zakkenrollers hebben wij dan als zijnde middeleeuws, afgeschaft. Maar in het afschrikwekkend element, de pre ventieve werking van straf, geloven wij nog steeds. „Je moet toch wel psychopaat zijn om Je daar niets van aan te trekken", zeg gen we dan. En, sterker nog, wanneer we met mis daden bedrijvende psychopaten te ma ken krijgen, dan worden we op slag weer middeleeuws. „Sluit die mensen levenslang op", eisen we, en de allerkwaadsten roepen weer „Hang ze op!" Wat vragen we dan? Straf of wraak, terechtwijzing of ver gelding door terechtstelling? Sluit ze op: géén oplossing Het begrip „psychopaat" wordt tegen woordig door elke krantenlezer met vrij moedigheid en meer zelfverzekerdheid dan door kennis van zaken wordt ge rechtvaardigd, gehanteerd. Die onvoldoende kennis van zaken wordt evenwel en dat maakt de zaak bepaald klemmend ontleend aan fei ten die op zichzelf ernstig genoeg zijn. Het woord „psychopaat" werd allengs de soortnaam voor bedrijvers van één van de afschuwelijkste misdrijven die we kennen: het zedenmisdrijf, de aan randing. Alarmerende krantenberichten over psycopaten (en ook ogenschijnlijk heel normale mensen), die een aanranding plegen, een kind vermoorden, zijn vrijwel aan de orde van de dag. En het publiek roept om vergelding, eist: „Sluit ze op, maak ze ongevaarlijk, verlos ons van ze!" En die reactie is begrijpelijk. Het Is logisch dat het publiek vraagt om betere opsluiting van „psychopaten", om strengere veiligheidsmaatregelen om minder naar zijn oordeel lichtzinnig ge geven proefverloven. Wij willen iir vrede en veilig kunnen leven! Wij eisen dat voor ons zelf, voor onze vrouwen, onze meisjes, onze kinderen! En die eis is terecht! die we ten koste van wie weet hoeveel inspanning onderdrukten. Ons „slechte stuk" En zo bezien wijkt de seksuele mis dadiger maar weinig af van de „gewone" misdadiger. Het is niet eens in eerste instantie de seksuele drift, die hem drijft. Het is zijn „anders-zijn", door aanleg misschien, maar meer nog door opvoeding en ontwikkeling tot stand ge komen, dat hem in conflict brengt met de bestaande normen en dat hem niet de mogelijkheid geeft een normale men selijke reactie op te bouwen. Zo belandt hjj in conflictsituaties en van deze con flictsituaties uit komen daden die soms gevaarlijk zijn en die niet zonder meer getolereerd kunnen worden maar die in diepste wezen de uiting zijn van een mens in nood. Dit maakt hem niet minder gevaarlijk of minder schuldig. Wij trachten slechts duidelijk te ma ken, dat wij, de misdadiger veroorde lend, dat „slechte stuk van onszelf" ver oordelen, dat bij ons, omdat we tot dus ver niet in passende conflictsituatie raakten, nog niet tot uitbarsting is ge komen. En staan we werkelijk zover van die seksuele misdadiger vandaan? Spelen in onze samenleving niet allerlei zaken een Altijd „de ander' Desondanks wordt het probleem niet uit de wereld geholpen met strenge maatregelen, zware straffen, lijf- en halsstraffen desnoods. Evenmin als op Tyburn de zakkenrollers definitief uit stierven, zullen in onze gevangenissen en inrichtingen, onder de Franse guil lotine, op de Amerikaanse elektrische stoel, de zedenmisdadigers, de „psycho paten" definitief van het aards toneel verdwijnen! Waarom? Omdat ze „psychopaten" zijn! En laat ons héél voorzichtig zijn met dat woord, zolang we nog ter nauwernood weten waarover wij spreken, zolang talrijke geleerden nog naar een oplossing zoeken (die niet gegeven is in de eenvoudige for mule „hang ze op") en zolang we niet beseft hebben dat de psychia trische persoonlijkheid evenzeer mede gevormd is in en door onze maatschappij dat is door ons als dat we zelf vrijwel steeds ba lanceren op „het scherp van de sne de", op de rand van goed en kwaad, met vallen en opstaan, met steeds weer nieuwe mislukkingen en steeds weer nieuwe fouten en feilen! Kwaad maakt bepaalde maatre gelen noodzakelijk, inderdaad! De maatschappij moét be schermd worden, inderdaad! Maar zullen we toch maar niet liever eerst eens de hand in eigen boezem steken, vóór we gaan pra ten over „psychopaten" en vóór we tenslotte kunnen gaan praten over mogelijke oplossingen? De misda diger is in conflict met de maat schappij. En het merkwaardige in conflictsituaties is, dat men geneigd is de schuld niet bij zichzelf te zoe ken. In de doodeenvoudige en vrijwel da gelijks in vele varianten voorkomende burenruzie doet zich al hetzelfde voor. Niemand zal willen beweren dat in een burenruzie iets crimineels, iets misda digs zit. Maar de kern van de zaak is en dat is een beangstigend idee zelfs bij zoiets simpels, dezelfde. Het is in een dergelijke conflictsituatie „de an der", wie wij de schuld geven, het is „de ander" met wie we in conflict komen, „de ander" die wij als schuldig aanwij zen. Het is altijd „dat snert-mens", die onuitstaanbare kerel", die de schuld is. Hun gedrag irriteerde ons. Kwam het ooit bij ons op dat ons gedrag ook „de ander" irriteerde? Wij projecteren maar al te graag wat ons niet bevalt op iemand anders, op een „zondebok" dat geeft ons de moge lijkheid eigen schuldgevoelens af te wen telen en uit de strijd te voorschijn te komen als degeen „die altijd gelijk heeft". Zo heeft de maatschappij ten opzichte van de misdadiger altijd gelijk. Door zijn nlet-geconformeerd gedrag geeft hij de maatschappij de kans hem uit te sto ten en te bestraffen. Zjjn fouten en in diepste kern onze eigen fouten, Er gaat vrijwel géén dag t voorbij of de dagbladen moeten weer melding maken van een aantal meer of minder zware misdrijven die gepleegd werden. Tot de ernstigste daarbij be- t horen de z.g. seksuele misdrij- ven. Vaak worden dergelijke r misdrijven gepleegd door men- sen van wie men dat in het geheel niet verwacht zou heb ben. Vaak zijn zij nog nooit met de justitie in aanraking geweest, maar niet minder vaak was dat wel het geval waren het op proefverlof gezondenen of ont snapten uit een inrichting. Psychopaat randt meisje xan", lezen we dan bijvoorbeeld. En onmiddellijk vaart er een 'creet van verontwaardiging door het land. Men eist strenge opsluiting, strenge straffen. De vraag is maar of daar mee de zaak gered zou zijn. De vraag is in het algemeen hoe wij tegenover dit probleem moeten staan, hoe wij bedrij vers van deze en dergelijke mis drijven moeten benaderen, hoe wij de maatschappij tegen hen moeten beschermen. Het blijkt dat daarover bij velen misver standen bestaan, alhoewel nieuwere inzichten hier en daar langzamerhand doorbreken. Over dit alles hebben wij uit voerig gesproken met een in richtingspsychiater en wij heb ben literatuur over dit onder werp geraadpleegd. Op grond van dit alles hebben wij ge- k tracht in twee opeenvolgende J artikelen het probleem van „De J psychopaat in onze maatschap- J nu" ie> nnnlusprfitn. t U+ol i die „het masker" l py" te analyseren. Hiernaast vindt u het eerste van deze twee artikelen met als titel: „Mensen dragen". belangrijke rol, accepteren we die niet rustig, die in feite maar 'n merkwaardig appèl doen op onze eigen driften? Den- OVERAL VERKRIJGBAAR 5 stuks O.ÖO - 10 «tuks 1.75 De enige manier om volmaakt geschoren te zijn is met Blue Gillette EXTRA. Schoon en glad voor de gehele dag. Dit nieuwe mesje scheert zo heerlijk zacht en gemakkelijk, dat scheren nu een prettige bezigheid wordt! BIJZONDER AANBODI Probeer dit nieuwe mesje op z'n SAMEN best: in het nieuwe Glllette-apparaat 50 met 4 Blue Gillette EXTRA mesjes *3 a Touwtrekken lussen voor- en tegenstanders (Van onze Brusselse correspondent) Er is de laatste tijd in de kringen van steden bouwers, historici en kunstliefhebbers nogal wat te doen over de Brusselse St.-Joriskapel, meestal Nassaukapel ge noemd. Deze kapel, het enige monument dat herinnert aan de grote handelsweg, die Brugge met Keulen verbond en waar Willem de Zwijger vóór zijn be kering de mis bijwoonde, bevindt zich op de zoge naamde Kunstberg. Men is daar bezig met het vol tooien van de Albertina, de grote Nationale Bibli otheek, opgericht als eer betoon aan wijlen Ko ning Albert, de grootva der van Koning Boude- wijn. Volgens de oor spronkelijke plannen zou de kapel, een van de merkwaardigste voorbeel den van wat men „de Brabantse gotiek" pleegt te noemen en daarenbo ven de enige Palatijnse kapel in België, worden opgenomen in het com plex van de Albertina, en wel het stond indertijd uitdrukkelijk in de voor waarde van de prijsvraag op de plaats waar zij zich thans bevindt. Daar tegen is nu van verschei dene zijden verzet geko men. In de eerste plaats is de kapel bouwvallig en er zijn deskundigen, die zeggen dat hot beter is haar steen voor steen af te breken en elders op te bouwen. Anderzijds zou den zowel de architect van het nieuwe gebouw als de conservator van de bibliotheek haar liever el ders in het complex zien opgenomen. .Temeer daar zij dan als aula of als tentoostellingszaal zou kunnen worden gebruikt. In dat geval zou het mo gelijk zijn de kapel op een betonnen plaat te zetten en die te verschuiven naar de nieuwe opstelling Rondom de kapel is thans alles afgebroken en tussen het puin staat het kleine bouwwerk er, zo op het oog, niet al te zeker bij. Weliswaar heeft men er een houten dak overheen "ajonstrueerd en tegen de zijmuren versterkingen aangebracht, maar er zijn deskundigen die beweren dat er andere lieden zijn die hopen dat zij nu zul ke scheuren zal gaan ver tonen dat zij wel afgebro ken c.q. verplaatst zal moeten worden. De historici wensen, dat de kapel op zijn oorspron kelijke plaats, daar waar dus eens het Nassaupa- leis, de residentie van de vader van onze Willem de Zwijger is geweest, ge handhaafd wordt. Zij wijzen er daarbij op dat ook Koningin Juliana grote belangstelling voor het bouwwerk heeft. Zij bezocht het reeds voor 1940 en ter gelegenheid van haar jongste bezoek aan Brussel werd het in wendig zelfs wat geres taureerd en opgeknapt. Naar hier verluidt, zou ook de Nederlandse vor stin de kapel graag zien blijven waar zij zich thans bevindt. Dezer dagen zal de be slissing moeten vallen. Vooral de Vlaamse dag bladen hopen dat zij ter plaatse gehandhaafd zal blijven, ken we eens aan de films met veel „bloot" erin, aan de „schuine bak", aan de dubieuze boekjes, die maar al te graag gezien, beluisterd en gelezen wor den. Geen mogelijkheden tot zelfontplooiing „Nu ja", kan men dan verontwaar digd tegenwerpen, „maar daarmee zijn wij toch zeker nog niet „slecht", daar mee weten wij toch zeker wel weg, dat maakt ons toch niet tot misdadigers?" Tot dusver niet misschien, maar wij ondergaan het gewillig. Wij hebben al tijd nog „de ander" op wie wjj kunnen afreageren. Maar als we die nu eens niet meer hebben? Als voor ons het conflict komt? De mogelijkheden zijn er te over! Op hoeveel manleren kan er voor een individu niet een situatie ontstaan waar in het hem niet meer mogelijk is te rea geren zoals de maatschappij dat van hem vraagt. Op hoeveel manieren kan zijn psychische structuur niet vér- en misvormd worden? door opvoeding, door ziekte. door de invloed van het milieu, in sociaal en economisch opzicht, door talloze andere oorzaken kan er inge grepen worden in ons bestaan. Er kunnen lichamelijke stoornissen uit voortvloeien maar ook en in wissel werking daarmee diep ingrijpende geestelijke stoornissen. Het. kan zover met ons komen, dat wij ons als individu geplaatst zien tegenover „de ander" zien, die kwalijk past in het fijn-uitgestippel de patroon dat de maatschappij heeft geschapen. Het kan zover met ons ko men, dat wij naar de begripsbepaling van de Duitse hoogleraar Jores, „niet meer ten volle kunnen beschikken over alle mogelijkheden tot zelf-ontplooiing". Dat kan betrekking hebben op onze li chamelijke, maar ook op onze geestelijke conditie. En wanneer wij spreken van asocla- len, criminelen, psychopaten, dan blijkt het dat we te maken hebben met ge stoorde (zieke) mensen. En toch reali seren we ons dat blijkbaar niet voldoen de. Toch beoordelen we deze gestoorden en zieken naar onze eigen normen, waar zij per slot van rekening niet meer aan kunnen voldoen. „Masker van gezondheid" Nu wordt de zaak voor ons ook vaak vertroebeld door het feit, dat wij soms niet eens beseffen met een zieke van doen te hebben. Men stelle zich voor dat een wond, die normaal behoorde te ge nezen in dat. genezingsproces gehinderd wordt doordat steeds weer opnieuw be lemmerende factoren ingrijpen. Inplaats van een genezen weefsel ontstaat dan een gemene korst, die we hoogstens wat kunnen verdoezelen met zalfjes en poe dertjes. Nu kan iets dergelijks ook bij de psy chisch gestoorde optreden. Wij menen dat zijn geestelijke wonden zich helen, maar inplaats daarvan ontstaat door het ingrijpen van belemmerende factoren emoties en milieu-omstan digheden een „korst", een „eeltlaag". De patiënt vormt die „korst" onbewust. Hij beschermt daarmee het er onder liggende uitermate kwestbare weefsel te gen de buitenwereld. En even onbe wust bedekt hij die „korst" weer met een masker (gelijk men een wond in het gezicht kan wegwerken met poeder en cremei zodat hij uiterlijk volkomen normaal lijkt. Voor de buitenwereld lijkt het dan of er niets aan de hand is. En, nog gecompliceerder, ook de patiënt zelf is zich niet bewust, iets te man keren! De Amerikanen, die dit verschijnsel onderkenden, spraken van een „mask of sanity" (een masker van gezondheid) dat de buitenwereld, de behandelende geneesheer, de psychiater, in de waan brengt dat de patiënt is genezen, of dat het hem moeilijk maakt zonder vol doende observatie het ziektebeeld te on derkennen. En dus behandelen wij een dergelijke zieke als normaal. Dus straf fen wij, dus treden wij hem wrevelig tegemoet en daarmee maken wij de wonden steeds dieper, steeds moeilijk te genezen. Wij zien dus hoe de gestoorde persoon lijkheid door telloze factoren beinvloed in onze maatschappij staat. Het Afrikaans Dansgezelschap uit Senegal is voor het eerst in ons land in de Kurzaal te Scheveningen opgetreden. Het ensemble brengt negerdansen uit de dorpen van Senegal, waarvan het oorspronke lijke karakter zoveel mogelijk be waard is gebleven. De foto geeft een beeld van een der programmanummers. Op hem projecteren wij in onze strafvervolging onze wrevel, in hem von den wij „de ander" die een stuk van onze schuld moet boeten. Op zijn beurt ervoer de zieke in ons „de ander". Scherp staan dus maatschappij en „a-maatschappelijke" tegenover elkaar. Met onze strafrechtspraak trachten wij de maatschappij te saneren en af wijkende elementen te corrigeren. Ter nauwernood kunnen wij soms de waar lijk gezonden onderscheiden van hen die slechts een masker van gezondheid dra gen. Ons ingrijpen is hoogst gebrekkig. Desondanks oordelen en veroordelen wij. Stellen wij dan na te hebben gecon stateerd dat een groot stuk van het kwaad dat wij bestrijden in onszelf ligt de vraag: „Of dat dan allemaal zo moet". Of hierin dan maar een vrij brief is gelegen voor iedere psychopaat (en hoe voorzichtig moeten wij met dat woord zijn) om zijn gang maar te gaan, dan zal het antwoord natuurlijk „nee" moeten luiden. De maatschappij moet beschermd worden en zolang wij het principe van vergelding aanvaarden, moet er gestraft worden, moet er gecorrigeerd worden. Maar, dit alles beschouwende, zou het misschien mogelijk zijn een ander ant woord te formuleren op de verontwaar digde vraag „moeten we dan maar toe laten dat onze samenleving dagelijks bedreigd wordt door loslopende en op proefverlof gezonden misdadigers?" Mis schien is het mogelijk de genezing op andere wijze aan te pakken, misschien is het mogelijk om meer begrip in ons standpunt te brengen. Misschien kunnen wjj een andere weg inslaan. Daarop zullen we in een volgend ar tikel terugkomen. (Van onze correspondent) De vijfdaagse werkweek werd in Amerika bepaald niet ingevoerd om redenen, die in ons land opgeld zouden doen. Aldaar zijn het voor het merendeel praktische motieven, die de doorslag hebben gegeven zoals ook bijvoorbeeld in een wereldstad als Londen terwijl hier te lande de motieven, die de vijfdaagse werkweek moeten rechtvaardigen, weinig met het praktische te maken hebben. Integendeel. Hier spelen vooral, dunkt ons, in belangrijke mate gevoelsargumenten een rol, die bovendien nog als gevolg van de geringe oppervlakte van ons land en de massale bevolkingsdichtheid een soort sneeuwbaleffect ver tonen. Kortom, zegt in ons land A „A", dan moet B wel „B" zeggen. Daarnaast speelt de wel zeer krappe arbeidsmarkt een niet onbetekenende rol. Ook een praktisch motief, zou men hier tegenin kunnen brengen. In zekere i zin is dit natuurlijk wel juist, maar dc Amerikaanse motieven liggen toch op j een ander vlak, niet zo direct gekop- peld aan het industriële klimaat en de personeelsmoeilijkheden. De Amerikaanse steden, grote zowel als vele kleineren, toen een zekere overeenkomst met grote longen, zoals onze correspondent in Washington het I uitdrukte, die overdag de mensen inade- I men en hen 's avonds weer uitademen naar de buitenwijken en villadorpen in de naaste omgeving. Vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen zowel de auto als het lange week einde gemeengoed waren geworden, zijn miljoenen Amerikanen buiten gaan wo nen. Generaliseren leidt altijd tot geen vertekening, maar het buitenwonende Amerikaanse gezin, waarvan de man en soms ook de vrouw in de stad hun werk hebben, kan men thans beschou wen als de standaard voor het leven j in Amerika. Dat heen en weer reizen naar de stad vergt meestal heel wat tijd. Doorgaans doet men het ln de eigen auto. Mannen uit één buurt, die gelijke en regelma tige werktijden hebben, vormen soms een „car-pool", dat wil zeggen, dat zij om de beurt hun auto gebruiken om de groep van drie of vier naar de stad te brengen en weer terug te rijden. Het voordeel is, dat men de auto's minder doet slijten en dat de vrouwen, die ach ter blijven in de buitenwijken, nu en dan ook de auto kunnen gebruiken voor hun boodschappen of om kinderen naar school te brengen. Die kinderen lopen namelijk maar zelden naar school. Woon. en werkpatroon Op dit woon- en werkpatroon stoelt nu in belangrijke mate de vijfdaagse. Al dat gereis en getrek maakt de werk week namelijk zo vol en druk, dat men de zaterdag hard nodig heeft om aller lei noodzakelijke karweitjes op te knap pen. waar men op de doordeweekse da gen niet aan toe komt. Van maandag tot en met vrijdag staat men vroeg op De man en soms ook de vrouw heeft een heel eind te rijden naar het werk in de stad en het ophalen van mensen van de „car-pool" vergt nog extra tijd. De schoolbus, waarmee het merendeel van de kinderen meegaat, komt ook al vroeg langs. Die bus gaat niet recht streeks naar school, maar langs allerlei achterweggetjes, waar overal kinderen opgepikt moeten worden. De kinderen zijn al vrij vroeg weer terug uit school, maar de man of de werkende vrouw komt veel later. ZU zijn dan moe, warm en soms een beetje prikkelbaar door die lange dag en dat rijden in een volle auto. in druk verkeer dat op de spits uren langzaam opschiet. Daarom doet men niet veel meer op de avond van een werkdag. Men kijkt na het eten nog wat naar de televisie, maar men gaat vroeg naar bed. omdat men de volgende dag weer vroeg op moet. Na vijf dagen: moe Na vijf dagen is men simpel ge zegd gewoon moe! Maar toch is het op vrijdag meestal niet vroeg naar bed. De volgende ochtend kan men immers uitslapen! Men geeft dus op die vrij dagavond (of zaterdagavond) vaak ..parties". Zo'n „party" kan overigens van alles betekenen. Men kan al van een „party" spreken, wanneer enkele echtparen uit ae buurt een drankje ko men drinken (de mannen trekken hun jasje uit als het warm is), maar wie het grootser kan doen, zal een „buffet" ge ven, een feestje, waar men zich goed voor kleedt en waar men behalve te drinken, ook wat te eten krijgt. Al te VToeg staat men dus meestal niet op, wanneer eindelijk het lange weekeinde is aangebroken. Toch is er veel te doen: het gras moet gemaald worden, men moet naar de super-mar ket om voedsel in te slaan voor de hele week. de kinderen moeten nieuwe kle ren kopen, de auto moet gewassen wor den of gerepareerd, de heg moet ge snoeid. de garagedeur moet geverfd, enz. enz. Fas de zondag geeft een rustiger beeld! Het „doe 't zelf" dwingt vele Amerikanen dus de zaterdag ook wer kende door te brengen, al Is het dan niet achter bureau, tekentafel of machi ne! Dit beeld Is dus wel heel anders fdan dat, wat ons land te aden geeft. Hier is nauwelijks sprake van lange reistijden tussen huis en arbeidsplaats jen nauweRjks ook van vele huiselijke karweitjes, doch van pure vrije tijd, van „meedelen in de welvaart". Men congrevseert hier zelfs over het beste- Iden van de vele vrij* tijd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 13