B en W van Leiden laten voorlopig aanspraak op grondgebied van Leiderdorp vervallen BRONZEN BEELTENIS PROF. VAN EYSINGA Oegstgeest hoort psychiatrische kivijt te inrichtingen geraken Motivering OP 27 JULI IN STATEN Officiële publikaties Goro-cassefte ONLOGISCHE ARGUMENTEN Woningbouw maakt stadsuitbreiding urgent Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 1 juli 1961 Tweede blad no. 30394 In een gisteravond eerst laat uitgekomen schrijven, dat handelt over de wijziging van de gemeentegrenzen, delen B. en W. van Leiden de raad mede, dat zij, zij het noodgedwongen en na rijp beraad, er van af zien van het doen van nieuwe voorstellen, waardoor een nieuwe gemeente (Leiderdorp Red.) bij de grenswijziging zou worden betrok ken. B. en W. betreuren het in hoge mate, dat de Leidse argumenten om de Leiderdorpse Zijl- en Meyepolder met aangrenzende gronden aan Leiden af te staan, geen weerklank hebben gevonden bij Ged. Staten en de minister van Binnenlandse Zaken. Niet alleen omdat hiermede geen recht wordt gedaan aan de positie van Leiden, maar ook omdat Leiden de mogelijkheid wordt ontnomen uit te groeien tot een harmo nisch geheel. Met betrekking tot de vraag, wat het standpunt der gemeente Leiden thans behoort te zijn ten aanzien van het ach terwege blijven in het voorgelegde wets ontwerp van elke herziening van de grens tussen Leiden en Leiderdorp, heb ben B. en W. zich laten leiden door het volgende Leiden heeft er niet alleen belang bij, dat er een grenswijziging wordt vastge steld, doch vooral ook dat deze snel tot stand komt. Elke vertraging in de thans aanhangige grenswijzigingsproce dure brengt Leiden verder in moeilijk heden. Doordat de grenswijzigingsproce dure, ondanks herhaalde aandrang, pas kort geleden formeel op gang is ge komen, is de gemeente Leiden in een dusdanige dwangpositie komen te ver keren, dat niet de belangrijkste vraag meer is, wat de omvang van de grens wijziging zal zijn, maar wanneer deze tot stand zal komen. Met deze wetenschap hebben B. en W. zich noodgedwongen de vraag moeten stellen, of er voor de gemeente Leiden nog wel de nodige armslag bestaat om er in dit stadium wederom op aan te dringen de gemeente Leiderdorp alsnog bij de grenswijziging te betrekken. Het staat immers wel vast, dat dit met zich zal brengen dat de behandeling opnieuw grote vertraging ondervindt en een be slissing weer geruime tijd wordt ver schoven. Hoezeer B. en W. er van over tuigd zijn, dat hun verlangens ten aan zien van een deel van het Leiderdorpse grondgebied volkomen gewettigd, Ja zelfs voor de belangen van Leiden geboden zijn, nog klemmender achten zij op dit moment in het belang der gemeente, dat de grensregeling zo spoedig mogelijk haar beslag krijgt en de stagnatie ln de woningvoorziening tot een minimum wordt beperkt. Dit heeft B. en W. na rijp beraad doen besluiten, in dit stadium van de grenswijzigingsprocedure, af te zien van het doen van voorstellen, waar door een nieuwe gemeente bij de grens wijziging zou worden betrokken. B. en W. vertrouwen erop, dat de or ganen, die nog hun medewerking dienen te verlenen aan de totstandkoming van de wet tot wijziging van de grenzen der gemeente, het hunne zullen bijdragen, dat deze wet spoedig in het Staatsblad zal kunnen verschijnen. B. en W., die in dit schrijven nog eens uitvoerig ingaan op de voorgeschiedenis van deze toekomstige grenscorrecties, welke in grote lijnen reeds uit 1938 da teren, schenken dan aandacht aan de wijze, waarop Ged. Staten in het wets ontwerp de nieuwe grens van Leiden hebben getrokken. De grens met Oegstgeest Ged. Staten hebben de grens tussen Leiden en Oegstgeest, aldus B. en W., evenals in 1960, zo getrokken, dat de ter reinen, waarop de Psychiatrische Inrich tingen „Endegeest" c.a. zijn gelegen, tot het gebied van de gemeente Oegstgeest blijven behoren. Zorgvuldige kennisne ming van de omschrijving der nieuwe grens in artikel 2 van het wetsontwerp doet echter zien, dat zij thans veel zui delijker is gelegd en wel zodanig, dat zij, van de Rijnsburger weg af, de huidige grens blijft volgen langs de Nachtegaal laan tot nabij de ontworpen doorgetrok ken Wassenaarseweg, vervolgens vrij willekeurig tussen een aantal kadastrale percelen loopt, een gedeelte van bedoelde weg afsnijdt om ten zuiden van die weg weer noordwestwaarts om te buigen, om op eveneens willekeurige wijze door het nieuwe tracé van de Rijksweg 4 te slin geren en daarna weer bij de in 1960 be oogde grens aan te sluiten. Onlogische consequenties Hierdoor zal een vrij belangrijke strook, welke volgens het voorstel-1960 bij Lei den was gedacht, weer buiten het Leidse grondgebied blijven. Blijkbaar is met deze wijziging beoogd de Psychiatrische Inrichtingen Endegeest c.a. in haar ge heel binnen de gemeente Oegstgeest te laten. Inderdaad hadden wij in 1960 ern stig bezwaar tegen de toenmaals gepro jecteerde grens, omdat deze de mogelijk heid schiep, dat de uitbreidingen dezer inrichting gedeeltelijk op Oegstgeests, gedeeltelijk op Leids gebied zouden komen te liggen. Bij het huidige voor stel is aldus aan dit bezwaar tegemoet gekomen, zij het op een voor de belan gen onzer gemeente bijzonder schadelijke wijze. Niet alleen toch bestaat blijkbaar bij Gedeputeerde Staten generlei ge neigdheid het op o.i. klemmende motieven berustende verzoek om de gehele inrich ting Endegeest c.a. een Leids bedrijf met personeel in dienst van Leiden en bevolkt met voor een zeer groot deel pa- tienten uit Leiden binnen het Leidse territoir te brengen, de thans ontworpen grens brengt een aantal o.i. onlogische en onaanvaardbare consequenties mede, speciaal met het oog op de stadsuitbrei ding ter plaatse in de naaste toekomst. Zo wordt de doortrekking van de War- monderweg een zeer belangrijke ver bindingsweg voor het onderhavige stads deel door de bestaande grens (langs de Nachtegaallaan) op willekeurige wijze doorsneden. Deze weg zal dientengevolge ten dele op gebied van Oegstgeest komen te liggen. Hetzelfde is het geval met de verlengde Wassenaarseweg. De Leidse stadskwekerij zal voorts, aldus B. en W., weer praktisch geheel buiten onze gren- zij blijven. Maar het zonderlingste is wel, dat de ontworpen grens een ten zuiden van de Verlengde Wassenaarseweg ge legen gedeelte der voor de Universiteit bestemde gronden van Leiden gaat af scheiden en ter plaatse n.b. dwars door de aldaar ontworpen gebouw (waarvan de bouw reeds is begonnen) zal lopen. De zinsnede in de memorie van toelich ting, dat door de wijze, waarop de gren zen zijn gelegd, wordt voorkomen, dat het uitgebreide complex van de Rijksuniversiteit door de grens tussen Leiden en Oegstgeest zal worden door sneden, bevreemdt, in het licht van dit tracé, wel enigszins. Leidse inrichtingen binnen Leiden Als men ziet, met wat voor oplossingen het ontwerp voor de grens te dezer plaatse komt, vragen w0 ons, aldus B. en W., toch in gemoede af, wat nu eigen lijk de zwaarwichtige bedenkingen kun nen zijn, welke zich er tegen verzetten, dat de Leidse inrichtingen binnen Leids territoir komen te liggen. Het zijn in de eerste plaats Leidse belangen, waarom het hier gaat, evenals de doortrekking van de Warmonderweg en de Wasse naarseweg een Leidse zaak is; de ge meente Oegstgeest is bij een en ander slechts indirect betrokken. Het moet trouwens niet uitgesloten worden geacht dat een deel van de terreinen ten noor den van de Verlengde Wassenaarseweg in de toekomst zal worden bestemd voor andere doeleinden dan de verpleging van geesteszieken, waarbij de ligging nabij Endegeest maar wellicht ook nabij het Universiteitscomplex van grote betekenis kan zijn. De ontwikkeling van de geriatrie zal het wellicht noodzakelijk maken, dat er voor Leiden een. tehuis wordt gesticht voor die ouden van dagen, wier opne ming bij gebreke aan zo'n tehuis in een psychiatrische inrichting onver mijdelijk wordt, ook al behoren zij eigenlijk in een dergelijke inrichting niet thuis. Wordt tot de stichting van een zodanig tehuis besloten, dan ligt het uit een oogpunt van efficiency voor de hand aansluiting te zoeken bij het bestaande gestichtscomplex. Volgens B. en W. is deze overdracht ook uit financieel oogpunt niet meer dan billijk. Het inwonend personeel, als mede de patiënten, na een jaar verblijf in de inrichtingen, zijn inwoners van Oegstgeest, welke gemeente voor deze ingezetenen niet onaanzienlijke uitke ringen uit het gemeentefonds ontvangt, doch overigens geen offers voor deze inwoners brengt en daarover ook niet de minste bestuurlijke zorg heeft uit te oefenen. B. en W. zijn dan ook van oordeel, dat de raad met klem het verzoek moet her halen de ontworpen gTens met de ge meente Oegstgeest zodanig te wijzigen, dat de gronden, waarop de Psychiatri sche Inrichtingen ..Endegeest", „Voor- geest" en de Jelgersmakliniek zijn ge legen, binnen de gemeente Leiden komen te liggen. De grens met Voorschoten Vergeleken met het voorstel-1960 is j in het tracé van de grens tussen Leiden en Voorschoten geen wijziging gebracht, i Derhalve wordt een klein gedeelte Voor- J schotens gebied ten oosten van de j Rijksweg 4b niet bij Leiden gevoegd. Verleden jaar hadden wij, aldus B. en W. te dezen aanzien de opmerking ge- j maakt, dat wij het niet anders dan1 logisch achtten, dat ook dit gedeelte, dat slechts een geringe omvang heeft, bij Leiden wordt gevoegd. Ons stond hierbij voor ogen, dat de Rijksweg een logische grens vormt met de gemeenten ten westen van Leiden. Gedeputeerde Staten hebben deze suggestie niet overgenomen, blijkbaar in verband met het feit, dat op dit stukje Voorschotens grondgebied zich enige voorzieningen van die gemeente bevinden, die nodig zijn voor de uitoefe ning van haar taak. Een dergelijke motivering zouden wij kunnen aanvaar den, doch wij moeten dan toch opmer ken, dat deze motivering in schril contrast staat met die, welke heeft gegolden bij het bepalen van de grens tussen Leiden en Oegstgeest, waardoor de Leidse psychiatrische inrichtingen „Endegeest" c.a. en de Leidse stadskwe kerij niet binnen de Leidse grenzen zijn gebracht. De grens met Zoeterwoude Ook ten aanzien van deze grens geeft het huidige ontwerp geen verschil, ver geleken bij het voorstel 1960. B. en W. beperken zich daarom tot een enkele opmerking. Het is bekend, dat het gebied tussen de Rijn en de spoorlijn LeidenAlphen aan den Rijn, door zijn ligging aan Rijksweg 11 (LeidenBodegraven) in de onmiddellijke nabijheid van Rijksweg 4a (Amsterdam—Rotterdam) met de moge lijkheid van aansluiting op grootscheeps- vaarwater en het spoorwegnet, bij uit stek voldoet als vestigingsplaats voor industrieën en volgens het structuurplan daartoe ook is bestemd. Omdat destijds was te voorzien, dat de gemeente Leiden in de naaste toe komst geen grond meer beschikbaar zou hebben voor industrievestiging, is reeds in 1957 met de gemeente Zoeterwoude een gemeenschappelijke regeling getrof fen, waarbij het industrieschap „De Grote Polder" in het leven is geroepen. Het terrein, waarop dit industrieschap betrekking heeft, maakt deel uit van het tussen de spoorlijn LeidenAlphen aan den Rijn en de Rijn gelegen grond gebied van Zoeterwoude. Aangezien het hier de industrievestiging, dus één be perkt belang betrof, was het mogelijk dit ruimtelijke probleem van onze ge meente met toepassing van de Wet ge meenschappelijke regelingen tot een oplossing te brengen. Dit neemt niet weg, dat de hier geprojecteerde indus trieterreinen een integrerend deel uit maken van de Leidse stadsuitbreiding en dat het derhalve uit bestuurlijk oog punt logisch en doelmatig is, dat dit gedeelte binnen de grenzen van onze gemeente komt te liggen. De overgang van dit gebied van Zoe terwoude naar Leiden zal intussen geenszins betekenen, dat de samenwer king met Zoeterwoude, dat eveneens belang bjj de industrieterreinen blijft behouden, zou moeten worden verbroken. Wat Leiden wil Op grond van al deze overwegingen stellen B. en W. de raad voor om in zjjn zitting van 10 juli a.s. het volgende ter kennis van Ged. Staten van Zuid- Holland te brengen: I. dat een spoedige uitbreiding van het grondgebied der gemeente Leiden thans dringend geboden is, zodat iedere vertraging in de aanhangige grenswijzi- gingsprocedure moet worden vermeden; II. dat derhalve naar zijn oordeel tot standkoming van de ontworpen grens regeling op korte termijn dient te wor den bevorderd; III. dat hü er in verband met het bovenstaande van afziet aan te dringen op wijziging van het ontworpen verloop der gemeentegrenzen, behoudens dat: a. alsnog aan de in het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangege ven bezwaren tegen het tracé in de ontworpen grens met de gemeente Oegstgeest tussen de Rjjnsburgenveg en de Rijksweg 4 behoort te worden tege moet gekomen, b. het gedeelte der gemeente Oegst geest, waarop de psychiatrische inrich tingen „Endegeest", „Voorgeest" en de Jelgersmakliniek zijn gelegen, mede aan de gemeente Lelden behoort te worden toegevoegd. De Leidse Jeugd Tour Zaalberg won laatste etappe met hele ronde voorsprong „Jong en Jolig" zingt en speelt OP VLONDER IN ZOETERWOUDSE SINGEL Tijdens de jubileumtentoonstelling van de Vebo, welke van 22 t.e.m. 26 augustus in het Plantsoen wordt ingericht, zal Sempre Avanti's „Jong en Jolig" in de avonduren van 22, 24, 25 en 26 augustus op een door de Genie te leggen vlonder (circa 140 m2) in de Zoeterwoudse Sin gel musiceren en zingen. Er zal o.a. in de kostuums van het land een Weense, Tiroolse en Nederlandse show worden opgevoerd. Woensdagavond 23 augustus verzorgt de agrarische jeugd een voor stelling op de vlonder. De achter het Plantsoen braakliggende grond zal als parkeerruimte worden in gericht. Naar wij vernemen zullen de ingediende bezwaarschriften tegen de grenswijzigingsvoor- stellen van G.S. en dz stand punten van de gemeenten op 27 juli in een speciale zitting van de Staten behandeld wor den. Na deze behandeling gaan de definitieve voorstellen naar de minister, die daarop ■en op eigen overwegingen zijn wetsvoorstel zal formuleren. Dit moet door de Kamers wor den goedgekeurd en door dz Kroon bekrachtigd, alvorens de uiteidelijke grenswijzigin gen van kracht kunnen wor den. Deze wijzigingen brengen de noodzaak van gemeente raadsverkiezingen in de be trokken gemeenten mee, die wellicht nog gecombineerd zouden kunnen worden met de normaal te verwachten ge meenteraadsverkiezingen. De laatste etappe van de Leidse Jeugd j Tour beloofde een succes te worden en j is dat ook geworden. Dertig ronden op de wielerbaan Duinhorst te Wassenaar stonden op het programma. Allen heb- i ben hard gefietst om de tour een dave- rend sluitstuk te geven. De B-klasse ging als eerste van start. Bertus Hulsbos en Peter Beereboom lie ten er geen gras over groeien en gingen er direct vandoor. Vijftig meter voor sprong hadden de beide vluchtelingen weldra bereikt. Gele truidrager v. d. Poel had zijn draai nog niet gevonden, maar hij bofte, dat de Noordwijkers deze voor sprong niet op zich lieten zitten. Leo v. d. Berg en Leo Knijnenburg namen het peloton op sleeptouw en weldra was het gat weer gedicht. In hoog tempo ging het toen vooruit langs de wieler baan. Beurtelings deden Martien v. d. Geest, Leo v. d Berg en Leo Knijnen burg ontsnappingspogingen, doch nu VERKEEK Burgemeester en Wethouders van Lelden brengen ter openbare kennis, dat de Mey van Streefkerkstraat met Ingang van 3 Juli 1961 voor de duur der bestratingswerk zaamheden aldaar, ls afgesloten voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trek dieren en vee. ln belde richtingen. Advertentie Zoekt U een van f 40.— of f 400. v. d. WATER, Haarlemmerstr. 207 heeft het. De Gero-specialist. Hedenochtend werd in het Juridisch Studiecentrum Gravensteen de bronzen beeltenis overgedragen van wijlen prof. mr. W. J. M. van Eysinga. oud-hoogleraar te Leiden en oud-rechter in het Permanente Hof van Internationale Justitie. De overdracht vond plaats in een besloten bijeenkomst van slechts enkele genodigden. De beeltenis is vervaardigd tijdens het leven van prof. Van Eysinga door de Haagse beeldhouwster Gra Rueb, die het gips-ontwerp aan de Universiteit afstond na de dood van de grote jurist in het begin van dit jaar. Van Universitaire zijde werden gelden beschikbaar gesteld om de kop in brons te gieten, hetgeen geschiedde bij de gieterij Stöxen te Leiden. De beeltenis is geplaatst in de hal van Gravensteen, tot welks tot standkoming als juridisah studiecentrum prof. Van Eysinga zeer veel heeft bijgedragen. B. en W. van Leiden hebben zich in een praeadvies uitgesproken over de door G.S. voorgestelde grens wijzigingen. Op de hoofdpunten daarvan gaan wij in nevenstaand artikel breedvoerig in. Hoewel wij een groot gedeelte der aangevoerde argumenten van het Leidse stand punt kunnen onderschrijven, zonder daarmee tekort te doen aan de rechtvaardigheid van andere ziens wijzen (zoals in de omliggende ge meenten gehuldigd worden) moeten wij toch op enkele details - die niet van belang ontbloot zijn - een woord van twijfel over de kracht der aangevoerde argumenten laten horen. Enerzijds wordt voorlopig afge zien van vasthouden aan een grens wijziging met Leiderdorp, omdat de procedure van een dergelijke wijziging in de voorstellen te veel tijd zou vergen, anderzijds wordt wel een wijzigng van het voorstel met betrekking tot de grenzen met Oegstgeest en Voorschoten bepleit. Een belangrijk verschil in tijd, welke deze wijziging zou vergen, met de opgeofferde wijziging van de Leiderdorpse grenzen kunnen wij niet goed inzien. De situatie kan in het ene geval iets moelijker liggen dan in het andere, maar van een essentieel verschil is in de pro cedurekwestie geen sprake. Voorts wordt een zeer merkwaar dig argument gehanteerd om G.S. op een inconsequentie te wijzen. B. en W. van Leiden vinden het merk- I waardig, dat een deel van Voor schoten niet aan Leiden toevalt op j grond van het motief, dat zich hierop inrichtingen van gemeente llijke Voorschotense zorg bevinden. B. en W. menen, dat dan ook op \die grond de terreinen van de psychiatrische inrichtingen en de stadskwekerij van Oegstgeest naar Leiden behoorden over te gaan, omdat het hier Leidse gemeente lijke voorzieningen betreft. Wij achten dit misleidend. Ten aanzien van Voorschoten gaat het om Voorschotens voorzieningen op eigen terrein, ten aanzien van de psychiatrische inrichtingen en de stadskwekerij gaat het om Leidse voorzieningen op (bestuurlijk) an dermans terrein. Het handhaven van bestuurszeggenschap over i eigen terrein waar op eigen I gemeentelijke voorzieningen een plaats hebben gekregen lijkt ons j een andere zaak en bovenal meer i aanvaardbaar dan het verlenen van I gemeentelijke zeggenschap over het grond gebied van een buurgemeente, omdat voor een gemeentelijke voor ziening de gastvrijheid van die buur is ingeroepen. Zou Leiden op deze weg door gaan, dan zou het evenzeer in de rede liggen, een deel van Noord- wijk te annexeren in verband met I de daar gevestigde dependances van Leidse Universitaire instellin- gen, en een deel van Dwingeloo in Drente, waar niet alleen een waar nemingsstation van de Sterrewacht is gevestigd, maar zelfs een verbod voor bromfietsers en vele auto's in een groot gebied geldt ten behoeve van de waarnemingen met de radio telescoop. Een dergelijke annexatie zou Leiden op slag ontlasten van het probleem, dat binnen de ge meentegrenzen onvoldoende recrea tieruimte te vinden is. Het zou o.i. werkelijk te gek zijn, wanneer men grenswijzigingen zou kunnen verdedigen met het feit, dat men gastvrijheid in de te benade- len gemeente heeft verkregen. Dit zelfde geldt ten aanzien van de Rijnsburge aanspraken „op het grondgebied van Oegstgeest, waar de veiling Flora decennia lang gast- j vrijheid" geniet. paste Gerard v. d. Poel beter op. Hij voerde het tempo van het peloton dus danig op. dat de vluchtelingen na kor tere of langere tijd altijd weer door de grote massa werden opgeslokt. Zes ron den voor het einde kwam de gevaar lijkste aanval. Leo v. d. Berg en Bertus Hulsbos wisten vijftig meter uit te lopen. Drie hele ronden lang behielden zij hun voorsprong, doch toen wist het peloton onder leiding van de gele trui hen op nieuw te overmeesteren. De sprint moest de beslissing brengen. Peter Beereboom trok aan, maar trok v. d. Geest en Knij nenburg mee. De laatste wist de belde andere buiten om te passeren en won verdiend de laatste etappe in 22 min. 27 sec. Martien v. d. Geest werd tweede en Beereboom eindigde als derde. Door deze uitslag werd de volgorde in het al gemeen klassement niet gewijzigd, hoe wel enige tijden wat gunstiger kwamen te liggen. Bij de A-klassers openden Rob Faber en Henk van Roon de strijd. Toen z|j Merkelijk een gevaar begonnen te bete kenen verhoogden Wim Zaalberg en Maarten Hoek het tempo. Snel was de voorsprong tot nul gereduceerd. De strijd bleef zeer levendig. Henk Noordermeer «1st een voorsprong van vijftig meter te verwerven, doch weldra bleek, dat ook deze laatste etappe een Zaalberg-aan gelegenheid was. Na de een-en-twintig- ste ronde sprong de favoriet naar voren. Weldra gaf hij zijn plannen vaste vorm: met een ronde voorsprong kwam hij door de finish in een tijd van 23 min. 35 sec. Wim Zaalberg in de A-klasse en Ge rard v. d. Poel in de B-klasse zijn uit geroepen tot winnaars van de Leidse Jeugd Tour 1961. Zoeterwoude behoudt de Trammelant- wisselbeker en de Leidse Nationale Ploeg heeft de Van Zijl-wisselbeker thans de finitief in haar bezit. KLASSEMENTEN PERSOONLIJK Dagklaesement A: 1. Wim Zaalberg 22.15, 2. Hennie v. Roon 23.42, 3. Rob Faber 23.57, 4 Apple Wassenaar 24.13, 5. Tony Zeldenthuis 24.15, 6. Henk Noor dermeer 24.15. Dagklassement B: 1. Leo Knijnenburg 21.27, 2. Martien v.d. Geest 21.57, 3. Peter Beereboom 22.12, rest 22.27. Alg. klassement A: 1. Wim Zaalberg 1.17.52, 2. Rob Faber 122.-2. Hennie v. Roon 1.23.13, 4. Appie Wassenaar 1.2657, 5. Henk Noordermeer 1.27.-. Alg. klassement B: 1. Gerard v d. Poel 1.20.49, 2 Bertus Hulsboa 12104. 3. Peter Beereboom 121.37, 4 Martien v. d. Geest 123.11, 5. Leo v. d. Berg 124.08. PLOEGEN-KLASSEMENTEN Dagklassement A: l. Leidse Nationalen 1.10.34, 2. Sassenheim 1.12.43. Dagklassement B: 1 Zoeterwoude 1.06.36, 2. Noordwijk 1.07.11, 3. Voor schoten 1.0721, 4. Maredük 1.0721. Alg. ploegenklassement A: 1. Leidse Nationalen 4 04.28, 2. Sassenheim 42222. Alg. ploegenklassement B: 1. Zoeter woude 4 03.30, 2. Voorschoten 4.13.22 3 Noordwijk 420.35, 4 Maredijk 426.40.' Aan de hand van enkele cijfers tonen B. en in hun schrijven aan, dat de komende grenswijziging met het oog op de woningbouw zeer urgent is. Op 1 mei 1961 was er op het huidige grondgebied der gemeente Leiden nog ruimte voor de bouw van pl.m. 1500 mid denstandswoningen en pl.m. 1250 arbei derswoningen (exclusief de in aanbouw genomen plannen». Wanneer wij, aldus B. en W., hier en in het vervolg spreken van arbeiderswoningen, bedoelen wij hiermede de woningen, gebouwd door de gemeente en de woningbouwverenigingen met rijkssteun op grond van de Wo ningwet, en die, gebouwd in de A-sector met rijkssteun op grond van de Premie beschikking woningbouw 1960 door par ticulieren en bij uitzondering door wo ningbouwverenigingen. Gezien de toewijzingen voor het Jaar 1961 en de bij het College bekende gege vens over de bouw in de vrije sector, moet jaarlijks rekening gehouden wor den met de bouw van pl.m. 500 arbeiders woningen (t.w. 255 woningwetwoningen, 165 A-premlewoningen, gebouwd door particulieren en 75 A-premiewoningen, gebouwd door woningbouwverenigingen) en 200 300 middenstandswoningen. Uitgaande van vorenbedoelde gegevens is er voor de bouw van middenstands woningen binnen de huidige gemeente grenzen nog bouwgrond beschikbaar tot 1966,1967. Voor de bouw van arbeiderswoningen is de situatie reeds thans moeilijk. Dit jaar zal in leder geval nog worden be gonnen met de bouw van pl.m. 150 wo ningen. Op 1 januari 1962 zal dan nog slechts bouwgrond beschikbaar zijn voor pl.m. 1100 woningen. Een eenvoudige be rekening, uitgaande van de bouw van pl.m. 500 arbeiderswoningen per Jaar, leert, dat er op 1 januari 1964 geen bouw grond voor arbeiderswoningen meer aan wezig ls. Voor een aantal van pLm. 500 arbei derswoningen is op dit moment nog geen bouwplan in voorbereiding. De bouw grond daarvoor zal ln 1962 worden uit gegeven voor woningwetbouw en A-pre- miebouw. De beleggers van de A-premle- ftoningen hebben in feite geen keuze uit verschillende bouwterreinen Dit wordt thans reeds bi) de onderhandelingen met de beleggers als een groot bezwaar ge voeld. Uit het vorenstaande blijkt, dat na 1962 geen bouwgrond meer uitgegeven kan worden en dat er dus na 1963 geen arbeiderswoningen op Leids grondgebied meer kunnen worden gebouwd. WO de bouw van arbeiderswoningen geen stag natie ondervinden, dan is het noodzake lijk. dat de eerste terreinen bulten de huidige grenzen van Leiden op 1 januari 1964 bouwrijp *iJn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3