Eichmann schuift schuld op Göbbels en Himmler Een moeizaam en traag verlopend valsemmitersproces te Amsterdam „Jfc stelde slechts de treintabellen op" Verdachte vijf uur aan het woord Premiewet voor kerkbouw Verdachten iveren zich vol vuur Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 22 juni 1961 Derde blad no. 30386 Adolf Eichmann heeft gisteren in het proces te Jeruzalem alles en iedereen behalve zichzelf verantwoordelijk gesteld voor de uitroeiing van zes miljoen Europese joden. Het was volgens Eichmann de nazi minister van Progaganda, Göbbels, geweest, die de joden had verplicht een gele ster te dragen, de „Reichscommissar" voor de veredeling van het Duitse ras had hun bankrekeningen en huizen geplunderd, en Himmler had hun dood gelast. „Ik stelde de treintabellen op en be paalde de vertrektijden", antwoorde Eichmann op een vraag van zijn verdediger, dr. Servatius. „Ik genoot onder geen enkele omstandigheid een bijzondere status", vervolgde hij, „ik moest mijn chef rapport uit brengen, zoals dat voor elk diensthoofd gold". Eichmann sprak gedurende vflf uurmet de leiding van het bureau. Hij met vaste stem. Hij toonde geen spoor van zenuwachtigheid. Hy antwoordde echter wel zo omstandig, dat rechter Landau tot dr. Servatius zei: „Hij moet kortere zinnen maken, anders begrijpen we hem niet behooriyk. Ik weet dat in het Duits het werkwoord aan het eind van de zin komt, maar dat duurt ons te lang". Eichmann verklaarde dat afdeling 4B van de SD, waarvan hy het hoofd was, geen zelfstandige taak had. Er moest worden samengewerkt met andere bu reaus, die zich ook met joodse zaken bemoeiden. In een zin van 250 woorden zei Eich mann, dat zyn bureau was ingesteld om orde te brengen in de deportatie en evacuatie van Polen en joden in het deel van Polen dat in 1939 werd ge> annexeerd. „Het kan niet worden ontkend dat de ordeloosheid tot op zekere hoogte in het voordeel was van de gedeporteerden, als men dit woord zou mogen gebruiken", aldus beklaagde. Dr. Servatius toonde een brief van 5 maart 1943 van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het bureau van Eichmann, waaruit bleek, naar hy zei, dat voor de aanhouding van buiten landse joden de toestemming van dit ministerie nodig was. Ook uit andere do cumenten blijkt volgens de verdediger, dat instructies over joodse aangelegen heden niet van het bureau-Eichmann, maar van het ministerie kwamen. Volgens Servatius staat het vast dat door toedoen van beklaagde vele joden legaal uit Oostenrijk hebben kunnen vertrekken. Ontkenningen Eichmann ontkende hoofd te zijn ge weest van het centraal bureau voor joodse emigratie. De instelling van dit bureau, onder leiding van het hoofd van de gestapo Heinridh Mliller, werd in januari 1939 schriftelyk door Heydrich aan het ministerie van Buitenlandse Za ken voorgesteld. Aan zyn ontkenning voegde Eichmann toe, dat hy in die periode niet in Berlijn was. Het hoofd van bedoeld centraal bu reau was Heyrich, die de feitelijke lei ding overdroeg aan Mliller. terwijl Mlil ler op zyn beurt, uit hoofde van zijn functie van hoofd van bureau 4 van de rijksveiligheidsdienst (de Gestapo), de feitelijke leiding aan Eichmann over droeg. Mliller bleef volgens beklaagde echter de hoogste functionaris, belast Acteur Pierre Mols te Cannes overleden In Cannes, waar hy met vakantie ver toefde, is maandag overleden de oud toneelspeler Pierre Mols, echtgenoot van de actrice Enny Mols-De Leeuwe. Na een opleiding van twee jaar aan de toneelschool in Amsterdam debuteer de Mols als Bassanio in „De koopman van Venetië" onder Louis Bouwmeester. Daarna was hij vyf jaren bij dr. Wil lem Royaards <N.V. „Het toneel") ver bonden, een jaar bij „Die Haghespelers" onder directie van Eduard Verkade, een jaar by „Het Rotterdamsch tooneel". di rectie Van Eysden, een jaar bij de Kon. Ver. „Het Nederlandsch Toneel", een jaar bij „Het Hollandsch Tooneel", di rectie Louis de Vries, en gedurende zeven jaar by „Het Scnouwtooneel" on der directie van Jan Musch en A. van der Horst. Hierna leidde de heer Mols een eigen toneelgroep onder de naam „De Verenig de Schouwspelers". Met dit gezelschap bracht hij ongeveer 25 stukken, waar van hy het merendeel uit de Franse, Duitse en Engelse taal zelf vertaald had. Bij zyn 25-jarig toneeljubileum werd hij daarvoor door de Franse regering erkend met de benoeming tot „Officier d'academie". De heer Mols vertolkte verscheidene belangrijke rollen, onder meer als „Adam in Ballingschap", van Minard in „Mercadet" van Honoré de Balzac, van Malcolm in „Macbeth" en Laertes in „Hamlet" van Shakespeare. Tydens de oorlog heeft de heer Mols niet gespeeld. In 1945 is hy enige tyd verbonden geweest aan de toneelgroep 5 mei. Daarna heeft hij zich om princi piële redenen van het toneel terugge trokken, waarna hy zyn studie in de Franse taal voortzette en de akte M.O. Frans behaalde. De heer Mols was beëdigd vertaler. De teraardebestelling geschiedt zater dag a.s. om half elf op Zorgvlied. zelf voerde slechts het praktisch beheeT, zo zei Eichmann. Verder ontkende Eichmann betrok ken te zijn geweest by de deportatie van 550.000 joden uit Dantzig, Poznan, Op- per-Silezië en Pruisen, waartoe in 1939 door Göring order was gegeven. Eich mann zei tóen in Wenen en Praag te zyn geweest. Op een vraag van dr. Servatius of hy iets te maken had gehad met het opleggen van of dreigen met de dood straf voor joden, die hun verblyfplaats in het hun voor hervestiging toegewe zen gebied verlieten, antwoordde Eich mann dat zyn dienst in het geheel niets te maken had met doodstraffen. Hier over berustte de beslissing by de cen trale regering. Krumey In antwoord op verdere vragen ver wees Eichmann naar de getuigenver klaring die zyn vroegere ondergeschik te Hermann Krumey kortgeleden ty dens een verhoor in Frankfort heeft af gelegd. In deze verklaring had Krumey die met transportzaken was belast, ge sproken over administratieve moeilijk heden als gevolg van het ontbreken van orde en coördinatie. Eichmann gaf enkele voorbeelden van het werk van zijn bureau en vertelde vervolgens hoe men eens had ontdekt, dat vrouwen en kinderen tydens et ver voer in veewagons van vorst te lyden hadden. Hierop was opdracht gegeven dat vrouwen en kinderen voortaan in passagiersrytuigen moesten worden ver voerd. Alleen mannen mochten nog in veewagons worden vervoerd. Het vraag- en antwoordspel tussen Eichmann en Servatius vertoonde vry- wel geen haperingen. Eichmann putte klaarbiykelijk al zyn antwoorden uit notities die hy elke middag met Ser vatius opstelt voor de volgende och tend. Duidelijk bleek dat Eichmann een groot deel van zijn getuigenis zelf had opgesteld. Hy raadpleegde verschillende keren documenten die, zei hy, „myn getuigenis later zullen staven". 101-jarige te Zeist Mevrouw G. Knetemann Roekei, de op één na oudste inwoonster van Zeist, viert vandaag de dag dat zy 101 jaar geleden te Rotterdam werd geboren. Zy verheugt zich nog in een zeer goede ge zondheid. Alleen haar gehoor laat haar met de jaren wat in de steek. Doch deze hardhorendheid gaat allerminst ten koste van haar opgewekte en wilskrach tige natuur. Eerst op 98-jarige leeftyd nam zy haar intrek in het rusthuis „Vredeoord" aan de Boslaan te Zeist, waar zy de verzorging geniet van zus ter J. H. Kany, die reeds voor de derde keer een 100-jarige onder haar hoede heeft. Kerkelijk Leven NED. HERV. KERK Beroepen te Utrecht als Universiteits predikant dr. J. M. Hasselaar te Utrecht (Pyisweert). GEREF. KERK Bedankt voor een benoeming tot vloot- predlkant A. ter Hoeve te Heerlen. Zelfbeschikkingsrecht der kerken mag niet worden aangetast Voor- en tegenstanders In het voorlopig verslag op de inge diende „Regeling van het verstrekken van een premie aan kerkgenootschappen terzake van de stichting van kerkgebou wen" verklaren vele leden van de bij zondere commissie uit de Tweede Ka mer met dit wetsontwerp ingenomen te zyn. Tevens zeggen zy het redelyk te achten, dat ook de mogelijkheid tot bij dragen in het stichten van „bezinnings centra" wordt geopend. Vele andere leden wensen duidelijk vastgesteld te zien, dat het verlenen van bydragen in geen enkel opzicht zal mo gen leiden tot „verstrengeling" van kerk en staat noch tot bemoeienis van de staat met besteding van te verlenen by dragen. Het zelfbeschikkingsrecht der kerken mag naar mening van vele leden niet worden aangetast. Gevraagd wordt voorts of de term „bezinningscentra" voor het buiten-kerkelyk deel van ons volk, dat niet als „humanistisch" wil worden bestempeld, aanvaardbaar zal zijn. Opnieuw ryst de vraag of alle kerke lijke bedenkingen tegen het ontvangen van overheidssubsidie thans verdwenen zyn. Andere leden keren zich in verschil lende nuanceringen tegen overheidsbe- dragen aan kerken, omdat een groeiend deel van ons volk niet meer tot een kerkgenootschap behoort. Het zou onjuist zijn deze mensen via belastingen tot bydragen aan kerkbouw te verplichten. Op grond van de overwe ging, dat „een krachtig kerkeiyk leven een openbaar belang is", konden vele leden hierin echter geen vorm van rechtsongeiykheid zien. De besteding der algemene middelen wordt nooit op vol komen geiyke mate over elke burger of groep verdeeld. Verschillende leden bleken van mening, dat geen enkel argument voor steun aan kerkbouw krachtig genoeg is. Er dient ondubbelzinnig principieel onderscheid gemaakt te worden tussen „godsdienstige aanbidding en verheer- ïyking Gods" enerzyds en „levensbe- schouwelyke bezinning" anderzyds. En kele leden wensen, dat de regering dui delyk verklaart, dat de wenselykheid van subsidie ook dan biyft bestaan wan neer een te subsidiëren kerkgenootschap niet handelt in overeenstemming met het „door de regering als openbaar be lang geziene". Enige leden wensen duideiyk te zien vastgesteld, dat subsidie uitsluitend zal worden versterkt op voorwaarde, dat de evangelieverkondiging geheel in over eenstemming zal zyn met de Heilige Schrift. Zonder het uitdrukkehjk op nemen van dit kriterium in het wetsont werp hebben zy er onoverkomelyke be zwaren tegen. In het verslag wordt voorts gevraagd naar belastingfaciliteiten als hulp voor kerken, het vaststellen van „rechtsper- soonlykheid" van kerkgenootschappen alsmede om de wet met terugwerkende kracht tot 1 januari 1956 te laten gelden. Voorts willen vele leden gemeenten en provincies vry laten subsidies te geven. „Het Mes" naar Edinburgh De speelfilm „Het Mes" onder regie van Fons Rademakers zal ons land ook vertegenwoordigen op het Filmfestival van Edinburgh, dat eind augustus a.s. wordt gehouden. Vorige maand was zy de officiële Nederlandse inzending by het Festival van Cannes. Waarschynlyk zal „Het Mes", als beste na-oorlogse Ne derlandse speelfilm onderscheiden met „De zilveren roos", in het najaar even eens worden vertoond op het filmfes tival van San Francisco. Een andere speelfilm van Rademakers en de Nederlandse filmproductie maat- schappy, „Makkers staakt uw wild ge raas", gaat naar het Festival van Ber- Ujn (30 juni a.s.). Zy is van Duitse voettitels voorzien. In het najaar komt „makkers staakt uw wild geraas" weer in roulatie in de Nederlandse biosco pen. 4 NATIONAAL PROGRAMMA OP DE VERJAARDAG VAN PRINS BERNHARD Bij gelegenheid van de 50ste ver jaardag van Prins Bernhard zendt de Ned. Televisie een nationaal pro gramma uit. „Z.K.H. Prins Bernhard o0 jaar" is de titel van een uit journaalopnamen samengesteld programma, dat een beeld zal geven van de veelzijdige activiteiten van de Prins der Neder landen. Leen Timp stelde dit pro gramma samen, Cees Nooteboom schreef detekst (20.2020.50 uur). Om 20.50 uur volgt het programma „El principe sin protocolo", een terug blik op de goodwill-reizen van Prins Bernhard naar verscheidene Zuidameri- kaanse landen, waarin muzikale verte genwoordigers van Brazilië, Paraguay, Chili, Venezuela, Mexico en Equador zul len optreden. De journalist Hans Kievid, die jaren lang in Zuid-Amerika heeft gewerkt en de goodwill-reizen van de Prins heeft meegemaakt, verschafte het idee. Hy heeft met Thom Kelling het program ma samengesteld. Tom Kelling verzorgt ook de regie. Om 21.30 uur wordt een BBC-amuse mentsprogramma „The black and white minstrel show" uitgezonden. Dit pro gramma kreeg op het recente festival van Montreux de eerste prys: „De gou den roos". Prins Bernhard heeft gisteren in Amsterdam voor de elfde maal zil veren anjers uitgereikt. Vóór de plechtigheid kreeg hij zelf als ver jaardagsgeschenk een boek aange boden. met een selectie van door de Prins gehouden redevoeringen. De Prins en prof. Wiarda, die het ge schenk namens het Prins Bernhard Fonds uitreikte, bekijken het boek. PRINS BERNHARD NAAR NEW YORK VERTROKKEN Prins Bernhard is gisteravond met een DC-8 lyn toestel van de K.L.M. naar New York vertrokken. De prins zal daar vandaag een vergadering van de „Flight safety foundation" bijwonen. Op de luchthaven waren de president directeur van de K.L.M., drs. E. H. van der Beugel, de directeur Nederland van de K L M., de heer A. A. van der Paauw, en de adjudant van de Prins, majoor- vlieger-waarnemer K. van Gessel aan wezig om Prins Bernhard uitgeleide te doen. De heer v. d. Beugel wees Prins Bernhard persoonlyk zyn plaats in het eerste klas gedeelte van het straalvlieg tuig. Reeds vanavond zal Prins Bernhard New York weer verlaten, om morgen middag op Schiphol t^rug te keren» Hero vruchtendranker».« héérlijke zomerdranken! Met de smaak voor elke smaak en het unieke fruitaroma waarvan Hero (en Hero alleen!) het geheim kent. U weet wat u proeft— weergaloos-fijne koele verkwikking! Geniet vaker van Hero! Él HERO DRANKEN ZIJN OVERAL GEVRAAGD Avontuur in de woestijn Een tweehonderdtal Israëlische jongelieden, die genoeg hadden van het stadse leven, gaan in de woestijn een industriestad bouwen. Hun ge middelde leeftijd is 23 jaar. Er zijn verscheidene gehuwden met kinde ren bij. Het begon negen maanden geleden in een koffiebar in Tel Aviv, waar een aantal van hen de eerste verjaardag vierde van hun ontslag uit de nationale dienst. Een van het gezelschap, een onderwijzer, merkte op een gegeven moment op: „Nie mand van ons is tevreden met het geregelde leven in de stad. Kunnen we niet iets anders gaan doen om ons leven de moeite waard te ma ken?". Een der suggesties, een waterweg aan te leggen tussen de Rode en de Middellandse Zee als alternatief voor het Suezkanaal, vond de meeste bij val maar werd door de Israëlische regering als ongelegen afgewimpeld. Toen besloten de jongelui dan maar om 'aanvullende strijd met de woestijn te gaan aanbinden en een coöperatieve ne- „AMBASSADEURS" IN HOGER BEROEP De zich noemende ambassadeurs van de bovennationale en lnterkerkeiyke schertsorganisatie „De Heilige Daad"; Jolle Jansma uit Bussum en Machiel J. J. Volraat uit Amsterdam, hebben by het Amsterdamse gerechtshof appel aangetekend tegen het vonnis van de rechtbank in de hoofdstad, die dit twee tal op 9 Juni wegens poging tot op lichting veroordeelde tot een jaar en acht maanden gevangenisstraf met af trek resp. tien maanden gevangenis straf met aftrek. Er was twee jaar en drie maanden gevangenisstraf met af trek geëist. derzetting tussen Beersjeba en Eliat te gaan stichten. Allen zullen het zelfde loon ontvangen voor hun werk in de fosfaat- en andere industrieën en een gelijk aandeel in de winst van de bioscoop, winkels, zwembad en dergelijke. Toekomstige leden van de nederzetting zuil endoor een com missie uit de pioniersgroep worden geselecteerd. Trotzkistenleiders voor rechtbank Idealisme voert bij de Griek de boventoon (Van onze Amsterdamse correspondent) Traag en uiterst moeizaam is gisteren de eerste dag verlopen van het minstens vier dagen durende en grote aandacht trekkende proces tegen de Griekse Trotzkistenleider en diens medewerker, een steno graaf, die op drie punten worden beschuldigd illegale activiteiten te hebben gesteund, uitgelokt of bevorderd ten bate van de Algerijnse vrijheidsstrijders. Voor de toehoorders de publieke tribune was vrij wel geheel gevuld met politieke aanhangers werd het gistermiddag zelfs vervelend doordat een deel van het gesprokene zich afspeelde rond de op de groene tafel uitgestalde bewijsstukken en door de slechte akoestiek in de zaal, vrijwel verloren ging. Toch ging het hier om een der grootste valsemunters-processen, die ooit hebben plaatsgehad. Toen de politie vorig jaar in de drukkery aan de Johannesstrasse in Osnabrück een inval deed. ontdekte men een uiterst vakkundig ingerichte drukkery voor het drukken van bank biljetten en voldoende papier voor het drukken van ruim 70 miljoen gulden aan Franse franken. Beter echter dan 's morgens waar over wij in een gedeelte van onze op laag van gisteren reeds schreven gaf de middagzitting een beeld van de beide verdachten. De Amsterdamse dagblad stenograaf Sal. S. liet zich kennen als een fanatiek, wat onbeheerst en niet altyd even tactvol optredend type van wie men nauwelyks kan aannemen dat hij een leidinggevende post bekleedt in de „Vierde Internationale". De van Griekse afkomst zijnde, maar doorgaans in Frankrijk verblyvende Michael R. die Trotzki is opgevolgd als leider van de anti-stalinistische revolutionairen, is een man van grote intelligentie, een sterke persoonlijkheid en een idealist pur sang. De president, mr. J. Heinz, gaf de verdachten, die hy steeds aansprak met „mynheer R." en „mynheer S." alle ge legenheid ieder punt dat werd behandeld toe te lichten, hoewel hy duidelyk heeft gevraagd de politiek zoveel mogelyk bui ten de zaak te houden. Het verkeer met de Griek verliep niet altyd even vlot, omdat ieder woord en iedere voorgele zen verklaring uit het dossier door de bejaarde tolk in het Frans moest wor den omgezet. Niettemin is gistermiddag duidelyk geworden wat de verdachten ten aanzien van het tot dusver behan delde deel van de tenlastelegging wel en niet willen toegeven. Valse persoonsbewijzen Het eerste punt van de dagvaarding betreft het aandeel dat de verdachten zouden hebben gehad in de vervaardi ging van valse Franse persoonsbewy- zen. die gedeeltelyk in de Amstelvecnse drukkerij van oud-verzetsstryder Joop Zwart en gedeeltelyk in een garage van de woning van een Haarlemse chemie- en lithograaf zyn gedrukt. De Griek erkende enthousiast te zyn geweest over het werk dat deze litho graaf verrichtte, maar ontkende hier voor een origineel persoonbewys ter be schikking te hebben gesteld of geld voor dit doel te hebben gegeven. Een •van da vervalste kaarten Is in Frankrijk aangetroffen op een zekere Addad Ra- mada, een der leiders van de Algerynse nationalisten. Op de vraag of de 'Griek bekend was met het feit dat deze Ra- mada zo'n in Haarlem vervaardigde kaart bezat, antwoordde hy lakoniek: „Ik wist het niet. maar hy is wel een van de eersten die voor een valse iden titeitskaart in aanmerking komt". „Algerijnen zijn geen Fransen" Enige malen sprong de Trotzkistenlei der overeind uit de verdachtenbank om op felle wyze zijn mening naar voren te brengen. Nadat de tolk een door de president voorgelezen proces-verbaal in het Frans had omgezet, waarin het per soonsbewijs werd genoemd als een be wijs dat de drager ervan tot de Franse nationaliteit behoort en dat de Algerij nen ook Fransen zijn, riep de Griek verontwaardigd: „Maar Algerynen zyn Algerynen en geen Fransen!" Uit de verklaringen van de lithograaf. die werden voorgelezen omdat deze zelf ln verband met de valsemuntery in een Duitse gevangenis verbiyft, bleek dat de lithograaf de persoonsbewyzen heeft ge maakt in opdracht van een zekere „Mi chel". President: „Wordt u „Michel" ge noemd en staat u ook bekend onder de naam ..Pablo"? R. (geladen): „Ik heb héél m'n leven onder verschillende namen gestreden te gen dictatuur en fascisme". De schriftelijke verklaringen van de lithograaf waren bezwarend voor beide verdachten. „Liever de gevangenis in" De Griek ging vervolgens uitvoerig In op de kwestie van de persoonsbewyzen, waarvan hy zich nadrukkelyk distan tieerde. Het commentaar van S.: „De verkla ringen van de lithograaf zyn door en door leugenachtig. Ik heb de contacten gelegd. Ik weet ook wie het geld voor de aanschaf van materialen aan de litho graaf heeft gegeven, maar ik zeg niet wie. Ik ga liever de gevangenis in dan iets ten nadele te zeggen van iemand, die iets voor Algerynse vrijheidsstrijders heeft gedaan". Uit de stukken bleek dat een zekere „Pierre" de gedrukte persoonsbewyzen by de lithograaf in Haarlem weghaalde. Op de vraag van de president, wie deze „Pierre" was. merkte de Griek op: „Overal zyn mensen die voor deze zaak werken, dat weet de politie ook wel". De stenograaf hield een pleidooi voor zijn medeverdachte, die ten tyde van de persoonsbewyzen-affaire niet in het land zou zyn geweest. Ook hield hy vol dat. „Pierre" de kaarten afhaalde. „Een enkele keer werden ze weieens by my thuis bezorgd, maar dat was alleen wan neer het tydige afhalen was fout ge lopen". President: „En waar gingen ze dan heen?" S.: „Dat vertel ik u niet". President „Waar werden de kaarten dan ingevuld?" S.: „Dat vertel lk u ook niet". De getulge-deskundige ir. K. E. C. Buyn, die als scheikundig ingenieur is verbonden aan de N.V. Enschede en Zoon te Haarlem, gaf een uiteenzet ting over de kenmerken van de ver valsingen van de persoonsbewyzen, die uiterst zorgvuldig waren gemaakt. Uitstekende kwaliteit Ir. Buyn had ook een bezoek gebracht aan de drukkery te Osnabrück. waar hij in het restant van een gebombar deerd gebouw „een geperfectioneerd, nieuw opgebouwd bedryf" had aange troffen. Hiermee was men aangeland bij het tweede deel van de tenlaste legging, namelijk het aandeel van de verdachten in de valsemunterij. Volgens de deskundige was er grote zorg aan de details besteed. De offset-pers, de boek drukmachine. de papiersnymachine, het fotomateriaal, de cliché's en clichc-pla- ten, de chemicaliën en drukinkten, al les was van uitstekende kwaliteit. Lang bleven rechtbank en deskundige stilstaan by de ingenieus uitgevoerde numerator, die de bankbiljetten tydens het drukken in series van nummers kon voorzien. Het apparaat was in de recht zaal aanwezig en de stukken uit het dossier wezen uit, dat het gekocht en betaald was door de lithograaf en de later in het proces persoonlyk te ver- schynen getuige H. Hompe. De officier van Justitie, mr. H. E. van Renesse, wilde weten of mr. Buyn aan- wyzingen had gevonden, die er op zou den kunnen wijzen, dat de bankbiljet ten van byv. een reclame-opdruk zou den worden voorzien, maar de deskun dige zei: „Daarvoor was alles te goed verzorgd. Bankbiljetten die voor recla me-doeleinden worden gemaakt, worden altyd slecht afgewerkt. Dat is de enige manier om buiten het Wetboek van Strafrecht te biyven Tot morgen geschorst Om half zes deelde de president mede, dat de zitting werd geschorst tot vrijdag a.s. Aan het verhoor van getuige Hompe was men toen nog niet toegekomen. iDe heer Hompe, die destijds de politie over de voorbereiding van de valsemun terij b«ft ingelicht, heeft zich niet in de rechtzaal laten zien. Uit vrees \oor represaille-maatregelen heeft de politie hem een bijzondere bescherming gebo den. Hoe fel de betrokkenen en hun aanhangers op de heer Hompe zijn ge beten. is wel gebleken tijdens het proces in Osnabrück, toen een van de ver dachten hem toebeet: „Als ik Jou was, zo» ik maar vergif innemen.,..,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 5