Eichmann schuift schuld
op Göbbels en Himmler
Een moeizaam en traag verlopend
valsemmitersproces te Amsterdam
„Jfc stelde slechts de
treintabellen op"
Verdachte vijf uur aan het woord
Premiewet voor kerkbouw
Verdachten iveren zich vol vuur
Opgericht 1 maart 1860
Donderdag 22 juni 1961
Derde blad no. 30386
Adolf Eichmann heeft gisteren in het proces te Jeruzalem alles en
iedereen behalve zichzelf verantwoordelijk gesteld voor de uitroeiing
van zes miljoen Europese joden. Het was volgens Eichmann de nazi
minister van Progaganda, Göbbels, geweest, die de joden had verplicht
een gele ster te dragen, de „Reichscommissar" voor de veredeling van
het Duitse ras had hun bankrekeningen en huizen geplunderd, en
Himmler had hun dood gelast. „Ik stelde de treintabellen op en be
paalde de vertrektijden", antwoorde Eichmann op een vraag van zijn
verdediger, dr. Servatius. „Ik genoot onder geen enkele omstandigheid
een bijzondere status", vervolgde hij, „ik moest mijn chef rapport uit
brengen, zoals dat voor elk diensthoofd gold".
Eichmann sprak gedurende vflf uurmet de leiding van het bureau. Hij
met vaste stem. Hij toonde geen spoor
van zenuwachtigheid. Hy antwoordde
echter wel zo omstandig, dat rechter
Landau tot dr. Servatius zei: „Hij moet
kortere zinnen maken, anders begrijpen
we hem niet behooriyk. Ik weet dat in
het Duits het werkwoord aan het eind
van de zin komt, maar dat duurt ons
te lang".
Eichmann verklaarde dat afdeling 4B
van de SD, waarvan hy het hoofd was,
geen zelfstandige taak had. Er moest
worden samengewerkt met andere bu
reaus, die zich ook met joodse zaken
bemoeiden.
In een zin van 250 woorden zei Eich
mann, dat zyn bureau was ingesteld
om orde te brengen in de deportatie en
evacuatie van Polen en joden in het
deel van Polen dat in 1939 werd ge>
annexeerd.
„Het kan niet worden ontkend dat de
ordeloosheid tot op zekere hoogte in het
voordeel was van de gedeporteerden, als
men dit woord zou mogen gebruiken",
aldus beklaagde.
Dr. Servatius toonde een brief van
5 maart 1943 van het ministerie van
Buitenlandse Zaken aan het bureau van
Eichmann, waaruit bleek, naar hy zei,
dat voor de aanhouding van buiten
landse joden de toestemming van dit
ministerie nodig was. Ook uit andere do
cumenten blijkt volgens de verdediger,
dat instructies over joodse aangelegen
heden niet van het bureau-Eichmann,
maar van het ministerie kwamen.
Volgens Servatius staat het vast dat
door toedoen van beklaagde vele joden
legaal uit Oostenrijk hebben kunnen
vertrekken.
Ontkenningen
Eichmann ontkende hoofd te zijn ge
weest van het centraal bureau voor
joodse emigratie. De instelling van dit
bureau, onder leiding van het hoofd
van de gestapo Heinridh Mliller, werd in
januari 1939 schriftelyk door Heydrich
aan het ministerie van Buitenlandse Za
ken voorgesteld. Aan zyn ontkenning
voegde Eichmann toe, dat hy in die
periode niet in Berlijn was.
Het hoofd van bedoeld centraal bu
reau was Heyrich, die de feitelijke lei
ding overdroeg aan Mliller. terwijl Mlil
ler op zyn beurt, uit hoofde van zijn
functie van hoofd van bureau 4 van de
rijksveiligheidsdienst (de Gestapo), de
feitelijke leiding aan Eichmann over
droeg. Mliller bleef volgens beklaagde
echter de hoogste functionaris, belast
Acteur Pierre Mols
te Cannes overleden
In Cannes, waar hy met vakantie ver
toefde, is maandag overleden de oud
toneelspeler Pierre Mols, echtgenoot van
de actrice Enny Mols-De Leeuwe.
Na een opleiding van twee jaar aan
de toneelschool in Amsterdam debuteer
de Mols als Bassanio in „De koopman
van Venetië" onder Louis Bouwmeester.
Daarna was hij vyf jaren bij dr. Wil
lem Royaards <N.V. „Het toneel") ver
bonden, een jaar bij „Die Haghespelers"
onder directie van Eduard Verkade, een
jaar by „Het Rotterdamsch tooneel". di
rectie Van Eysden, een jaar bij de Kon.
Ver. „Het Nederlandsch Toneel", een
jaar bij „Het Hollandsch Tooneel", di
rectie Louis de Vries, en gedurende
zeven jaar by „Het Scnouwtooneel" on
der directie van Jan Musch en A. van
der Horst.
Hierna leidde de heer Mols een eigen
toneelgroep onder de naam „De Verenig
de Schouwspelers". Met dit gezelschap
bracht hij ongeveer 25 stukken, waar
van hy het merendeel uit de Franse,
Duitse en Engelse taal zelf vertaald had.
Bij zyn 25-jarig toneeljubileum werd
hij daarvoor door de Franse regering
erkend met de benoeming tot „Officier
d'academie".
De heer Mols vertolkte verscheidene
belangrijke rollen, onder meer als
„Adam in Ballingschap", van Minard in
„Mercadet" van Honoré de Balzac, van
Malcolm in „Macbeth" en Laertes in
„Hamlet" van Shakespeare.
Tydens de oorlog heeft de heer Mols
niet gespeeld. In 1945 is hy enige tyd
verbonden geweest aan de toneelgroep
5 mei. Daarna heeft hij zich om princi
piële redenen van het toneel terugge
trokken, waarna hy zyn studie in de
Franse taal voortzette en de akte M.O.
Frans behaalde. De heer Mols was
beëdigd vertaler.
De teraardebestelling geschiedt zater
dag a.s. om half elf op Zorgvlied.
zelf voerde slechts het praktisch beheeT,
zo zei Eichmann.
Verder ontkende Eichmann betrok
ken te zijn geweest by de deportatie van
550.000 joden uit Dantzig, Poznan, Op-
per-Silezië en Pruisen, waartoe in 1939
door Göring order was gegeven. Eich
mann zei tóen in Wenen en Praag te
zyn geweest.
Op een vraag van dr. Servatius of
hy iets te maken had gehad met het
opleggen van of dreigen met de dood
straf voor joden, die hun verblyfplaats
in het hun voor hervestiging toegewe
zen gebied verlieten, antwoordde Eich
mann dat zyn dienst in het geheel niets
te maken had met doodstraffen. Hier
over berustte de beslissing by de cen
trale regering.
Krumey
In antwoord op verdere vragen ver
wees Eichmann naar de getuigenver
klaring die zyn vroegere ondergeschik
te Hermann Krumey kortgeleden ty
dens een verhoor in Frankfort heeft af
gelegd. In deze verklaring had Krumey
die met transportzaken was belast, ge
sproken over administratieve moeilijk
heden als gevolg van het ontbreken van
orde en coördinatie.
Eichmann gaf enkele voorbeelden van
het werk van zijn bureau en vertelde
vervolgens hoe men eens had ontdekt,
dat vrouwen en kinderen tydens et ver
voer in veewagons van vorst te lyden
hadden. Hierop was opdracht gegeven
dat vrouwen en kinderen voortaan in
passagiersrytuigen moesten worden ver
voerd. Alleen mannen mochten nog in
veewagons worden vervoerd.
Het vraag- en antwoordspel tussen
Eichmann en Servatius vertoonde vry-
wel geen haperingen. Eichmann putte
klaarbiykelijk al zyn antwoorden uit
notities die hy elke middag met Ser
vatius opstelt voor de volgende och
tend. Duidelijk bleek dat Eichmann een
groot deel van zijn getuigenis zelf had
opgesteld. Hy raadpleegde verschillende
keren documenten die, zei hy, „myn
getuigenis later zullen staven".
101-jarige te Zeist
Mevrouw G. Knetemann Roekei, de
op één na oudste inwoonster van Zeist,
viert vandaag de dag dat zy 101 jaar
geleden te Rotterdam werd geboren. Zy
verheugt zich nog in een zeer goede ge
zondheid. Alleen haar gehoor laat haar
met de jaren wat in de steek. Doch
deze hardhorendheid gaat allerminst ten
koste van haar opgewekte en wilskrach
tige natuur. Eerst op 98-jarige leeftyd
nam zy haar intrek in het rusthuis
„Vredeoord" aan de Boslaan te Zeist,
waar zy de verzorging geniet van zus
ter J. H. Kany, die reeds voor de derde
keer een 100-jarige onder haar hoede
heeft.
Kerkelijk Leven
NED. HERV. KERK
Beroepen te Utrecht als Universiteits
predikant dr. J. M. Hasselaar te Utrecht
(Pyisweert).
GEREF. KERK
Bedankt voor een benoeming tot vloot-
predlkant A. ter Hoeve te Heerlen.
Zelfbeschikkingsrecht der kerken mag
niet worden aangetast
Voor- en tegenstanders
In het voorlopig verslag op de inge
diende „Regeling van het verstrekken
van een premie aan kerkgenootschappen
terzake van de stichting van kerkgebou
wen" verklaren vele leden van de bij
zondere commissie uit de Tweede Ka
mer met dit wetsontwerp ingenomen te
zyn. Tevens zeggen zy het redelyk te
achten, dat ook de mogelijkheid tot bij
dragen in het stichten van „bezinnings
centra" wordt geopend.
Vele andere leden wensen duidelijk
vastgesteld te zien, dat het verlenen van
bydragen in geen enkel opzicht zal mo
gen leiden tot „verstrengeling" van kerk
en staat noch tot bemoeienis van de
staat met besteding van te verlenen by
dragen. Het zelfbeschikkingsrecht der
kerken mag naar mening van vele leden
niet worden aangetast. Gevraagd wordt
voorts of de term „bezinningscentra"
voor het buiten-kerkelyk deel van ons
volk, dat niet als „humanistisch" wil
worden bestempeld, aanvaardbaar zal
zijn.
Opnieuw ryst de vraag of alle kerke
lijke bedenkingen tegen het ontvangen
van overheidssubsidie thans verdwenen
zyn.
Andere leden keren zich in verschil
lende nuanceringen tegen overheidsbe-
dragen aan kerken, omdat een groeiend
deel van ons volk niet meer tot een
kerkgenootschap behoort.
Het zou onjuist zijn deze mensen via
belastingen tot bydragen aan kerkbouw
te verplichten. Op grond van de overwe
ging, dat „een krachtig kerkeiyk leven
een openbaar belang is", konden vele
leden hierin echter geen vorm van
rechtsongeiykheid zien. De besteding der
algemene middelen wordt nooit op vol
komen geiyke mate over elke burger of
groep verdeeld.
Verschillende leden bleken van
mening, dat geen enkel argument voor
steun aan kerkbouw krachtig genoeg is.
Er dient ondubbelzinnig principieel
onderscheid gemaakt te worden tussen
„godsdienstige aanbidding en verheer-
ïyking Gods" enerzyds en „levensbe-
schouwelyke bezinning" anderzyds. En
kele leden wensen, dat de regering dui
delyk verklaart, dat de wenselykheid
van subsidie ook dan biyft bestaan wan
neer een te subsidiëren kerkgenootschap
niet handelt in overeenstemming met
het „door de regering als openbaar be
lang geziene".
Enige leden wensen duideiyk te zien
vastgesteld, dat subsidie uitsluitend zal
worden versterkt op voorwaarde, dat de
evangelieverkondiging geheel in over
eenstemming zal zyn met de Heilige
Schrift. Zonder het uitdrukkehjk op
nemen van dit kriterium in het wetsont
werp hebben zy er onoverkomelyke be
zwaren tegen.
In het verslag wordt voorts gevraagd
naar belastingfaciliteiten als hulp voor
kerken, het vaststellen van „rechtsper-
soonlykheid" van kerkgenootschappen
alsmede om de wet met terugwerkende
kracht tot 1 januari 1956 te laten gelden.
Voorts willen vele leden gemeenten en
provincies vry laten
subsidies te geven.
„Het Mes" naar Edinburgh
De speelfilm „Het Mes" onder regie
van Fons Rademakers zal ons land ook
vertegenwoordigen op het Filmfestival
van Edinburgh, dat eind augustus a.s.
wordt gehouden. Vorige maand was zy
de officiële Nederlandse inzending by
het Festival van Cannes. Waarschynlyk
zal „Het Mes", als beste na-oorlogse Ne
derlandse speelfilm onderscheiden met
„De zilveren roos", in het najaar even
eens worden vertoond op het filmfes
tival van San Francisco.
Een andere speelfilm van Rademakers
en de Nederlandse filmproductie maat-
schappy, „Makkers staakt uw wild ge
raas", gaat naar het Festival van Ber-
Ujn (30 juni a.s.). Zy is van Duitse
voettitels voorzien. In het najaar komt
„makkers staakt uw wild geraas" weer
in roulatie in de Nederlandse biosco
pen. 4
NATIONAAL PROGRAMMA
OP DE VERJAARDAG
VAN PRINS BERNHARD
Bij gelegenheid van de 50ste ver
jaardag van Prins Bernhard zendt
de Ned. Televisie een nationaal pro
gramma uit.
„Z.K.H. Prins Bernhard o0 jaar" is
de titel van een uit journaalopnamen
samengesteld programma, dat een
beeld zal geven van de veelzijdige
activiteiten van de Prins der Neder
landen. Leen Timp stelde dit pro
gramma samen, Cees Nooteboom
schreef detekst (20.2020.50 uur).
Om 20.50 uur volgt het programma
„El principe sin protocolo", een terug
blik op de goodwill-reizen van Prins
Bernhard naar verscheidene Zuidameri-
kaanse landen, waarin muzikale verte
genwoordigers van Brazilië, Paraguay,
Chili, Venezuela, Mexico en Equador zul
len optreden.
De journalist Hans Kievid, die jaren
lang in Zuid-Amerika heeft gewerkt en
de goodwill-reizen van de Prins heeft
meegemaakt, verschafte het idee. Hy
heeft met Thom Kelling het program
ma samengesteld. Tom Kelling verzorgt
ook de regie.
Om 21.30 uur wordt een BBC-amuse
mentsprogramma „The black and white
minstrel show" uitgezonden. Dit pro
gramma kreeg op het recente festival
van Montreux de eerste prys: „De gou
den roos".
Prins Bernhard heeft gisteren in
Amsterdam voor de elfde maal zil
veren anjers uitgereikt. Vóór de
plechtigheid kreeg hij zelf als ver
jaardagsgeschenk een boek aange
boden. met een selectie van door de
Prins gehouden redevoeringen. De
Prins en prof. Wiarda, die het ge
schenk namens het Prins Bernhard
Fonds uitreikte, bekijken het boek.
PRINS BERNHARD NAAR
NEW YORK VERTROKKEN
Prins Bernhard is gisteravond met
een DC-8 lyn toestel van de K.L.M. naar
New York vertrokken. De prins zal daar
vandaag een vergadering van de „Flight
safety foundation" bijwonen.
Op de luchthaven waren de president
directeur van de K.L.M., drs. E. H. van
der Beugel, de directeur Nederland van
de K L M., de heer A. A. van der Paauw,
en de adjudant van de Prins, majoor-
vlieger-waarnemer K. van Gessel aan
wezig om Prins Bernhard uitgeleide te
doen. De heer v. d. Beugel wees Prins
Bernhard persoonlyk zyn plaats in het
eerste klas gedeelte van het straalvlieg
tuig.
Reeds vanavond zal Prins Bernhard
New York weer verlaten, om morgen
middag op Schiphol t^rug te keren»
Hero vruchtendranker».«
héérlijke zomerdranken!
Met de smaak voor elke
smaak en het unieke
fruitaroma waarvan
Hero (en Hero
alleen!) het
geheim kent.
U weet wat u proeft—
weergaloos-fijne
koele verkwikking!
Geniet vaker van Hero!
Él
HERO DRANKEN ZIJN OVERAL GEVRAAGD
Avontuur in de woestijn
Een tweehonderdtal Israëlische
jongelieden, die genoeg hadden van
het stadse leven, gaan in de woestijn
een industriestad bouwen. Hun ge
middelde leeftijd is 23 jaar. Er zijn
verscheidene gehuwden met kinde
ren bij. Het begon negen maanden
geleden in een koffiebar in Tel Aviv,
waar een aantal van hen de eerste
verjaardag vierde van hun ontslag
uit de nationale dienst. Een van het
gezelschap, een onderwijzer, merkte
op een gegeven moment op: „Nie
mand van ons is tevreden met het
geregelde leven in de stad. Kunnen
we niet iets anders gaan doen om
ons leven de moeite waard te ma
ken?".
Een der suggesties, een waterweg
aan te leggen tussen de Rode en de
Middellandse Zee als alternatief voor
het Suezkanaal, vond de meeste bij
val maar werd door de Israëlische
regering als ongelegen afgewimpeld.
Toen besloten de jongelui dan maar
om 'aanvullende strijd met de woestijn te gaan
aanbinden en een coöperatieve ne-
„AMBASSADEURS"
IN HOGER BEROEP
De zich noemende ambassadeurs van
de bovennationale en lnterkerkeiyke
schertsorganisatie „De Heilige Daad";
Jolle Jansma uit Bussum en Machiel
J. J. Volraat uit Amsterdam, hebben
by het Amsterdamse gerechtshof appel
aangetekend tegen het vonnis van de
rechtbank in de hoofdstad, die dit twee
tal op 9 Juni wegens poging tot op
lichting veroordeelde tot een jaar en
acht maanden gevangenisstraf met af
trek resp. tien maanden gevangenis
straf met aftrek. Er was twee jaar en
drie maanden gevangenisstraf met af
trek geëist.
derzetting tussen Beersjeba en Eliat
te gaan stichten. Allen zullen het
zelfde loon ontvangen voor hun werk
in de fosfaat- en andere industrieën
en een gelijk aandeel in de winst van
de bioscoop, winkels, zwembad en
dergelijke. Toekomstige leden van de
nederzetting zuil endoor een com
missie uit de pioniersgroep worden
geselecteerd.
Trotzkistenleiders voor rechtbank
Idealisme voert bij de Griek de boventoon
(Van onze Amsterdamse correspondent)
Traag en uiterst moeizaam is gisteren de eerste dag verlopen van
het minstens vier dagen durende en grote aandacht trekkende proces
tegen de Griekse Trotzkistenleider en diens medewerker, een steno
graaf, die op drie punten worden beschuldigd illegale activiteiten te
hebben gesteund, uitgelokt of bevorderd ten bate van de Algerijnse
vrijheidsstrijders. Voor de toehoorders de publieke tribune was vrij
wel geheel gevuld met politieke aanhangers werd het gistermiddag
zelfs vervelend doordat een deel van het gesprokene zich afspeelde
rond de op de groene tafel uitgestalde bewijsstukken en door de slechte
akoestiek in de zaal, vrijwel verloren ging.
Toch ging het hier om een der grootste
valsemunters-processen, die ooit hebben
plaatsgehad. Toen de politie vorig jaar
in de drukkery aan de Johannesstrasse
in Osnabrück een inval deed. ontdekte
men een uiterst vakkundig ingerichte
drukkery voor het drukken van bank
biljetten en voldoende papier voor het
drukken van ruim 70 miljoen gulden
aan Franse franken.
Beter echter dan 's morgens waar
over wij in een gedeelte van onze op
laag van gisteren reeds schreven gaf
de middagzitting een beeld van de beide
verdachten. De Amsterdamse dagblad
stenograaf Sal. S. liet zich kennen als
een fanatiek, wat onbeheerst en niet
altyd even tactvol optredend type van
wie men nauwelyks kan aannemen dat
hij een leidinggevende post bekleedt in
de „Vierde Internationale". De van
Griekse afkomst zijnde, maar doorgaans
in Frankrijk verblyvende Michael R.
die Trotzki is opgevolgd als leider van
de anti-stalinistische revolutionairen, is
een man van grote intelligentie, een
sterke persoonlijkheid en een idealist pur
sang.
De president, mr. J. Heinz, gaf de
verdachten, die hy steeds aansprak met
„mynheer R." en „mynheer S." alle ge
legenheid ieder punt dat werd behandeld
toe te lichten, hoewel hy duidelyk heeft
gevraagd de politiek zoveel mogelyk bui
ten de zaak te houden. Het verkeer met
de Griek verliep niet altyd even vlot,
omdat ieder woord en iedere voorgele
zen verklaring uit het dossier door de
bejaarde tolk in het Frans moest wor
den omgezet. Niettemin is gistermiddag
duidelyk geworden wat de verdachten
ten aanzien van het tot dusver behan
delde deel van de tenlastelegging wel
en niet willen toegeven.
Valse persoonsbewijzen
Het eerste punt van de dagvaarding
betreft het aandeel dat de verdachten
zouden hebben gehad in de vervaardi
ging van valse Franse persoonsbewy-
zen. die gedeeltelyk in de Amstelvecnse
drukkerij van oud-verzetsstryder Joop
Zwart en gedeeltelyk in een garage van
de woning van een Haarlemse chemie-
en lithograaf zyn gedrukt.
De Griek erkende enthousiast te zyn
geweest over het werk dat deze litho
graaf verrichtte, maar ontkende hier
voor een origineel persoonbewys ter be
schikking te hebben gesteld of geld
voor dit doel te hebben gegeven. Een
•van da vervalste kaarten Is in Frankrijk
aangetroffen op een zekere Addad Ra-
mada, een der leiders van de Algerynse
nationalisten. Op de vraag of de 'Griek
bekend was met het feit dat deze Ra-
mada zo'n in Haarlem vervaardigde
kaart bezat, antwoordde hy lakoniek:
„Ik wist het niet. maar hy is wel een
van de eersten die voor een valse iden
titeitskaart in aanmerking komt".
„Algerijnen zijn geen
Fransen"
Enige malen sprong de Trotzkistenlei
der overeind uit de verdachtenbank om
op felle wyze zijn mening naar voren
te brengen. Nadat de tolk een door de
president voorgelezen proces-verbaal in
het Frans had omgezet, waarin het per
soonsbewijs werd genoemd als een be
wijs dat de drager ervan tot de Franse
nationaliteit behoort en dat de Algerij
nen ook Fransen zijn, riep de Griek
verontwaardigd: „Maar Algerynen zyn
Algerynen en geen Fransen!"
Uit de verklaringen van de lithograaf.
die werden voorgelezen omdat deze zelf
ln verband met de valsemuntery in een
Duitse gevangenis verbiyft, bleek dat de
lithograaf de persoonsbewyzen heeft ge
maakt in opdracht van een zekere „Mi
chel".
President: „Wordt u „Michel" ge
noemd en staat u ook bekend onder de
naam ..Pablo"?
R. (geladen): „Ik heb héél m'n leven
onder verschillende namen gestreden te
gen dictatuur en fascisme".
De schriftelijke verklaringen van de
lithograaf waren bezwarend voor beide
verdachten.
„Liever de gevangenis in"
De Griek ging vervolgens uitvoerig In
op de kwestie van de persoonsbewyzen,
waarvan hy zich nadrukkelyk distan
tieerde.
Het commentaar van S.: „De verkla
ringen van de lithograaf zyn door en
door leugenachtig. Ik heb de contacten
gelegd. Ik weet ook wie het geld voor de
aanschaf van materialen aan de litho
graaf heeft gegeven, maar ik zeg niet
wie. Ik ga liever de gevangenis in dan
iets ten nadele te zeggen van iemand,
die iets voor Algerynse vrijheidsstrijders
heeft gedaan".
Uit de stukken bleek dat een zekere
„Pierre" de gedrukte persoonsbewyzen
by de lithograaf in Haarlem weghaalde.
Op de vraag van de president, wie deze
„Pierre" was. merkte de Griek op:
„Overal zyn mensen die voor deze zaak
werken, dat weet de politie ook wel".
De stenograaf hield een pleidooi voor
zijn medeverdachte, die ten tyde van de
persoonsbewyzen-affaire niet in het
land zou zyn geweest. Ook hield hy vol
dat. „Pierre" de kaarten afhaalde. „Een
enkele keer werden ze weieens by my
thuis bezorgd, maar dat was alleen wan
neer het tydige afhalen was fout ge
lopen".
President: „En waar gingen ze dan
heen?"
S.: „Dat vertel ik u niet".
President „Waar werden de kaarten
dan ingevuld?"
S.: „Dat vertel lk u ook niet".
De getulge-deskundige ir. K. E. C.
Buyn, die als scheikundig ingenieur is
verbonden aan de N.V. Enschede en
Zoon te Haarlem, gaf een uiteenzet
ting over de kenmerken van de ver
valsingen van de persoonsbewyzen, die
uiterst zorgvuldig waren gemaakt.
Uitstekende kwaliteit
Ir. Buyn had ook een bezoek gebracht
aan de drukkery te Osnabrück. waar
hij in het restant van een gebombar
deerd gebouw „een geperfectioneerd,
nieuw opgebouwd bedryf" had aange
troffen. Hiermee was men aangeland
bij het tweede deel van de tenlaste
legging, namelijk het aandeel van de
verdachten in de valsemunterij. Volgens
de deskundige was er grote zorg aan de
details besteed. De offset-pers, de boek
drukmachine. de papiersnymachine, het
fotomateriaal, de cliché's en clichc-pla-
ten, de chemicaliën en drukinkten, al
les was van uitstekende kwaliteit.
Lang bleven rechtbank en deskundige
stilstaan by de ingenieus uitgevoerde
numerator, die de bankbiljetten tydens
het drukken in series van nummers kon
voorzien. Het apparaat was in de recht
zaal aanwezig en de stukken uit het
dossier wezen uit, dat het gekocht en
betaald was door de lithograaf en de
later in het proces persoonlyk te ver-
schynen getuige H. Hompe.
De officier van Justitie, mr. H. E. van
Renesse, wilde weten of mr. Buyn aan-
wyzingen had gevonden, die er op zou
den kunnen wijzen, dat de bankbiljet
ten van byv. een reclame-opdruk zou
den worden voorzien, maar de deskun
dige zei: „Daarvoor was alles te goed
verzorgd. Bankbiljetten die voor recla
me-doeleinden worden gemaakt, worden
altyd slecht afgewerkt. Dat is de enige
manier om buiten het Wetboek van
Strafrecht te biyven
Tot morgen geschorst
Om half zes deelde de president mede,
dat de zitting werd geschorst tot vrijdag
a.s. Aan het verhoor van getuige Hompe
was men toen nog niet toegekomen.
iDe heer Hompe, die destijds de politie
over de voorbereiding van de valsemun
terij b«ft ingelicht, heeft zich niet in
de rechtzaal laten zien. Uit vrees \oor
represaille-maatregelen heeft de politie
hem een bijzondere bescherming gebo
den. Hoe fel de betrokkenen en hun
aanhangers op de heer Hompe zijn ge
beten. is wel gebleken tijdens het proces
in Osnabrück, toen een van de ver
dachten hem toebeet: „Als ik Jou was,
zo» ik maar vergif innemen.,..,"