rinó der rlederlanden v G' LEIDSCn DAGBLAD ZATERDAG 17 JUNI 1961 in het bijzonder een beroep doen op onze oud-illegalen, om ernstig te trachten, althans in de eerste jaren slechte opbouwende kritiek te leveren. Laten wij het gekanker uitstellen tot beter tyden, wanneer wij het ons desnoods kunnen veroorloven! En la ten wy niet ondankbaar zijn, want met onze wederopbouw zijn wij reeds thans verder gevorderd dan menig ander land". Dat waren, ln deze dagen, woorden die van moed en inzicht getuigden. van de Navo. En de snelheid die Prins Bernhard op de weg prefe reert kan men ervaren, wanneer men hem achter het stuur van zijn auto AA-13 tracht te volgen tijdens een of andere rit tussen twee officiële be zoeken. Snelheid ook in begrip, ln oordeel, in werk. Men heeft Prins Bernhard wel eens verweten, brusk te zijn, maar dit is alleen maar een verkeerde inter pretatie van deze instelling op snel heid. Lange uiteenzettingen en rede voeringen zijn hem een gruwel Zeer dikwijls heeft hij vóór de helft van zulk een betoog al door, waar de spreker op af stuurt. Wanneer de omstandigheden het veroorloven, valt hU dan luchtigjes in de rede: „U bedoelt dus dat. "en dan volgt in enkele woorden de kern waar het om gaat. De aldus onderbroken spreker kan zich dan wel eens gepikeerd voe len. Maar hy dient te bedenken, dat snelheid van begrip (ook al gaat het ten koste van tonen van eigen rhetorische gaven) slechts tyd spaart voor de belangryker discussie, waar voor toch ongetwijfeld het onderhoud op touw zal zyn gezet. By lang dradige officiële redevoeringen, die Prins Bernhard moeliyk met een rake interruptie kan „afkappen", ziet men hem vaak na enige tyd zyn aandacht voor de spreker verliezen en rondzien naar interessanter aan gelegenheden voor zyn aandacht: hy heeft dan begrepen waar het om gaat en heeft geen belangstelling meer voor de woordeiyke aankleding. Even snel is hy in het uitspreken van een oordeel en het nemen van beslissingen. Niet zomaar op losse schreven, intuitie en goed geluk, maar meestal op basis van een on geëvenaarde parate kennis op breed terrein en derhalve fundamenteel in zicht in velerlei problemen. Zulk een snel oordeel, zo'n a la minute genomen besluit is meestal juist. Maar het is nimmer zo, dat Prins Bernhard geiyk zoekt, want hy zal de eerste zyn om een fout of onvoldoende gefundeerd oordeel te erkennen. Dat is geheel in overeenstemming met die andere trek: openhartigheid vragend en zich by een openhartig oordeel nimmer geïrriteerd voelend, omdat hyzelf deze openhartigheid ten volle betuigt. Dit heeft hem in de oorlogsjaren in staat gesteld vertrouwen te winnen in kringen, die hem aanvankelijk met onverholen wan trouwen tegemoet traden: als Duit ser van origine kreeg hy het ln de eerste Jaren van zyn ballingschap in Engeland zeer moeiiyk. Een vermaard verhaal (authentiek ln tegenstelling met talloze andere vermaarde verhalen die over Prins Bernhard de ronde doen) moet ln dit verband verteld worden. Een van de leidende figuren van de Engelse In telligence Service weigerde tegenover een ander, Prins Bernhard een func tie ln zyn dienst te geven met een toespeling op het bybelwoord in Je- remia 1323, waarin twyfel wordt uitgesproken of een luipaard ooit zyn vlekken zal kunnen veranderen, of anders gezegd Of een vos ooit zyn streken zal kunnen verliezen. Dit kwam Prins Bernhard ter ore. Daarmee zou de kous af geweest zyn, ware het niet dat Prins Bern hard geruime tyd later onder heel wat andere omstandigheden tegen over deze Engeslman was komen te staan. Min of meer om een bezigheid te hebben, leerde Prins Bernhard in Engeland vliegen. Hy behaalde zyn „wings" en kreeg een plaats in de Royal Air Force. Van dat moment af werd hy „geaccepteerd" en dien tengevolge werd hy enige tyd later by een officier geroepen, die enkele zaken van vertrouweiyke aard met hem wilde bespreken: het bleek de man van de „luipaardvlekken" te zyn. Na hem te hebben aangehoord vroeg Prins Bernhard met de hem typerende openhartigheid zo langs zyn neus weg (met het risico dat de zaak verkeerd zou uitpakken en hy de winst van zyn opleiding zou verspelen)„Dus U gelooft nu toch wel, dat het luipaard zyn vlekken veranderd heeft?" Toen het even openhartige ant woord van de eerst wat verschrikte officier (die niet wist dat Prins Bern hard van zyn oorspronkeiyke op merking had gehoord) zonder omwe gen luidde: „Dat heb ik inderdaad gezegd, maar ik heb my vergist", toen was een hechte vriendschaps band ontstaan. Zo zyn er meer voorbeelden, waar- by het openhartigheid geven, vra gen en verdragen een belangryke steun voor de Prins geweest is voor het verwerven van de positie, die hem uiteindelijk in de geallieerde oorlogs voering wachtte. Hy heeft met die openheid ook ln politieke gesprek ken met de hoogste oorlogsleiders onnoemeiyk veel goeds voor ons land gedaan, niet het minst door het kwe ken van goodwill, een taak die hy later op heel ander gebied weer zo voortreffeiyk zou uitvoeren. Dergeiyke openhartigheden hebben in onze eigen gemeenschap dlk- wyis slechts wrevel gewekt, als ge volg van onze hyper-kritische in stelling. maar in de oorlogsjaren hebben zy getoond, op ruimer ni veau waarde te hebben. Veel heeft Prins Bernhard ln de oorlogsjaren ook te danken ge had aan zyn voortreffelyke kennis van de Engelse taal. die hy als kind eerder leerde beheersen dan zyn moedertaal Duits. Hy heeft de moeilijkste woordspelingen door en weet deze ook zelf te hanteren. Na de oorlog bleek dit by voorbeeld dui- delyk uit een voortreffelyke. in de gehele Amerikaanse pers uitvoerig verslagen rede by de uitreiking van de Willem de Zwygerprijs in Wash ington op 24 oktober 1956, toen hy een humoristisch maar anderzyds ook ernstig bedoeld betoog hield over de spreekwoordelijke betekenissen van het adjectief „Dutch" in allerlei Engels-Amerikaanse woordspelingen. Zijn taalgevoel is zeer goed ontwik keld. Daarvan kunnen prof. dr. J. H. Scholte, die hem Nederlandse taalles, en prof. dr. C. F. A. van Dam. die hem Spaans doceerde, met enthousiasme getuigen. Beiden stel len onafhankeiyk van elkaar, dat het accent van zijn Nederlands eer der als een Engels dan als een Duits accent moet worden aangemerkt, maar eigenlyk als geen van beide: het is een internationaal accent, ge heel ln harmonie met de instelling van Prins Bernhard als Nederlander, welke instelling even internationaal van karakter is. Over de oorlogsjaren zouden zeer vele treffende bijzonderheden te ver tellen zyn: zijn tochten naar en ont moetingen in Amerika, zyn vluchten boven bezet Europa, de vreugde by het weerzien van de in ballingschap wonende familie in Canada waar van hy maar al te dikwyis lange tyden gescheiden was, zyn steun aan Koningin Wilhelmina in de moei lijke jaren in Londen, zyn angsten over zyn familie in Duitsland die door zijn eigen steeds meer op de voorgrond tredende positie in de ge allieerde oorlogsvoering extra geva ren liep, zyn volle intrede in het militaire apparaat toen hy tot Be velhebber der Nederlandse Stryd- krachten werd benoemd, zyn onver moeibare zorgen voor de soldaten, voor de stoottroepers in het bevrij de zuiden, voor de line-crossers. zyn talloze persoonlijke ontmoetingen met Nederlanders, waaruit aanhankeiyk- heid en vaak ook vriendschap voor het leven ontstond. Wy zouden echter, met een derge- ïyke uitvoerige beschryving van de moeilyke oorlogsjaren, die zoveel voor Prins Bernhard hebben betekend, door de bomen het uitzicht op het bos verliezen. Prins Bernhard was de „stoottroe- per" van het Oranjehuis in het bevrijde vaderland. Een ontred derd vaderland met een hart boorde vol liefde voor het Vorstenhuis maar ook een gemoed overvol verwachtin gen: uit de aard der zaak te hoog spannen verwachtingen die de kiem van bittere ontgoocheling in zich droegen. Prins Bernhard heeft niets onge daan gelaten, om ons volk voor te gaan in de harde onverzettelijke ar beid welke nodig zou blyken om al- edurende de naoorlogse jaren heeft Prins Bernhard zich ont plooid op zo uiteenlopende ter reinen, dat men zich met verbazing afvraagt hoe iemand de zwaarte van zovele met ernst uitgevoerde ta ken dragen kan. En dan nog voor iemand, die telkens weer met gezond heidsstoornissen te kampen had. Enkele van die taken willen wy hier noemen: inspecteur-generaal van de drie strijdmachtonderdelen (Landmacht in 1945, Marine in 1947 en Luchtmacht merkwaardigerwyze eerst in 1953), commissaris van de Jaarbeurs, van de Hoogovers, van de KLM, van Fokker, curator van de Economische Hogeschool te Rotter dam en van het Economisch Insti tuut, voorzitter van de Bilderberg Conferenties en vele andere nation- nale en internationale organisaties zoals de Féderation Européenne de la Culture en de Féderation d' Equestre Internationale, regent van het Prins Bernhard Fonds. Dit zijn voor Prins Bernhard geen erefuncties maar ambten waaraan hy zyn volle werkkracht geeft. Terzyde zy hierby opgemerkt, dat hy hiervoor, voor zo ver dat by anderen wel het geval is, geen emolumenten in welke vorm ook toucheert. Op twee aspecten van de naoorlog se activiteiten van Prins Bernhard willen wy in het byzonder het licht laten vallen. Beide, de Bilderberg- conferenties en het goodwill-ambas sadeurschap, liggen sterk op interna tionaal vlak. In 1950 opperde de toenmalige mi nister van financiën prof. dr. P. Lieftinck een gedrufd en origineel plan: goodwill-reizen van de Prins naar verschillende landen, waarheen de export van onze industrie (en ons intellect) by een gunstig klimaat ge stimuleerd zou kunnen worden. De regering deed de Prins een verzoek in die richting, zich bewust van de grote mogeiykheden en niet teveel het sceptimisme van kringen van handel en rüjverheid achtend. Nu, tien jaar later, kunnen wy slechts dankbaar zyn voor het voorstel en de graagte waarmee het aanvaard werd door Prins Bernhard, die bin nenslands door zyn vele werkbezoe ken op nationaal vlak min of meer de moeilijkheden maar ook de po tentiële mogeiykheden daarvan had leren kennen. Deze goodwillreizen brachten hem zeven maal in Zuid Amerika en verder in Canada, de Verenigde Staten, (met landingsrech ten voor de KLM in Houston als directe vrucht) Mexico, Zuid Afrika, Ethiopië, de Soedan en Liberia. Al deze reizen waren een eclatant suc ces. waarvan de Nederlandse econo mie gretig heeft geprofiteerd. Het waren geen plezierreisjes, deze ondernemingen van soms meer dan twee maanden, maar diplomatieke en handelstechnische missies die zeer Prins Bernhard in gesprek met enkele Duitse officieren tijdens de besprekingen over de capi tulatie der bezetters, welke in mei 1945 in hotel De Wereld te Wageningen werd ondertekend. Prins Bernhard nam aan deze onderhandelingen deel als Bevelhebber der Nederlandse Strijd krachten. waaronder ook de Binnenlandse Strijd krachten ressorteerden. klaard, bleek er een uitgesproken harmonie by hem t>e bestaan tussen in zyn positie vereiste waardigheid en door zijn missie vereiste ongekun stelde directheid en eenvoud, waar door het mogelijk werd officiële plechtigheid aan spontane jovialiteit te paren en een sfeer te scheppen welke ontontbeerlyk was voor de uit voering van de delicate taak. De po pulariteit van de Prins (in de goede zin van het woord) in de Zuidame- rikaanse landen werd bijzonder groot en in het kielzog van zyn de legatie groeide een verstandhouding, welke rijke vruchten voor ons land heeft afgeworpen. Veelzijdige onge veinsde belangstelling voor volk en problemen der bezochte landen droeg het hare by tot het bereiken van deze sfeer. Prins Bernhard heeft zich later wel eens beklaagd, dat de Nederland se industrie en handel niet ten volle hebben geprofiteerd van de gekweek te goodwill, maar over het algemeen is toch uit de droge exportcyfers gebleken, hoeveel succes zyn reizen hebben gehad, terwyl ook in aanmer king moet worden genomen dat good will een artikel is, dat veel meer om vat dan wat door handelsstatistie ken tot uitdrukking kan worden ge bracht. In de Nieuwe Wereld verwierf de Prins zich tydens deze en andere reizen de bynaam Prince Charming, welke onderscheiding onwillekeurig doet denken aan de naam die Prin ses Beatrix zich tydens haar bezoek aan de West toebedeeld zag: Prinses Glimlach. Er is veel overeenstem ming te bespeuren tussen beider mis sies en de glorieuze wyze waarop va- Hotel De Bilderberg I de eerste der naar dit hotel ge- j Oosterbeek bij Arnhem, waar noemde conferenties van topfigu- ren uit het vrije Westen in 1954 bijeenkwam. thans een deel dier verwachtingen ln werkelijkheid om te zetten en om duidelijk te maken, dat wy de vruch ten van de vrijheid niet cadeau zou den krijgen. De geest, waarin hij deze taak uit voerde, wordt uitstekend geillustreerd door een uitlating van hemzelf tij dens de plechtige verlening van het eredoctoraat in de rechten van de Ryksuniversiteit te Utrecht op 16 juni 1946. „Dan is er nog een ernstige na tionale ondeugd", zo sprak de Prins by die gelegenheid onomwonden en openhartig, „waartegen niet genoeg gewaarschuwd kan worden: het ge kanker. Soms schynt dit welhaast uit te groeien tot een soort epidemie, die ons volksbestaan bedreigt. In deze tyd van wederopbouw past geen af brekende kritiek. Zy die door oge idealen bezield zyn, zyn na de bevryding dikwyis al te gauw in moedeloosheid en verbitte ring vervallen omdat zy hun idealen niet van de ene dag op de andere ln vervulling zagen gaan. Laten wy allen toch niet uit het oog verliezen, dat de morele en materiële ontred dering van ons volk na deze ver woestende oorlog zo groot is. dat het herstel vele Jaren van harde moei zame arbeid zal vergen. Thans is het niet het moment voor gekanker en voor kritiek met een louter negatief karakter. Van deze plaats moge ik veel voorstudie en voorbereidingen eisten, zoals in eerste instantie het leren beheersen van de Spaanse taal, inwerken in de geschiedenis en voor al economische omstandigheden van de betrokken landen, vertrouwd ra ken met de belangen en mogeiykhe- den der daar geïnteresseerde Neder landse Ondernemingen en zoveel meer. Slechts ingewyden weten, hoe veel koffers met paperassen er mee gingen, hoeveel belangen er op het spel stonden, en hoeveel er is be reikt. Verschillende orders van de omvang van honderden miljoenen (zo als levering van spoorwegmaterieel aan Argentinië) zyn bekend gewor den, veel andere resultaten worden nimmer gepubliceerd of kunnen vaak ook alleen als indirect gevolg worden aangemerkt doordat zy louter en alleen de vrucht zyn van het zo voor- treffeiyk door Prins Bernhard op gebouwde pro-Nederlandse klimaat in den vreemde. reeial ondefinieerbare factoren hebben deze bezoeken van Prins Bernhard tot een doorslaand succes gemaakt, maar al deze facto ren wortelen in de persoonlijkheid van de Prins In de ruimste zin des woords. In de eerste plaats, zo heb ben deelnemers aan zyn reizen ver der en dochter deze hebben vol bracht I Deze en andere reizen brachten Prins Bernhard in talloze lan den, waar hij onvoorstelbaar veel mensen uit alle kringen leerde kennen, veel internationaal belang ryke relaties heeft aangeknoopt en kennis heeft genomen van ontelbare denkbeelden, uiteenlopende opvattin gen en achtergronden van nationale en internationale problemen. Een kleine selectie uit de reeks landen, die hy bezocht, toont reeds de vol gende indrukwekkende lyst: Argen tinië, de Balaearen, België, Brazilië, Canada, de Canarische Eilanden, Chili, Columbia, Denemarken, Duits land, Egypte, Engeland, Equador, Ethiopië, Frankryk, Finland, Grie kenland, Ierland, Iran, Italië, Libe ria, Lybië, Luxemburg, Malta, Ma rokko, Mexico, Monaco, Noorwegen, Oostenryk, de Nederlandse Antillen, Paraguay, Peru. Portugal, Spanje. Suriname, Tanganyika. Turkye, Uruguay. Vaticaanstad, Venezuela, de Verenigde Staten. Zweden, Zwitser land Hy is niet (na zyn vroege jeugd van zyn ouderlijk huis in Recken- walde uit) in het vaderland geweest van de oude, kreupele kleine onop vallende man, die Prins Bernhard in het voorjaar van 1952 in Soest- dyk als gast begroette, Polen. Die man was de 65-jarige dr. Joseph Retinger, zelf jarenlang balling uit zyn vaderland, bekend by tallozen in hoge regeringskringen van vele landen, niet bekend bij het grote publiek: een man met een welhaast heilig geloof in de noodzaak van een heid der westerse wereld, voorbeeld van eenzelfde merkwaardige combi natie van patriottisme en interna tionalisme welke in Prins Bernhard treft. Het was deze overeenkomst, die hen op deze voorjaarsdag samen bracht. Retinger yverde achter de coulissen reeds Jaren lang voor een verenigd Europa, voor een oprechte samenwerking tussen Amerika en de Oude Wereld. Reeds in de bezettings- tyd in Londen, toen in de boezem van een door hem gestichte organi satie van uitgeweken premiers de eerste kiem gelegd werd voor de Be nelux. Wy noemden Prins Bernhard reeds een zakelijk idealist en een idealis tisch realist. Het waren deze eigen schappen, die Retinger er toe brach ten om in Prins Bernhard de man te zoeken die leiding zou kunnen ge ven aan de organisatie welke hem voor ogen stond om zyn idealen een begin van werkelijkheid te geven: een organisatie binnen welke de lei dinggevende figuren van de westelijke wereld, Amerika en vry Europa, met elkaar zouden kunnen spreken bui ten de gevaarlijke openbaarheid. Prins Bernhard heeft door een toe vallige omstandigheid deze kans om eigen idealen in de daad om te zet ten, na enige aarzeling met beide handen aangegrepen. Van de dokto ren van het Walter Reed ziekenhuis in Washington kreeg hy te horen, dat hy nog maar acht jaar op z'n meest te leven zou hebben. Dat was nadat hy zich daar na een val van een paard waarby hy twee wervel beschadigingen opliep, liet onderzoe ken. Deze ontstellende mededeling (later zonneklaar gelogenstraft) maande hem tot spoed. Zo kwam in mei 1954 in hotel De Bilderberg in Oosterbeek by Arnhem de eerste der Bilder- bergconferenties bijeen, waaraan on geveer zeventig topfiguren uit de ge hele vrije wereld deelnamen. Sinds dien zyn nog tien van deze confe renties belegd. Organisatie en lei ding hebben steeds by Prins Bern hard berust. Deze topfiguren kwa men tot openhartige vertrouweiyke gesprekken over de grote wereldpro blemen en over de vraagstukken, die de landen van de vrye wereld tot schade van allen en de vryheid zel ve verdeeld houden. Tydens deze conferenties kwam het woord van generaal Smuts weer in herinnering: „Het is jammer dat Uw Prins Prins is van zo'n klein land. En het Is jammer, dat de Nederland se staatsrechteiyke opvattingen het niet toestaan, dat de Prins actief deelneemt aan het staatsleven. Hy zou, wanneer dat wel het geval was, een van de „big bosses" in de Euro pese politiek kunnen zyn". Misschien heeft Prins Bernhard echter juist wel dank zy het feit, dat hy een staatsrechtehjk weinig gezaghebbende figuur in een klein land is, zyn grote kwaliteiten in dienst kunnen stellen van deze merk waardige onderneming, de Bilderberg Conferenties. Zolang de vrye wereld verdeeld biyft en de internationale samenwerking nog niet zo bezield van karakter is als waarnaar juist de deelnemers aan deze conferenties streven, wordt een initiatief of de lei ding van een politiek gezaghebben de autoriteit van een groot land niet zo erg happig aanvaard! Dean Acheson heeft na een van de Bilderbergconferenties van Prins Bernhard getuigd: „Hy is een van de voortreffelijkste voorzitters, die ik ooit heb meegemaakt soepel, char mant. welwillend, tactvol, bondig zonder kortaf te zyn". Wellicht zal nooit ten volle wor den onthuld, hoe groot de in vloed op de internationale ontwikkeling is geweest van deze con ferenties. maar vast staat, dat de zo hoog nodige sfeer van onderling be grip er in hoge mate door is en zal worden gestimuleerd. Het besef, een werkzaam aandeel in dit opzicht te leveren op dit niveau moet voor Prins Bernhard een byzonder grote vol doening zyn en rechtvaardigt het grote belang, dat hy aan speciaal deze van zijn vele taken toekent. Niet het minst, doordat Prins Bernhard hier een perspectief ziet dat overeenstemt met zijn onver woestbaar optimisme in de toekomst, zonder als realist de ogen te sluiten voor de gevaren welke wereldvrede en het mensdom als geheel in de we reld van vandaag bedreigen. Dit toekomstvertrouwen biyft by hem niet beperkt tot de westerse we reld, maar strekt zich uit tot de we reld als geheel. Daarvan getuigt on dermeer een opmerking, die hy op 10 september 1958 (tijdens een be paald niet aantrekkelyke fase in de gespannen toestand tussen Oost en West) maakte tydens een interview voor de Britse televisie in antwoord op de vraag, of hy Europa zag als een zelfstandige macht tussen Ame rika en Rusland: „Neen. in het ge heel niet. Ik zie Europa als een part ner van de gehele westerse wereld en eeriyk gezegd misschien sta ik in die opvatting enigszins alleen maak ik me niet zo grote zorgen over een conflict met Rusland. Ik denk dat we zelfs in de toekomst (mis schien zal ik het niet meer beleven maar ik ben geneigd om te geloven dat het nog deze eeuw zal zyn) goede vrienden met Rusland worden. Ik zie niet in waarom Rusland niet deel zou kunnen gaan uitmaken van een Verenigd Europa Wij hebben in het voorgaande onnoemeiyk veel ongezegd ge laten, vooral om daardoor na- drukkeiyker het licht te kunnen la ten vallen op enkele aspecten en epi soden van dit merkwaardig ryke le ven. Wy hebben niet of nauwelyks ge schreven over de sporten die Prins Bernhard met hart en ziel beoefent: paardrijden, vliegen (meer dan 6000 vlieguren achter de stuurknuppel van meer dan 100 verschillende typen) jagen, paardryden, skiën, wy heb ben niet geschreven over zyn hobby's zoals b.v. fotograferen en filmen, niet over zijn bevrydende humor, niet over zyn dagindeling, over zyn per- sooniyk leven, over zyn gezinsleven. Deze vyftigste verjaardag leek ons een welkome aanleiding, om slechts de enkele geschetste punten nadruk kelijk naar voren te halen. In de naaste toekomst, wanneer het veel persooniyker getinte zilveren ju bileum van het huweiyk van het Ko- ninkiyk Paar gevierd zal worden, be staat er ruim gelegenheid op derge lijke persooniyke aspecten het hoofd accent te leggen. WAT wij nu hebben willen laten uitkomen is dit. Op zijn vijftigste verjaardag staat Prins Bernhard in ons volk als een uniek wilskrachtige figuur, gezaghebbend ver buiten de grenzen op velerlei terrein, een waardig vertegenwoordiger van ons volk, die onze hoogge spannen verwachtingen van die juichende septemberdag van bij na vijfentwintig jaar geleden meer dan heeft gerechtvaardigd. Het Nederlandse volk kan en wil niet anders dan innig dank baar zijn voor wat Prins Bern hard in deze kwart eeuw, on danks grote lasten waaronder sterkeren te gronde zouden zijn gegaan, voor allen onzer ge weest is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 16