rinó der
rlederlanden
v
G'
LEIDSCn DAGBLAD ZATERDAG 17 JUNI 1961
in het bijzonder een beroep doen op
onze oud-illegalen, om ernstig te
trachten, althans in de eerste jaren
slechte opbouwende kritiek te leveren.
Laten wij het gekanker uitstellen tot
beter tyden, wanneer wij het ons
desnoods kunnen veroorloven! En la
ten wy niet ondankbaar zijn, want
met onze wederopbouw zijn wij reeds
thans verder gevorderd dan menig
ander land".
Dat waren, ln deze dagen, woorden
die van moed en inzicht getuigden.
van de Navo. En de snelheid die
Prins Bernhard op de weg prefe
reert kan men ervaren, wanneer men
hem achter het stuur van zijn auto
AA-13 tracht te volgen tijdens een of
andere rit tussen twee officiële be
zoeken.
Snelheid ook in begrip, ln oordeel,
in werk.
Men heeft Prins Bernhard wel
eens verweten, brusk te zijn, maar dit
is alleen maar een verkeerde inter
pretatie van deze instelling op snel
heid. Lange uiteenzettingen en rede
voeringen zijn hem een gruwel Zeer
dikwijls heeft hij vóór de helft van
zulk een betoog al door, waar de
spreker op af stuurt. Wanneer de
omstandigheden het veroorloven, valt
hU dan luchtigjes in de rede: „U
bedoelt dus dat. "en dan volgt in
enkele woorden de kern waar het om
gaat. De aldus onderbroken spreker
kan zich dan wel eens gepikeerd voe
len. Maar hy dient te bedenken, dat
snelheid van begrip (ook al gaat
het ten koste van tonen van eigen
rhetorische gaven) slechts tyd spaart
voor de belangryker discussie, waar
voor toch ongetwijfeld het onderhoud
op touw zal zyn gezet. By lang
dradige officiële redevoeringen, die
Prins Bernhard moeliyk met een
rake interruptie kan „afkappen", ziet
men hem vaak na enige tyd zyn
aandacht voor de spreker verliezen
en rondzien naar interessanter aan
gelegenheden voor zyn aandacht: hy
heeft dan begrepen waar het om
gaat en heeft geen belangstelling
meer voor de woordeiyke aankleding.
Even snel is hy in het uitspreken
van een oordeel en het nemen van
beslissingen. Niet zomaar op losse
schreven, intuitie en goed geluk,
maar meestal op basis van een on
geëvenaarde parate kennis op breed
terrein en derhalve fundamenteel in
zicht in velerlei problemen.
Zulk een snel oordeel, zo'n a la
minute genomen besluit is meestal
juist. Maar het is nimmer zo, dat
Prins Bernhard geiyk zoekt, want
hy zal de eerste zyn om een fout of
onvoldoende gefundeerd oordeel te
erkennen.
Dat is geheel in overeenstemming
met die andere trek: openhartigheid
vragend en zich by een openhartig
oordeel nimmer geïrriteerd voelend,
omdat hyzelf deze openhartigheid
ten volle betuigt.
Dit heeft hem in de oorlogsjaren
in staat gesteld vertrouwen te
winnen in kringen, die hem
aanvankelijk met onverholen wan
trouwen tegemoet traden: als Duit
ser van origine kreeg hy het ln de
eerste Jaren van zyn ballingschap
in Engeland zeer moeiiyk.
Een vermaard verhaal (authentiek
ln tegenstelling met talloze andere
vermaarde verhalen die over Prins
Bernhard de ronde doen) moet ln dit
verband verteld worden. Een van de
leidende figuren van de Engelse In
telligence Service weigerde tegenover
een ander, Prins Bernhard een func
tie ln zyn dienst te geven met een
toespeling op het bybelwoord in Je-
remia 1323, waarin twyfel wordt
uitgesproken of een luipaard ooit zyn
vlekken zal kunnen veranderen, of
anders gezegd Of een vos ooit zyn
streken zal kunnen verliezen. Dit
kwam Prins Bernhard ter ore.
Daarmee zou de kous af geweest
zyn, ware het niet dat Prins Bern
hard geruime tyd later onder heel
wat andere omstandigheden tegen
over deze Engeslman was komen te
staan. Min of meer om een bezigheid
te hebben, leerde Prins Bernhard in
Engeland vliegen. Hy behaalde zyn
„wings" en kreeg een plaats in de
Royal Air Force. Van dat moment
af werd hy „geaccepteerd" en dien
tengevolge werd hy enige tyd later
by een officier geroepen, die enkele
zaken van vertrouweiyke aard met
hem wilde bespreken: het bleek de
man van de „luipaardvlekken" te
zyn. Na hem te hebben aangehoord
vroeg Prins Bernhard met de hem
typerende openhartigheid zo langs
zyn neus weg (met het risico dat
de zaak verkeerd zou uitpakken en
hy de winst van zyn opleiding zou
verspelen)„Dus U gelooft nu toch
wel, dat het luipaard zyn vlekken
veranderd heeft?"
Toen het even openhartige ant
woord van de eerst wat verschrikte
officier (die niet wist dat Prins Bern
hard van zyn oorspronkeiyke op
merking had gehoord) zonder omwe
gen luidde: „Dat heb ik inderdaad
gezegd, maar ik heb my vergist",
toen was een hechte vriendschaps
band ontstaan.
Zo zyn er meer voorbeelden, waar-
by het openhartigheid geven, vra
gen en verdragen een belangryke
steun voor de Prins geweest is voor
het verwerven van de positie, die hem
uiteindelijk in de geallieerde oorlogs
voering wachtte. Hy heeft met die
openheid ook ln politieke gesprek
ken met de hoogste oorlogsleiders
onnoemeiyk veel goeds voor ons land
gedaan, niet het minst door het kwe
ken van goodwill, een taak die hy
later op heel ander gebied weer zo
voortreffeiyk zou uitvoeren.
Dergeiyke openhartigheden hebben
in onze eigen gemeenschap dlk-
wyis slechts wrevel gewekt, als ge
volg van onze hyper-kritische in
stelling. maar in de oorlogsjaren
hebben zy getoond, op ruimer ni
veau waarde te hebben.
Veel heeft Prins Bernhard ln de
oorlogsjaren ook te danken ge
had aan zyn voortreffelyke
kennis van de Engelse taal. die hy
als kind eerder leerde beheersen dan
zyn moedertaal Duits. Hy heeft de
moeilijkste woordspelingen door en
weet deze ook zelf te hanteren. Na
de oorlog bleek dit by voorbeeld dui-
delyk uit een voortreffelyke. in de
gehele Amerikaanse pers uitvoerig
verslagen rede by de uitreiking van
de Willem de Zwygerprijs in Wash
ington op 24 oktober 1956, toen hy
een humoristisch maar anderzyds
ook ernstig bedoeld betoog hield over
de spreekwoordelijke betekenissen
van het adjectief „Dutch" in allerlei
Engels-Amerikaanse woordspelingen.
Zijn taalgevoel is zeer goed ontwik
keld. Daarvan kunnen prof. dr. J.
H. Scholte, die hem Nederlandse
taalles, en prof. dr. C. F. A. van
Dam. die hem Spaans doceerde, met
enthousiasme getuigen. Beiden stel
len onafhankeiyk van elkaar, dat
het accent van zijn Nederlands eer
der als een Engels dan als een Duits
accent moet worden aangemerkt,
maar eigenlyk als geen van beide:
het is een internationaal accent, ge
heel ln harmonie met de instelling
van Prins Bernhard als Nederlander,
welke instelling even internationaal
van karakter is.
Over de oorlogsjaren zouden zeer
vele treffende bijzonderheden te ver
tellen zyn: zijn tochten naar en ont
moetingen in Amerika, zyn vluchten
boven bezet Europa, de vreugde by
het weerzien van de in ballingschap
wonende familie in Canada waar
van hy maar al te dikwyis lange
tyden gescheiden was, zyn steun
aan Koningin Wilhelmina in de moei
lijke jaren in Londen, zyn angsten
over zyn familie in Duitsland die
door zijn eigen steeds meer op de
voorgrond tredende positie in de ge
allieerde oorlogsvoering extra geva
ren liep, zyn volle intrede in het
militaire apparaat toen hy tot Be
velhebber der Nederlandse Stryd-
krachten werd benoemd, zyn onver
moeibare zorgen voor de soldaten,
voor de stoottroepers in het bevrij
de zuiden, voor de line-crossers. zyn
talloze persoonlijke ontmoetingen met
Nederlanders, waaruit aanhankeiyk-
heid en vaak ook vriendschap voor
het leven ontstond.
Wy zouden echter, met een derge-
ïyke uitvoerige beschryving van de
moeilyke oorlogsjaren, die zoveel voor
Prins Bernhard hebben betekend,
door de bomen het uitzicht op het
bos verliezen.
Prins Bernhard was de „stoottroe-
per" van het Oranjehuis in het
bevrijde vaderland. Een ontred
derd vaderland met een hart boorde
vol liefde voor het Vorstenhuis maar
ook een gemoed overvol verwachtin
gen: uit de aard der zaak te hoog
spannen verwachtingen die de
kiem van bittere ontgoocheling in
zich droegen.
Prins Bernhard heeft niets onge
daan gelaten, om ons volk voor te
gaan in de harde onverzettelijke ar
beid welke nodig zou blyken om al-
edurende de naoorlogse jaren
heeft Prins Bernhard zich ont
plooid op zo uiteenlopende ter
reinen, dat men zich met verbazing
afvraagt hoe iemand de zwaarte
van zovele met ernst uitgevoerde ta
ken dragen kan. En dan nog voor
iemand, die telkens weer met gezond
heidsstoornissen te kampen had.
Enkele van die taken willen wy
hier noemen: inspecteur-generaal
van de drie strijdmachtonderdelen
(Landmacht in 1945, Marine in 1947
en Luchtmacht merkwaardigerwyze
eerst in 1953), commissaris van de
Jaarbeurs, van de Hoogovers, van de
KLM, van Fokker, curator van de
Economische Hogeschool te Rotter
dam en van het Economisch Insti
tuut, voorzitter van de Bilderberg
Conferenties en vele andere nation-
nale en internationale organisaties
zoals de Féderation Européenne de
la Culture en de Féderation d'
Equestre Internationale, regent van
het Prins Bernhard Fonds. Dit zijn
voor Prins Bernhard geen erefuncties
maar ambten waaraan hy zyn volle
werkkracht geeft. Terzyde zy hierby
opgemerkt, dat hy hiervoor, voor zo
ver dat by anderen wel het geval
is, geen emolumenten in welke vorm
ook toucheert.
Op twee aspecten van de naoorlog
se activiteiten van Prins Bernhard
willen wy in het byzonder het licht
laten vallen. Beide, de Bilderberg-
conferenties en het goodwill-ambas
sadeurschap, liggen sterk op interna
tionaal vlak.
In 1950 opperde de toenmalige mi
nister van financiën prof. dr. P.
Lieftinck een gedrufd en origineel
plan: goodwill-reizen van de Prins
naar verschillende landen, waarheen
de export van onze industrie (en ons
intellect) by een gunstig klimaat ge
stimuleerd zou kunnen worden. De
regering deed de Prins een verzoek
in die richting, zich bewust van de
grote mogeiykheden en niet teveel
het sceptimisme van kringen van
handel en rüjverheid achtend. Nu,
tien jaar later, kunnen wy slechts
dankbaar zyn voor het voorstel en
de graagte waarmee het aanvaard
werd door Prins Bernhard, die bin
nenslands door zyn vele werkbezoe
ken op nationaal vlak min of meer
de moeilijkheden maar ook de po
tentiële mogeiykheden daarvan had
leren kennen. Deze goodwillreizen
brachten hem zeven maal in Zuid
Amerika en verder in Canada, de
Verenigde Staten, (met landingsrech
ten voor de KLM in Houston als
directe vrucht) Mexico, Zuid Afrika,
Ethiopië, de Soedan en Liberia. Al
deze reizen waren een eclatant suc
ces. waarvan de Nederlandse econo
mie gretig heeft geprofiteerd.
Het waren geen plezierreisjes, deze
ondernemingen van soms meer dan
twee maanden, maar diplomatieke
en handelstechnische missies die zeer
Prins Bernhard in gesprek met enkele Duitse
officieren tijdens de besprekingen over de capi
tulatie der bezetters, welke in mei 1945 in hotel
De Wereld te Wageningen werd ondertekend.
Prins Bernhard nam aan deze onderhandelingen
deel als Bevelhebber der Nederlandse Strijd
krachten. waaronder ook de Binnenlandse Strijd
krachten ressorteerden.
klaard, bleek er een uitgesproken
harmonie by hem t>e bestaan tussen
in zyn positie vereiste waardigheid
en door zijn missie vereiste ongekun
stelde directheid en eenvoud, waar
door het mogelijk werd officiële
plechtigheid aan spontane jovialiteit
te paren en een sfeer te scheppen
welke ontontbeerlyk was voor de uit
voering van de delicate taak. De po
pulariteit van de Prins (in de goede
zin van het woord) in de Zuidame-
rikaanse landen werd bijzonder
groot en in het kielzog van zyn de
legatie groeide een verstandhouding,
welke rijke vruchten voor ons land
heeft afgeworpen. Veelzijdige onge
veinsde belangstelling voor volk en
problemen der bezochte landen droeg
het hare by tot het bereiken van
deze sfeer.
Prins Bernhard heeft zich later
wel eens beklaagd, dat de Nederland
se industrie en handel niet ten volle
hebben geprofiteerd van de gekweek
te goodwill, maar over het algemeen
is toch uit de droge exportcyfers
gebleken, hoeveel succes zyn reizen
hebben gehad, terwyl ook in aanmer
king moet worden genomen dat good
will een artikel is, dat veel meer om
vat dan wat door handelsstatistie
ken tot uitdrukking kan worden ge
bracht.
In de Nieuwe Wereld verwierf de
Prins zich tydens deze en andere
reizen de bynaam Prince Charming,
welke onderscheiding onwillekeurig
doet denken aan de naam die Prin
ses Beatrix zich tydens haar bezoek
aan de West toebedeeld zag: Prinses
Glimlach. Er is veel overeenstem
ming te bespeuren tussen beider mis
sies en de glorieuze wyze waarop va-
Hotel De Bilderberg I de eerste der naar dit hotel ge- j
Oosterbeek bij Arnhem, waar noemde conferenties van topfigu-
ren uit het vrije Westen in 1954
bijeenkwam.
thans een deel dier verwachtingen
ln werkelijkheid om te zetten en om
duidelijk te maken, dat wy de vruch
ten van de vrijheid niet cadeau zou
den krijgen.
De geest, waarin hij deze taak uit
voerde, wordt uitstekend geillustreerd
door een uitlating van hemzelf tij
dens de plechtige verlening van het
eredoctoraat in de rechten van de
Ryksuniversiteit te Utrecht op 16
juni 1946.
„Dan is er nog een ernstige na
tionale ondeugd", zo sprak de Prins
by die gelegenheid onomwonden en
openhartig, „waartegen niet genoeg
gewaarschuwd kan worden: het ge
kanker. Soms schynt dit welhaast
uit te groeien tot een soort epidemie,
die ons volksbestaan bedreigt. In deze
tyd van wederopbouw past geen af
brekende kritiek.
Zy die door oge idealen bezield zyn,
zyn na de bevryding dikwyis al te
gauw in moedeloosheid en verbitte
ring vervallen omdat zy hun idealen
niet van de ene dag op de andere
ln vervulling zagen gaan. Laten wy
allen toch niet uit het oog verliezen,
dat de morele en materiële ontred
dering van ons volk na deze ver
woestende oorlog zo groot is. dat het
herstel vele Jaren van harde moei
zame arbeid zal vergen. Thans is het
niet het moment voor gekanker en
voor kritiek met een louter negatief
karakter. Van deze plaats moge ik
veel voorstudie en voorbereidingen
eisten, zoals in eerste instantie het
leren beheersen van de Spaanse taal,
inwerken in de geschiedenis en voor
al economische omstandigheden van
de betrokken landen, vertrouwd ra
ken met de belangen en mogeiykhe-
den der daar geïnteresseerde Neder
landse Ondernemingen en zoveel
meer. Slechts ingewyden weten, hoe
veel koffers met paperassen er mee
gingen, hoeveel belangen er op het
spel stonden, en hoeveel er is be
reikt. Verschillende orders van de
omvang van honderden miljoenen (zo
als levering van spoorwegmaterieel
aan Argentinië) zyn bekend gewor
den, veel andere resultaten worden
nimmer gepubliceerd of kunnen vaak
ook alleen als indirect gevolg worden
aangemerkt doordat zy louter en
alleen de vrucht zyn van het zo voor-
treffeiyk door Prins Bernhard op
gebouwde pro-Nederlandse klimaat
in den vreemde.
reeial ondefinieerbare factoren
hebben deze bezoeken van Prins
Bernhard tot een doorslaand
succes gemaakt, maar al deze facto
ren wortelen in de persoonlijkheid
van de Prins In de ruimste zin des
woords. In de eerste plaats, zo heb
ben deelnemers aan zyn reizen ver
der en dochter deze hebben vol
bracht I
Deze en andere reizen brachten
Prins Bernhard in talloze lan
den, waar hij onvoorstelbaar
veel mensen uit alle kringen leerde
kennen, veel internationaal belang
ryke relaties heeft aangeknoopt en
kennis heeft genomen van ontelbare
denkbeelden, uiteenlopende opvattin
gen en achtergronden van nationale
en internationale problemen. Een
kleine selectie uit de reeks landen,
die hy bezocht, toont reeds de vol
gende indrukwekkende lyst: Argen
tinië, de Balaearen, België, Brazilië,
Canada, de Canarische Eilanden,
Chili, Columbia, Denemarken, Duits
land, Egypte, Engeland, Equador,
Ethiopië, Frankryk, Finland, Grie
kenland, Ierland, Iran, Italië, Libe
ria, Lybië, Luxemburg, Malta, Ma
rokko, Mexico, Monaco, Noorwegen,
Oostenryk, de Nederlandse Antillen,
Paraguay, Peru. Portugal, Spanje.
Suriname, Tanganyika. Turkye,
Uruguay. Vaticaanstad, Venezuela, de
Verenigde Staten. Zweden, Zwitser
land
Hy is niet (na zyn vroege jeugd
van zyn ouderlijk huis in Recken-
walde uit) in het vaderland geweest
van de oude, kreupele kleine onop
vallende man, die Prins Bernhard
in het voorjaar van 1952 in Soest-
dyk als gast begroette, Polen. Die
man was de 65-jarige dr. Joseph
Retinger, zelf jarenlang balling uit
zyn vaderland, bekend by tallozen
in hoge regeringskringen van vele
landen, niet bekend bij het grote
publiek: een man met een welhaast
heilig geloof in de noodzaak van een
heid der westerse wereld, voorbeeld
van eenzelfde merkwaardige combi
natie van patriottisme en interna
tionalisme welke in Prins Bernhard
treft.
Het was deze overeenkomst, die
hen op deze voorjaarsdag samen
bracht. Retinger yverde achter de
coulissen reeds Jaren lang voor een
verenigd Europa, voor een oprechte
samenwerking tussen Amerika en de
Oude Wereld. Reeds in de bezettings-
tyd in Londen, toen in de boezem
van een door hem gestichte organi
satie van uitgeweken premiers de
eerste kiem gelegd werd voor de Be
nelux.
Wy noemden Prins Bernhard reeds
een zakelijk idealist en een idealis
tisch realist. Het waren deze eigen
schappen, die Retinger er toe brach
ten om in Prins Bernhard de man
te zoeken die leiding zou kunnen ge
ven aan de organisatie welke hem
voor ogen stond om zyn idealen een
begin van werkelijkheid te geven:
een organisatie binnen welke de lei
dinggevende figuren van de westelijke
wereld, Amerika en vry Europa, met
elkaar zouden kunnen spreken bui
ten de gevaarlijke openbaarheid.
Prins Bernhard heeft door een toe
vallige omstandigheid deze kans om
eigen idealen in de daad om te zet
ten, na enige aarzeling met beide
handen aangegrepen. Van de dokto
ren van het Walter Reed ziekenhuis
in Washington kreeg hy te horen,
dat hy nog maar acht jaar op z'n
meest te leven zou hebben. Dat was
nadat hy zich daar na een val van
een paard waarby hy twee wervel
beschadigingen opliep, liet onderzoe
ken. Deze ontstellende mededeling
(later zonneklaar gelogenstraft)
maande hem tot spoed.
Zo kwam in mei 1954 in hotel De
Bilderberg in Oosterbeek by
Arnhem de eerste der Bilder-
bergconferenties bijeen, waaraan on
geveer zeventig topfiguren uit de ge
hele vrije wereld deelnamen. Sinds
dien zyn nog tien van deze confe
renties belegd. Organisatie en lei
ding hebben steeds by Prins Bern
hard berust. Deze topfiguren kwa
men tot openhartige vertrouweiyke
gesprekken over de grote wereldpro
blemen en over de vraagstukken, die
de landen van de vrye wereld tot
schade van allen en de vryheid zel
ve verdeeld houden.
Tydens deze conferenties kwam het
woord van generaal Smuts weer in
herinnering: „Het is jammer dat Uw
Prins Prins is van zo'n klein land.
En het Is jammer, dat de Nederland
se staatsrechteiyke opvattingen het
niet toestaan, dat de Prins actief
deelneemt aan het staatsleven. Hy
zou, wanneer dat wel het geval was,
een van de „big bosses" in de Euro
pese politiek kunnen zyn".
Misschien heeft Prins Bernhard
echter juist wel dank zy het feit,
dat hy een staatsrechtehjk weinig
gezaghebbende figuur in een klein
land is, zyn grote kwaliteiten in
dienst kunnen stellen van deze merk
waardige onderneming, de Bilderberg
Conferenties. Zolang de vrye wereld
verdeeld biyft en de internationale
samenwerking nog niet zo bezield
van karakter is als waarnaar juist
de deelnemers aan deze conferenties
streven, wordt een initiatief of de lei
ding van een politiek gezaghebben
de autoriteit van een groot land niet
zo erg happig aanvaard!
Dean Acheson heeft na een van de
Bilderbergconferenties van Prins
Bernhard getuigd: „Hy is een van de
voortreffelijkste voorzitters, die ik
ooit heb meegemaakt soepel, char
mant. welwillend, tactvol, bondig
zonder kortaf te zyn".
Wellicht zal nooit ten volle wor
den onthuld, hoe groot de in
vloed op de internationale
ontwikkeling is geweest van deze con
ferenties. maar vast staat, dat de zo
hoog nodige sfeer van onderling be
grip er in hoge mate door is en zal
worden gestimuleerd. Het besef, een
werkzaam aandeel in dit opzicht te
leveren op dit niveau moet voor Prins
Bernhard een byzonder grote vol
doening zyn en rechtvaardigt het
grote belang, dat hy aan speciaal
deze van zijn vele taken toekent.
Niet het minst, doordat Prins
Bernhard hier een perspectief ziet
dat overeenstemt met zijn onver
woestbaar optimisme in de toekomst,
zonder als realist de ogen te sluiten
voor de gevaren welke wereldvrede
en het mensdom als geheel in de we
reld van vandaag bedreigen.
Dit toekomstvertrouwen biyft by
hem niet beperkt tot de westerse we
reld, maar strekt zich uit tot de we
reld als geheel. Daarvan getuigt on
dermeer een opmerking, die hy op
10 september 1958 (tijdens een be
paald niet aantrekkelyke fase in de
gespannen toestand tussen Oost en
West) maakte tydens een interview
voor de Britse televisie in antwoord
op de vraag, of hy Europa zag als
een zelfstandige macht tussen Ame
rika en Rusland: „Neen. in het ge
heel niet. Ik zie Europa als een part
ner van de gehele westerse wereld
en eeriyk gezegd misschien sta ik
in die opvatting enigszins alleen
maak ik me niet zo grote zorgen over
een conflict met Rusland. Ik denk
dat we zelfs in de toekomst (mis
schien zal ik het niet meer beleven
maar ik ben geneigd om te geloven
dat het nog deze eeuw zal zyn) goede
vrienden met Rusland worden. Ik zie
niet in waarom Rusland niet deel
zou kunnen gaan uitmaken van een
Verenigd Europa
Wij hebben in het voorgaande
onnoemeiyk veel ongezegd ge
laten, vooral om daardoor na-
drukkeiyker het licht te kunnen la
ten vallen op enkele aspecten en epi
soden van dit merkwaardig ryke le
ven.
Wy hebben niet of nauwelyks ge
schreven over de sporten die Prins
Bernhard met hart en ziel beoefent:
paardrijden, vliegen (meer dan 6000
vlieguren achter de stuurknuppel van
meer dan 100 verschillende typen)
jagen, paardryden, skiën, wy heb
ben niet geschreven over zyn hobby's
zoals b.v. fotograferen en filmen, niet
over zijn bevrydende humor, niet
over zyn dagindeling, over zyn per-
sooniyk leven, over zyn gezinsleven.
Deze vyftigste verjaardag leek ons
een welkome aanleiding, om slechts
de enkele geschetste punten nadruk
kelijk naar voren te halen.
In de naaste toekomst, wanneer het
veel persooniyker getinte zilveren ju
bileum van het huweiyk van het Ko-
ninkiyk Paar gevierd zal worden, be
staat er ruim gelegenheid op derge
lijke persooniyke aspecten het hoofd
accent te leggen.
WAT wij nu hebben willen
laten uitkomen is dit.
Op zijn vijftigste verjaardag
staat Prins Bernhard in ons volk
als een uniek wilskrachtige
figuur, gezaghebbend ver buiten
de grenzen op velerlei terrein,
een waardig vertegenwoordiger
van ons volk, die onze hoogge
spannen verwachtingen van die
juichende septemberdag van bij
na vijfentwintig jaar geleden
meer dan heeft gerechtvaardigd.
Het Nederlandse volk kan en
wil niet anders dan innig dank
baar zijn voor wat Prins Bern
hard in deze kwart eeuw, on
danks grote lasten waaronder
sterkeren te gronde zouden zijn
gegaan, voor allen onzer ge
weest is.