OMYL
LANGZAMERHAND KERENDE
BELGEN NAAR KONGO TERUG
3.
Resten van Aziatische
„kolonie" in Ecuador?
Nieuw - Guinea heeft
gebrek aan... bossen
Kongolezen beseffen 1111 dat zij
ex-kolonisten nog nodig hebben
INSECTEN
VERDELGING
met handige
spuitbus
Sowjet-Unie lieeft een ernstig
tekort aan consumptiegoederen
Sensationele oudheidkundige
vondsten bij opgravingen
WOENSDAG 7 JUNI 1961
De Belgen zijn bezig langzamerhand terug te keren naar die gebieden
van Kongo, waar men enigszins veilig kan leven; en naar schatting
zijn er ongeveer 37.000 teruggekeerd op hun oude posten in bestuur
en handel. Aan het einde van 1959, het laatste kalenderjaar voor de
onafhankelijkheid werd uitgeroepen waren er in de toenmalige kolonie
90.000 Belgen werkzaam en ongeveer 25.000 andere Europeanen,
voornamelijk Portugezen.
Vrouwen en kinderen keren
terug in een veel langzamer tempo
en dat verklaart grotendeels het
verschil tussen het totaal van 1959
en het huidige aantal Belgen. Er is
de laatste maanden echter een dui
delijke toeneming van het aantal
Europese kinderen op straat te
constateren.
Katanga, waar de chaos slechts en
kele dagen duurde, heeft het grootste
aantal Belgen, n.l. ongeveer 20.000, me
rendeels employé's van de grote mijn-
maatschappij Union Minière.
Leopoldstad, dat ondanks de chaoti
sche omstandigheden die daar heersen,
nog steeds de hoofdzetel van het Kon
golese bestuursapparaat is, heeft een
bevolking van ongeveer zesduizend
Europeanen, grotendeels Belgen, en nog
eens duizend, die over de provincie Leo
poldstad verspreid zijn.
De Evenaarprovincie en Kivoe, waar
Antoine Gizenga de scepter zwaait, heb
ben in totaal ongeveer 3.500 Belgen, on
derwie vele hardwerkende, dappere mis
sionarissen, die van geen wijken weten
ondanks de mishandelingen, waaraan
zü van de zijde van het leger en de
z.g. jeugdbeweging herhaaldelijk bloot
staan. Daarnaast zijn in Kasai naar
schatting tweeduizend Belgen die daar
voornamelijk werk verrichten voor de
diamantwinning.
De meeste Europeanen in Leopoldstad
zijn in dienst van grote ondernemingen:
oliema a tschappij enluchtva a r tma a t-
schappijen en banken. Anderen hebben
er winkels. Er zijn ongeveer 250 Bel
gische ambtenaren en blijkbaar vin
den zij het niet moeilijk zich aan de
nieuwe tijd aan te passen en thans or
ders op te volgen van hun Kongolese
superieuren, terwijl zij tezelfdertijd deze
Kongolese ministers tactvol van advies
dienen over de meer ingewikkelde kan
ten van het landsbestuur.
Algemene klacht
Een algemene klacht die men bij de
Belgen hoort, is, dat de buitenwereld
de resolutie, die de Verenigde Naties op
21 februari heeft aanvaard, uitlegt als
zou zij betekenen, dat alle Belgen Kon
go moeten verlaten. In werkelijkheid
was de resolutie slechts gericht tegen
Belgische militairen en Belgen, die in
semi-militaire functies werkzaam waren.
De meeste Kongolese ministers heb
ben tenminste één adviseur elk, die dan
meestal „juridisch deskundige" wordt ge
noemd. Een van deze adviseurs zei on
langs: „De Kongolezen leren veel sneller
dan ik aanvankelijk voor mogelijk had
gehouden. Zij zijn op het ogenblik heel
wat minder roekeloos bij het gebruik
maken van hun macht dan kort na de
onafhankelijkheid".
Een van de Kongolezen, die iedereen
heeft verbaasd doen staan, is Albert
Ndele, die als dertigjarige gouverneur
van de centrale bank is. Functionaris
sen van de V.N.Amerikanen en Euro
peanen, die met hem te maken hebben,
zijn eenstemmig van oordeel, dat hij
met vliegend vaandel de grote stap
heeft gedaan van student in de econo
mie naar de hoogste post in het Kongo
lese bankwezen.
Sommige Belgen, voornamelijk zü die
twintig tot dertig jaar in de voormalige
kolonie hebben gewoond en gewerkt, zul
len zich aan de nieuwe toestand nooit
kunnen aanpassen. Een voorbeeld van
deze groep is een oude koloniaal, die in
een café de kelner toespraak met „jon
gen". De kelner antwoordde op kalme
toon: „Ik ben geen jongen, ik ben kel
ner". De man wendde zich tot de an
deren, die in het café zaten en bulderde:
„Zie je waar de onafhankelijkheid toe
leidt? Ze denken nu, dat ze onze gelij
ken zijn".
Het moet gezegd worden, dat geen
van de andere café bezoekers antwoord
gaf of op de een of andere manier
deed blijken, dat hij het met de arro
gante koloniaal eens was.
Dergelijke incidenten zijn zeldzaam,
omdat de jongere generatie, die het
land thans binnenkomt, weet, dat het
thans de Kongolezen zijn, die de lakens
uitdelen, en dat men zich daaraan dient
te houden.
Vreugde
Vreemd genoeg is er onder de Kon
golezen weinig anti-Belgische gezind
heid te bespeuren. Men is veel meer
verbeten op de Indiase handelaren en
de Portugese winkeliers. In winkels en
restaurants kan men dikwijls Kongole
zen met vreugde horen spreken over de
verwachte terugkeer van hun „pa
troons", want dat betekent voor hen,
dat zü weer werk krijgen en dus geld
gaan verdienen.
Kort na de onafhankelijkheidsverkla
ring waren er alleen al in Leopoldstad
70.000 werklozen, maar naarmate de
Belgen terugkeren om hun winkels en
bedrijven te heropenen, daalt dat cijfer.
Een lid van het Kongolese kabinet moet
onlangs na een lange, vermoeiende dag
gezegd hebben: „Ik begin waardering te
krijgen voor de tachtig jaar vrede en
vooruitgang, die wij onder de Belgen
genoten hebben".
Dit betekent evenwel niet, dat de
Kongolezen een in feite Belgisch be
stuur in hun land zouden toestaan. Men
begint echter te begrijpen, dat men nog
vele jaren lang Belgen op zekere posten
nodig zal hebben. Want met alle goede
wil in de wereld kunnen de Verenigde
Naties niet alle deskundigen „leveren",
die nodig zijn om Kongo een kader te
geven.
De meeste technici, die hier voor de
V.N. komen, hebben voor zes maanden
getekend. Dan wordt er vaak voor een
tweede periode van een half jaar bijge
tekend en daarmee is het uit. Van die
korte tijd gaat dan nog af de tijd, die
men nodig heeft om met plaatselijke
toestanden vertrouwd te raken. Zij, die
dan weer na hen komen, hebben uiter
aard eenzelfde inwerkings-periode nodig.
De Belgen daarentegen hebben ofwel er
varing met het land of zij zijn meer
geschikt om juist daar te werken, omdat
het bestuursapparaat en de openbare
diensten nu eenmaal nog vrijwel geheel
op Belgische leest zijn geschoeid. Boven
dien zijn de Belgen die thans naar Kon
go komen, veelal bereid zich voor lan
gere perioden te binden.
Noodzakelijk
De PTT en het nationale radiowezen
zijn een tijdlang beheerd geweest door
deskundigen van de Verenigde Naties.
De resultaten waren niet onverdeeld
gunstig. De deskundigen van de V.N.
waren stuk voor stuk even capabel als
de Belgen, die het werk voordien had
den gedaan, maar het gehele werksy-
steen en de technische installaties wa
ren hun nu eenmaal vreemd. Nu de Bel
gen op die posten zijn teruggekeerd,
heeft men aan doelmatigheid gewon
nen. Daarom redeneren de Belgen, dat
de Verenigde Naties, indien zij werke-
lijk goed werk in Kongo willen doen,
moeten gaan inzien, zoals de Kongolezen
thans doen, dat een zeker aantal Belgen
noodzakelijk is.
Er zijn reeds tekenen, die er op wij
zen, dat dit inzicht in kringen van de
V.N. bezig is veld te winnen. De over
komst die kort geleden door president
Kasavoeboe en de wereldorganisatie is
getekend, zou het begin kunnen zijn
van betere verhoudingen tussen de Bei
en en de Verenigde Naties. Van hun
kant zouden de Belgen er goed aan
doen hun rancune jegens de V.N. aan
de kant te zetten, omdat Juist de aan
wezigheid van vertegenwoordigers van
de wereldorganisatie de complete ver
snippering van de jonge natie heeft
voorkomen, toen de Belgen het land
reeds ontvlucht waren.
nu
50
kwaliteits
product
van Organon
Nationale veldtochttegen corruptie en
misdaad is een teken aan de tvand
Deskundigen op het terrein van de Russische economie zien in een onlangs door
premier Chroesjtsjow gedane belofte, dat de produktie van consumptiegoederen
zal worden opgevoerd, een aanwijzing, dat Rusland te lyden heeft van ernstige
tekorten aan dergelijke goederen. Onlangs heeft Chroesjtsjow gezegd, dat het
land zün zware industrie thans heeft opgebouwd en nu meer nadruk kan gaan
leggen op het vervaardigen van consumptiegoederen. „Wü hebben begrip voor het
belang van de lichte industrieën," zo zei hü, „maar wjj wilden eerst de zware
industrieën tot ontwikkeling brengen om daarmee voor alle andere industrieën
een stevige basis te leggen. De lichte en zware industrieën zullen thans met
dezelfde snelheid worden uitgebreid".
De Russische premier maakte geen Sowjet-republieken zün onlangs gevallen
melding van tekorten aan consumptie- L"'
goederen en daarover is in de Russische
pers ook geen woord gepubliceerd. Maar
volgens berichten uit andere bronnen
doen deze tekorten zich over het gehele
land voelen, hoewel de winkels in Mos
kou in het algemeen beter bevoorraad
zün dan in de provincie.
Oekrainers die in New York wonen,
hebben van verwanten in hun geboorte
land de laatste tüd brieven gekregen,
waarin gezinspeeld wordt op grote voed
seltekorten in Oekrainse dorpen.
Deskundigen in Russische aangelegen
heden leggen thans verband tussen
Chroesjtsjows onlangs begonnen cam
pagne tegen corruptie in het ambtelüke
apparaat, alsmede de nationale veldtocht
tegen de misdaad, die de Sowjetrussische
regering heeft ingezet, en het bestaan
van tekorten op allerlei gebied. Van de
tekorten wordt geen gewag gemaakt,
maar de Russische pers wüdt veel aan
dacht aan gevallen van corruptie, ont
vreemding van staatseigendommen en
doodgewone diefstal.
De Russische procureur-generaal Ro
man Roedenko schreef onlangs in het
partüorgaan Izwestia: „In een aantal
(Van onze Amerikaanse correspondent)
Arme Columbus! Reeds lang neemt men aan, dat ae Vikingen hem
vijfhonderd jaar voor zijn geweest in Amerika en thans lijkt het er op.
dat Chinezen of waarschijnlijk nog Indo-Chinezen, zelfs vijftienhonderd
jaar vroeger naar Amerika gevaren zijn. Emillo Estrada, een zaken
man-archeoloog uit Ecuador, heeft heel merkwaardige opgravingen
gedaan in de buurt van de kustplaats Bahia.
Columbus was niet
de eerste
Amerika Is niet uitsluitend bevolkt
door mensen, die erheen gevaren zijn.
Vrü algemeen neemt men thans aan,
dat omstreeks 1500 voor Christus Azia
ten via dc Beringstraat naar Noord-
Amerika zün gekomen. Geleidelik zün
hun nakomelingen afgezakt naar het
zuiden, waar büzonder interessante In
dianen-culturen zyn onstaan.
Veel kenners van de Maja-cultuur en
van andere hoogontwikkelde beschavin
gen zijn van mening, dat die culturen
autochtoon zün en dus onafhankelijk.
Er zijn echter ook steeds onderzoekers
geweest, die gewezen hebben op ver
wantschap met Aziatische culturen en
die de veronderstelling hebben geopperd,
dat er 1500 2000 jaar geleden scheep
vaartcontact bestaan zou hebben tussen
büvoorbeeld Indo-China en Midden-
of Zuid-Amerika. Bewüzen kon men dat
echter niet.
Thans evenwel hebben de opgravin
gen van Emilio Estrada, bij het plaatsje
Bahla in Ecuador, belangrijke steun ge
geven aan de stelling, dat er rechtstreeks
contact is geweest tussen Azië en Zuid-
Amerika. De „Washington Post" heeft
veel aandacht aan die opgravingen ge
schonken en wanneer, zoals het plan
is, Estrada deze zomer met een deel van
zün collectie naar de Verenigde Staten
komt, zal er nog veel meer over zyn
vondsten te doen zün.
Maar uit liefhebberü begon hü ook wat
aan opgravingen te doen en in 1953
vroeg hij advies aan deskundigen van
de Smithonian Institution in Washing
ton.
In 1956 begon hü zoveel op te gra
ven, dat hij besloot er een museum mee
te vullen in Guayaquil. Zo ontstond een
van de beste particuliere collecties in
Zuid-Amerika
In 1959 ontdekte hü bü de plaats
Bahia bergen met „afval", die al dade-
lyk büzonder belangrijke vondsten op
leverden. Dit waren de vondsten, die
sterk het vermoeden wekken, dat er
direct contact met Azië heeft bestaan,
zo omstreeks het begin van onze Jaartel
ling.
Estrada vond bijvoorbeeld hoofdsteu
nen, die bü het slapen werden gebruikt.
Het nieuwe vlag geschip van de
Oranjelijn, de Prinses Margriet"
is gisteren van de werf in Hardinx-
veld naar Rotterdam gevaren. Een
deel van de Baanhoekbrug moest
worden gedemonteerd om het schip
door te laten. Vele belangstellenden
keken met aandacht toe hoe het
schip door de opening voer. waarbij
aan beide zijden slechts een geringe
ruimte overbleef.
Zulke hoofdsteunen heeft men op vele
plaatsen in de wereld gevonden (het
Brits museum heeft er een Interessan
te collectie van), maar in de Nieuwe
Wereld waren zij niet bekend.
Voorts vond hij figuurtjes, die zitten
met gekruiste benen, in de bekende
yogi-houding. Nergens, behalve hier bij
Bahia, heeft men in Amerika zulke
voor-Columbiaanse beeldjes ontdekt.
Zelden vindt men in de Nieuwe We
reld kleine, uit klei gebakken, modellen
van woningen. Maar Estrada vond ze.
Dat niet alleen: die huisjes geleken bü
zonder veel op dergelyke modellen, die
men in Azië heeft gevonden.
Dan nog iets: het draag juk is onbe
kend in de Indiaanse culturen. Maar
op een van Estrada's potten vindt men
een afbeelding, die onmiskenbaar een
mens voorstelt, die een grote vis aan
een juk draagt. Met dit alles is natuur -
Ujk niet bewezen, dat de Maja-cultuur
tin het uiterste oosten van Mexico), in
vloed van Aziatische kunst heeft onder
gaan, maar zü die dat veronderstellen,
gevoelen zich toch in hun overtuiging
gesterkt, nu Estrada met zün vondsten
voor de dag is gekomen.
Wie gelooft aan vroeg scheepvaart
contact tussen Azië en de streken rond
Ecuador, kan versterking van dat geloof
vinden in de overeekomst tussen de
scheepsmodellen, thans nog in gebruik
in Formosa, Vietnam en in Ecuador
en noord-Peru.
De toch al arme grond van Neder- twee streken waar de bevolking niet al-
lands Nieuw-Guinea wordt geplundedr.
Dit is een euvel waarmee in feite vrü-
wel alle Aziatische landen te kampen
hebben. Door onoordeelkundige land
bouw (roofbouw) van de Papoea-bevol
king raakt de grond snel uitgeput. De
afdeling bosbouw in Nieuw-Guinea zoekt
dan ook naarstig naar methoden om
aan het licht gekomen van ontvreem
ding van socialistisch eigendom op grote
schaal door privé-agenten en parasitaire
elementen". Volgens Amerikaanse des
kundigen wüst de golf van diefstallen er
op. dat er een bloeiende zwarte i m
in allerlei goederen moet bestaan.
Estrada was van huis uit geen archeo-
loog. Hu heeft In de stad Guayaquil JJJ k» aad' l" kir" n
succes geboekt als verkoper van Noord- I
amerikaanse auto's en wasmachines.
De gang van zaken is aldus: de be
volking vernietigt het oorspronkclüke
- bos door kappen en branden. Op het
kS?ennwiist°degoSlf ^dSstïïlen S- i lamPen en schoenen moesten stellen ter- vrijgekomen terrein word', eenmaal of
nn^ pr pen hk>eiend? zwarte markt i hun fabrieken steeds grotere en tweemaal geplant en daarna trekt de
9P, dat er een bloeiende zwarte marlet knsthaftrrtpr marhinps nrndnrpprHpn Papoea verder. Maar steeds keert hy
kostbaarder machines produceerden.
I Reeds eerder heeft een Russische pre- terug om de opgekomen begroeiing te
I mier het land meer consumptiegoederen verbranden. Het klein wild, zoals de bui-
Planeconomie van de baan beloofd. Dat was Malenkow. toen hij na 'delratten, worden door het vuur verdre-
Stalins dood in 1953 de macht deelde ^en en de Papoea-jager, heeft ryke
met Chroesjtsjow. Malenkow beperkte de j bult-
uitbreiding van de zware industrie, stelde I De procedure is echter funest voor de
meer fondsen beschikbaar voor consump-1 grond. Na verloop van tijd wil er nog
Intussen betekent Chroesjtjows verkla
ring over gelykstelling van de zware en
lichte industrieën in het schema van
prioriteiten, dat de regering blükbaar be
sloten heeft om de typische communis
tische planeconomie, die nu al enige ge
neraties lang in Rusland is aangehan
gen, te laten vallen. Tot dusver is de
zware industrie in het Russische denken
altüd primair geweest. Die gedachte gaat
terug op Karl Marx, die betoogde, dat
het vervaardigen van machinerieën, dus
kapitaalsgoederen, altijd voorrang moest
hebben boven het fabriceren van con
sumptiegoederen. Uit die stelling kwam
de wet van de „planmatige, proportio
nele ontwikkeling van de socialistische
economie" voort, die in de praktük be
tekende, dat de Russen het zonder gloei-
tiegoederen en buitenlandse handel
voerde een loonsverhoging in voor wer
kers op collectieve boerderyen. Deze
nieuwe economische politiek duurde min
der dan twee jaar. Malenkow werd toen
afgezet door Chroesjtsjow.
Gistermiddag kwamen de twee
inzittenden van deze auto om het
leven, toen de wagen tijdens een in
haalmanoeuvre in de buurt van de
Liedebrug bij Haarlem in frontale
botsing kwam met een vrachtauto,
die slechts licht werd beschadigd.
slechts een harde, nutteloze, grassoort
groeien.
Bovendien treedt er erosie op. Grote
gebieden in het heuvelland rond het
Sentani-meer büvoorbeeld zün op deze
wyze waardeloos geworden.
Herbebossing
leen vrüwillig. maar ook graag grond
afstond. Dat zün Taminaboean en de
Kebarvlakte. De bereidwilhgheid werd
in de Kebarvlakte vooral veroorzaakt
door het feit, dat er veel werkloosheid
heerste. Boswezen kon die werkloosheid
bestryden en heeft dat ook gedaan. De
bevolking stond 2.000 hectaren af voor
de aanplant van araucaria.
Duldplichtwet
Boswezen wil deze gronden weer bruik
baar maken en de plannen gaan in de
richting van herbebossing. Hiervoor ko
men in de eerste plaats in aanmerking
tropische naaldbomen als de araucaria
en de agathis, zachte naaldhoutsoorten,
die zich gemakkelük laten verwerken
tot triplex, papier, houtpulp, spaander
platen en hardboard.
Er worden ook proeven genomen met
geïmporteerde pinussoorten. De moei-
hjkheid hierbü is, dat de pinus een
speciale schimmel nodig heeft om vlot
tot wasdom te komen (wat ook dan nog
een kwart eeuw duurt). Het is ondoen-
lyk gebleken die schimmels mee te im
porteren. Er is intussen na geduldige
j proefnemingen een inlandse schimmel
gevonden, die de taak van de „buiten
landse deskundige" kan overnemen. Tel
kens als een Jonge pinus in een proef
veld met deze schimmel besmet blükt,
wordt hü met kluit en al in een groot
proefbed geplaatst, om andere Jonge bo
men mee te laten profiteren.
Grondrechten
De grootste moeilükheid is echter de
kwestie van de grondrechten. Boswezen
hoopt, dat de streekraden van Nieuw
Guinea dit probleem zullen oplossen. Het
is dus voor de agrarische ontwikkeling
van Nieuw-Guinea van het grootste be
lang. dat de streekraden snel aan het
werk gaan.
De Papoea is doorgaans zeer gehecht
aan zyn grond en aan de rechten, die
er volgens de tradities uit voort -
I komen, ook al levert de grond niets op
!als landbouwterrein. Toch is het nood
zakelijk. dat Papoea's de dood-geërodeer-
de velden aan Boswezen afstaan, omdat
slechts deze dienst in staat is nieuwe,
nuttige bossen te planten.
In geheel Nieuw-Guinea zün maar
Er bestaat in Nieuw-Guinea een duld
plichtwet, die de bevolking verplicht, te
dulden, dat de grondrechten worden in
geperkt, als dit door onderling overleg
niet. kan worden bereikt. Men heeft deze
wet echter nog niet toegepast en zal
dit ook zeer ongaarne doen.
Boswezen heeft vooral in het gebied
van Dafonsoro grote moeiiykheden met
het verkrügen van grond. Men hoopt
nu. dat binnenkort, de streekraad van
Dafonsoro het probleem zal oplossen en
erin slaagt de bevolking te overreden.
Er is haast bü- Wil een pulpfabriek
over 25 jaar kunnen gaan draaien, dan
moet spoedig begonnen worden met de
beplanting van een areaal van 25.000
hectaren. De boompjes voor de eerste 50
I hectaren staan reeds te wachten op de
kwekerü „Kemiri". Zü moeten in janu
ari worden overgeplant.
30500
30500
30500
Wij verzoeken onze abon
nees in Leiden, die een keer
de krant niet ontvangen,
vóór 7 uur n.m. (zaterdags
tussen 4 en 6 uur)
no. 30500
te bellen, waarna ons blad
alsnog wordt bezorgd.
Voor de buitengemeenten
wordt voorzover de agent
schappen telefonisch bereik
baar zijn, elke klacht onmid
dellijk doorgegeven.
Bel vooral niet onze in de
telefoongids vermelde kan-
toornummers voor Admin.
of Red., want deze kunnen
U niet helpen.
30500 30500 30500