René Clair
in KAMER en TUIN
FILMMONTAGE: DURF TE KNIPPEN!
In de rust van zijn privé-paradijsje
werkt hij aan een nieuw filmscenario
VOLOP BLOEMEN
itisso
Doe eens iels anders met de groente
L i TERDAG 3 JUNI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
f „Al het goud van de wereldJ
Bourvil was voorbestemd bakker te worden
%mmm
mnmtmi
0
W
t
NMH
Mi
"'V-
RENÉ CLAIR
rust in privé-paradijs
Tn een comfortabele fauteuil
leunt de bioscoopbezoeker be
haaglijk achterover om zich min
of meer passief te laten meesle
pen in de schijnwereld van de
film.
Hoevelen zouden dan de moeite
en de middelen beseffen, die no
dig zijn om die wonderlijke we
reld te scheppen?
De geïnvesteerde bedragen zijn
enorm, een nauwe samenwerking
tussen velen onontbeerlijk en een
legertje technici noodzakelijk.
Daar kan geen filmmaker bui
ten, zoals hij het ook niet kan
stellen zonder camera's, belich-
tingsapparatuur, montagekamer,
opnamehallen, laboratoria en wat
niet al meer. Hij kan geen scha-
keltje missen om zijn ketting slui
tend te krijgen.
Maar hij moet er voor zorgen,
dat de brandstof aanwezig is om
die ingewikkelde machinerie gaan
de te houden. Die brandstof sta
pelt hij op tijdens weinig specta
culair werk, dat soms maanden
kan duren en waarvoor eigenlijk
nauwelijks meer nodig is dan een
pen, papier en heel veel concen
tratie.
ACHTER BUREAU
„Neen, een film wordt niet in de
eerste plaats gemaakt in de studio.
Het is achter een bureau of werkta
fel, dat een scenario gestalte krijgt,
dat de dialogen worden geschreven en
herschreven en dat de decors worden
ontworpen, uitgewerkt en 6teeds ver
beterd".
De man, die dit zegt, spreekt met
gezag. Hij is een oude rot In het vak.
De eerste filmer, die werd geaccep
teerd als lid van de Academie Fran-
gaise: René Clair.
Terwijl hU dit zegt, zit hU in zijn
werkkamer te Saint Tropez. Als hij
naar buitenkUkt, ziet hij een adembe
nemend panorama, Hij ziet de eeuwige
sneeuw op de Alpen. HU ziet het diepe
blauw van de Middellandse Zee, waar
in de golven speels witte kopjes te
voorschijn toveren. En hij ziet de veel
kleurige daken van de huisjes in het
beroemde haventje, dat in de zestien
de eeuw een onafhankeiyke repu
bliek was.
PARADIJSJE
Met zUn vriend, de schilder Dunoyer
de Segonzac, is Clair ongetwyfeld de
oudste getrouwen van Saint Tropez.
Want hU kwam voor de eerste maal in
dit klimatologische paradysje. toen hU
bezig was aan een bewerking van „Un
chapeau de paille d'Italie". HU had
het opgegeven te werken temidden van
het rumoer van het Paryse leven. HU
zocht concentratie en rust, die andere
Franse filmers hadden gevonden in
Normandië, in het midden van Frank
rijk of misschien in Versailles. In de
hotels van deze koningsstad zUn ontel
bare scenario's tot stand gekomen.
en gezonde planten met
Toen in 1927 was Saint Tropez
een klein vissersplaatsje, slechts be
zocht door de schilders, die in navol
ging van Paul Signac er de schitte
rende lichtval en de fraaie Moorse
landschappen hadden ontdekt, die
men thans in zo groten getale ver
eeuwigd kan vinden in het oude mu
seum van het stadje, dat vooral in de
zomermaanden zo erg in trek is bü ar
tiesten, auteurs, schilders en filmster
ren.
BESCHUT
In de winter is dit mooie plekje van
de aarde nog rustiger en in zUn land
huis „Miremer", dat op enkele hon
derden meters afstand ligt van de
kust, is René Clair dan volmaakt be
schut tegen de onbescheiden blikken
van nieuwsgierigen. HU ziet er dan
slechts enkele mensen, zUn vrienden,
zoals de romanschrijver Joseph Peyré
en de schepper van vele drama's An-
dré Roussin. Als hy niet- schildert
zoekt Clair ontspanning bij zyn jacht,
dat hU nauwgezet schildert en klaar
maakt om er in het voorjaar mee
ter visvangst te kunnen uitvaren.
Want knutselen is zijn hobby. En
in de loop van de jaren heeft hy veel
veranderd aan zUn woning, welke dan
ook niet zo erg veel overeenkomst meer
vertoont met het huis, waarin hy zich
vestigde, toen zijn naam nog niet over
de gehele wereld beroemd was.
„Hebt u al een titel voor de
film, waaraan u nu werkt?".
„Die zal „Tout l'or du monde'
(al het goud van de wereld) heten
en Bourvil zal er de hoofdrol in
vertolken".
„Mogen we het onderwerp we
ten?"
„Dat kan ik onmogelijk doen,
zolang het scenario niet geheel
klaar is. Maar ik begin binnen
kort al met de buitenopnamen.
Dankzij zijn vriend André Mau-
rois heb ik een prachtig dorpje
ontdekt, dat volkomen past in het
thema, dat ik wil behandelen".
„En Bourvil?"
,J£en grote humorist. Dat heeft
hij onlangs nog bewezen in „For-
tunat". Ik heb een dubbelrol voor
hem geschreven"
KOPPIGE BOER
René Clair mag dan zUn mond dicht
houden, langs andere wegen is er wel
iets te weten te komen van zijn film.
Eens heeft Clair in Saint Tropez een
boer gekend, die door zUn koppigheid
in staat bleek de verwezenlUking van
een belangryke transactie met onroe
rende goederen tegen te houden.
Waarschynlyk geinspireerd door de
ze geschiedenis heeft, hy voor zijn film
eeri vriendelyke man geschapen, die
heel gelukkig was met zUn leven in
zUn huisje, met de wyn van zijn wijn
gaard, met de groente uit zijn tuin
én het fruit uit zijn boomgaard. Het
enorme bedrag, dat hem geboden
wordt door personen, die op zUn grond
e°n moderne stad wiP«»n jo'iwpn. in
teresseert hem geen steek. Is dat nu
a..-o. „a Obw.ol
en men verwacht, dat zyn erfgenuam
wat inschikkelyker zal zijn. Niets
daarvan. Want als de zoon komt, zegt
hy als een persoon uit het werk van
Sacha Guitry: „Mijn vader had gelyk".
Hy toont zich even hardnekkig in het
dwarsbomen van de plannen van hen,
die hem zUn bescheiden paradysje wil
len ontnemen,
OUD AAMBEELD
Men ziet, met welke middelen de
schrUver van „A nous la liberté" op
een oud aambeeld kan hameren. Een
verbeten vasthouden aan onafhanke-
ïykheid is de grondgedachte in de
onderwerpen van zyn meeste films en
wanneer hy uiting van een bestaand
werk. zoals by „Un chapeau de paille
d'Italie" of „Le Million" is er niet veel
overgebleven van de 6tukken, die hem
geinspireerd hebben.
„Moet men „Tout l'or du monde"
een sociale satire noemen?"
„Ik zou het voor alles een vro-
lyke film willen laten worden. Er is
niets zo heilzaam als lachen. Want als
ik er in slaag de toeschouwers an
derhalf uur te amuseren, heb ik myn
doel dubbel en dwars bereikt".
BOURVIL
Wie is Bourvil eigeniyk, die de thans
62-jarige meesterfilmer de hoofdrol wil
geven in zyn nieuwe film? Bourvil
wordt binnenkort 44 jaar. Hy werd
geboren in een heel klein dorpje en
was voorbestemd om bakker te wor
den. Om het vak te leren stuurde zyn
ouders hem naar de stad. Daar leerde
hy de muziek kennen als lid van
de plaatselijke fanfare. Hy blies een
hoorn en leerde accordeon spelen. Hy
droomde van een carrière als artiest
in Parijs. Inderdaad, hy kwam in de
hoofdstad als soldaat. Op zondag
avond begeleid hy echter artiesten in
kleine herbergjes buiten de stad. Hij
wil ook zingen en probeert het op
een amateurconcours. Samen met een
jeugdvriendin Jeannette Lefrique zingt
hij een duet. Het resultaat is geen
prijs, maar wel een contract: voor het
leven met Jeanette. De oorlog komt,
Bourvil wordt krygsgevangene. Te
ruggekeerd in FrankrUk wordt hy be
geleider van een zangeres. Daar ont
wikkelt hy ook een eigen komisch
nummertje. HU slaagt en spoedig be
gint zyn ster te stygen. Maar Bourvil
is zelf niet tevreden. Hij wil steeds
beter en beter. In 1945 reeds maakte
hij zijn eerste film, waarna de sneeuw
bal steeds verder rolt en nu is deze
Bourvil een gevierd humorist op de
planken, voor de televisiecamera e en
op het witte doek.
BOURVIL
van bakker tot filmster
"J 6mal}Umkoekje
Zo'n woord „filmmontage" klinkt direct erg duur en de huis-, tuiiv- en
keukensmalfilmer krijgt onwillekeurig de gedachte, dat hy zoiets maar aan de
filmindustrie of de zeer vergevorderde amateur moet overlaten. Maar aan de
andere kant voelt hij toch ook wel, dat de smalfilms, die hy van de ontwikkel
centrale op de bekende kleine spoeltjes heeft terugontvangen, niet op een
stapeltje kunnen worden gezet om ze later één voor één af te draaien. Want
bet projecteren van een 8 m.m. spoeltje van 15 meter lengte (standaard
afmeting) duurt maar enkele minuten.
Mengmeststof voor kamerplanten 65 Vo
100 gram - 65 ct - Volop groei en bloeit
Om nu in een half uur zeven keer
licht uit en licht aan te draaien, film
in te moeten zetten en er weer uit te
moeten halen is geen aanlokkelijk
vooruitzicht. De films moeten dus aan
elkaar worden gezet om een spoel van
60 meter vol te krijgen. Die heeft een
vertoningsduur van ongeveer een
kwartier. Dan is het wel gezellig om
even te onderbreken voor een nieuwe
film. Wie dit kwartiertje echter nog
te kort vindt, kan ook een stuk of
acht films op een grote spoel van
120 meter zetten, hoewel niet op alle
projectoren zo'n grote spoel kan wor
den afgedraaid. De spoelarmen
waarop de projectiespoelen worden ge
plaatst bij het projecteren dienen
voor een 120 meter spoel n.l. extra
groot te zijn.
Dwergsinaasappels worden te
genwoordig veel als kamerplan
ten gekweekt. Het zyn aller
liefste groenblyvende planten,
die geheel vol oranje sinaas
appeltjes kunnen zitten: eet
baar zyn ze niet, doch daarom
zUn ze niet minder mooi. De
planten bloeien nu ongeveer en
dan dient men ze voor een
goede vruchtzetting te bestui
ven. Met een kippeveer moet
men voorzichtig over de open
bloemen heen strUken; over het
algemeen is dat wel voldoende.
Bloeiende planten moeten veel
water hebben, doch men mag
ze tydens de bloei beslist niet
besproeien: de open bloemen
moeten droog biyven.
De plant kan veel zon heb
ben, maar het is nodig haar op
het heetst van de dag een beet
je te beschermen
Direct na de vruchtzetting
moet men veel sproeien. Doe
dat liefst dageiyks en dan voor
al met lauw water; het koude
leidingwater zo uit de kraan
mag men er in geen geval voor
gebruiken, doe er dus eerst een
scheut warm water doorheen.
Als de planten eenmaal vrucht
hebben gezet kan men ze ook
wel 's zomers met pot en al in
de tuin ingraven; ze kunnen er
best tegen, doch tegen eind sep
tember moet men ze toch weer
binnen halen. Als de vruchten
eenmaal kleuren, kan men er
maandenlang plezier van heb
ben. Soms zitten ze zo lang,
dat de nieuwe bloemknoppen al
weer open komen. In de winter
hebben ze niet veel warmte no
dig; dan is het voldoende als
ze in een matig verwarmde ka
mer staan. De normaal ver
warmde kamer is voor hen wel
een beetje te veel van het goede
en over het algemeen werkt men
met zo veel warmte de bladval
in de hand. De plant kan, als
ze vrucht gezet heeft, ook weke-
lüks wel een beetje opgeloste
kamerplantenkunstmest hebben.
Per liter water lost men één
theelepeltje mest op. Met die
hoeveelheid kan men wel twin
tig planten bemesten.
G. KROMDIJK.
Met dit aan elkaar zetten van de op
genomen films van vyftlen meter tot
een veel langere, begint eigeniyk de
montage al. Want om de films maar
willekeurig en ongecorrigeerd aan el
kaar te plakken, heeft Veinig zin. Iede
re smalfilmer begint dus al de volgorde
te bepalen, de aanloopstrook, die de
ontwikkelcentrale aan het kleine
filmpje heeft gezet, er af te halen en
dan eens na te kyken welke .slechte"
stukken er uit kunnen. En onder die
slechte stukken verstaat iedereen de
volkomen donkere of geheel lichte de
len van het filmbandje. Vaak komen
echter in de film sterk onderbelichte
delen voor, waarvan tijdens de pro
jectie alleen maar gezegd kan worden,
dat er kennelijk iets op staat, dat zich
op een of andere manier beweegt
of een handeling volvoert. Dat zijn de
z.g. „Explicatie-stukken" waarbij een
verhaal verteld moet worden. Zo in
de geest van: „En ja, dit is een beetje
donker geworden, want ik had ver
geten Ja, ja, dat is tante Marie
geloof ik Of is 't nou Her
man?Als je goed kijkt kun je
nog net de gletsjer zien
Maar of men nu nog zo goed kUkt,
die gletsjer ziet niemand behalve de
smalfilmer-zelf in z'n verbeelding.
En zolang hij de film vertoont, zal er
een hardnekkig vraagteken bestaan of
het nu tante Marie of Herman is. De
zeis verlost te worden ishet stukje
film eruit knippen en in de prullenbak
film eruit knippen en in de prullebak
te gooien.
Want zoiets is geen echte en dulde-
ïyke herinnering, maar alleen een ver
beelding. De donkere vlekken en witte
stippen geven geen beeld, zelfs geen
impressie van wat opgenomen werd,
maar zUn als de inktvlek in het over
hemd, die het lekken van een vulpen
suggereert.
Weg dus met al die sterk onderbe
lichte, donkere en duistere stukjes film.
En eveneens weg met die fel-witte
overbelichte stukken, waarvan ieder,
die rustig naar zo'n film zit te kyken,
schrikt als ze op het doek verschijnen.
Vanwege het lege en nietszeggende,
het harde en ogen-treiterende licht,
dat zo plotseling de rustige en goede
samenhang der scenes verstoort.
„Maar dat is zonde", kermen veel
smalfilmers-in-wording. Ze bedoelen
misschien: zonde van het geld, dat
ervoor betaald is en dat nu in het
water hier in de vaste vorm van een
prullenbak wordt gesmeten. Zo erg
is het werkeiyk niet. In de eerste
plaats vormen die deeltjes maar een
fractie van de film en ten tweede:
wie een bosje bloemen koopt, laat ook
niet altijd alle groene bladen er aan
zitten, alleen maar omdat hiji die ook
betaald heeft. Door een bos bloemen
te ontdoen van een teveel aan groen
of zytakken, wordt het een boeket.
Door in een beeldstrook op spoel te
durven snoeien wordt het een film.
Monteren begint dus met nakijken
van de film. Eruit wat niet gaaf is.
Zo weinig mogelijk concessies gebrui
ken. De slechte scene, die eruit ge
knipt wordt geeft misschien een mo
ment van spijtigheid, het slechte
stukje, dat in de film blijft zitten,
is voor altyd een kleine of grotere er
gernis over het mislukken.
„Durf te knippen" zouden we als
eerste montage advies willen geven.
Wat nu het „plakken" betreft, dat
kan werkeiyk onmogelyk uit de hand
gebeui
kaar houden, zelfs i
een liniaaltje gelegd om er dan een
tippeltje filmkit op te smeren en de
stukken tegen elkaar te drukken, geeft
bij het projecteren zo niet direct dan
toch later zeer veel last. Alleen met
behulp van een plakpersje kunnen zui
vere lassen gemaakt worden. Een goe
de las in een film moet men tydens
het projecteren niet kunnen zien, noch
door een tik in de projector kunnen
horen. Maar over de las-techniek en
de fUne kneepjes, die daarbU te pas
komen spreken we een volgende keer.
leuren. Twee stukjes film tegen el-
1 worden ze langs
Citrus japonica; de dwergsinuasappel
Het voorlichtingsbureau voor de voe
ding meldt
Een gewoon maizena-melksausje
over de bloemkool, de andyvie, de
stoof sla is lekker en gezond, maar nu
en dan willen we er toch wel eens
af. Het hoeft maar een klein stapje
te zyn: by voorbeeld wat kerrie, mos
terd of tomatenpuree door de saus.
Hebt u een paar plakjes kaas of vlees
waren over, dan kunnen die in veel
gevallen ook helpen om de groente pit
tiger te maken. Het hieronder beschre
ven gerecht van aardappelen en wor
teltjes kan als vleesloze maaltyd dienst
doen, gevolgd door een fris melkge-
recht, b.v. yoghurt of vla met fruit.
Het is ook echt wel iets om klaar te
maken op „gehakt-dag": het gehakt
kan dan losgeroerd of in de vorm van
kleine balletjes met de aardappelen en
groente meegebakken worden.
RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN
ANDIJVIE MET TOMATENSAUS
11/4 kg andüvie. zout, 2 kleine
uitjes, 40 g (4 eetlepels» boter of mar
garine, 40 g (7 eetlepels) bloem, onge
veer 2 eetlepels tomatenpuree. 9 dl (2
kopjes) melk, desgewenst peper en
geraspte kaas.
De andyvie schoonmaken, wassen,
klein snyden en nogmaals wassen. De
groente opzetten rnet aanhangend wa
ter en zout en gaarkoken in ongeveer
20 minuten. De andijvie laten uitlek
ken en warm houden.
OnderwUl de uien sohoonmaken en
snipperen- De boter of margarine
warm laten worden en de ui lichtbruin
bakken. De bloem en de tomatenpuree
erdoor roeren en geleideiyk, onder roe
ren, de melk toevoegen. De saus aan
de kook brengen, de andyvie e ior
scheppen en het geheel nog even 0^ed
doorwarmen.
Desgewenst het gerecht op smaak af
maken met peper en geraspte kaas.
AARDAPPELEN MET WORTELTJES
1 a 1H kg kleine nieuwe aardappe
len, 1 kg worteltjes, peterselie, bies
look, ongeveer 35 g (3Va eetlepels) boter
of margarine.
De aardappelen en de worteltjes
schrappen, wassen en opzetten met
weinig water met zout. De aardappe
len en groente half gaar koken in
10 ét 15 minuten en zo nodig afgieten.
In een braadpan de boter of marga
rine smelten en de aardappelen en
worteltjes samen gaarbakken in onge
veer 10 minuten onder af en toe om
scheppen.
De peterselie en bieslook wassen,
fijnsnyden en op het laatst door de
aardappelen en groente mengen.
BLOEMKOOLSLA MET
TUINKRUIDEN
1 grote bloemkool, een sjalotje of
klein uitje, ongeveer 2 eetlepels olie
en 4 eetlepels azyn, zout, peper, onge
veer 1 eetlepel peterselie- en 1 eetlepel
kervelgroen (desgewenst voor de gar-
dering radysjes en/of hardgekookt
eigeel of paprikapoeder).
De bloemkool schoonmaken, in
roosjes verdelen en net gaar koken in
8 a 10 minuten. De bloemkool vlug
laten afkoelen. De sjalot of ui schoon
maken en fyn snipperen, het peterse
lie- en kervelgroen zeer fijn snyden.
Van olie. azyn, peper, zout en krui
den een slasaus maken en deze over
de bloemkool schenken. De saus enige
tUd laten intrekken.
De bloemkoolsla desgewenst garne
ren met plakjes radys en/of door een
zeef gewreven hardgekookte eierdooier
of -paprikapoeder.